Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend707. A. PloosGa naar voetnoot2). (H.A.)Die van U Ed. is my well gelevert; hebbe weynich dagen vertoeft te rescriberen, om yets van de particulariteyten aengaende het continueren van dien te connen schryven, waertoe sich goede occasie geoffereert. Want den H.r FranckenaGa naar voetnoot3), die haest by u compt, van Vriesland gekeert, my komende besoecken, is van sich selven op dat propost gecomen, seggende, so graef Ernst niet en waere gebleven, de survivancie groot perikel soude hebben gelopen, hetwelck het blyven ewechgenomen heeft, ende heeft syne weduweGa naar voetnoot4) oock tewege gebracht gehadt een deputatie aen Groeningen van VrieslandGa naar voetnoot5). RandwijckGa naar voetnoot6) ende anderen, d'welcke hoewel in generalibus terminis bejegent zyn geweest, so wast evenwell sulcx, dat desen aengeboden hadden, niet jegenstaende oock een instructie apart by hun gemaeckt om gezamenderhand een instructie te besoigneren, sonder alsnoch explicite verclaert te hebben, wat se wilden doen, hoewell sulcx implicite genouch door t'voorss. schynt te kennen gegeven werden. De voorn. Franckena verhaelde, dat eenige van Vriesland berou hadden, dat so precipitantelicken gegaen hadden, dat se oock met eenige wt Groeningen opte generaele sommatie gesproken, dan dat se bevonden hadden, de sake aldaer wat verre gecomen te zyn, tot reden van dien allegeerende, dat de soon, int doen solliciteeren, doen allegeeren hadde, dat het S. Ex. aengenaem soude wesen, boven dat princeps noch directelyck, noch indirectelyck te verstaen hadde doen geven, | |
[pagina 362]
| |
dat de voorss. soon op aem (?) aengenaem geweest soude syn, hetwelck eenige tot Groeningen gemeent hadden, ten minsten per tertiam personam te behoren geschiet te hebben. De[n] H.r SchafferGa naar voetnoot1), versch aengecomen, hebbe gesondeert, die rondelyck wt syn selven gegaen heeft seggen, dat het poinct so delicaet hadde gevonden, dat daeraf niet en hadde derven roeren; confirmeert hetgene voors. van de deputatie, antwoort, aenbiedinge ende noch onsekere of explicite resolutie, leggende alles op die van Vriesland, ende dat die altyt door haere precipitantie de sake - waertoe velen van Vriesland ende Groeningen genegen - bedorven hadden. Dan hy allegeerden een reden, die by den zynen voorgewendt wierde, waeromme hy meende, dat se in desen met Vriesland souden gaen, also dat in tyden van noot - dewelcke hy seyde aldaer vallende oock in de benedenquartieren te .....Ga naar voetnoot2) - van de stadhouders van Vriesland groote ondiensten conde ontfangen; dat grave Ernst den viant wt Oldaempt well hadde connen weren, so hy gewilt ende hem in plaetse van langsaem te gaen - vermits gedepiteert was - verhaest hadde, ende dat van hyer nyet was gedaen. Den H.r CoendersGa naar voetnoot3), myne speciale vrundt, gaet binnen 2 a 3 dagen derwaerts; heeft belooft my over de sake copye van de voorss. provisionele antwoort ende concept van instructie, ende zyne vrunden raden te dilayeren; die becomen hebbende, sall datelyck oversenden. Met de voorss. persoon is in desen gegaen per obliquum ende quasi aliud agendo. Randwijck sal mede soecken op te houden, quod facile est. Dit hebbe aldus willen particulariseren, off het ten dienste van Syn Ex. conde gebruickt werden. Voor myn vertreck hebbe U Ed. particulier gedacht, ende is deze naem mede gebracht op de lyste van die accrescementen sullen genieten. Dm. Barlaei carmen over de victorieuse progressen van zyne F. GGa naar voetnoot4) sal U Ed. van dage gesonden werden. Hage, den 7 7b. (Sept.) 1632. |
|