Haerlem
Aant. Huygens in de marge
1 | Graef Floris de Vette heeft sijn Hof te Haerlem gehouden, met sijn' Gemale Petronella, Dochter van Saxen, die het Klooster te Rhijnsburgh stichte. |
3 | De Haerlemmers worden geseght onder Jonckheer Willem, naermaels (= in later tijd) 13 Grave van Holland, met den Keiser Freder. Barbarossa tegen de Sarracenen getrokken, de Stadt Damiate te hebben helpen veroveren, snijdende de ketenen die de haven sloten met Sagen die sy aan de kielen van haere Schepen geslagen hadden.
(vgl. voor aant. bij vs 1 en 2 L. Guicciardijn, Beschryvinghe ... 1612. Blz. 197b) |
10 | In 't jaer 1464. werde de Boeckdruckerije te Haerlem gevonden. |
|
-
voetnoot1
-
t'mijner tijd: op de daarvoor bepaalde tijd (vgl. te zijner tijd). Zie Huygens' aant.
-
voetnoot2
-
't Is ... roem: heeft betrekking op het ‘voeden’ van het hof van de vorsten (vs 1).
-
voetnoot2/3
-
mijn hooghste ... bloed: mijn hoogste roem is gelegen in het bloed, het bloed der goddelozen (Saracenen, Turken).
-
voetnoot4
-
Haer: hun, verwijst naar Goddeloosen (vs 3).
Ys'ren Haven-touw: ketting die de haven afsloot.
aenvaerdden: ter hand namen, ondernamen, begonnen; hier in kombinatie met te vernielen: gingen vernielen.
Opm.: in 1219 zouden tijdens de vijfde kruistocht de Haarlemmers de haven van Damiate hebben opengebroken. Zie ook Huygens aant.
-
voetnoot5
-
oock: bedoeld wordt: ook t'Huys, d.w.z. ook ‘bij mezelf’ (in en om Haarlem) heb ik de vijand bestreden. Vers 5 en 6 hebben betrekking op het beleg in 1572 en 1573.
-
voetnoot6
-
gewaeght: in de waagschaal gesteld.
en Spagnen noyt gevleidt: en nooit getracht bij Spanje in de gunst te komen.
-
voetnoot7
-
Zijn ... meer toe: concessieve bijzin: Al zijn het ... (Met verwijzing naar vs 5 en 6).
koele wonderen: gewone wonderen, wonderen die weinig opzien baren.
en hoorens' ... toe: en al horen ze meer bij andere (steden).
Opm.: het woord koele t.a.v. wonderen in verband met vs 7b (en ... toe) duidt op bescheidenheid en staat antithetisch t.o.v. vs 8/10, zodat daar 't allerwonderste des te meer uitkomt. De uitvinding van de boekdrukkunst uit vs 10 was inderdaad van wereldwijde betekenis.
-
voetnoot8
-
't allerwonderste: het meest bewonderenswaardige.
-
voetnoot9
-
ongesiener: WNT ongesien 1685, 3 en 4: onaanzienlijk, niet in tel, gering. In tegenstelling met aengenamer zou ik de voorkeur geven aan onaantrekkelijk, lelijk, omdat H. wellicht bij druk (uit boekdrukkunst) gedacht heeft aan druk: kommer, moeite enz.
Vert.: er is geen onaantrekkelijker (lelijker) benaming, er is geen welgevalliger (aantrekkelijker) zaak (nl. de boekdrukkunst).
-
voetnoot10
-
'k Heb konst ... in den Druck: Huygens gebruikt in den Druck als woordspel; de regel krijgt daardoor een gevarieerde betekenis:
a.
ik heb kennis en kennisbeoefenaar geholpen in de verdrukking (moeilijkheid);
b.
ik heb ervoor gezorgd dat kennis gedrukt kon worden en dat de kennisbeoefenaar kon laten drukken.
Zie bij dit vers Huygens' aant.
W. van Gouthoeven noemt ook het jaar 1464: ‘Dese stadt is mede seer vermaert/ door dien dat de Boeck-druckerije aldaer eerst ghevonden werde ontrent den Jare 1464.’ (D' oude Chronycke ... 1620. Blz. 79) De drukkunst zou door Laurens Janszoon Coster als eerste te Haarlem zijn beoefend. Volgens hedendaagse opvatting werd de drukkunst in de 15e eeuw door Gutenberg (Mainz) of Coster (Haarlem) uitgevonden.
|