Stede-stemmen en dorpen
(1981)–Constantijn Huygens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 46]
| |
GornichemDie my benijdelick 's hooghs Arckel-huys besittGa naar voetnoot1
Ter aerden effende was verre van sijn witt:Ga naar voetnoot2
Wat geld ick zedert min, wat kan ick minder geldenGa naar voetnoot3
Soo langh mijn' muren staen, en 't Klaver in mijn' velden
5[regelnummer]
Voor Klaver niet en wijckt? soo langh mijn' volle Merw,Ga naar voetnoot4/5Ga naar voetnoot5
Mijn welgewrongen melck, mijn' altijd bollen terwGa naar voetnoot6
Te winste van my haelt; soo langh mijn' aerde PuntenGa naar voetnoot7
Het oogh verbijsteren dat op my derve munten?Ga naar voetnoot8
Seght dan, seght selver, Nijd, seght met den bitsten beck,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Maer seght waerschijnelick, Wat 's Gornichems gebreck?Ga naar voetnoot10
|
|