Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634

52. Aan zijne ouders. (K.A.)*

Uwe brieven heb ik laat gekregen, want ik ben met Brasser⁵⁾ en de Gheyn naar Oxford⁶⁾ geweest, waar wij heel veel gezien hebben door de hulp van een zoon van den president Metkercken⁷⁾, dien ik bij Caron aan huis heb leeren kennen. Caron ‘est après à luy procurer quelque bonne prebende aupres de sa Maj.^té, comme ainsi soit qu'il manque des moyens egaulx à la qualité en laquelle il a pleu à Dieu de le faire naistre. Au reste

5) Misschien Govert Brasser, geboren te Amsterdam, die 7 Oct. 1606 op 17-jarigen leeftijd als student te Leiden werd ingeschreven, in 1625 als buitengewoon gezant naar Engeland werd gezonden, pensionaris van Delft en in 1636 thesaurier generaal der Unie werd. Hij was bevriend met Hooft en is in 1654 gestorven.

6) Zie over dat reisje naar Oxford, Sermones, I, vs. 402, vlg.

7) Eduard van Meetkercke (1590-1657) werd in Londen geboren Zijn vader, Adolf van Meetkercke (1528-1591), heeft in de Zuidelijke Nederlanden eene politieke rol gespeeld, was in 1580 president van den Raad van Vlaanderen, week in 1584 naar de Noordelijke Nederlanden uit, maar vluchtte in 1586, daar hij betrokken was in eene samenzwaring te Leiden ten bate van Leicester. Eduard studeerde te Oxford en werd daar in 1620 hoogleeraar in het Hebreeuwsch. In 1622 heeft Huygens hem waarschijnlijk nog eens te Oxford ontmoet (vgl. Gedichten, I, blz. 267). Meetkercke is later rector geweest te Easton.

[p. 29]

fort bon escolier en theologie, maistre es-arts et bien honeste gentilhomme qui nous a grandement obligez par le soing et la peine qu'il a prise à nous faire caresser par ces escoliers, comme c'est la coustume en ces occasions des festes publiques, specialement envers les estrangers, qui reçoivent beaucoup de courtoisie de cette nation’. - Ik hoorde van het huwelijk van onze nicht¹⁾; ik heb er met niemand over gesproken, want Zuerius²⁾, zijne vrouw en juffrouw Burlamachi³⁾ zijn niet in Londen. Het zou dwaas geweest zijn van mij, voor dat huwelijk over te komen; er is hier nog veel te veel voor mij te leeren en te zien. Ik moet nog naar Cambridge en zou gaarne over Vlaanderen terugkeeren. De meeste paleizen van de Koning heb ik nu bekeken. Mijne rouwkleeren moeten maar in den Haag gemaakt en mij overgezonden worden; geld voor een mantel heb ik niet over Mijne ongesteldheid en mijn reisje naar Oxford hebben mij veel gekost; ook is er nog een paard kreupel geworden. Het heen en weer reizen naar en het varen in de stad, noodig wegens de groote afstanden, is duur. Ik moet twee paar zijden kousen koopen, die hier goedkoop zijn. Waarlijk, ik gooi het niet weg en doe niet als neef Zuerius, die zoo maar 8 of 10 paar zijden kousen en even zoovele handschoenen, enz. koopt. Ik zal mij later verantwoorden, maar ik hoop, dat mij wat meer geld zal worden gezonden.

De South-Lambeth, ce 19^e de Juillet, viel stile⁴⁾, 1618.

1) Den 15^den Juli 1618 werd Hortensia Zuerius, eene dochter van Jacob, in huwelijk ingeteekend met den weduwnaar Arent Maertensz., ambachtsheer van Barendrecht en Schobbeland. (Mededeeling van Dr. H.E. van Gelder, Archivaris van 's-Gravenhage.)

2) Zie blz. 15.

3) Zie blz. 23.

4) Dus 29 Juli, nieuwe stijl.