|
-
voetnoot1
-
Het ... klein: Bedoeld wordt: In mij is als residentieplaats heel het land vertegenwoordigd.
Waege: weegschaal; bij mij wordt er gewikt en gewogen inzake politieke aangelegenheden.
-
voetnoot2
-
Schaeve: beschaver.
Schole van de Daed: leerschool, waarin tot de daad, tot het politieke leven wordt opgevoed.
-
voetnoot3
-
Het Dorp ... pad is: niet het dorp der dorpen, waar iedere smalle straat (slechts) een (onbestraat) pad is.
Dorp der Dorpen: superlatieve genitief.
-
voetnoot4
-
Maer Dorp ... Stad is: maar een dorp dat tot de steden behoort, waarin iedere straat (net) een (kleine) stad is.
Dorp der Steden: contradictio in terminis; een climax t.o.v. Dorp.
der Dorpen. Huygens moest 's-Gravenhage een ‘Dorp der Steden’ noemen omdat het immers geen stadsrechten bezat.
-
voetnoot5
-
De rondom ... Hout: de huizen door groen omringd, de bomen, omgeven door stenen huizen (het Voorhout).
rondom: eromheen (bijwoord bij groene en steenen).
-
voetnoot6
-
Des Boers ... het woud: (Ik ben) datgene wat de boer bewondert, (zelfs) al komt hij uit het bos; m.a.w. een boer die te midden van bos leeft, wordt toch nog verrukt over mijn bomen, mijn vele groen.
-
voetnoot7
-
Des Stémans ... de mueren: twee mogelijkheden: (Ik ben) datgene wat de stedeling voortdurend behaagt of (Ik ben) het stadsvermaak voor de stedeling, (zelfs) al komt hij uit de stad (vanwege het grootsteedse karakter van 's-Gravenhage).
-
voetnoot8
-
Der Vyanden ontsagh: (Ik ben) datgene waarvoor de vijanden ontzag hebben.
De Vrijster van de Bueren: (Ik ben) iemand wie ‘het hof’ gemaakt wordt door de buren, iemand die de beminde is van de naburige plaatsen.
-
voetnoot9
-
De Werelds ... welgevall: de delicatesse van (heel) de wereld, datgene wat de hemel behaagt.
-
voetnoot10
-
Is 't daer ... dan all: als het daarmee allemaal gezegd is, dan ben ik meer dan alles (wat er over mij gezegd is), of meer dan alle (dorpen en steden).
|