Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

490. W. Boreel⁸⁾. (H.A.)

‘D'afgaende heeren Burgemeesteren en hebben het stuck van de thuijn niet finalijck te nedergestelt, en in sulck een geval hadden de opsicht geconfereert aen eenen D.^or Cluijt⁹⁾, die daertoe geheel bequaem geoirdeelt werdt, en wij hebben hier soo eene groote stat, versien met allerhande conditien van menschen, daer een plaetse bij velen geaffecteert werdt ....¹⁰⁾ is dat het doen van d'heeren Burgemeesteren, wiens faveur, connende vallen op iemant van maegschap, suppleert alle defectuositeyten, ende set ander terugge’. Ik schrijf u dit maar vertrouwelijk, opdat gij u niet veel zult voorstellen van de kansen van uw vriend¹¹⁾. 8 Febr. 1630, in Amsterd.

8) No. 490 a. Een brief van 22 Juni (H.A.) handelt over eene memorie.

9) Outgers Cluijt werd 14 Juli 1601 op 23-jarigen leeftijd te Leiden als medicus ingeschreven. Hij werd een bekend botanicus, heeft veel gereisd en vele wetenschappelijke werken geschreven.

10) Onleesbaar.

11) Huygens had blijkbaar een goed woord gedaan voor Brosterhuisen, om dezen aan te stellen als professor aan de op te richten Illustre School te Amsterdam.