Achilles
(1964)–Balthazar Huydecoper– Auteursrechtelijk beschermdEerste tooneel.
achilles, patroclus.
achilles
IK heb het Troische vuur de Grieksche vloot zien blaaken.
Terwyl myn' benden zich ten stryde vaardig maaken,
685[regelnummer]
Moet ik u, waarde vriend, tot vordring van myn' wraak,Ga naar voetnoot685
Recht leeren, hoe ge u zult gedraagen in deez' zaak.
patroclus
Uw wil strekt my een' wet. Wie kan my beter leeren,
Als gy, myn vriend, gewoon alom te triompheeren?
| |
[pagina 59]
| |
Uwe onderwyzing geeft een kind ervaarenheid,
690[regelnummer]
En zal myn hart voorzien met kennis en beleid.
Uw' scherpe kling, gewoon den vyand te doen beeven,Ga naar voetnoot691-692
Uw' wapens zullen my meer kracht en sterkte geeven:
Daar by zal de iever voor de glorie van ons Land,Ga naar voetnoot693
En 't naar gezigt der vloot, die reeds aan een' zy brandt,Ga naar voetnoot694
695[regelnummer]
Myn moed verdubbelen. Uw' dappere soldaaten,
Die gy zo lang den stryd in stilligheid hebt laatenGa naar voetnoot696
Aanschouwen, thans verhit op moordlust en op wraak,
Die zullen my, in deez' gewigte en groote zaak,Ga naar voetnoot698
Oprechte blyken van hun moed en krachten geeven.
700[regelnummer]
De vyand, reeds vermoeid, doch blindelings gedreeven
Door zyne voorspoed, en 't geluk, dat hem verzelt,
Zal aanstonds vlieden, op 't gezigt van zulk een held,
Schoon door inbeeldinge, en een valschen schyn bedroogen.Ga naar voetnoot703
My dunkt, ik zie hem reeds 't veld ruimen voor myne oogen,
705[regelnummer]
Wanordelyk de vloot verlaaten, en met haast
De poorten winnen van de Stad, die zy voor 't laatstGa naar voetnoot706
Begeeven hebben. Zyn de troepen noch niet vaardig?Ga naar voetnoot707
Myn' ziel haakt naar den stryd.
achilles
Gy zyt myn' vriendschap waardig,
O edelmoedige! als men u in 't slagveld ziet,
710[regelnummer]
Is 't Grieken even, of Achilles strydt, of niet.Ga naar voetnoot710
Maar ach! uw' dapperheid kan myne ziel ontroeren.
Verlosch de bange vloot, maar laat u niet vervoerenGa naar voetnoot712
Door hoop van grooter winst. Helaas! dat ik u drukk'
In bei myne armen! 'k vrees, ik vrees voor ongeluk.
| |
[pagina 60]
| |
715[regelnummer]
Myn hart, benaauwd, beklemd, ten uitersten verlegen,Ga naar voetnoot715
Voorspelt my niet veel goeds, schoon ik my van den zegenGa naar voetnoot716
Verzekerd houden durve. Uw' jongheid, niet gewoon,
Met paarden, zo gezwind, met wapenen, zo schoon,
Te treeden in het veld, zal mogelyk verblind, en
720[regelnummer]
Te roekeloos, haar graf in haare zege vinden.
Keert, Goden, keert dien slag! of is dit uw besluit,
Zo roeit met mynen vriend vry al de Grieken uit!
Gy ziet, myn waarde vriend, de traanen langs myn' wangen
Neervloeien, door de rouw, die 'k myne ziel voel prangen.Ga naar voetnoot724
725[regelnummer]
Dit is de tweedemaal myns leevens. Toen ik my
Door Agamemnon, en zyn' trotse dwinglandy
Zo bits beledigd zag, heeft my uw oog zien schreien.
Nu wy, helaas! misschien voor eeuwig, moeten scheien,
Ziet gy zulks wederom. Dit beide was uit rouw.
730[regelnummer]
Maar als ik na den stryd u leevend weer aanschouw,
Zult gy ten derdemaal myn oog zien nat van traanen.
