Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend571. Aan E. PuteanusGa naar voetnoot4). (K.A.)Hartelijk dank voor uwe beide geschenken, die ik ten zeerste op prijs stel. Maar in één van hen vind ik een versje van mij gedrukt; die eer verdien ik niet. In mijne jeugd heb ik wel een beetje gedicht, maar nu mis ik den tijd er voor. Mijne Printen en Stedestemmen zijn nog het best, zooals gij zien zult uit den bundel, dien ik u toezendGa naar voetnoot5). Ook mijne verzen op het schenden van Petrarcha's lijk gaan hierbijGa naar voetnoot6). Hag. Com., ....Ga naar voetnoot7) Jan. CIƆIƆCXXXI. |
|