Verzamelde werken. Deel 9. Bibliografie en registers

[p. 49]

Register van persoonsnamen

Abaelard iv, 23, 45, 85, 86; 88 praegothiek dichter, 90, 91, 96, 104-122; 250 ‘aankondiger der Renaissance’ v, 12 geestesspel v., 186 ‘sophistisch’ karakter v. viii, 4.

Ackersdijk, J. viii, 262

Acker Stratingh, G. i, 427, 437 over ouden Groningschen adel viii, 118

Adam de la Bassée iv, 13, 43, 59 nt 4 bewerkt gedicht v. Alanus v. Rijsel

Adams, John v, 253-254, 348 sociaal-econ. realisme v., 262 als verdediger v.d. Amerik. constitutie, 273 over de Caucus-club v. Boston, 278 en het genootschap der Cincinnati, 320 en het realisme der Federalisten, 381, 382

Adams, John Quincy v, 322

Adams, Samuel v, 273-274 als ‘party manager’, 278 en het genootschap der Cincinnati, 381

Addison, J. iv, 215

Adelung, J.C. vii, 485 het woord ‘Cultur’ bij

Adriaan iv, paus (= Adriaan van Utrecht) iv, 86, 90, 97 en Johannes v. Salisbury vi, 54, 127, 154 en Erasmus

Aegidius, Petrus iv, 320

Aelianus i, 175, 177, 181, 185 over den vogel Charadrius

Aelst, Peter van ii, 67, 69 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Aemilius, Paulus iv, 523, 524 Fransche geschiedenis v.

Aerssens, Cornelis ii, 64, 66-68 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Aertsen, Pieter iii, 517 Friedländer over vi, 213

Aeschylus v, 175; 177 term sophist bij vii, 29, 433

Agricola, Georg iv, 292

Agricola, Rudolf i, 522 vi, 10, 11 viii, 342, 343 en Groningen

Ailly, Pierre d' iii, 155 over het hofleven, 182-183 over kerkelijke gebruiken en instellingen, 195 over het vloeken, 201; 213 over bedelorden, 261; 335 over muziek

[p. 50]

iv, 516 tegen de ‘natiën’ op Concilie v. Constanz

Aitzema, Lieuwe van ii, 75-76 cynisme v.

Akbar, keizer vi, 293

Alain de la Roche iii, 183 stichting der broederschap v.d. rozenkrans, 243-244 karakter v. zijn werk, 252, 277 symbolismev.

Alanus van Rijsel iv, 3-74, 85, 104 v, 170

Albada, Aggeus i, 517 syndicus der Ommelanden

Alberda van Menkema, G. viii, 66

Alberdingk Thijm, J.A. vi, 346 en Jan Veth

Alberik van Trois-Fontaines iv, 4 over Alanus v. Rijsel

Alberti, Leon Battista iv, 245 Burckhardt over

Albertus Magnus iv, 11

Albîrûnî vi, 299 over een boek v. Varâhamihira

Albrecht Banjaert i, 413

Albrecht van Beieren i, 214, 382, 395, 399 iii, 126

Alcott, Amos Bronson v, 404

Alcott, Louisa v, 408 kinderverhalen v.

Alcuin iii, 391 iv, 108 en de Oudheid, 418 en de herdersroman v, 185 en karakter der Karolingische Renaissance

Aldus Manutius vi, 61, 62, 77 en Erasmus

Aleander, Hieronymus vi, 62, 120, 141-144, 158, 163, 165, 176, 178, 266 en Erasmus

Aleidis van Holland i, 393 en de Haarlemmerhout

Alembert, J. d' iv, 350 is tegen hist. kennis

Alençon, hertog van iii, 543 over Jeanne d'Arc

Alexander de Groote v, 141 en de Indische gymnosophisten

Alexander iii, paus vii, 507

Alexander van Hales iii, 267 over den thesaurus ecclesiae, 333 schoonheidsleer v. iv, 10

Alfieri, Vittorio viii, 481

Algarotti, F. iv, 345

Ali Cohen, Ch.H. viii, 311

Alkmaar, de Meester van iii, 510-511 Friedländer over

Allebé, August vi, 344-345, 348-350, 366, 418, 422, 440, 450 Jan Veth en

Allen, P.S. en H.M. i, 41 vriendschap met vi, 3-4 opdracht aan, 14, 18, 88,

[p. 51]

144, 202, 217, 235, 268, 270; 273-274 bespreking v. boek v.

Alpertus Mettensis i, 204 over Tielsche kooplieden

Alphen, Hieronymus van ii, 316 en de Duitsche letterk., 318 en Kant

Althusius, Johannes viii, 341 en Ubbo Emmius

Alting, Hendrik viii, 345 tegen Copernicus

Alva ii, 276

Ambros, A.W. iv, 461 over de Nederlanden in de muziekgeschiedenis

Ambrosius vi, 51 vii, 497

Ambrosius Autpertus iv, 63 nt 1.

Amerbach, Bonifacius vi, 178, 187-189, 242 en Erasmus

Amerbach, Johannes vi, 86

Ammonius, Andreas vi, 57, 65, 75, 76, 79, 82, 86, 88, 90, 115, 119, 129 en Erasmus

Amorie van der Hoeven jr, Abm. des viii, 139, 152 over de Groninger richting, 446

Amshoff, M.A. viii, 145, 146, 153, 161 en de Groninger richting

Amyot, Jacques iv, 233, 241 over de Renaissance

Anaximander v, 146

Andersen, H.C. i, 13 iv, 386, 401

Andrelinus, Faustus vi, 22, 26, 27, 30, 47 en Erasmus

Angoulême, Jean d' iii, 223

Anjou, Frans van v, 99, 142 en het spel ‘gaber’

Anjou, Karel van iii, 115, 121 v, 127

Anjou, Lodewijk van iii, 55, 221

Anjou, Margareta van, Koningin van Engeland iii, 17, 18 het verschrikkelijke lot v., 51, 97, 393

Ankersmit, J.F. vi, 377, 379

Ankum, H.J. van viii, 304, 305, 322 als hoogleeraar te Groningen

Anna van Bourgondië iii, 214

Anrooy, Peter van vi, 338

Anselmus iv, 88 levensbeschrijving door Johannes v. Salisbury

Antonie van Bourgondië, hertog van Brabant iii, 131, 142, 143

Apollinaris Sidonius vii, 497

Appeus, Cornelis i, 461

Apulejus iv, 29, 33 platonisme v.

[p. 52]

Arago, D.F.J. iv, 395

Archilogus v, 97, 115 oorsprong v. hekeldicht v.

Archipoeta iv, 12 praegothiek dichter

Ariosto, L. iii, 92 en het ridderideaal, 158 nt 2 een pastorale v., 342, 540 iv, 141 verheerlijking v., 273 het stands- en dienstbegrip bij, 293-294 de overwinning v.h. realisme door, 296 en Rabelais, 308 en het paradoxale, 324, 358 v, 15 het speelsche v.d. Orlando furioso, 212 personifieert den ludieken geest der Renaissance vi, 109, 149

Aristophanes i, 176, 183-185 over den Vogel Charadrius v, 174-175, 183

Aristoteles i, 104, 146; 181-182, 184-187 over den Vogel Charadrius ii, 461 iv, 29; 87 en Johannes v. Salisbury, 108 en de XIIe eeuw, 118 en Abaelard, 285, 342; 500 verwaarloost het nationale bij staatsopbouw v, 160 mythische vormen bij, 180-181 over den dialoog, 182 en de Sophisten, 191-194 over de muziek vii, 74, 219, 221, 222, 255, 270, 326, 404

Armentières, Peronnelle d' iii, 147-151, 391 de liefde v. G. Machaut voor

Arminius iv, 428, 429 beteekenis v. - als Duitsch-nationale held

Arndt, E.M. iv, 541 en de Duitsche eenheid viii, 137 Star Numan en

Arnemuiden, Margaretha van iii, 126 moeder v. Commines

Arnold van Brescia iv, 110 en het ideaal v. apostolisch leven

Arnold van Sassenheim i, 239, 373

Arnold, W. i, 207 over ontstaan der steden

Arnolfini, Jean iii, 324, 344, 446, 452, 489-491 portret v. - door Van Eyck

Arragon, Catharina van, koningin van Engeland vi, 160

Arragon, Peter van iii, 115

Arrhenius, Svante viii, 338

Artevelde, Philips van iii, 38; 111 vorstelijke stoat v.; 123 iv, 423 ridderlijke levensvormen v.

Artois, Philippe d' iii, 92 en Boucicaut

Artois, Robert van iii, 105, 109 en de Voeu du Héron

Âryabhata vi, 299-300 uitgave v. werk v. - door Kern

Asbeck, Melline van iii, 570-573 bespreking v. boek v.

[p. 53]

Asolani, andrea vi, 61, 62, 242 en Erasmus

Asperen Dirk Willemsz. van ii, 453

Assendelft, Jan van iv, 187 en Eduard IV v. Engeland

Asser, T.M.C. ii, 553

Astor, John Jacob v, 300-301, 309, 311

Auber, L. iv, 404 impressionist?