Dan zal 't van blyschap zyn.
patroclus
Uw vriendelyk vermaanenGa naar voetnoot733
Strekt myne ziele een spoor, om myne hevigheidGa naar voetnoot733-734
En moed te paaren met verstand en goed beleid.
achilles
735[regelnummer]
Het zy u niet genoeg den vyand te overwinnen.
Bewaar 't gedenken aan myn' wraak in uwe zinnen.
De Grieken hebben my van doen in deezen staat.Ga naar voetnoot737
Zo gy 't geluk dan hebt, dat gy den vyand slaat,
En weer te rugge dryft, zo laat u niet verleiden
740[regelnummer]
Door ydle zucht, om in het Troische bloed te weiden.Ga naar voetnoot740
| |
[pagina 61]
| |
'k Zend u niet derwaarts, om den juichenden Trojaan
Te dryven in de Stad, of ganschlyk te verslaan.
Kunt gy de schepen van zyn' woede slechts bevryden,
Zo kom my wederzien, en vaar niet voort met stryden.
745[regelnummer]
Niet, dat ik u benyd den roem, dien gy verdient.Ga naar voetnoot745
Ik min u, als my zelf. Gy moet my ook als vriend
Uw bystand bieden in dit uiterste der zaaken.
Want zo gy 't Grieksche heir der stad kost meester maaken,Ga naar voetnoot748
Hoe zou men schimpen met myn' gramschap, als men zag,
750[regelnummer]
Dat Troje, zonder my, in puin en assche lag!
patroclus
Zo groot een werk, waarom wy meer als negen jaaren
Gestreeden hebben, zal het lot voor u bewaaren.
Maar stel my zelve een perk, hoe ver dat ik mag gaan:
'k Zal u gehoorzaam zyn.Ga naar voetnoot754
achilles
Tast eerst de troepen aan,
755[regelnummer]
Die 't vyandlyke vuur in Ajax schip ontstaken.
Straks zal u Hector, die hun overste is, genaaken;Ga naar voetnoot756
'k Weet, dat hy u terstond zal zoeken, als hy ziet,
Dat gy, ô braave, myn' Thessaliers gebiedt.
Hy heeft my steeds gezocht: wy hebben dik gestreeden.Ga naar voetnoot759
760[regelnummer]
Moet gy dan met hem slaan, zo doe het, als uw' ledenGa naar voetnoot760
Noch onvermoeid zyn: want ik ken zyn' sterkte en kracht.
Gy zyt, om Hector te weerstaan, niet opgebragt.Ga naar voetnoot762
Gy zyt Achilles niet. Doch, kan het mooglyk weezen,
Ontvlied zyn oog; maar geef geen blyk, dat gy zoudt vreezen.
765[regelnummer]
Jaag dan den vyand door den muur, en door de gracht:Ga naar voetnoot765
Maar gaa daar zelve meê niet over. Uwe magtGa naar voetnoot766-767
| |
[pagina 62]
| |
Heeft uitgediend, als gy hen zo ver hebt verdreeven,
Dat zy zich wederom voorby de gracht begeeven.
Dan is de vloot genoeg beveiligd. Want zo gy,
770[regelnummer]
Verlokt door uw geluk, en door de vleiery
Der weiflende fortuin, hen volgde tot de vestenGa naar voetnoot771
Der vyandlyke stad, zo zoudt gy u ten lesten
Bedroogen vinden, door uwe alte kleine magt:
Wanneer het heir, dat voor u vluchtte, nieuwe kracht
775[regelnummer]
Zou krygen uit de stad, en u, met frissche leden,
U, die vermoeid zoudt zyn, zou komen tegentreeden.
Denk ook, voor 't laatste, aan 't geen ik reeds gezeid heb, dat
Myne eer u streng verbiedt te nadren aan de stad.
| |
Tweede tooneel.achilles, patroclus, automedon.
automedon
MYn Heer, uw' troepen staan reeds vaardig, en verlangen,
780[regelnummer]
Voor 't laatste uwe orde tot den stryd door my te ontvangen.Ga naar voetnoot780
achilles
Op 't nadren van den tyd, voel ik myn' vrees in 't hart
Aangroeien. Ach! myn vriend, gy ziet met welk een' smart
Ik u zie heene gaan. Gedenk aan myne reden.Ga naar voetnoot783
Als gy met voordeel hebt een korten tyd gestreeden,
785[regelnummer]
Den vyand door den muur en over onze gracht
Gedreeven hebt, zo keer, en maatig uwe magt.
