1 C 3 Hertoge Karle
Berechimia en Venus klagen over de slechte toestand die het gevolg is van de heerschappij van Mars en Vulcanus. Prometheus en Cupydo brengen echter het bericht dat het daarmee gelukkig afgelopen is, want: ‘Yupyters sone gebenedijt || Heeft int soet paladijnne groot van machte || Dlycht van gracyen gestelt met crachte’, waarop allen in jubelen uitbarsten. Cupydo en Prometheus krijgen de opdracht ‘die vier goddynnen’ te ‘verwecken’, ‘die de menschelijcke natuere houdt in vijguere’. Eerst voegt zich Mercueryus nog bij hen en dan verschijnen
successievelijk Vesta, Dyana, Proserpyna en Equo (= Echo) die allen een offer brengen voor ‘tsoete paladijnne’. Het vuur van Vesta betekent ‘vreese van mesdoene’, het water van Dyana ‘oetmoedige kynnesse’, de aarde van Proserpyna is ‘die caritate’ en de lucht van Echo is ‘descrecyen’. Na de komst van de resp. godinnen wordt uitgeweid over de resp. eigenschappen en overwogen wat het betekenen zou als een prince ze zou bezitten. Om te weten te komen wie nu verder bedoeld zijn met de ‘paladijnne’, en ‘Yupyters sone’ en ‘dlicht van gracyen’, begeven Prometheus, Mercueryus en Cupydo zich in het ‘Ylyon van Troyen’ waar zij Ganymedes en Ylyus treffen, die hun uiteenzetten dat het hier resp. de koningin en de koning van Castilië betreft en de jonge hertog Karel; de verklaringen worden natuurlijk met lofprijzingen afgewisseld. Het ‘Ylyon van Troyen’ blijkt Brussel te wezen. Ylyus en Ganymedes geven ook nog een nadere toelichting op de vier godinnen: Vesta is ‘verlychtende der gratiueser wijsheyt’, Dyana ‘sekerheyt der werelt’, Proserpyna ‘vruchtbaericheyt van duegden’ en Equo ‘natuurlijcke meedsamheyt’. Als men nu nadert tot het altaar blijken de vier elementen (deugden) in één kaars te kunnen worden samengevat, met welke kaars (licht der gracyen) Karel bedoeld wordt. Als men daarover is uitgejubeld, wordt nog een verklaring gegeven van de verschillende optredende mythologische personages: Ylyus is duegdelijcken raet, Ganymedes: princelijck regement, Prometheus: rydderlijcke doctrijne, Mercueryus: des lants verblijdynge, Berechimia: den staet van eeren en Venus: gemeyn welvaren.