Aubriot, Hugues iii, 187; 197 als ongeloovige, 285 schimpdicht op

Auffay, Jean d' ii, 119, 202 liep na 1477 over naar Frankrijk, 127, 196 gebruik v.d. naam Belgen bij

Augustinus ii, 102 vage voorstelling v. zijn staatsleer bij XVe-eeuwsche hist. iii, 29 over den hoogmoed, 304; 333 schoonheidsleer v. iv, 39; 109 en de Oudheid, 122 contrast met Hieronymus, 502-503 staatkundige inzichten v. v, 184 over sophismen vi, 20, 21, 51, 134; vii, 115, 187 de vier wereldrijken bij, 175, 270, 312; 370-371 over het doel v. strijd, 497, 505, 601

Augustus iv, 418 renaissance v.d. herdersroman tijdens

Aulard, F.A. vii, 252

Aulon, Jean D' iii, 540, 546 over Jeanne d'Arc

Aurelius (Cornelis Gerard van Gouda) vi, 14, 16-17, 34, 43 en Erasmus

Auvergne, Martial D' iii, 146 zijn ‘Arrestz d'Amour’, 174, 178 doodendans v., 378, 480

Averroës iii, 198 vii, 499

Ayscue, George ii, 360 kende Nederlandsch

Azincourt, Regnault d' iii, 143

Baart de la Faille, J. viii, 50, 60, 105, 167 als hoogleeraar te Groningen

Baart de la Faille Jr, J. viii, 50, 126, 127, 238, 241, 246, 302 als hoogleeraar te Groningen

Baas Becking, L.G.M. vii, 546, 547

Babeuf, G. iv, 407

Bach, J.S. i, 31 iii, 345, 456 iv, 466

Bacon, Francis ii, 385 het nieuwe v., 385 nt 1 en Hugo de Groot, 388 het verouderd zijn v., 390 iv, 292 invloed v. Palissy op, 343; 449 en de vooruitgangsgedachte, 540

[p. 54]

v, 148 over de poëzie, 473 geciteerd vi, 542 vii, 230, 327, 469

Bacon, Roger iv, 343; 489 Wells en vii, 503

Baden Powell, lord v, 238

Badius, Joost vi, 10, 56, 59, 61, 75-79, 86, 129 en Erasmus

Baehrens, E. viii, 306, 309, 337 als hoogleeraar te Groningen

Baerze, Jacques de iii, 312, 442

Bainville, J. vii, 252

Bajazid, sultan iii, 84, 92

Bake, J. viii, 100; 177, 184 over het H.O., 446

Baker, John iii, 280

Bakhuizen van den Brink, R.C. ii, 542 vi, 321, 405; 545, 546, 553, 558 Kernkamp en vii, 191 viii, 154, 159, 253

Bakker, G. viii, 120-123, 125, 127, 148, 192, 230 als hoogleeraar te Groningen

Bakunin, M. vii, 538

Balbi, Girolamo vi, 22

Balderik van Bourgueil iv, 12 praegothiek dichter, 107 klassicisme v.

Baldwin, J.F. over het Eng. Parlement

Ball, John iii, 72 en de gelijkheidsidee

Ballantyne, J.R. i, 101

Balue, Jean iii, 50

Balzac, H. de iv, 241 en de Renaissance, 399 geïnspireerd door afkeer van het burgerlijke

Bamborough, Robert iii, 80

Bandello, M. iii, 116

Banville, Th.F. de iv, 382 vereert L. Bertrand

Barante, A.G.P.B. de iii, 305 zijn ‘Histoire des ducs de Bourgogne’

Barbagallo, Corrado vii, 157

Barbaro, Ermolao vi, 23

Barbeyrac, J. viii, 346 en de universiteit v. Groningen

Barge, J.A.J. vii, 254-257 bespreking v. werk v.

Barlaeus, Casparus ii, 455

Barnes, H. Elmer v, 484 over de taak der geschiedwetenschap vii, 157-158 en de ‘new history’

[p. 55]

Barnouw, A.J. i, 41 ii, 367 viii, 520-521 bespreking v. boek v, 535 voorwoord bij zijn Chaucervertaling

Baronius, C. vii, 177

Barrau, J.A. viii, 304

Barrucand, Victor i, 188

Bartholomaeus Anglicus iv, 10, 11 nt 2

Bartolo da Sassoferrato iv, 47-150 over Dante

Basilius de Groote iv, 217 over Zondag der Opstanding

Basin, Thomas ii, 107, 174 over de gevolgen v.d. moord op Jan Zonder Vrees, 145, 147 over de welvaart der Nederlanden, 201; 208 over de houding v. Karel den Stouten t.o. de Nederlanden iii, 77 en het ridderideaal, 294 onnauwkeurigheid v., 295 iv, 187

Basnage, J. en H. ii, 297 in Nederland

Basset, Jehan iii, 558 en het proces v. Jeanne d'Arc

Bateson, W. viii, 332

Batt, Jacobus vi, 20-21, 29, 36-38, 47-50, 54, 57, 123 en Erasmus

Baude, Henri iii, 289, 396, 574

Baudelaire, Ch. iv, 382 volgt L. Bertrand na

Bauer, Marius vi, 377, 417, 445, 482

Bauer, W. vii, 51; 95-98 zijn definitie v. geschiedenis

Baumgartner, M. iv, 6, 7, 9, 10, 11, 25 nt 3, 48, 64 over Alanus v. Rijsel

Bäumker, Cl. iv, 6, 7 over Alanus v. Rijsel

Bavinck, H. viii, 391

Bayard iii, 95, 121

Bayart, Paul iv, 13 over Adam de la Bassée

Bayle, Pierre ii, 253 over huwelijk v. Maximiliaan en Maria v. Bourgondië, 297 in Nederl. iv, 237, 241, 242, 259 over de Renaissance, 351, 352, 359 zijn critiek op hist. overlevering vii, 107, 148, 178 hist. scepticisme

Bazel, K.P.C. de vi, 383-384, 404, 421, 445, 448, 465, 472, 474 en Jan Veth

Beal, S. i, 171 nt

Beard, Ch. A. v, 262 over de Amerik. constitutie, 421 over Spengler.

Beaugrant, Mme de iii, 27 dwergin v.h. Bourgondische hof

[p. 56]

Beaumanoir, Robert de iii, 80, 120, 220

Beaumont, F. - en J. Fletcher ii, 356

Beaumont, Jan van iii, 93, 109 en de Voeu du Héron iv, 423 karikaturale riddergelofte v.

Beauneveu, André iii, 325, 447

Beaupère, Jehan iii, 558 en het proces v. Jeanned' Are

Bebel, A vi, 376, 378 Veth over

Bebel, Heinrich vi, 258

Bechtel, F. i, 23

Becker, C.H. iv, 225-227 bespreking v. boek v.

Beckeringh, Theodorus i, 458, 463, 464 kaart v. Groningen door

Beckering Vinckers, J. viii, 309

Becket, Thomas iv, 86, 87, 90, 93 en Joh. v. Salisbury, 88 levensbeschrijving door Joh. v. Salisbury, 91 ridderlijke trekken v., 101 en de veldtocht tegen Toulouse

Beda iv, 440 en de vier wereldrijken vii, 177

Beda, Noël vi, 115, 151, 152 en Erasmus

Bedford, John of Lancaster, hertog van iii, 55, 62, 100, 120

Bédier, J. vii, 249

Beecher Stowe, H. v, 280 en de ‘Underground Railroad’

Beekman, A.A. i, 414, 415, 420, 562, 565, 567

Beelaerts van Blokland, W.A. ii, 3, 4, 5, 21 nt over de plaatsbepaling v. Lugdunum Butavorum en Praetorium Agrippinae iv, 198, 199

Beerling, R.F. vii, 235-236 voorwoord bij boek v.

Beethoven i, 31

Beets, N. viii, 249

Behne, W. vii, 369 nt 3

Beieren, Margareta van iii, 226

Beke, Jan van der ii, 70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Bekker, Balthasar ii, 462 en de heksenvervolging viii, 345 Maresius tegen

Belchier, D. ii, 367-368 zijntooneelstuk ‘Hans Beer-pot’

Bell, F.W.B. van viii, 228, 298, 330 als hoogleeraar te Groningen

Bellamy, Jac. ii, 316 en de Duitsche letterkunde

Bellay, Joachim du iv, 519 over het woord ‘patrie’

[p. 57]

Belleforest, F. de iv, 524 Fransche geschiedenis in volkstaal v.

Belloc, H. iv, 443 over H.G. Wells

Below, G. von i, 208 over ontstaan der steden, 233-234 zijn critiek op K. Bücher, 264, 267 over stedelijke accijnzen, 272-273, 284 over gilden, 358, 360 over den stedelijken raad ii, 334 over Rolandsbeelden vii, 7; 89 over periodiseering in de geschiedenis, 122

Bembo, P. iv, 324 vi, 165

Bemmelen, J.F. van viii, 305, 323

Bémont, Ch. vii, 251

Benda, Julien vii, 266-268, 269-278 discussie met

Benedictus xiii, paus iii, 17, 106

Benét, Stephen Vincent vii, 201

Bentham, J. iv, 407 Carlyle tegen, 547 vii, 519

Bentinck, lord vi, 291 en het onderwijs in India

Ber, Ludwig vi, 92, 165, 168, 178 en Erasmus

Berckman, Frans vi, 78, 79 en Erasmus

Berengarius van Poitiers iv, 121 verdediging v. Abaelard

Berg, L.M. van den viii, 312

Bergaigne, A. i, 138-139

Berge, T.A. ten viii, 63, 66

Bergen, Antonie van, abt van Saint-Bertin vi, 48, 49, 81 beschermer v. Erasmus

Bergen, Hendrik van, bisschop van Kamerijk vi, 18-19, 21, 23, 27-30, 35, 38, 47, 54 en Erasmus

Bergh, L.Ph.C. van den i, 224

Bergman, J.T. viii, 209

Berilière, Dom Ursmer i, 547

Berlioz, H. iv, 404 impressionist?

Bernard van Chartres iv, 29 platonist, 96 geciteerd door Johannes v. Salisbury

Bernard van Clairvaux iii, 228, 230, 243; 268 over het bloed v. Christus, 277 alsvoorbeeld v. Thomas à Kempis, 330, 450 het pathos der innigheid v. iv, 23, 45; 86 en Johannes v. Salisbury, 90, 105; 110 invloed op Eur. cultuur, 121 en Abaelard, 122 en Augustinus, 252; 417 armoede-ideaal v.

Bernard van Morlay iii, 164 over de vergankelijkheid

[p. 58]

Bernardino van Siena iii, 63, 212, 219, 245

Bernard Silvestris iv, 14, 17, 32, 34 nt 1, 39, 40 voorbeeld v. Alanus v. Rijsel, 33, 51 platonist

Bernheim, E. vii, 9-11, 14 over geschiedwetenschap en kunst, 46, 51, 115 en het begrip ‘ontwikkeling’, 95-98, 100 zijn definitie v. geschiedenis, 154-156, 182 zijn drie trappen v. geschiedbeoefening, 232-233 bespreking v. boek v.

