Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

[p. 309]

572. E. Cecil Viscount Wimbledon¹⁾. (H.A.)

Dank voor al uwe moeite. Ik heb nog steeds allerlei gedoe met mijn verbrand huis²⁾, waarvan de waarde te laag geschat is. Nu is het eindelijk zoo ver, ‘that in paper I am satisfied, though not in silver or gould.’ Wilt gij Z.E. verzoeken, ‘that my companie shall remaine in a frontier garison, free from anie regiment, soe long as it shall bee mine’? Prins Maurits heeft indertijd hetzelfde toegestaan aan Sir John Ogle³⁾. ‘The marches of all nations I thanke you for them, and should be glad to have the pointes of warre for the trumpette, but for the English march, that is there sett downe, wee hold it here most erronious. Therfore his Ma.^tie is minded that it shall bee sent over more corrected and inrold here, not to be anie more forgotten⁴⁾’. London, 31^o Jan: 1631.

1) No. 572 a, b. Een brief van 21 Juni 1631 en een andere van 4 Juli, z.j. (beide H.A.), handelen over onbelangrijke militaire zaken.
Zie over Cecil, blz. 23.

2) Zie op 27 Juli.

3) Sir John Ogle (1568-1639) is lang in dienst der Staten geweest, heeft den slag bij Nieupoort en het beleg van Oostende meegemaakt en was van 1610-1618 gouverneur van Utrecht.

4) Cecil stelde veel belang in deze dingen. In 1615 deed hij zijn best, om de oude Engelsche marsch (= tromgeroffel) weer in te voeren, en in 1632 gaf Karel I op zijn aandringen last daartoe (vgl. Ch. Dalton, Life and times of General Sir Edward Cecil, Viscount Wimbledon .... London, I, 1885, blz. 231-234.)