En gy, Automedon, die, aan Patroclus zyde,
Myn' paarden mennen zult, en voeren hem ten stryde,
Beteugel 't moedig paar; gy moet alleen de vloot,
790[regelnummer]
En 't overschot van 't heir beschermen in dees nood.
| |
[pagina 63]
| |
'k Verbied u, schoon hy vlucht, den vyand naar te jaagen.Ga naar voetnoot791
Ach! dat myne oogen u reeds weer verwinnaar zagen,
Van welk een' bittre zorg waar myne ziel bevryd!
Gun dat ik u voor 't laatste omhelzen mag! 't wordt tyd.
795[regelnummer]
Vaar wel, vaar wel, myn vriend! myn harte schynt te breeken
Van droefheid. Hemel keer, ai keer dit droevig teken!Ga naar voetnoot796
Vaar wel, myn halsvriend! maak, dat gy myn dank verdient.
Vaar wel, Automedon! draag zorg voor mynen vriend.
patroclus
Gy staat my eindlyk toe voor 't Vaderland te stryden.
800[regelnummer]
Ik vrees de dood niet van een' Troische hand te lyden:Ga naar voetnoot800
Maar wil het noodlot zulks, 'k beveel u myne wraak;Ga naar voetnoot801
En strekt zulks 't land tot heil, zo sterf ik met vermaak.
Vaar wel!
| |
Derde tooneel.
achilles
WAt zegt hy? Goôn! hoe snyden deeze woorden
My door het hart! helaas! wilt gy u laaten moorden,
805[regelnummer]
Uw leeven offeren, op dat door uwen val
De Griek zich meester maak' van Trojes hoogen wal!
Patroclus! ach myn vriend! mogt uw Achilles kiezen;
Hy wil de zege niet, zo hy u moet verliezen.
Maar ach! een doodsche schrik bekruipt myn angstig hart.
810[regelnummer]
Zoude ik weer gaan ten stryde, ô doodelyke smart!
Na Hectors woende hand myn halsvriend hadt doorsteeken!Ga naar voetnoot811
Zoude ik my waap'nen, om Patroclus dood te wreeken!
Neen; uwe dood, myn vriend, sleept, tot ons aller straf,
Achilles te gelyk met u in 't naare graf.
| |
[pagina 64]
| |
815[regelnummer]
Goôn! laat uw bystand hem beteuglen in zyn woeden!
Maar kan ik zelf niet noch dat ongeluk verhoeden?
Ja. 'k Zal hem volgen; doch van verre, op dat myn' hand
Hem bystand biede, indien de nood hem overmant.
| |
Vierde tooneel.
achilles, brizeïs, cephize.
achilles
WAt zien myne oogen? Goôn! is 't mooglyk? kan het weezen?
820[regelnummer]
Is 't waarheid? of een spook ten afgrond uitgereezen?
Zyt gy het zelve?
brizeïs
Ik ben 't, en val voor u te voet.
achilles
Rys op, Mevrouw. Maar zeg, hoe komt gy hier? wat doet,
Wat zoekt gy? 'k staa verbaasd. Wie heeft u aangedreevenGa naar voetnoot823
My hier te zoeken? wie heeft u dien last gegeeven?
825[regelnummer]
Heeft Agamemnon u deez' vryheid toegestaan?
Wil hy my tegens dank bevredigen?Ga naar voetnoot826
brizeïs
Welaan,
Wy zyn hier nu alleen. laat ons vrymoedig spreeken.
De wyze Ulysses kon uw steenig hart niet breeken,
Noch Ajax uwen trots vermurwen. 'k Weet, ik waag
830[regelnummer]
Zeer veel, dat ik kom zien, of ik u noch behaag,
Als eertyds.
| |
[pagina 65]
| |
achilles
Hoe, Mevrouw? kunt gy my zelf zulks vraagen?
Dit is 't alleen, dat my in u niet kan behaagen.
Hebt gy noch geen bewys genoeg van myne min?
