Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend81. Aan zijne oudersGa naar voetnoot7). (K.A.)*Nu de gezant eene missive naar den Haag zendt, voeg ik daar een brief | |
[pagina 46]
| |
bij. Het gaat mij goed, maar ik vind het erg, dat ik geen kans heb iets van u te hooren, voordat wij in Venetië komen, en dat duurt nog meer dan drie weken. De reis zal sneller gaan dan in het begin, daar de gezant nu bijna al zijne bezoeken aan de verbonden vorsten heeft afgelegd. Bijzonderheden kunt gij hooren uit een langen brief van den heer van SommelsdijckGa naar voetnoot1) aan zijne moederGa naar voetnoot2); mijn reisjournaal, dat ik zoo nauwkeurig mogelijk bijhoud, bewaar ik tot mijne terugkomst. Van Heidelberg uit hebben wij een omweg gemaakt naar Rotenburg, om daar den Markies van AnsbachGa naar voetnoot3) op te zoeken. ‘Mons.r l'ambassadeur, Dieu merci, se porte tousjours bien et gagliardement, comme il est personnage vigilant et sobre, qui n'a garde de beaucoup se surcharger de viandes’. Ik mis hier het lichte Hollandsche bier. Wij zijn van Frankfort hier gekomen met rijtuigen en gaan daarmede naar Zwitserland; de 30 paarden, die wij zouden moeten huren, komen te duur. Morgen gaan wij naar Tübingen. En haste de Stutgard .... ce 19e de May, stile nouveau, 1620. Daar er onder het gevolg niemand geschikt is voor secretaris, heb ik den gezant mijne diensten aangeboden. Hij verzekerde mij, dat hij reeds besloten had, mij tot secretaris te maken, niet van hem zelf, doch van het gezantschap, maar eerst, wanneer wij te Venetië zijn. Het is niet kwaad, als dit een beetje bekend wordt; ook de Venetiaansche gezantGa naar voetnoot4) mag het wel hoorenGa naar voetnoot5). Toen ik mijn brief al gesloten had, droeg de gezant mij op de missive te schrijven, en zoo aanvaard ik dan mijn nieuw ambt. De brief aan Z.E. is door mij geschreven, die aan de Staten-Generaal door LeewenGa naar voetnoot6). |
|