Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend761. Aan baron Chr. van DohnaGa naar voetnoot2). (K.A.)Ik was niet dadelijk in de gelegenheid u te antwoorden op uw aanbod, om een regiment voetvolk in Orange te vormen. Bovendien waren toen, evenals nu, de afgevaardigden der Spaansche Provincies in den Haag, waar zij weinig vorderen. Thans heb ik nog eens met Z.E. over de zaak gesproken, die u dankt voor uw goeden wil en gaarne het leger zou willen sieren met zulk een aardigen troep, maar meent, dat de Staat de kosten er van niet op zich zal willen nemen. Dagelijks toch melden zich vele edelen aan, om op eigen kosten in dienst te treden. Ook zijn alle troepen nog in dienst, zoodat het leger groot is. Maar misschien weet gij op de eene of andere wijze de zaak aangenaam te maken. - Al beantwoord ik niet al uwe brieven, ik behartig toch steeds uwe belangen. A la Haye, le 16e Feb.r 1633. |
|