1 D 6 De Ghepredestineerde Blinde
In de eerste scène treedt de Blinde op, zijn lot bejammerend, dat hem veroordeelt tot het volgen van Voorgaende Menichte, zijn leijtswijf. De laatstgenoemde verdedigt het blijven bij de ‘oude gewoonte’. Nu volgt een gedramatiseerd strijdgedicht tussen Wet der Schriftueren en Wet der Ghenaden. Johannes Baptista maakt een eind aan het gesprek door het verkondigen van de Goede Boodschap, die nog door een tooch met het lam Gods wordt geadstrueerd. De volgende scène toont ons Christus en vier discipelen, aan wie hij zijn toekomstige dood en verrijzenis meedeelt. Op deze scène is dan weer de nu volgende oproep tot bekering door de Wet der Ghenaden en de Wet der Schriftueren gebaseerd. De blinde komt nu op, gaat langs de weg zitten bedelen en als Christus met zijn discipelen passeert, smeekt hij deze om genezing, die hem dan ook geschonken wordt. De blinde wil Christus nu volgen en
weert de pogingen van het leijtswijf Voorgaende Menichte om hem tegen te houden, af. In de laatste scène treden de Wet der Schriftueren en de Wet der Ghenaden weer op, die de Blinde, als deze zich bij hen komt voegen, leren hoe hij nu verder leven moet. Het spel wordt omlijst door een betrekkelijk korte proloog en epiloog, in strofische vormen en gelezen door Deen Leeser en Dander Leeser. Voor het bijbels element in het spel vgl. Marcus 10:46-52 en Lucas 18:35-43.