0 A 4 Die buskenblaser
fol. 221r. | Hier beghint die sotternie || (volgt de tekst). |
fol. 223r. | (einde van de tekst van het spel) || .iic.vi verse || (volgt nog een epiloog van 4 verzen) || Nota. |
| personen: Die ierste man; Die ander man; Sijn wijf (echtgenote van Die ierste man); Gheert sijn ghebuer. |
| editie (o.a.): 1 Van Kammen, blz. 148 e.v.; 2 Leendertz, blz. 70 e.v. |
| inhoud (o.a.): 9 Kalff II, blz. 37 e.v.; 1 Te Winkel II, blz. 146; 1 Worp I, blz. 96. |
|
|