1 OE 9 Die geboorte Johannes Baptista
In de proloog klagen Gues en Catolijck over de geringe nering en grote werkloosheid en geven zij elkaars partij de schuld ervan. Dan verschijnt Redelick Verstant, die hen leert dat men de schuld moet zoeken in het gebrek aan liefde tussen de mensen onderling. Men moet verdraagzamer zijn, zich minder bemoeien met andermans fouten, maar elkanders lasten dragen. Dan wordt het onderwerp van het te vertonen spel aangekondigd en het publiek begroet. De epiloog is in hoofdzaak een beknopte herhaling van de gedachten, in de proloog ontwikkeld. Het spel wordt gevormd door een dramatisering van de geschiedenis verhaald in het eerste hoofdstuk van het Lucas-evangelie, vs.5-25 en 39-79, (de aankondiging van Jezus' geboorte is dus overgeslagen). In deze bewerking wordt een belangrijke plaats ingeruimd voor het optreden van de drie burgers, al of niet met hun vrouwen en kinderen. Zij maken niet alleen het volk uit dat ‘stond op Zacharias te wachten’ (vs.21 e.v.) en de ‘buren en nabestaanden’ (vs.58) maar komen ook verder in het spel veel voor, bijna in regelmatige afwisseling met de ‘hoofdhandeling’. Zo horen we ze tussen de eerste scène van Sacharias en Elisabeth en de monoloog van Sacharias als hij op weg is naar Jerusalem; na genoemde monoloog en voor de scène in de tempel
tussen Sacharias en Gabriel. Vervolgens is er nog een burgerscène tussen de aankomst en het vertrek van Maria en tenslotte gaat er nog een scène tussen de burgers vooraf aan de komst van het bericht dat het kind Johannes geboren is. De scènes van de burgers behelzen, behalve de voor de hand liggende reacties op het gebeuren in de hoofdhandeling, zeer veel lovende opmerkingen over de vroomheid van Elisabeth en Sacharias, terwijl ook duidelijk de gelegenheid te baat genomen wordt de noodzaak te accentueren van een degelijke en vroegtijdig aanvangende religieuze opvoeding van de kinderen, en de waarde van nijvere werklust bij huisvaders die de kost moeten verdienen.