Bij de grote revisie van het werk in 1638 voorzag H. dit spiegelmonogram van de bij de varianten reeds vermelde griekse woorden, ontleend aan Matth. 19, 6 of Marc. 10, 9: (Wat God samengevoegd heeft) scheide de mens niet. H. heeft m.i. willen aanduiden dat ook de dood de verbintenis met Suzanne niet kon teniet doen. KII voegde aan de sobere hollandse titel Dagh-werck een latijnse spreuk toe (zie de variant) waarvan de vertaling is:
Ik zal mezelf onafgebroken gadeslaan en - iets, wat zeer nuttig is - een dag van mij nog eens nagaan. Wat ons slecht maakt, is dit, dat niemand op zijn eigen leven terugziet. Seneca, Brief 1 van boek 12 (d.i. 83, 2).
Latijnse titel:
Vertaling:
Aan het glanzendste der hemellichamen, aan Sterre, de helft van zijn levenskracht, wijdt deze Levensdag, dit leven van een dag, de helft van zijn werk en van hemzelf met eeuwige rouw, zijn gevoelens niet meester, de schrijver.
(D. = dedicavit).
Latijns citaat:
Vertaling:
Rep u te leven en beschouw iedere afzonderlijke dag als een afzonderlijk leven. Seneca, epistula 101 = Seneca, Brief 101, 10.
De toegevoegde citaten in KII (zie de variant):
Vertaling:
De geest die tot standvastigheid is gekomen, weet, dat er geen verschil is tussen een dag en een eeuw. Seneca, Brieven 101 9.
De ene dag is een schrede op de levensbaan. Dezelfde, Brieven 12, 6.