Bernini, G. v, 214 en het spel-element v.h. Barok

Bernouilly, J.B. viii, 346 en de universiteit v. Groningen

Berquin, Louis de vi, 152

Berr, Henri vii, 250, 252

Berry, heraut iii, 78

Berry, Jan, hertog van iii, 120, 138, 177, 201, 281, 308, 325, 447

Berry, Karel, hertog van iii, 123

Berthelemy, Jean iii, 242

Bertrand, Louis (of: Aloysius) iv, 381-391 en de thema's der Romantiek

Bertrand, L. vii, 252

Béze, Théodore de v, 142 godsdienstgesprek te Poissy

Bialobrzeski, Czeslaw vii, 521 zijn ‘Science and Culture’

Bijleveld, W.J.J.C. viii, 526

Bilderdijk, W. ii, 316 over Duitschland, 318 en Kant, 319 en Jacob Grimm, 530 de ‘Groote Ongenietbare’, 538-542 het prinsgezinde sentiment v. viii, 48 over het onderwijs tijdens de Republiek, 90 en Kant, 92-94 en de universiteit v. Groningen, 96 en Duitschland, 138; 164, 166 over den professorenstand, 438, 451 en het ‘Instituut van Wetenschappen’ 535 en Chaucer

Binnerts, H. viii, 297

Binyon, Laurence vi, 475, 477

Bismarck, O. von iv, 429 als nationale heros, 548 vi, 545, 554 Kernkamp en vii, 486, 553

Blackstone, W. v, 121

Bladelyn, Pieter iii, 328, 448 als type v. grooten kapitalist in XVe eeuw

Blaeu, Willem Jansz. i, 454, 455, 459 geeft kaart v. Groningen uit

Blaine, J.G. vii, 204

Blake, William vi, 435, 439 Jan Veth en

Blanc, Louis iv, 407

[p. 59]

Blavatsky, Mevrouw i, 32 v, 388

Bleeker, L.H.K. viii, 299

Bloch, M. iv, 127-129 bespreking v. boek v. vii, 251

Blois, Charles de iii, 220-221 het leven v.

Blois, Jan van iii, 220

Blok, P.J. i, 18, 20, 28, 33-35, 36 als hoogleeraar te Groningen, 374 over het inwonertal v. Leiden, 427, 439 over Groninger stadsadel ii, 3, 4, 5, 6, 21 over de plaatsbepaling v. Lugdunum Batavorum en Praetorium Agrippinae vi, 321-323, 325, 529, 549 vii, 27, 191 viii, 310, 459

Blom, D. van vi, 531, 532

Bloomfield, M. i, 191, 193 nt 4, 194 nt 2

Blücher, G.L. von iv, 429 als nationaal symbool

Bluntschli, J.K. viii, 137

Boas, F.S. ii, 362

Boccaccio, G. iii, 392-393 en de Fransch-Bourgondische beschaving v.d. XVe eeuw iv, 236, 284, 286 over Giotto, 238 ‘voorlooper der Renaissance’, 246 psychologie bij, 261 Christendom v.

Bode, W. vi, 367, 386, 407, 415, 416, 418 Jan Veth en

Bodel Nijenhuis, J.T. viii, 368

Bodenheim, Nelly vi, 435

Bodin, Jean iii, 298 zijn ‘Démonomanie’ iv, 292; 449 geschiedopvatting v., 528 zijn geschriften vii, 515

Bodley, Th. ii, 351 en Nederland

Boecklin, A. vi, 437

Böhl, F.M.Th. v, 14 over woordspelingen i.h. Oude Testament viii, 310, 338 als hoogleeraar te Groningen

Boehn, M. von iv, 336-337 bespreking v. boek v.

Böhtlingk, O. von i, 192 vi, 283, 288, 289, 316 als sanskritist

Boekenoogen, G.J. v, 21, 67-68 over etymologie v. ‘pledge’ en ‘play’

Boeles, W.B.S. viii, 36, 39

Boendale, Jan van iv, 510 over ‘Dietsch’ en ‘Walsch’

Boer, R.C. i, 20

[p. 60]

viii, 312 als privaat-docent te Groningen

Boer, F. de viii, 304

Boer, P. de viii, 304, 314, 315 als hoogleeraar te Groningen

Boer, T.J. de viii, 317

Boerhaave, H. viii, 119, 127

Boerio, Giovanni Battista vi, 59

Böeseken, J. viii, 306, 325

Boëthius iv, 14, 17, 32, 53 voorbeeld v. Alanus v. Rijsel, 29, 33 platonist vii, 326, 497

Boeufs, Pierre aux iii, 282

Boiardo, M.M. iii, 92 en de parodie der ridderlijkheid

Bois, Mansart du iii, 7 executie v. - in 1411

Boisot, Louis de ii, 57, 59

Boissevain, U.Ph. viii, 310

Bolingbroke, lord iv, 530 het woord ‘patriot’ bij

Bolk, L. i, 513

Bolkestein, H. v, 58-59, 62 over het begrip ‘agon’

Bollandus, Johannes vii, 120

Bombasius, Paul vi, 61 en Erasmus

Bonaventura, Johannes iii, 243 over Jezus' wonden, 259 Luther over, 330, 450 iv, 11; 30 symbolisme v. viii, 5

Bondam, A.C. i, 289

Bonet, Honoré iii, 288, 523, 526-527 zijn ‘Arbre des batailles’

Boneval Faure, R. van viii, 173, 254, 255 als hoogleeraar te Groningen

Boniface, Jean de iii, 107 gelofte v.

Bonifacius viii, paus iii, 170

Bonnema, J.H. viii, 305

Bonnet, Henri vii, 269

Bonus, A. iv, 430 nt nationalisme v.

Boone, Daniel v, 266 type v.d. Amerikaanschen pionier

Bopp, Franz vi, 283 als hoogleeraar te Berlijn viii, 101, 254, 374

Bor, P. ii, 60, 61 over de Staten v. Holland op 10 Juli 1584, 471

Borger, E.A. viii, 153

Borgia, Cesare iii, 116, 524 duel met Francesco Gonzaga

[p. 61]

Borinski, K. iv, 237, 265 over de Renaissance

Borluut, Elisabeth iii, 453

Borromeus, Karel iii, 219

Borrow, George v, 6 nt 2 beschreef schoolgevechten

Borselen, Anna van, vrouwe van Veere vi, 29, 30, 35, 37, 38, 47, 54, 60, 123 en Erasmus

Borselen, Hendrik van iv, 184, 189, 190, 193

Borselen, Jan Becar van vi, 173

Bos, D. viii, 323, 332

Bos, Jacobus i, 449

Bos, P.G. vi, 325

Bosch, Jeroen iii, 297; 502-503 Friedländer over iv, 295 overdrijving v.h. realisme door

Bosch, Jeronimus de viii, 435 en het ‘Koninklijk Instituut’

Bosch Kemper, J. de viii, 448

Bosman, J. viii, 90

Bossard, E. iv, 14, 17 nt 5, 18, 21 nt 1 over Alanus v. Rijsel

Bossuet, J.B. vii, 178

Boswell, James vii, 483 over het woord ‘civilisation’

Both, Jan vi 475

Botnia, Julius van ii, 70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Bottema, Meint (= Marten Boersma) viii, 518

Botzheim, Johannes vi, 153 nt 3, 212, 242, 243

Boucher, F. iv, 419 bucolisch ideaal bij

Bouchot, Henri iii, 438

Boucicaut, Jean le Meingre de iii, 74, 521 over ridderschap en wetenschap, 84-86, 92 als modelridder, 101 de ridderorde v., 125 geldzucht v., 139, 142 verdedigt de liefdestrouw, 143, 277

Boulainvilliers, Perceval de iii, 540-542, 552 over Jeanned' Arc

Boulanger, generaal vii, 537

Bourbon, Jacques de iii, 217 nederigheidsvertoon v.

Bourbon, Jean de iii, 107 gelofte v.

Bourbon, Louis de iii, 101; 142 en de Cour d' Amours, 221

Bousset, W. viii, 332

Boutmy, Emile v, 271 over de Pilgrim Fathers, 286 over het sportelement in Amerik. partijleven, 341 over het

[p. 62]

slechte bestuur v.d. Amerik. staten, 357 over het Westen v. Amerika, 373 over den invloed v.h. Westen v. Amerika, 395

Bouts, Dirk iii, 308; 327, 449 de burgerlijke kunst v., 384, 440, 477 de rechtspraaktafereelen v., 494-495 Friedländer over vi, 6

Boxman-Winkler, K.C. vi, 363, 424, 450-451, 452, 474 en Jan Veth

Boys, Hector vi, 27

Braak, Menno ter vii, 165-168, 171-172 discussie met, 566 zijn ‘Van oude en nieuwe Christenen’ viii, 548-552 discussie met - over de spellingkwestie

Braam Houckgeest, J.P. van viii, 302, 303

Brabant, Jan i van iv, 204

Brabant, Jan iii van i, 291 vernieuwing v. privileges v. 's-Hertogenbosch door v, 127

Bracton, H. iv, 155, 156 de term ‘magna curia’ bij

Brahe, Tycho iv, 311-316 kopergravure v. - door Jac. de Gheyn

Brahms i, 31

Brand van Cabauw, J. iv, 552 volkslied v.

Brandenburg, Albert van, aartsbisschop van Mainz vi, 134, 135

Brandis, Hennig iv, 318 kroniek v.

Brandt, C.D.J. ii, 22-34 over proefschrift v.

Brandts Buys, J.S. ii, 589, 590, 592 over Indonesische muziek

Branson, E.C. v, 460, 478

Bréauté, Pierre de iii, 121

Brederode, Reinoud van i, 395

Brederode, Willem van i, 215 en beleg v. Haarlem in 1426

Brederoo, G.Az. ii, 469-470 karakteriseering v., 501 vi, 244

Bredius, Abr. vi, 367, 418

Bréhier, Louis vii, 251

Breitner, G.H. vi, 347, 354, 408, 417, 451 Jan Veth en

Bremen, Adam van iii, 95

Bremer, O. i, 467 over de grens tussen Friezen en Chauken

Bremmer, H.P. i, 26

Bretagne, Frans ii, hertog van iii, 123

Bretagne, Frans iii, hertog van

[p. 63]

iii, 383 intocht te Rennes

Bretel, Jacques iv, 203, 207 over het tournooi

Breughel, Pieter iii, 257, 310; 373-374, 474-475 het breugheleske in de XVe-eeuwsche kunst iv, 295 hyperrealisme v. vii, 26

Breuning, H.H. viii, 309

Breysig, K. iv, 126, 460 Germanenwaan v. vii, 130 over historische wetten

Brial, Dom iv, 4 over Alanus v. Rijsel

Briard van Ath, Jean vi, 127, 129, 130, 132 en Erasmus

Brie, Germain de vi, 92, 254

Brigitta van Zweden iii, 235

Brill, E.J. vi, 300

Brimeu, Jean de, heer van Poederle ii, 67, 68 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Brink, Jan ten viii, 64, 165, 167, 196, 249 als hoogleeraar te Groningen, 93 en Bilderdijk, 99, 100 karakteriseering v.

