1 V 3 Maegden-spel
Het spel is een vrije bewerking in dramatische vorm van de gelijkenis van de vijf wijze en vijf dwaze maagden (Mattheus 25), bedoeld voor opvoering door vrouwelijke scholieren. De ‘voorreden’ geeft een begroeting van het publiek en een aanduiding van de inhoud van het spel. De dwaze maagden treden op, zichzelf karakteriserend, eerst in de dialoog onder elkaar en vervolgens in een ontmoeting met de wijze maagden. Terwijl de dwazen dan vertrekken naar ‘der wereldts ruijme wooning’ zingen de wijzen een liedje en hebben ze een gesprek waarin zij allerlei werelds gedrag - niet zonder strijd - juist afwijzen. De dwaze maagden daarentegen nemen alles gemakkelijk op. De Chooren spreken er een waarschuwing tegen uit. Terwijl tGeloof de wijze maagden vermaant en troost, worden de zorgeloos zingende dwaze maagden door tOngeloof vals voorgelicht. Na een nieuwe waarschuwing van de Chooren verschijnt de Engel, die de komst van de Bruijd'gom aankondigt; de dwaze maagden bemerken dat ze te weinig olie in hun lampen hebben, proberen er tevergeefs te lenen van de wijze maagden en gaan dan olie kopen. Intussen komt, na een algemener geformuleerde oproep tot waakzaamheid door de Chooren, de Bruijd'gom met de wijze maagden en doet ze zijn woning binnengaan; de dwazen die voor de gesloten deur komen, worden afgewezen en Gerechticheidt zegt hun het oordeel aan. In hun klacht wenden de dwaze maagden zich met waarschuwende
woorden tot het publiek. Dan volgt een - zeer korte - ‘verthooning’ (met driemaal opschuiven van de gordijnen) van de dwaze maagden, en een lange van de wijze maagden; een grote Engel en zeven kleine spreken Gods lof en een vreuchde-liedt van de wijze maagden besluit het spel. De Chooren nemen met een laatste vermaning afscheid van het publiek.