Achilles
(1964)–Balthazar Huydecoper– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 19]
| |
[Tekst]OpdragtGa naar voetnoot+
aan den weledelen,
GY, die, op 't spoor van Pallas lievelingen,Ga naar voetnoot1
De Dichtkonst, naar haar waarde, schat;
De Aloudheid met vermaak hoort zingen;Ga naar voetnoot3
Haar' gulde spreuken in uw keurig brein omvat!Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Die uit haar' weergaêlooze schriften,
Het goede van het kwaad te schiften,
| |
[pagina 20]
| |
En honig, als een' nyvre by,
Uit ieder regel weet te haalen:
Hoe zal myn' Zangnimf zegepraalen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Begunstigt gy haar' Poëzy!
Achilles toorn, in 't woeden uitgelaaten,
Voor Trojes lang bestreeden wal,
Toont ons, hoe de Oversten hun Staaten,
Door 't luistren naar hun drift, dik brengen zelfs ten val.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Daar de Overheden zich verdeelen,Ga naar voetnoot15
Daar kan de moord zyn' bloedrol speelen;
Heeft recht noch billykheid geen' plaats:
Daar stroomt geen melk, maar bloed en traanen:
Daar geeft men land en onderdaanen
20[regelnummer]
Ten prooie, aan 't woeden des Soldaats.
Maar, als die weêr, met t'zaamgevoegde krachten,Ga naar voetnoot21
En moedig treeden in het veld,
Zal 's vyands Hector vruchtloos trachten,Ga naar voetnoot23
Het weêr vereende volk te drukken met geweld.
25[regelnummer]
O Eendragt, die gy met uw wapen
Beveiligt, mogen zorgloos slaapen,
Zy vreezen 's vyands list noch magt:
Terwyl een volk, wiens ingewanden
Van haat, en twist en onlust branden,
30[regelnummer]
Noch moed noch sterkte heeft, noch kracht.
Hier op voor al, hier op alleenig doelde
Myn' Zangnimf, toen zy de eerste maal
Dien lust in haare borst gevoelde,
Om Peleus grooten zoon in haare moedertaalGa naar voetnoot34
| |
[pagina 21]
| |
35[regelnummer]
Ten Schouwtooneele te doen treeden,
En zyn gedrag en trotse zedenGa naar voetnoot36
Te schildren voor het Hollandsche oog.
Mag zy dus zien, dat haare Dichten
Vermaaken, en met eenen stichten,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Zy steekt verheugd haar hoofd om hoog.
Heeft zy dan, voor het aller eerst, dien zegen,
Dat zy, geleerde Heer en Oom!
Uw' gunst en goedheid heeft verkreegen,
Zo ziet zy 't grootste deel verdweenen van haar schroom;
45[regelnummer]
En zal, gerust en wel te vreden,
De nyd zelve onder de oogen treeden:Ga naar voetnoot46
Indien de nyd niet zelve vreest,
Aan haar gedicht en zang te pluizen,Ga naar voetnoot48
Als zy den Naam van Oudbroukhuyzen
50[regelnummer]
Aan 't voorhoofd van Achilles leest.Ga naar voetnoot50
Balthazar Huydecoper.
|
|