Broederlam, Melchior iii, 185, 203, 373, 474 de Josephfiguur bij, 310, 311, 441 en het kunsthandwerk, 313, 442 het tabernakel te Dijon iv, 253, 284 als ‘Renaissancekunstenaar’

Brom, Gerard ii, 447 over de sociale positie v. schilderkunst en letterkunde in Nederl. v.d. XVIIe eeuw

Brongersma, H. i, 28-30, 34 als directeur H.B.S. te Haarlem

Bronkhorst, Dirk van ii, 56

Brookings, Robert v, 468-469 de instituten gesticht door

Broussais, F.J.V. viii, 120, 127 medisch systeem v.

Brouwer, Seerp viii, 112, 114-116, 167, 186, 193 als hoogleeraar te Groningen

Brown, Charles Brockden v, 406 als voorlooper v. Poe

Brown, Ford Madox iii, 538

Brown, John v, 280 en de League of Gileadites, 385

Brown, John viii, 119, 120, 127 het medisch systeem v.

Bruggen Cate, B. ten viii, 297

Brugghen, J.J.L. van der viii, 255

Brugghen, kapitein van der viii, 193, 195

Brugman, Johannes iii, 227 en Dionysius de Kartuizer, 241 vergelijkt Jezus met een dronkaard, 262, 277, 331, 450

[p. 64]

Brugmann, Karl i, 21, 30

Brugmans, H. iv, 334-336 bespreking v. werk v. vi, 529 over Fruin viii, 317

Brugmans, H.J.F.W. viii, 312

Brugmans, S.J. viii, 361, 362, 368

Brunelleschi, Filippo iii, 323 v, 17, 204 en de koepel v.d. dom te Florence

Brunner, E. vii, 300

Brunner, H. v, 121 beschouwt het duel als godsoordeel vii, 122

Bruno, Giordano iv, 301-303 bespreking v. boekover

Brunot, Ferdinand viii, 338

Bryan, W.J. v, 361 hervormer der Democratische partij vii, 204, 205

Bryant, William Cullen v, 391-392; 395 indianenromantiek v., 412

Bryce, J. v, 264 over Th. Jefferson, 323-324 over het Amerik. partijsysteem, 356; 384, 402 over het Amerik. volkskarakter vii, 127

Bucer, M. vi, 169

Buckle, H.T. vii, 77, 212 en het positivisme, 486

Budaeus iv, 510 nationalisme v., 522 vi, 90, 92, 93, 115, 122, 128, 147, 165, 252-254, 259, 263, 266 en Erasmus

Bücher, K. i, 232-235 zijn theorie over de economische ontwikkeling vii, 7, 116

Büchner, L. viii, 230

Bühler, G. vi, 290, 309 Kern en

Bueil, Jean de iii, 85 als modelridder

Bülbring, K.D. viii, 309, 328, 338 als hoogleeraar te Groningen

Buffon, G.L.L. de iv, 350 is tegen hist. kennis, 355 het serene v. zijn natuurbeeld

Bunyan, J. iv, 192 Wells over

Burbank, Luther v, 488 religieuze acties tegen

Burch, Hendrik Adamsz. van der ii, 67, 69, 71-73 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Burckhardt, Jacob ii, 103 over patriotisme, 238, 251, 252 over Bourgondië en Karel den Stouten iii, 19 over het ‘Pathos der Herrschaft’, 47; 79 over het eergevoel

[p. 65]

der Renaissance, 180 over religie en leven, 485 iv, 237, 242-250, 252, 258, 259, 266, 268, 269, 272, 275-277, 424 over de Renaissance, 284 over Giotto, 300 over Cellini, 449 geschiedopvatting v. v, 99-102 zijn begrip ‘agonaal’, 257 over het individualisme vi, 526, 528 vii, 7, 77, 94, 116, 189 en de Renaissance, 118 Lamprecht en, 156 over het doel v.d. geschiedenisstudie, 212-217, 388 over historische grootheid, 443, 447, 486, 489, 490, 579, 582 zijn begrip ‘cultuur’, 518-519 over ‘gelukkige’ tijden

Burckhardt, Rudolf F. ii, 264-265

Burdach, Konrad iv, 261, 264, 265 over Hervorming en Renaissance, 298-300 bespreking v. boek v.

Burger van Schoorel, Dirk ii, 346 kroniek v. Medemblik

Burgers, Ernest W. v, 446 over het gezin, 450 over criminologische theorieën, 455 en een nieuwe sociologie

Burgers, J.M. vii, 546 geciteerd

Buridan vi, 22

Burke, E. vii, 302 het woord ‘liberal’ bij

Burne Jones, E. iii, 89

Burnet, Gilbert ii, 82 over Jan de Witt vii, 178

Burnouf, E. i, 169 vi, 288

Bush, W.T. v, 485 geciteerd

Busken Huet, Cd. ii, 407, 409, 410 vi, 476 vii, 482 en het woord ‘beschaving’ viii, 163 over de Groninger richting, 253, 281 en de universiteit v. Groningen

Busleiden, Frans van, aartsbisschop van Besançon vi, 54

Busleiden, Hieronymus vi, 130

Busnois, Antoine iii, 326

Bussemaker, C.H.Th. vi, 549 vii, 27 viii, 310

Bussemecher, Joan i, 451 uitgever v. kaart v. Noordelijke provincies

Bussy, Oudart de iii, 8 executie v.

Buys, J.T. viii, 255

Buys, Paulus ii, 56 en het beleg v. Leiden

Buytendijk, F.J.J. v, 29 nt, 42 over het spel, 44 nt 3 zijn term ‘pathische instelling’, 71-72 erotiek en spel

[p. 66]

Bynkershoek, C. van viii, 454

Byron, G. iii, 164 iv, 400; 539 en de Grieksche Vrijheidsoorlog vii, 388, 404, 575

Bysshe, Edward iv, 147-148

Cabell, James Branch v, 439

Cabet, E. iv, 407

Caetani, Leoni iv, 226 over den Islam

Cajetanus vi, 136

Caland, W. i, 178 nt 4, 179 nt 1, 181 vi, 298 en Kern viii, 371

Calhoun, John v, 254, 322 als voorstander v.d. ‘nullificatie’, 323; 373 over de noodzaak v. vrede voor Amerika vii, 201

Calker, F.P.J. van viii, 305, 314, 337 als hoogleeraar te Groningen

Callimachus vii, 203 viii, 495

Callot, J. iv, 381, 388 prentjes naar - bij Louis Bertrand

Calvert, E. vi, 435

Calvijn ii, 35, 36, 39, 44; 48 staatsleer v. iv, 256, 271 vi, 157, 159, 174 viii, 151 de Groninger richting en

Caminade, Augustijn V. vi, 38, 47, 48, 149, 237 en Erasmus

Camminga, Wytsius ii, 71 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Campen, Jacob van ii, 390, 499 vii, 229 historische gebondenheid v.

Camper, A.G. viii, 42, 43, 53-55, 81 en de universiteit v. Groningen

Camper, Petrus viii, 109, 111, 117, 135, 181, 347 als hoogleeraar te Groningen

Campin, Robert iii, 371, 473 het genre-achtige bij

Canby, H. Seidel v, 433 over het verdwijnen der anonymiteit

Cannegieter, H.G. i, 21-23 mede-student te Leipzig

Cannius, Nicolaas vi, 253, 257, 264 en Erasmus

Cannon, Joseph G. v, 349

Canossa, graaf vi, 82

Capadose, A. viii, 154

Capeluche, beul van Parijs iii, 54

Capistrano, Johannes iii, 219

Capito, Wolfgang

[p. 67]

iii, 35 brief v. Erasmus aan vi, 92, 109, 128, 135, 157, 159, 162 en Erasmus

Caracalla vii, 495

Carcopino, J. vii, 251

Cardanus iv, 292 vii, 515

Carlyle, Thomas iv, 196 historiestijl v., 335; 407 zijn critiek op eigen tijd, 486 en Wells v, 403 vriendschap met Emerson vii, 11, 68, 111, 162; 211-216, 388 over historische grootheid, 247

Carnegie, Andrew v, 302, 308

Carnot, S. vii, 538

Carpi, Alberto Pio, prins van vi, 74, 152, 160 en Erasmus

Carpzovius ii, 461 en de heksenvervolging

Carr, E.H. vii, 475

Carr, Robert iii, 63 mignon v. Jacobus I

Carré, H. iv, 360-361 bespreking v. boek v.

Cassius Dio vi, 466 over de Oostgrens der Friezen vii, 174

Castiglione, B. iii, 342 iv, 287 prijst schilderkunst als natuurgetrouwste kunst

Catharina van Siena iii, 235, 240, 243

Cather, Willa v, 438

Cats, Jacob ii, 461 en de heksenvervolging, 468-469 karakteriseering v.

Cauchon, Pierre iii, 532, 550, 555-557 en Jeanne d'Arc

Cavaignac, E. vii, 251

Cavalcanti, Guido iv, 138 over den dood

Cavour, C. iv, 548, vii, 553

Caxton, William iii, 323, 445

Cellarius, Chr. iv, 433, 435 vii, 233 en de term ‘Middeleeuwen’

Cellini, Benvenuto iv, 240 Goethe over, 300-301 bespreking v. vertaling v. zijn autobiographie vii, 575

Cervantes, M. de iv, 296; 423, 424 en het ridderideaal vi, 149, 302, 329

Ceulen, Janson van ii, 487

Ceulen, Ludolf van ii, 582

Chagall, M. vii, 407

Chalcidius

[p. 68]

iv, 29, 33 platonist

Chamberlain, H.S. vii, 351 rassenleer v.

Chamberlain, Joseph vii, 541

Champier, Symphorien iv, 11

Champion, P. iii, 33; 556, 558 over proces v. Jeanne d'Arc, 573-575 bespreking v. boek v. iv, 195-197 bespreking v. boek v. vii, 66 zijn ‘Louis XI’

Channing, William Ellery v, 398, 404 de verlichte ideeën v.

