4 12 De Blinde voor Jericho
d. D.V. Coornhert.
beschrijving van de druk: Bibl. Belgica, 1e série, C 39. Jongere druk: 1e série C 40; voor andere uitgaven vgl. 1e série, C 149. Ex.: UBL.
A 1r. | Comedie. || Vande Blinde || voor Jericho. || Derick Coornhert. || Alle blinden / die hare blintheit bekennen / || Niet wetende tot wat leydtsman hen te wennen. || Om dat sy tverleyden der verleyders vreesen: || Moegen hier ondervintlyck tasten en voelen. || tBedroch der blinde leydtsluy de om haer boelen / || En veylich voor der sielen verleyding wesen. || Doort volgen vande ware Leydtsman gepresen / || De self is die wech / tooch
/ en blintheyts genesen. || Ghedruckt int Jaer ons || Heeren / 1582. |
A 1v. | (opdracht aan Frans Coornhert in de vorm van een dialoog tussen Comedie en Coornhert. get.:) Derick Coornhert / u lief Broeder. |
A 2r. | Inhouden (volgt tekst) Een ander ende breder Inhout. (volgt tekst). |
A 3r. | (einde van de brede inhout) Personen (volgt lijst). |
A 3v. | (einde van de lijst van personen) (begin van de tekst). |
D 7r. | Eynde des Boecx. || Finis. || Ghedruckt || toe Haerlem / dorch Anto- || nis Ketel, woenende inde || Sueyerstrate. |
D 7v. | Men vindtse || te Cope / tot Harper Joosten || inde Papenstraet. In || den Haghe. |
| personen: Blinde; Sermo Propheticus (Propheetsch Woort); Perversum Judicium (Verkeerdt Oordeel); Observatio Sui, (Waerneminghe Zijns Selfs); Fides (t Gelove); Meritum (Verdienste); Justitia Imputativa (Toereeckentlijcke Rechtvaerdicheyt); Poenitentia (Berou); Rumor Evangelicus (Evangelisch Geruchte); Peccatorum cognitio; Lex; Phariseï; Twee Apostelen; Christus; Chorus (?). |
| editie: 2 Van der Meulen blz. 539 e.v. |
| inhoud: 1 van der Meulen blz. 104 e.v.; 1 Geeraerts blz. 371 e.v.; 2 Van Eemeren blz. 43 e.v.; 1 Fleurkens blz. 345 e.v. |