3 De teksten op de prent: genese en varianten
3.0 Vooraf
De teksten op de prent bestaan uit de toelichtingen bij de letters (legenda) en twee Latijnse disticha. Van de legenda is bij de Hofwijck-papieren een ontwerp-autograaf bewaard (KB 128 D 24, map C), op basis daarvan heeft Huygens de toelichtingen eigenhandig ingevuld op de proefdruk van de prent (bewaard in Huygensmuseum Hofwijck), waarna de definitieve versie is gegraveerd. Zie over dit alles de inleiding van het apparaat, par. 2.3.2.2. Drie fasen dus van het oorspronkelijke handschrift tot de druk; ik duid deze hieronder aan met respectievelijk de siglen AUa, AUb en EP. Voor de uitgaven van 1658 en 1672 is ofwel gebruik gemaakt van een bestaande voorraad afdrukken, ofwel van het originele cliché; ik heb nergens verschillen geconstateerd.
Van de twee Latijnse disticha onder de afbeeldingen links en rechts boven bestaat eveneens een ontwerp-autograaf (KB, sign. KA XLIIIb, jaaromslag 1652, fol 9). Op dat blaadje staan nog twee andere Latijnse versjes die op Hofwijck betrekking hebben, waarvan er één een alternatief is voor het gedichtje op de uitkijktoren. Alle vier de teksten zijn gedrukt in de Momenta Desultoria, ed. 1655, en uiteraard in de editie van Worp (Ged. v, 26-27). Ik toon hier de tekst(genese) van de twee gedichten die op de prent staan plus die van het alternatieve gedichtje op de uitkijktoren. Voor een vertaling verwijs ik naar de noten bij het voorwerk, deel 3, par. 2.8.
De inrichting van dit apparaat is verder zoals hiervoor beschreven in de inleiding, par. 3.4.