Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend582. Aan C. Barlaeus. (K.A.)Nu hebt gij te doen met iemand, die alleen schrijft, om een aardig antwoord te krijgen. ‘Non equidem has nugas, quia scripsi, ad te mitto, sed scripsi scilicet, ne deesset quod ad te mitterem’. Nu ik niet veel van uw bijzijn kan genieten, wil ik het u ten minste lastig maken. ‘Vale et, quod dicebam, cum CabeliavioGa naar voetnoot6) tibi altero, non muto hercule pisce, negotium puta’. Hag. Com., V Non. (3) Mart. 1631. |
|