2 19 Paeijs, Vrede en Een IJegelictsijne
Paeijs en Vrede nemen vol afkeer afscheid van de wereld, maar worden staande gehouden door IJegelictsijne die vraagt waarom ze dan ‘ter weerelt huute’ gaan. Het is omdat Mars in de wereld regeert, omdat de
wereld door twist en tweedracht verscheurd wordt, en dat geldt voor geestelijk en wereldlijk, terwijl ook de enkele mens innerlijk verdeeld is door de tegenstelling tussen ‘tvleesch ende de siele’. Zij zijn niet tot blijven te overreden; pas als ze horen wie IJegelictsijne is trekken ze bij. Immers als een iegelijk zich aan het zijne houdt dan komt daar paeijs en vrede uit voort; een gedachte die vooral betrokken wordt op de overheid. ‘Soe quame Mars tondere ende wij in vrede || want waert paeijs int lant compt, tes gaudeamus’.