Chantepie de la Saussaye, D. viii, 148, 161, 163 over de Groninger richting, 228 als hoogleeraar te Groningen, 257

Charléty, S. vii, 250

Charnock, prior vi, 32

Charny, Geoffroi de iii, 288, 526

Charolais, zie: Karel de Stoute

Charolais, Isabella van Bourbon, gravin van iii, 61, 292

Chartier, Alain iii, 71 over de ellende v.h. volk, 102 over het Jason-verhaal, 156, 263, 285; 351, 361, 461 zijn ‘Le Livre des quatre dames’, 376 ironie v., 399, 470, 552; 561 patriotisme v., 574

Chartres, Regnault de, aartsbisschop van Reims iii, 554 en Jeanne d'Arc

Chase, Samuel v, 254, 348 over het alles-over-heerschende eigenbelang

Chastellain, G. ii, 99 fel aanhanger v. Bourgondië, 100 roem en karakteriseering v., 102 beperktheid v. staatsidee v., 109 prijst trouw aan den broodheer, 111 verheerlijking v. Frankrijk bij, 113-116, 182-189 is én Fransch patriot én Bourg. nationalist, 116, 178 over Philips den Stouten, 116-117, 179-180 over het ‘bien public’, 120-122, 182-189 zijn gedicht ‘Dit de Vérité’, 123, 199, 204 over Karel den Stouten, 124-125, 212 namen v. Bourgondië bij, 132; 135-137, 190 bijnamen van Bourg. hertogen bij, 142; 143 heft Been belangstelling voor het eig. Bourgondië, 144-145, 245 prijst welvaart der Nederlanden, 148 over Gentsch oproer v. 1467, 149, 150 over de Hollanders, 153 over de Friezen, 155, 156 Fransch loyalisme v., 169-172 karakter v. zijn politick denken, 174 over gevolgen v.d. moord op Jan Zonder Vrees, 181, 192, 200, 201, 202; 211 over de verscheidenheid der Bourg. landen, 220-237 portret v. Philips den Goeden, 244 over de Duitsche taal, 256 nt 1; 253 zijn stijl iii, 6, 12, 13; 18 en Margaretha van Anjou, 19 over den hartstocht der vorsten, 37 pessimisme v., 46, 47 over den Bourg.

[p. 69]

hofstaat, 51, 58, 59, 60, 63; 68-71 over de maatschappel. standen, 77-78 en het ridderideaal, 80-81 over eer en roem, 83; 99 over het Gulden Vlies, 114 over de kruistochtplannen v. Philips den Goeden, 117-118 over den rechtskamp v. twee burgers te Valenciennes, 123-125; 158 over René v. Anjou, 165 het motief der vergankelijkheid bij, 175 over den dood, 191 over de intrede v. David v. Bourg. in Utrecht, 192 over processies, 254 symbolisme bij, 294 overdrijvingen v., 299 over het geloof v. Philips den Goeden, 305; 326 over Beatrix v. Ravestein, 329, 449 over Nicolas Rolin, 353-357, 361, 374, 464-467, 470, 475 het realisme v., 385-387 allegorieën v., 393 en Boccaccio, 395 en de latiniseering v.h. Fransch, 396-399 zijn correspondentie met Robertet, 400 waardeering v. heidensch geloof door, 521 iv, 214; 284, 285 realisme v., 418 over René v. Anjou, 424 nt 3 over riddereer

Chateaubriand, F.R. vii, 303

Châtel, Guillaume du iii, 119-120

Châtelier, Jacques du iii, 31 als bisschop v. Parijs

Chatterton, Th. iv, 357 en de Middeleeuwen, 386 dood v. v, 22 spelelement bij

Chaucer, G. iii, 223, 394 iv, 146, 150 en Dante vi, 197, 199, 201 viii, 535 vertaald door Barnouw

Chelius, M.J. von viii, 126, 240

Chevalier, Etienne iii, 190

Chevrot, Jean, bisschop van Doornik iii, 59, 114, 318, 328, 445, 448

Chopin, F. iv, 389 verwant met sfeer v. L. Bertrand, 400 en die v. Lamartine, 404 is hij impressionist?, 405 typisch voor zijn tijd vi, 286

Chrysippus v, 179. over sophismen

Churchyard, Th. ii, 370 en Nederland

Cicero iii, 73 en de gelijkheidsidee iv, 140; 223-224 over het komische, 234; 502 het begrip ‘vderland’ bij vi, 162-163, 229 Erasmus en vii, 485 het woord ‘cultura’ bij, 605 invloed v.

Cimabue iv, 235, 236, 238 en de Renaissance

Çivadatta, pandit i, 46

Clarisse, T.A. viii, 143, 145, 147, 150 en de Groninger richting

Claudianus

[p. 70]

iv, 16, 17, 32, 36, 45, 51, 52, 61, 62, 64, 65 en Alanus v. Rijsel vii, 497

Clay, Henry v, 269 tegen de Nationale Bank in Amerika, 323 en de Amerik. Whigs, 386 vii, 201

Clearchus v, 144, 179 Zijn theorie v.h. raadsel

Cleef, Adolf van iii, 59

Cleef, Jan i, hertog van iii, 64 vriendschap met Jacques de Lalaing; 337

Clemanges, Nicolaas van iii, 71 over de ellende der boeren, 140, 155, correspondentie v., 182 tegen nieuwe kerkelijke feesten, 191, 193 over den kerkgang, 194 over bedevaarten, 390, 392 als humanist

Clemenceau, G. vii, 555

Clemens v, paus iii, 25 beveelt boetsacrament toe te staan aan ter dood veroordeelden

Clemens vi, paus iii, 267 de bul Unigenitus

Clemens vii, paus ii, 37 keizerskroning v. Karel V vi, 176

Clemens Alexandrinus i, 186 over den vogel Charadrius

Clerc, Jan de viii, 497

Clercq, Willem de ii, 316 nt 2, 536, 596 viii, 88

Clercq, Jacques du ii, 99 heft geen politiek standpunt, 182 iii, 33; 102 over het Gulden Vlies, 197 over ongeloovige edelen, 291; 300 over de heksenvervolgingen te Atrecht, 329, 449 over Nic. Rolin

Cleve, Joos van iii, 508-509 Friedländer over

Cleveland, Grover v, 356 en het spoils system

Cloots, Anacharsis iv, 532

Clopinel, Jean - de Meung iii, 129; 136, 138-141 karakter v. zijn deel v.d. Roman de la Rose, 380; 401 paganisme v.; 478 iv, 11; 13, 15, 38, 60, 73 navolger v. Alanus v. Rijsel

Clyfton vi, 61 en Erasmus

Cobden, Richard iv, 492; 547-548 ideeën v.

Cobet, C.G. viii, 100, 102; 140 over Van Heusde, 226, 238, 371; 448 en de Akademie van Wetenschappen, 458 is weinig-historische geest

Coccejus, J. ii 455 viii, 345, 346 en Voetius

Cock, Hendrik de viii, 145, 152, 153

Coenders, W. en F. i, 448, 452, 459-464 kaart v. Gron. en Ommelanden door

Coenen, Frans vi, 377, 379, 417, 419, 420 en Jan Veth

[p. 71]

Coeur, Jacques iii, 70 Chastellain over, 112 en het ridderideaal iv, 423 ridderlijke levensvormen bij

Coffin, Levi v, 280 en de Underground Railroad

Cohen, Gustave iv, 302 over werk v. Renaudet

Cohen, I.B. viii, 301

Coïmbra, Jean van iii, 11-12

Coitier, Jacques iii, 226 over François de Paule

Coke, John iv, 437

Col, Gontier iii, 139, 140, 143, 156; 390-391 als humanist

Col, Pierre iii, 139-141 en de strijd om den Roman de la Rose, 143

Colbert, J.B. vii, 519 mislukking v. zijn werk viii, 427 en de Académie des sciences

Colebrooke, A.Th. ii, 588 vi, 288

Colenbrander, H.T. ii, 86-90 bespreking v. boeken v., 507; 562, 564 over het Historisch Museum, vi, 531-534

Coleridge, S.T. iv, 348 over David Hartley

Colet, John iv, 308 Erasmus over vi, 30-32, 34-35, 49, 53, 55, 57, 76, 77, 80, 84, 86, 88, 92, 100, 105, 117, 136, 139, 148, 173, 195-203, 237 en Erasmus

Colette Boelet, Sainte iii, 217, 218; 226, 326 als politiek raadgeefster, 230; 237 haar aard, 326, 544

Coligny, G. de ii, 47

Collot d'Escury viii, 53

Colombe, Michel iii, 320

Commines, Ph. de ii, 101 diep inzicht v; on-Bourgondisch, 119, 201 liep na 1477 over naar Frankrijk, 145, 245 prijst de welvaart der Nederlanden, 148 over Gent, 172, 194, 202; 252 over Karel den Stouten iii, 63 en Lodewijk XI, 77 en het ridderideaal, 81, 123; 125-126, 152, 294 nuchterheid v., 226 over François de Paule, 295 onnauwkeurigheid v., 398 schrijversnederigheid v., 575-577 iv, 184-186, 188, 190 over Eduard IV v. Eng., 213, 214; 411 nt 1 over Karel den Stouten vii, 177

Comte, Auguste iv, 407 Carlyle tegen, 486 over den samenhang v. hist. periodes, 489 en Wells vii, 4, 47, 77; 112, 187 de leer v., 118 Lamprecht en

Condorcet vii, 48 en de ontwikkelingsgedachte, 112

[p. 72]

viii, 430, 431 en het Institut de France

Conkling, R. vii, 204

Constant, Benjamin viii, 147 de Groninger richting en

Constantijn de Groote vii, 495

Conway, Sir Martin iii, 487, 489

Cook, James vii, 293

Cooper, Dexter S. v, 420

Cooper, Fenimore v, 395 indianenromantiek v.

Cop, Guillaume vi, 49, 59, 90 en Erasmus

Copernicus iv, 271, 343, 345, 443 viii, 345

Coquillart, Guillaume iii, 285, 396

Coquinet iii, 15 tot minister verheven nar v. Bourgondië

Cort van der Linden, P.W.A. viii, 301, 302

Cortez, F. vii, 517

Coryat, Th. ii, 371; 375-376 over Nederland

Cosijn, P.J. i, 15 leerboekje v.

Costa, Isaäc da ii, 541, 542 viii, 93, 94; 154, 158 en de Groninger richting; 447 en de Akademie van Wetenschappen

Cottiaux, J. iv, 119 over Abaelard

Coucy, Enguerrand de iii, 101, 221

Courajod, Louis iv, 249, 253, 277 over de Renaissance

Courcelles, Thomas de iii, 550 over Jeanne d'Arc

Courçon, Robert de viii, 5 en de Universiteit v. Parijs

Cournot, A.A. vii, 91 de generatie-leer v.