Om u blyf ik steeds onveranderlyk van zin:
835[regelnummer]
En om den bitsen hoon, u aangedaan, te wreeken,
Laat ik myn zwaard met ruste, en in de schede steeken.
brizeïs
Gy mint my alte zeer; of, zo ik 't zeggen mag,
Gy mint my recht verkeerd.Ga naar voetnoot838
achilles
Sint u myn oog eerst zag,
Toen ik, gezonden door de Grieken, om de wallen
840[regelnummer]
Van uw Lyrnessus met myn' troepen te overvallen,Ga naar voetnoot840
De Stad vermeesterde, heb ik van uw gezigtGa naar voetnoot841
Het leevendige beeld in myne ziel gesticht.
De dwingland dorst u my weer met geweld ontrooven.
Straks heb ik alle zorg van mynen hals geschooven.Ga naar voetnoot844
845[regelnummer]
Ik gaa niet meer ten stryde, ik laat den vyand woên;
Hoe zeer hy bidt, dat ik my weer met hem verzoen.
brizeïs
Moet ik dit aanzien als bewyzen uwer trouwe;
Ik moet bekennen, van wat zyde ik die beschouwe,
'k Begryp uw' meening niet. Wanneer ik van u ging,Ga naar voetnoot849
850[regelnummer]
En zelfs van u den last, om meê te gaan, ontving,Ga naar voetnoot850
Stortte ik een ganschen stroom van traanen uit myne oogen.
Ik zag uw fier gemoed wel door de spyt bewoogen,Ga naar voetnoot852
Die Agamemnon u dorst aandoen, trots van zin;
Maar 'k zag in al uw doen geen' tekenen van min.
| |
[pagina 66]
| |
855[regelnummer]
Gy liet my heene gaan, en kwaamt my zelf niet zeggenGa naar voetnoot855
Het laatst vaarwel. Hoe kon, hoe moest ik dit uitleggen?
In plaats van my zelfs te vertroosten in dien staat,Ga naar voetnoot857
Sloegt gy, ter naauwer nood, in 't heen gaan, uw gelaat
Op myn ontsteld gezigt. Goôn! kost gy uit myne oogenGa naar voetnoot859
860[regelnummer]
Niet zien, hoe zeer ik door uw' droefheid wierd bewoogen!Ga naar voetnoot860
Hoe myne ziel verlangde, om met een kus voor 't laatst
Myn afscheid noch van u te neemen! gansch verbaasd,Ga naar voetnoot862
En tot de dood ontsteld, ben ik van u gescheiden.
Hoe ging myn treurig oog in zyne traanen weiden,Ga naar voetnoot864
865[regelnummer]
Zo ras ik eenzaam was; en vryheid had, myn' rouw
Den teugel zonder maat te vieren!
achilles
Ach Mevrouw!
Herroep dien droeven tyd niet weer in uw' gedachten.
De vrouwen uiten zich met woorden en met klagten.
Myn' tong was niet bekwaam tot spreeken. neen, myn hart
870[regelnummer]
Was al te zeer beklemd door zulk een hoon en smart.
Had ik u niet bemind, ik had u zelf gegeeven,
En Agamemnon hadt niets tegen my misdreeven.
brizeïs
En ach! zo gy my noch, gelyk gy zegt, bemint,
Hoe kan het mooglyk zyn, dat ge u niets onderwindt,Ga naar voetnoot874
875[regelnummer]
Om my weer in uw' magt te krygen, als voor deezen.
Ach! zie het zelve. Is dit geen' reden om te vreezen
Voor een' verliefde ziel? Noch doet gy meêr: en schoon
My Agamemnon zelve u weer heeft aangeboôn;
Het eenigst, dagt ik, daar myn Held naar zal verlangen,
880[regelnummer]
Wilt gy me in tegendeel niet weer van hem ontvangen.
| |
[pagina 67]
| |
Hy voegt de heerlykste geschenken daar noch by:
Doch niets kan uw gemoed veranderen. Daar gy,Ga naar voetnoot882
Om my van uwe liefde op 't zekerst te overtuigen,
Geschenken geeven moest, om zyn gemoed te buigen,
885[regelnummer]
Om my daar door weer te verkrygen in uw' magt,
Zie ik my zelf van u op 't smaadelykst veracht.
achilles
Maar, 'k bid, hoe komt gy hier? Zyt ge uit u zelf de banden
En slaaverny ontvlucht van 't hoofd der dwingelanden?
