4 13 Abrahams uutgang
d. D.V. Coornhert.
beschrijving van de druk: Bibl. Belgica, 1e série, C 271. Andere drukken: 1e série C 270, 272, 273; voor andere uitgaven vgl. 1e série, C 149. Ex.: UBL.
A 1r. | Abrahams || wtgang. || Nu op nieus ghesuuert van veel gro- || ue ghebreken / || Door D.V. Coornhert || selue. || Argument oft Inhout. || Hoe sich die ghelouige tot Godt moet dra- || gen / || tWijf totten Man / ende die beyde tot svyants || laghen. || Sal dese wtganc Abrahams schriftuerlijc || gewagen / || Coopt / leest / verstaet / en doet / tsal Gode be- || haghen. || Ghedruckt tot Haerlem / || by Antonis Ketel. woenende || inde Sueyerstrate. |
A 1v. | (blanco). |
A 2r. | Voorreden, (volgt tekst). |
A 3r. | Voorredens eynde. |
A 3v. | Personagien (naast lijst). |
A 4r. | (begin van de tekst van het spel). |
D 5v. | Eynde. || Die Rimere (volgt explicatie door de auteur). |
D 7r. | Amen. || Ghedruckt tot || Haerlem / By Antonis ketel. || Woenende inde Sueyerstrate. |
| personen: Abraham (Versocht Verstant); Sara (Goede Wille); Loth (Goeden Raets Navolger); Timor Dei (Vreese Godts); Fides (Geloove); Spes (Hoope); Affectus (Verstoringe des Herten); Cognatio (Creatuerlijcke Liefde); Communis Opinio (Ghemeen Gevoelen); Cruysvlucht p; Raedt Wel p; Rimere (?). |
| editie (naar de druk van 1621): 2 van der Meulen blz. 266 e.v. |
| inhoud: 1 Bonger blz. 118 e.v.; 1 van der Meulen blz. 60 e.v.; 1 Geeraerts blz. 368 e.v.; ; 2 Van Eemeren blz. 28 e.v.; 1 Fleurkens blz. 221 e.v. |