Courtenay, Pierre de iii, 120

Cousin, V. iv, 117 noemt Abaelard's universaliënleer conceptualisme

Coustain, Jean iii, 215

Coville A. vii, 250

Craandijk, J. i, 219-222, 224, 227, 371 over het riddergeslacht Van Haarlem

Cramer, J. viii, 228, 298 als hoogleeraar te Groningen

Cranach, Lucas iii, 381

Crane, Walter vi, 373-374 Veth en, 509, 510 Roland Holst en

Cranevelt, Frans van iv, 330-334 bespreking v. ed. v. brieven aan

Crantizius, Albert i, 514 over Chauken en Friezen

[p. 73]

Craon, Pierre de iii, 25; 64 vriendschap met Lodewijk v. Orleans

Cratander vi, 80 uitgever v. Erasmus

Crawfurd, J. ii, 588 en de Indonesische muziek

Cremers, E.J.J.B. viii, 267, 268

Cremers, F.J.J. viii, 66

Crena de Iongh, D. vi, 532

Cresecque iii, 92 en Boucicaut

Crèvecoeur, Philippe de ii, 119, 202 liep na 1477 over naar Frankrijk

Cristus, Petrus iii, 384, 477; 491 Friedländer over

Croce, Benedetto vii, 153 over het anti-historisme, 605

Crokart iii, 126

Cromwell, Oliver ii, 360 kende Nederlandsch, 379 advocaat v. C. Vermuyden v, 381 vii, 539 en de Joden

Crosse, William ii, 372-374 over Nederland

Croy, Antoine de iii, 317, 445 en het banket v. Rijsel v. 1454

Croy, Philippe de iii, 94, 337

Crump, C.G. iv, 164 over het Eng. Parlement

Ctesias vi, 282

Cullen, W. viii, 120

Cunningham, A. vi, 300

Cursius, Petrus vi, 254, 266 en Erasmus

Cusa, Nicolaas van ii, 141, 214 het getal zeventien bij iii, 219; 226-227, 255 en Dionysius de Kartuizer, 277; 302 over duivelarij vi, 63 vii, 358

Cuvier, G. viii, 41, 42, 51, 55, 60, 61, 64, 78, 234, 347 over het H.O. in Nederl.

Cuyp, Aelbert vi, 341, 342, 434 Jan Veth en

Cuypers, E. vi, 401, 404, 537

Cysarz, Herbert vii, 81

Daguerre, L.J. iv, 395

Dahlman, F.C. viii, 137

Dahlmann, J. i, 54

Daman, J.A. viii, 552, 553 discussie met - over de spellingskwestie

Daniel iv, 440 vii, 85 en de vier wereldrijken

[p. 74]

Dante iii, 30 over de hebzucht, 39 over den ouderdom, 79, 128, 259, 264, 380, 386, 451, 478 iv, 14, 19, 21 en Alanus v. Rijsel, 136-141; 141-143; 143-146 bespreking v. boeken over, 146-150; 238, 248, 250 ‘voorlooper der Renaissance’, 246 roemzucht v., psychologie bij, 260; 263 en de idee v. wedergeboorte, 271 optimisme v., 283 realisme v., 286; 416 ideaal v.d. wereldvrede v., 417 en de evangel. armoede, 421 en de vergeestelijking v.h. ridderideaal, 513-514 patriotisme v. vi, 98; 195-203 Erasmus en, 328 vii, 219; 452, 459, 483, 489, 517-518, 578 het begrip ‘civiltà’ bij, 513

Daret, Jacques iii, 318, 445

Darwin, Charles v, 487 zijn roem in Amerika vii, 187

Daubanton, F.J. vi, 518

Daumier, H. iv, 399 geïnspireerd door haat tegen bourgeoisie, 404 en het impressionisme

Daunou, P.C.F. viii, 430 en het Institut de France

David, Gerard iii, 308, 310, 441 en het kunsthandwerk, 341 kleurenzin v., 384, 440, 477 de rechtspraaktafereelen v., 486

David, Jacques - Louis iv, 385 is romanticus, 426 classicisme v., viii, 430 en de ‘académies’

David d'Angers iv, 382 en Louis Bertrand, 386 en Goethe

David van Bourgondië iii, 191 zijn intrede in Utrecht, 326 beschermer der muziek vi, 5, 18

Davison, W. ii, 375 over Nederland

Davy, G. v, 89, 105 over den ‘potlatch’

Davy, H. vii, 293

Dayot, A. iv, 361

Declareuil, J. vii, 251

Deen, I. van viii, 125, 230; 240, 241, 243-247, 302, 325 als hoogleeraar te Groningen

Deissmann, G.A. iv, 430 nt over den Heliand

Dekker, Th. ii, 358, 379 Nederlandersinwerkv.

Delacroix, E. iv, 142 voorstelling v. Dante, 399; 404 en het impressionisme vi, 437, 452

Delcassé, Th. vi, 560

Delteil, Joseph vii, 66 zijn ‘Jeanne d'Arc’

Denifle, J. iii, 570-572 iv, 222

[p. 75]

Denk, Hans vi, 169 en Erasmus

Der Kinderen, Antoon vi, 342, 346, 348, 364, 371, 373, 374, 380-382, 404, 422, 427, 449, 460, 465, 468-470, 473, 478, 479 en Jan Veth, 510, 511

Dermout, I.J. viii, 90

Déroulède, Paul iv, 549 nationalistisch activisme v. vii, 537 en Boulanger

Descartes, R. ii, 383-385, 387-388 contrast met Hugo de Groot iv, 271 modern denker, 343, 350 het anti-historisme v., 347 en het ‘mechanisme’, 449 en de vooruitgangsgedachte vii, 152-153, 157, 261 anti-historisme v., 222, 229, 255, 327, 456, 595, 609 viii, 345

Deschamps, Eustache ii, 137, 190 noemt Philips den Stouten ‘noble lion’, 146, 147 over de Vlamingen, 178 over de leuze v.h. ‘bien public’ iii, 36, 38-39 pessimisme v., 55 over het hofleven, 73 en de gelijkheidsidee, 82 over ‘les neuf preux’, 124, 125; 131 epithalamium v., 134 obsceniteit v., 154-155, 160 zijn lof v.h. eenvoudige leven, 165 het motief der vergankelijkh. bij, 185, 203 de Josephfiguur bij, 195 over het vloeken, 208; 209 over heiligenvereering, 216; 296 zijn ‘Le Miroir de Mariage’, 336; 339 over kleuren, 362, 471, 472 beschrijving v. Noordfransche kasteelen door, 364 leegheid v., 367; 371-376, 387, 473-475 genreschildering en ironie bij, 394 klassieke motieven bij, 400, 468; 528, 561 patriotisme v.

Des Marez, G. i, 234 nt 3, 258

Deusing, A. viii, 345

Deussen, Paul i, 32, 198 v, 11 nt 3, 135 over Rgveda X, 129

Deutsch, H.R.M. vi, 188

Deventer, Ch. M. van vi, 347, 353, 429, 446, 451, 454, 455 Veth en, 531

Deventer, C.Th. van vi, 531

Deventer, Jacobus van i, 448 e.v. uitgever v. kaart v. Groningen

Dewey, John v, 445 citaat v., 446; 447-451, 454 de denkbeelden v., 473, 475, 476 geciteerd, 484

Dewey, Melvil v, 332 en zijn decimale registratie-stelsel

Deyssel, Lodewijk van i, 144, 188 vi, 417, 552 vii, 166

Dhuicque, E. i, 534-535 over den burg v. Veurne

[p. 76]

Dickens, Charles iv, 401 v, 265 over Amerika

Diderot, D. v, 222 zijn bewondering voor Greuze

Diehl, Ch. vii, 251

Diepenbrock, Alphons vi, 372, 373, 377, 381, 417

Diephuis, G. viii, 86, 129, 133, 255, 256, 300 als hoogleeraar te Groningen

Diesbach, Nikolaus von ii, 248

Diest Lorgion, E.J. viii, 161, 228 en de Groninger richting

Dijk, Is. van iv, 144-146 bespreking v. boek v. viii, 299

Dijkstra, Waling viii, 504, 518

Dijsselhof, G.W. vi, 373

Dilthey, W. iv, 445 vii, 5, 19, 47 over de geschiedwetenschap

Dio Chrysostomus v, 184 over de straatphilosophen in Rome

Dionysius de Areopagiet iii, 270, 273; 333 schoonheidsleer v. iv, 26 beroep v. Alanus v. Rijsel op

Dionysius van Halicarnassus iv, 439 en de vier wereldrijken

Dionysius de Kartuizer iii, 16 als politiek raadgever, 163 doodsgedachte bij, 165 het motief der vergankelijkheid bij, 192, 219; 226-229 karakter en beteekenis v., 245, 255; 259 Luther over, 262 plichtenleer v., 263-265, 268 over zonde en hel, 268-269 superlatieven bij, 270; 273-274 over het schouwen Gods door ontkenningen, 276 practische zin v., 277; 303 over geloof en bijgeloof, 326, 331; 333-334, 336, 440 over de schoonheid, 334-335 over de muziek, 392 en Petrarca, 450 iv, 440 en de term ‘dimidium temporis’

Dipa Negara vi 278, 315

Dirk iii van Holland i, 367

Dirk vii van Holland i, 228, 342

Dirks, Vincent vi, 132 nt 1, 143, 151, 152 en Erasmus

Disraeli, B. iv, 549

Dittlinger vi, 348

Dix, Dorothea v, 362 verbetert krankzinnigenzorg in Amerika

Dodonaeus, R. iv, 292 vi, 432 Veth over

Döderlein, A.S.G. viii, 303, 338 als hoogleeraar te Groningen

[p. 77]

Doedes, J.J. viii, 152

Does, Jan van der ii, 55, 58; 391 over Hugo de Groot

Doeveren, W. van viii, 117, 347 en de universiteit v. Groningen

Domaszewski, A. von ii, 9, 11, 15 nt 1

Domburg, Jan van iii, 290

Domela Nieuwenhuis, J. viii, 300

Dominicus, Sint iv, 110 invloed op Eur. cultuur vii, 503

Domisse, P.K. i, 532, 541 over Middelburg

Domselaer, T. van i, 423

Donatello iv, 283

Donders, F.C. viii, 239, 241, 244

Doomer, Lambert ii, 487

Doorenbos, W. viii, 101 Limburg Brouwer en

Doornik, J.E. viii, 122

Dopsch, Alfons iv, 198 Festschrift voor, 268 nt vii, 88 over Oudheid en Middeleeuwen, 122

Dorp, Dorothea van viii, 481-482 haar briefwisseling met Const. Huygens

Dorp, Maarten van vi, 73, 89, 90, 122, 127, 129, 130 en Erasmus

Dorssen, H.A. van, zie; Rixt

Dozy, R.P.A. vi, 287

Dreiser, Theodore v, 437, 438; 439 karakteristiek v. zijn werk, 486 en het ‘behaviorism’

Driessen, Petrus viii, 60, 63, 68, 110-112, 114, 117, 135, 167, 181, 333, 347 als hoogleeraar te Groningen

Driessen, R. Keuchenius viii, 117

Droysen, J.G. iv, 543 lof v.d. machtstaat

Drucker, H.L. viii, 300-302, 323

Drumont, Edouard vii, 540 antisemitisme v.

