Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

252. J. Brosterhuisen⁶⁾. (L.B.)

Verburgius⁷⁾ noster peste quidem non affligitur⁸⁾, quod vel ipse percipiat, vel ego sciam, vel ulli ex Asclepiadum prosapia aut uroscopia, aut scoromantia, aut per Jovem coprophagia indicare aut contraindicare queat. Verum ille non multo mane, longo post tempore quam Aurora relinquit roseum cubile, cum sempiterno Tithone vix tandem stragulis excussus, symptoma quoddam, endemium quidem, sed salubre, patitur ex atrophiae genere, cardialgiam culinarem appellaret quis; sed medelam in promptu habet, ϰαρπὸν ἀρούρας. Nihilominus symptoma symptomati συμπίπτει, nam postquam ille et convictores πόσιος ϰαὶ ἐδητὸος ἐξ ἔρον ἕντο, ut plurimum risu inextinguibili dissolvitur, et ni generosum meracum aut nobilis peti fumus succurrat, actum foret de maxillis, praecordiis

6) Johan Brosterhuisen werd den 3^den Juni 1610 op 14-jarigen leeftijd als student te Leiden ingeschreven, waar hij bij zijne ouders woonde. Hij studeerde vooral botanie, maar had allerlei liefhebberijen, o.a. het schrijven van verzen, en kwam daardoor niet verder. Zijn levensloop zal blijken uit zijne correspondentie met Huygens. Misschien heeft deze hem in zijn studententijd leeren kennen.

7) Jacob van den Burgh, geb. te Leiden, werd 19 Febr. 1611 op 12-jarigen leeftijd als student te Leiden ingeschreven. Ook hij heeft erg lang gestudeerd en gedichten geschreven, en ook zijne lotgevallen blijken uit zijne briefwisseling met Huygens. Hij was een groot vriend van Brosterhuisen.aant.

8) In dezen tijd heerschte de pest in Leiden; de professoren Vorstius en Erpenius waren er aan gestorven. Den 22^sten Januari richtte Huygens een gedicht aan Van der Burgh (vgl. Gedichten, II, blz. 105), om hem aan te sporen Leiden te verlaten. Waarschijnlijk schreef Brosterhuisen dit briefje, toen hij het vers van Huygens gelezen had, en is de brief in ouden stijl gedateerd.

[p. 175]

et splene facetissimi amici. Haec sunt, quae de ejus dispositione tanquam oculatus et auritus testis referre potuit..... Lugd. Batavor., festinanter. XV Cal. Feb. (= 18 Jan.) A.ⁱ CIƆIƆCXXV.

D. Verburgius te quam officiosissime salutat.