Zondt hy u herwaarts, tot verzoening van myn haat?
890[regelnummer]
Of is het op bevel en orde van den Raad?Ga naar voetnoot890
brizeïs
Toen Ajax weer kwam met Ulysses, en ons zeide,
Hoe gy van hun verwoed en meer vertoorend scheidde,Ga naar voetnoot892
Als oit, zat elk bedrukt. De dwingland zuchtte zelf,
Sloeg beevende zyn oog naar 't Hemelsche gewelf,
895[regelnummer]
En riep de Goôn om hulp, daar hy zyn' schuld bekende.Ga naar voetnoot895
De droefheid en de rouw was algemeen. In 't ende
Sprak dus Laërtes zoon, op listen steeds bedacht.Ga naar voetnoot897
Wy zien, ô Helden, ons in 't uiterste gebragt.
Dat fiere hart is door geen' reden te overwinnen.Ga naar voetnoot899
900[regelnummer]
Men moet iets anders, zo men vordren wil, beginnen.
Men zend' Brizeïs zelve aan hem. Haar schoon gezigt,
Waar voor hy eertyds, in den stryd zelfs, heeft gezwicht,
Heeft mooglyk op zyn hart de zelfde kracht behouden,
Schoon zy elkandere in veel dagen niet aanschouwden.
905[regelnummer]
Als hy haar weder in zyn' tent heeft, zal misschien
Zyn toorn verminderen, en wy hem weder zien
Ten strydgaan, daar wy hem in al dien tyd niet zagen.
't Is toch met ons gedaan. Wy moeten alles waagen.
| |
[pagina 68]
| |
Elk keurt zyn zeggen goed. men haalt my in den Raet.
910[regelnummer]
Men toont me in 't korte den beklaagelyken staat
Van 't Grieksche leger; en, om my meer te beweegen,
Men stelt my voor het oog, hoe Hector, die zyn zegenGa naar voetnoot912
Vast voortzette, en verwoed reeds naderde aan uw' vloot,
U zelf, myn waarde Held, ook dreigde met de dood.
915[regelnummer]
Op die verbeelding wierdt myn' ziel met u bewoogen.Ga naar voetnoot915
My dacht, ik zag u reeds neerstorten voor myne oogen.
Ik weigerde nochtans weer naar u toe te gaan,
Zo lang ik uwen wil niet zelve had verstaan.
Ik vreesde mynen Heer en waarden te verstooren.Ga naar voetnoot919
920[regelnummer]
Tot dat Ulysses zich dus ook voor my liet hooren:Ga naar voetnoot920
Mevrouw, wilt gy uw Held noch eenmaal wederzien,
Gy hebt deez dag maar tyd; want morgen gaat hy vliên.
Hy maakt zich reeds gereed, om weer in zee te steeken.
Dit kost alleen 't ontzag, dat ik u toedraag, breeken.Ga naar voetnoot924
925[regelnummer]
'k Besloot terstond te gaan. ik wou myn lief veel eer
Noch ééns verstooren, dan dat ik hem nimmer weêr
Aanschouwen zou. Wil my de waarheid toch ontdekken.
Is 't waar myn Heer? denkt gy op morgen te vertrekken?
Goôn! zo het waar is, laat ik meê gaan, op dat my
930[regelnummer]
Geen meerder smaad geschied, door 's dwinglands tieranny.
achilles
Ulysses heeft, Mevrouw, u niet geheel bedroogen.
Ik heb 't gezeid: maar door den brand der vloot bewoogen,
En ziende het gevaar te na, om langer stil
Te zitten, heb ik, wyl ik zelf niet stryden wil,
935[regelnummer]
Patroclus met myn volk en wapenen gezonden,
Om 't haatlyk vuur, dat reeds twee schepen hadt verslonden,
En Hectors raazerny met moed te wederstaan.