Dryden, J. ii, 364 over den moord v. Ambon

Dubois, Pierre iv, 511 nationalisme v.

Ducange iv, 201, 202, 204, 205, 207, 208

Dudok, G. iv, 307-309 bespreking v. boek v.

Duer, William v, 268

Dürer, A. iii, 332, 455 en de Vlaamsche schilderkunst v.d. XVe eeuw, 382 iv, 236 over de Renaissance, 289-291 de aard v. zijn naturalisme, 293 nt 1 en de sfeer v. Palissy, 317-329; 429 als nation. symbool

[p. 78]

vi, 143 over Erasmus, 189, 190 portretten v. Erasmus door, 399, 409, 422-424, 441 Jan Veth en

Dufay, Guillaume iii, 188, 305, 447

Duhem, P. vii, 251

Duifhuis, Hubert viii, 150, 151 de Gron. richting en

Du Méril, E. iv, 222

Dunois iii, 532, 549 over Jeanne d'Arc

Duns Scotus, J. vii, 359, 360, 502

Duparc, M.I. vi, 445, 467 en Jan Veth, 537

Dupont, Mlle iv, 214 ed. v. Commines

Dupont, P. vi, 435

Dupuy, Charles vi, 560

Durand-Gréville, E. iii, 347, 457 over Van Eyck's Madonna v.d. kanselier Rolin, 488 over Hubert v. Eyck

Durandus, Guilielmus iii, 259 Luther over

D'Urfé, H. iv, 419 bucolisch ideaal bij, 358

Dürr, E. iii, 567

Durrieu, P. iii, 488, 489

Dusseldorp, Franciscus iv, 434 term ‘Middeleeuwen’ bij

Duvenvoorde, Lysbet van iii, 381

Duyl, A.G.C. van viii, 478

Duymaer van Twist, A.J. viii, 129-133, 174, 255 als hoogleeraar te Groningen

Dyck, A. van ii, 486 tegenover Frans Hals

Dyserinck, Johannes vi, 414

Dzjengis Khan iv, 482 Wells over

Eck, Johannes iii, 204 over de Josephvereering vi, 94, 136

Eckhart, Meister iii, 270, 271, 274, 276 mystieke formules v., 570-572 iv, 11

Eddy, Mary Baker v, 388

Eduard i van Engeland iv, 154-177 Parlement en rechtspraak tijdens vii, 539 Jodenhaat v.

Eduard ii van Engeland iii, 16 moord op, 119 iv, 175 invloed v.d. adel tijdens

Eduard iii van Engeland ii, 292 bondgenootschap tegen Frankrijk iii, 15; 105, 109 en de Voeu du Héron, 123, 220 iv, 423 ridderidealen en het hof v. v, 127 slag bij Crécy

Eduard iv van Engeland ii, 249 verdragm. Karel den Stouten iii, 18 en Margareta v. Anjou, 46; 184 kroning v.

[p. 79]

iv, 183-194 ballingschap v.; 213, 215

Ee, Adriaan van der ii, 126, 129, 194, 196, 197 als gezant v. Philips den Goeden in Weenen

Eeck, Jan van der iv, 187

Eeden, Frederik van vi, 347, 352, 369 Veth en

Eerde, J.C. van vi, 537

Eerde, J.R. van viii, 42, 43, 47, 86, 99, 100, 128, 167, 168, 171-173, 186, 187, 195, 220 als rector, hoogleeraar en bibliothecaris te Groningen

Effen, Justus van ii, 503 vii, 481 en het woord ‘beschavend’

Egmond, Nicolaas van vi, 115, 129, 132, 142, 143, 152, 154 en Erasmus

Egnatius, Baptista vi, 62

Ehingen, Jörg von iii, 101 over ridderorden

Ehrenberg, R. v, 19-20

Ehrenberg, V. v, 100-105 over den wedkamp, 110 onjuiste afleiding v.h. gerecht uit het godsoordeel

Eichendorff, Josef von iv, 400, 401

Einhard i, 563, 568

Ekkehard van Aura iv, 508 over haat tusschen Franschen en Duitschers bij eersten kruistocht

Elisabeth i van Engeland ii, 44, 46-48, 351 vi 330-332 en de Ned. Opstand

Elisabeth van Oostenrijk vii, 538

Elisabeth van Thüringen, Sint iii, 201

Elliott, W.Y. v, 453

Elout, P.J. viii, 154

Elsheimer, A. vi, 417

Elze, professor iv, 310

Emerson, R.W. iii, 52 over de beleefdheid, 127 v, 270 en het Amerik. individualisme, 296 over de spoorwegen, 311 over commercieel feodalisme in Amerika, 374 over Amerika's grootheid, 377 over Amerik. conformisme, 386; 392-393 destroefheid v. zijn werk, 399 idealist. optimisme v., 402; 403-404 en de heldenvereering, 404 over Brook Farm 407; 410-412, 416-417 karakteristiek v. zijn werk, 446 vii, 211, 388

Emery, H.C. v, 380 zijn interpretatie v.d. Amerik. Vrijheidsoorlog, 412 over Walt Whitman

Emmius, Ubbo i, 520 het Friesche stambewustzijn v.

[p. 80]

iv, 334-336 bespreking v. briefuitgave v., 435 term ‘Middeleeuwen’ bij viii, 340, 341, 345 en de universiteit v. Groningen

Empedocles iv, 11 v, 145-147; 156 gebruikt den dichtvorm, 168 de personificatie bij vii, 433

Ende, A. van den viii, 43-46 als inspecteur-generaal der universiteit in 1812

Engelen, A.W. viii, 98; 442 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Engels, F. vii, 113, 160

Enghelbrechts, Cornelis iii, 486; 510 Friedländer over

Enklaar, D.Th. i, 554 nt 6, 556 nt 3

Enschedé, J.J.C. viii, 318

Enschedé, W.A. viii, 166, 232, 233, 235, 304, 317 als hoogleeraar en bibliothecaris te Groningen

Enschut, C.A. van viii, 64, 130-132 als hoogleeraar te Groningen

Ensingh, J. viii, 218

Entens van Mentheda, Barthold i, 516

Ephrussi, Elizabeth v, 479

Epimenides vi, 25 Erasmus over

Episcopius, Nicolaas vi, 178

Eppendorff, Heinrich von vi, 120, 153, 240, 242, 243, 263 en Erasmus

Eppens, Abel i, 476, 516 over Groningen en de Ommelanden

Erard, Guillaume iii, 550 en Jeanne d'Arc

Erasmus ii, 38 en de eenheid der Kerk, 295 meer middelaar dan leider, 384 was geen zoeker, 391-394, 397-399 en Hugo de Groot; 515, 519 iii, 35-36 het intellectueele optimisme v., 208 over heiligenvereering, 346, 396, 399, 473 iv, 98 verwantschap met Joh. v. Salisbury, 120 verwantschap met Abaelard, 122 en Luther; verwantschap m. Hieronymus, 233 en de Renaissance, 265 en de gedachte v. wedergeboorte, 273; 284 over Giotto, 308 over More's Utopia, 519-520 cosmopolitisme en vaderlandsliefde v. 522 weigert zich ‘Duitscher’ te noemen v, 187 over de scholen v. zijn tijd, 213 en de ludieke geest v.h. humanisme vi, 1-274 vii, 264, 319, 344 viii, 150, 151 de Groninger richting en

Ermengald, abt van Saint-Gilles iv, 9

Ermerins, F.Z.

[p. 81]

viii, 183, 237-238, 244, 246, 247, 302 als hoogleeraar te Groningen

Ermerins, J.W. viii, 166, 167, 179, 183, 211, 229, 231, 232, 235, 304 als hoogleeraar te Groningen

Ernst en Hendrik Casimir viii, 565

Erpenius, Thomas viii, 374

Eschenfelder, Christoffel vi, 177 en Erasmus

Escouchy, Mathieu d' iii, 32-33 leven v.d. geschiedschrijver, 77, 521 en het ridderideaal

Esmein, A. vii, 251

Estavayer, Gérard d' iii, 117 duel met Othe de Grandson

Este, kardinaal Ippolito d' iv, 273

Estienne, Henri iii, 208

Etienne de Bourbon iv, 55 over Alanus v. Rijsel, 66 personifieert de deugden

Eucken, R.C. iv, 429 nt 1 over roeping v.h. Duitsche volk

Eugenius iii, paus iv, 86 en Johannes v. Salisbury, 417 nt 1 Bernard v. Clairvaux aan

Euler, L. iv, 345

Eupolemius, de z.g. iv, 17 nt 4 en Alanus v. Rijsel

Euripides v, 175, 176 vi, 57, 59, 61, 78 vertaling v. - door Erasmus

Eusebius iv, 217 over den Zondag der Opstanding, 440 en de vier wereldrijken vii, 85, 187 en de vier wereldrijken, 175

Everaert, Nicolaas vi, 186, 255 en Erasmus

Exner vii, 233

Eyck, Hubert van iii, 373, 474, 487-488

Eyck, Jan van ii, 108 als ‘pensionnaire’ v. Philips den Goeden, 218 portret v. Philips den Goeden, 294 invloed v. zijn school op Duitschland iii, 305, 308-311, 319, 321; 324, 446, 489-491 het portret v.d. Arnolfini, 325-326, 447 en het hofleven, 329; 330-331, 450-453 het naturalisme v., 342 is geen Renaissancekunstenaar, 344-348, 452-454, 457-459 de diepte en de gedetailleerdheid v. zijn kunst, 350, 354, 453 de ‘Aanbidding van het Lam’, 353-355, 357, 464 vergelijking v. - met Chastellain, 366, 464 het rhetorische in zijn werk, 371, 473 het genre-achtige en, 381; 383-384, 477 de zwakheid v. zijn werk, 394; 438 en Hubert v. Eyck, 441, 445, 449, 456, 461, 482; 487-493 Friedländer over

[p. 82]

iv, 253, 277, 284, 291 als ‘Renaissanceschilder’, 287; 461 olieverflegende bij Spengler

Eyck, P.N. van vii, 139 nt 2, 165-166, 168-170 discussie met

Eykman, J.F. viii, 306, 325

Eysinga, W.J.M. van ii, 282 vi, 562 viii, 301, 302

Eysselsteijn, G. van viii, 247, 319

Fabritius, Barend ii, 484

Faguet, Emile v, 15, 172 over de dwaasheid in de moderne lyriek vii, 65 over Rousseau

Fa-Hian i, 163 vi, 300

Faÿ, Bernard iv, 365-369 bespreking v. werk v. v, 272

Falck, A.R. ii, 535 en de reorganisatie v.h. H.O. in 1815 viii, 18, 49 en de reorganisatie v.h. H.O. in 1815, 154 en de Groninger richting

Falconer, J.A. viii, 310

Faraday, M. vii, 293

Farel, Guillaume vi, 159 en Erasmus

Faukemont, Jehan de iii, 106 riddergelofte v.

