Verantwoording van de teksteditie
De teksten worden hier in tweevoud aangeboden. Op de linker bladzijde van iedere opening is de tekst der manuscripten in facsimile afgedrukt. Enig arrangement was hierbij onontkoombaar, maar bleef tot het uiterste beperkt; het opdrachtgedicht moest over twee bladzijden verdeeld worden. Op de rechterbladzijde treft men de fotomechanisch weergegeven tekst van de eerste editie aan, zij het enigszins verkleind. Een transcriptie van de tekst der manuscripten treft men verderop, onder de ‘Toelichting’, aan.
Van Barlaeus' Latijnse lofdicht is geen handschrift bekend. Naast de tekst van de eerste editie is de vertaling geplaatst die ik aan Zwaans uitgave heb mogen ontlenen.
De handschriften van de Heilighe Daghen bevinden zich onder de grote verzameling manuscripten van Huygens in bezit van de Koninklijke Akademie en in permanente bruikleen in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag, onder de titel Korenbloemen, signatuur K.A. XL. De gedichten in kwestie zijn te vinden in de tweede map (XL. b) in de jaaromslagen 1644 en 1645. Het avondmaalssonnet, van 31 december 1644, is in jaaromslag 1644 ondergebracht, als blad 13. Dit blad is slechts aan één zijde beschreven.
De overige manuscripten vallen onder nummer 1 van jaaromslag 1645. Dit nummer omvat allereerst een dubbelblad, waarvan het eerste folium op de rectozijde een ontwerp-titelblad geeft. De versozijde heeft het opdrachtgedicht voor Leonore Hellemans. Het is na vs 18 aanvankelijk gedateerd 7-1-45, maar dit is doorgehaald en na de uitbreiding van het gedicht is de nieuwe datering op 8 januari geplaatst. Het tweede folium is aan beide zijden onbeschreven. In het dubbelblad liggen vier losse enkelbladen, elk aan één zijde met twee sonnetten beschreven:
a. | ‘Niewe Iaer’, gedateerd 1-1-1645 en ‘Drij Coninghen auond’, ged. 2-1-1645. |
b. | ‘Goede Vrijdagh’, ged. 3-1-1645 en ‘Pinxteren’, ged. 4-1-1645. |
c. | ‘Kersmis’, ged. 5-1-1645 en ‘Paeschen’, ged. 6-1-1645. |
d. | ‘Hemelvaert’ en ‘Sondagh’, beide ged. 7-1-1645. |
Tweemaal treffen we in deze bladen een watermerk aan, op het laatste folium van het diploma en op het vierde inlegvel. Het vertoont een hoorn met de letters M.C.; ik heb dit merk niet kunnen thuisbrengen.