Nu weet gy zelf, Mevrouw, dat 'k niet in zee zal gaan,
| |
[pagina 69]
| |
Zo lang myn Vriend niet weer is uit het veld gekomen,
940[regelnummer]
En ik zyn' dood, of zyn' verwinning heb vernomen.
brizeïs
Zo is uw volk, voor 't eerst, dan weer gegaan ten stryd!
Ach! welk een' vreugd, myn Heer! hoe is myn' ziel verblyd!
Ik vreesde alreeds, dat ik, als Helena in Trojen,
Het zaad van tweedragt zoude in 't Grieksche leger strooijen,
945[regelnummer]
Den droeven ondergang bewerken van den geen,
Wiens byzyn 'k vlieden moest, doch om wiens afzyn 'k ween.
Der Grieken droeve staat heeft u in 't eind bewoogen!
Zo voel ik alle zorg uit myn gemoed vervloogen:
Zo zal men my hier na niet wyten, dat door my
950[regelnummer]
De Griek gebragt is onder Trojes heerschappy.
Want dit is 't noodlot van de onzaligste aller vrouwen.
'k Vrees de overwinning van myn Vaderland te aanschouwen,
Ik vrees de nederlaag van hem, die met geweld
Myn land verwoest, myn Man en Broedren heeft geveld.
955[regelnummer]
Dit droef herdenken parst de traanen uit myne oogen.
Helaas! indien uw' deugd myn' ziel niet hadt bewoogen,
Hoe zoet waar 't my geweest, te zien, dat myn gezigtGa naar voetnoot957
Zo fel een vuur van haat hadt in uw hart gesticht!
'k Moest my verheugen, dat 'k de vriendschap had verbroken
960[regelnummer]
Der Grieksche Hoofden, dat 'k myn' vrienden had gewroken,
De schim verzoend had van myn Broederen en Man.
Maar ach! in tegendeel die zelfde Achilles kan
Myn' ziel, door zyne deugd, in zyne min doen blaaken.
Helaas myn Heer! gy ziet de traanen langs myn' kaaken
965[regelnummer]
Neervloeijen. belg u niet; 'k beken u, tot myn' smart,
Dat ik u haaten wil, doch minnen moet in 't hart.
achilles
Gy wilt my haaten!
| |
[pagina 70]
| |
brizeïs
Ach! en had ik geene reden,
Zo ik myn' pligten niet te buiten waar getreeden?
En gy bemint my noch?
achilles
Zo zeer als oit, Mevrouw.
brizeïs
970[regelnummer]
Draag zorg dan, dat ik noit dien dwingland weer aanschouw.
Ik ben, op zynen last, hier weer by u gekomen.
Hy heeft my met geweld eerst uit uw arm genomen.
Nu zendt hy my weerom. 't zy gy dan blyft, of gaat,
Stel my niet meer ten doel voor zynen wrok en haat.
975[regelnummer]
Laat ik hier blyven; wyl de Grieken my aanschouwen,
Als de oorzaak van hun ramp. Laat u uw toorn berouwen,
En gaa zelf weer ten stryde, op dat ik, tot myn' rouw,
Ook 't overblyfsel van myn Land niet weer aanschouw.
Hoe zoude een ieder van my spreeken, als zy zagen,
980[regelnummer]
Hoe Held Achilles deugd Brizeïs kon behaagen!
Want, schoon de schaamte my de tong tot noch toe bondt,
Gy, gy zyt de eenigste, in het gansche werrelds rond,
Daar ik, in mynen ramp, vernoeging by kan vinden.Ga naar voetnoot983
'k Zie my alom gevloekt van vyanden en vrinden:
985[regelnummer]
Doch zo lang, als gy my niet wederom verlaat,
Troost ik my noch in deez beklaagelyken staat.
achilles
Uw afzyn heeft myn' ziel meer, dan de schaê, doen lyden,
Die Grieken heeft geleên, zo lang ik niet wou stryden.Ga naar voetnoot988
Maar ach! Mevrouw, ik doe myne achtbaarheid te kort,Ga naar voetnoot989
990[regelnummer]
Indien gy zelve my niet weergegeeven wordt
Door Agamemnons hand.
| |
[pagina 71]
| |
brizeïs
Helaas!
achilles
Spaar, spaar uw' traanen.
'k Zal met myn' vloot door zee geen weg naar Phthie baanen,Ga naar voetnoot992
Of gy zult met my gaan. dat zweer ik by de Goôn.
