Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend
[pagina 312]
| |
581. Aan D. Heinsius. (K.A.)Met uwe opmerkingen over mijn gedichtGa naar voetnoot1) ben ik het niet heelemaal eens; nutantes deosGa naar voetnoot2) kan, dunkt mij, wel, evenals librantes diu, Tandem BatavosGa naar voetnoot3). En fuit heb ik zelf in stetit veranderdGa naar voetnoot4). Hag. Com., IV Cal. Mart. (= 26 Febr.) CIƆIƆCXXXI. Met Puteanus ben ik in kennis gekomen door hem onderschepte brieven terug te zenden met een versje. - ‘Adscripsi putidum epigramma in Institutiones GrotijGa naar voetnoot5), quod in ore est omni populo et totam curiam quasi pro aenigmate exercet’. |
|