Briefwisseling. Deel 1: 1608-1634
(1911)–Constantijn Huygens– Auteursrecht onbekend51. Aan Maurits Huygens. (K.A.)*Ik schrijf u maar niet dikwijls, want gij hoort toch alles uit de brieven aan onze ouders. Gij moet mij wat meer van dat duel vertellen. Ik kan nog niet goed eene laars aantrekken en ben dus nog niet naar Cambridge en Oxford geweest. Den 20sten van deze maand gaan wij naar Bagshot, waar de Koning ook zal zijn. ‘Hier je menay de GheynGa naar voetnoot3) veoir la galerie a peintures du feu princeGa naar voetnoot4) par l'adresse de certains gentilshommes anglois qui m'ont grandement obligé. Celle du conte d'Arondel avec les antiquitez etc. de Gheyn m'avoit fait veoir par cy devant. Choses admirables en verité. Au reste nous voicy au païs le plus gentil du monde ou journellement nous voyons des palais et païsages om op clavecingel-dexels te schilderen’. Mijn knecht bevalt mij erg goed; wij spreken samen niets dan Engelsch. Ce 4e de Juillet 1618. De Lambeth. |
|