Stel u gerust, myn Lief. maar om van deezen hoon
995[regelnummer]
My op den dwingeland te wreeken, is 't van nooden,
Dat gy, een korten tyd, noch hoort naar myn' geboden.
Gy spreekt naar uw liefde: ik oordeel naar het geen
Myne eer my afvergt, na zo veel weerwaardigheên.Ga naar voetnoot998
Ik moet noch eengen tyd uw vriendlyk byzyn derven.
1000[regelnummer]
Want zo Achilles geen' voldoening kan verwerven,
Is hy Brizeïs gansch onwaardig. Keer, ai keer,
Al valt het scheiden hard, dan naar den dwingland weer.
Ik pynig my niet min, als u: maar 'k heb gezwooren,Ga naar voetnoot1003
Niet eer naar uwe liefde, en zyn' gebeên, te hooren,
1005[regelnummer]
Voor hy zich zelf voor my vernedere, en die spytGa naar voetnoot1005
Dus wissche uit myne ziel, daar zy zo veel om lydt.Ga naar voetnoot1006
brizeïs
Is dit die tedre min, waar meê gy my wilt vleien!
Wy zyn by één. gy dwingt my zelve om weer te scheien.
Ach! is u myn gezigt zo haatelyk! wel aan,
1010[regelnummer]
Doorstoot myn borst: wat hoeft ge u langer te beraên?
Of vreest dat zwaard, het geen myn' Broederen deedt sneeven,
Het geen myn Bedgenoot beroofd heeft van het leeven,
Zich in het einde ook te bezoed'len met myn bloed?
Te sterven van uw' hand is myne ziel zo zoet,
1015[regelnummer]
Ja zoeter, als, nu wy by één zyn, weer te scheiden.
| |
[pagina 72]
| |
achilles
Hebt ge oit gezien, zelfs daar myn' hand in 't bloed ging weiden,
Dat ik my schuldig maakte aan 't moorden van een' vrouw?
En zoude ik u, die ik zo teder, zo getrouw
Bemin, ontmenschte! 't staal in uwen boezem drukken?
1020[regelnummer]
Eer stort de Hemel op myn hoofd alle ongelukken,
Die oit een sterveling gevoeld heeft en beweend,
Eer gy Achilles hart zo wreed ziet, zo versteend.
brizeïs
Hoe kan uw' wreedheid voor elks oogen klaarer blyken?
Omdat Mycenes Vorst u dorst verongelyken,
1025[regelnummer]
Brengt gy uw Vaderland in d' allergrootsten nood,
En dreigt het gansche heir met eene wisse dood.
My, die zo teder u bemin, in myne zinnen,
En die gy zelve veinst zo trouw weêrom te minnen,
Ontzegt ge u byzyn, en toont, met een fier gelaat,
1030[regelnummer]
Dat myne droefheid u niet meer ter harte gaat.
achilles
Uw' liefde raakt my. maar ze strek my tot geen hinder,
Dat ik, om haarent wil, myn roem en eer verminder.
Gaa dan, Mevrouw: 'k verzoek 't, als minnaar; en gebied 't,
Als voogd van myn' gevange.Ga naar voetnoot1034
brizeïs
Onlydelyk verdriet!Ga naar voetnoot1034
1035[regelnummer]
Wyl gy het zo begeert, mag ik niet tegenstreeven:
Maar, zo gy zorg hebt voor myn welzyn en myn leeven,
Verlosch myn' bange ziel uit deeze slaaverny,
Kost ge in myn hart zien, wat ik om uw afzyn ly,
Ontmenschte... Maar ik gaa, wyl 'k moet gehoorzaam weezen.
| |
[pagina 73]
| |
achilles
1040[regelnummer]
't Staat noch aan my niet, om uw' droefheid te geneezen.
'k Moet zelve afwachten, wat de dwingeland zal doen,
Om myn' beledigde eer en glorie te vergoên.
brizeïs
Vaar wel, myn Lief! helaas! hoe bitter valt dit scheiden!
achilles
Vaar wel, Mevrouw! 'k zal u in veiligheid geleiden.
Einde van het derde Bedryf. |
|