1 OE 10 Die Mensch veracht die Redelickheijt
In twee scènes, afgewisseld met scènes-apart van de sinnekens Onbehoorlijcke Lust en Blijnde Begeerte, zetten Redelickheijt en Natuer hun resp. verhouding tot de Mensche aan de laatstgenoemde uiteen. Dan treden de sinnekens op, vermomd en met verkorte namen, en voeren het in de scènes-apart ontworpen plan uit: Natuer, de gewilligste van de twee, wordt eerst verleid tot het aantrekken van het kleed Gewoonte, dan is de Mensche bereid mee te gaan naar het ‘casteel’ Alderley Boosheijt van Eijgen Wil, ‘die blomme’, ondanks alle tegenwerpingen van Redelickheijt. Ter plaatse wordt met behulp van de ‘casteleijn’ Menichfoudich Bedroch en van speelluijden een vrolijk banket aangericht. Wanneer de Mensche dan de waarschuwingen van Goet Onderwijs in de wind slaat en doorgaat met feesten, wordt hij overvallen door Straff van tQuaet en diens dienaars Benoutheijt en Lijen, om voortaan onder hun regiem te leven.