Fauquembergue, Clément de iii, 541

Fazio, Bartolomeo iii, 331 over realisme v.d. Van Eyck's, 381 iv, 287 over realisme v.d. Van Eyck's

Febvre, Lucien vii, 90, 92 nt 2; 129 over historische wetten

Feith Jr, H.O. vi, 324 viii, 117

Feith Sr, H.O. vi, 324 viii, 66, 117, 118; 210, 215, 277 en de universiteit v. Groningen

Feith, J.A. i, 12, 37 vi, 322, 324-326

Feith, Rhijnvis ii, 316 en de Duitsche letterkunde, 318 en Kant vi, 324 viii, 96

Fénélon iii, 72 vii, 519

Fenema, C.H. van viii, 317

Fenin, Pierre de iii, 27; 294 oppervlakkigheid v.

Ferdinand, aartshertog vi, 167

Ferguson, W.K. vi, 268-271 bespreking v. boek v.

Ferrand, Gabrielle ii, 592 over Indonesische muziek

[p. 83]

Ferrer, Vincent iii, 9-10, 231-233 als volksprediker, 16 als politiek raadgever, 219, 236

Ferrero, G. iv, 485

Ferry, Jules vi, 560

Feugueray, G. de viii, 353 en de universiteit v. Leiden

Fichte, J.G. vii, 379 en de leer v.d. amoreelen staat

Ficinus, Marsilius iv, 11 vi, 23

Fick, A. vi, 313

Fillastre, Guillaume ii, 221, 222, 225, 226, 229, 234, 235 portret v. Philips den Goeden iii, 100, 102-103 over het Gulden Vlies, 114, 285

Firth, Charles ii, 374

Fisher, H.A.L. iv, 157 ed. Maitland's Constitutional History

Fisher, Irving vii, 556 over Amerika en den Volkenbond

Fisher, John vi, 57, 88, 115, 173, 174, 176, 202, 260 en Erasmus

Fisher, Robert vi, 28, 35, 265 en Erasmus

Fitzstephen, W. iv, 101 biograaf v. Thomas Becket

Flach, J. vii, 251

Flaubert, G. iv, 277, 280 realisme v.

Flavianus iv, 100 en Johannes v. Salisbury

Flémalle, Meester van zie: Campin

Flemming, Robert vi, 200

Fles, Etha vi, 351, 354, 357, 366, 376, 443 en Veth

Fleta, de z.g. iv, 156, 165 over rechtspraak door 's konings raad ‘in zijn parlementen’

Fletcher, J. ii, 356, 367

Floris iv i, 212, 369 huwelijk met Machteld v. Brabant

Floris v i, 229, 255, 260, 353, 375 en Haarlem, 413 en A'dam ii, 23, 24, 27, 32 en Holl. stadrechten

Floris de zwarte i, 212, 370

Focillon, H. vii, 262

Fock, C. viii, 271, 275, 285, 287, 288, 293 en het H.O.

Fockema Andreae, S.J. i, 354

Foeck, Aelbert ii, 67, 70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

[p. 84]

Foix, Gaston de iii, 64

Foix, Gaston Phébus, graaf van iii, 214

Fokkens, Melchior i, 423

Fokker, A.P. vii, 28 viii, 302, 303, 325, 330, 331 als hoogleeraar te Groningen

Folk, gouverneur van Missouri v, 358 voor initiatief en referendum

Fontaine, Charles iv, 519 verwerpt het woord ‘patrie’

Fontanes, graaf de viii, 44-46, 54, 455 en het H.O. in Nederland onder Napoleon

Fontenelle iv, 345; 348 geciteerd v, 218 vii, 148 historisch scepticisme v.

Ford, Henry v, 302

Forster, H. vi, 285

Fouquet, Jean iii, 190 de Antwerpsche Madonna toegeschreven aan, 477

Fourier, Ch. iv, 406, 407 vii, 530

Fox, Margaret en Kate v, 388 en het spiritisme

Foxe, Richard vi, 57 en Erasmus

Fradin, Antoine iii, 9 als prediker te Parijs

France, Anatole iii, 372; 539, 542, 543, 545, 551 over Jeanne d'Arc vii, 241

Franciscus van Assisi iv, 59; 110, 417 en het ideaal v. apostolisch leven, 250, 251, 252 als Renaissance-figuur, 261 en Joachim v. Floris v, 14, 169 spelelement in de personificatie der armoede vii, 502

Franck, Sebastian v, 25 nt

Francken, C.M. viii, 249, 250, 306 als hoogleeraar te Groningen

Francq van Berkhey, J. le ii, 347-348 over den Roland v. Amsterdam

Frank, E. iv, 442, 457, 458 kritiek op Spengler

Frank, Lawrence K. v, 486, 487 geciteerd

Franklin, Benjamin v, 265 individualisme v., 278 en het genootsch. der Cincinnati, 381, 382

Frans i van Frankrijk iii, 82; 116 door Karel V tot duel uitgedaagd, 223 v, 120 door Karel V tot duel uitgedaagd vi, 90, 95, 140 vii, 516

Fredericq, Paul iv, 183 kennismaking v. Huizinga met

[p. 85]

Frederik i Barbarossa i, 241 iv, 99 Joh. v. Salisbury over, 429 als nationaal symbool, 504 pretendeert de wereldheerschappij, 510 aard v. tegenstand tegen vii, 506, 507

Frederik ii van Hohenstaufen i, 267 iv, 478, 512 v, 144 de vragenlijsten v. vii, 508

Frederik iii, keizer ii, 129, 197, 247 en de Bourgondische koningstitel iii, 189

Frederik ii de Groote van Pruisen iv, 429 als nation. symbool v, 195 vii, 528-529 militarisme v.

Frederik Willem iii van Pruisen iv, 538 zijn ‘Oproep aan mijn Volk’ v. 1813

Frederik iii van Saksen, keurvorst vi, 134, 137, 139, 141

Frederik Hendrik ii, 77-79 Fransche politiek v., 440 dynastische politiek v. viii, 565

Frederik van Heilo iii, 194 over bedevaartgangers

Free, John vi, 200

Freitag, J. viii, 345 tegen Harvey

Fremery, J. de i, 406, 411 over den jaarstijl v. Haarlem en Delft

Fresemann Viëtor, J. viii, 300, 301

Freyer, H. ^vii, 77, 84; 470 over den staat

Friederich, R.H.T. vi, 310

Friedländer, Max ii, 258 iii, 483-518 bespreking v. werk v. vi, 386, 447 Jan Veth en

Frijlinck, W.P. ii, 367

Froben, Hieronymus vi, 174, 175, 177, 178

Froben, Johannes vi, 10, 78, 81, 83, 85-87, 130, 138, 149, 150, 162, 205, 236-238, 254, 261 uitgever v. Erasmus

Froben, Johannes Erasmius vi, 150, 236, 238, 239 en Erasmus' Colloquia

Frobenius, Leo v, 43-45, 48, 52-53 over het cultusspel, 74 spel en cultuur

Froissart, Jean ii, 99 invloed en karakter v. zijn werk, 101 invloed v. zijn ‘internationalisme’, 142; 147 over de Vlamingen iii, 38; 77-78 en het ridderideaal, 79-80 over eer en roem, 90 zijn ‘Méliador’, 102 over Jason-verhaal, 106 over riddergeloften, 119; 120 over het ‘Combat des Trente’, 123-126; 131

[p. 86]

over de bruiloft v. Karel VI, 186; 197; 221 over Charles de Blois, 222 over Pieter v. Luxemburg, 253 zinlooze symboliek v., 258, 286; 294 oppervlakkigheid v., 302; 311, 336, 441 over schepen, 325; 358-359, 468-469 het stijlmiddel v.d. wisselrede bij, 360 naturalisme v., 364 inhoudsloosheid v., 370, 372, 447, 474, 521 iv, 284, 285 realisme v., 423; 424 nt 3 opvatting v.h. ridderideaal v. vii, 177

Froment, Jean iii, 32 procureur v. Péronne

Fromentin, E. iii, 484

Fruin, Robert i, 257 over het Spui te Spaarndam, 358-359 over stedelijke raden, 362 over de jaargedingen, 414, 415 over den Wendeldijk v. Rijnland, 530, 545 over Middelburg ii, 48 over de leer der Statensouvereiniteit, 53 over het beleg v. Leiden, 74; 140-141, 214 over de ‘zeventien’ provinciën, 391 te streng jegens Erasmus en Hugo de Groot, 399 over Laud en De Groot, 400 over Maria v. Reigersberg, 449 vi, 116 over Erasmus, 321-323 en Blok, 405; 526-530; 545, 548, 549, 551, 552 Kernkamp en vii, 58, 191, 244 viii, 359; 458-459 het typisch Nederlandsche v., 526

Fruin, Mr R. i, 537-541 over Domburg

Fugger, Antonie vi, 167

Fulco van Marseille, bisschop van Toulouse iii, 263

Fulton, Robert v, 385

Furmerius i, 521 over Ubbo Emmius

Fustel de Coulanges, N.D. vii, 249

Gaesbeek, Jacob van i, 215, 282 en beleg v. Haarlem in 1426

Gaguin, Robert iii, 71 over de ellende v.h. volk, 156; 208 over heiligenvereering; 285; 399 het humanisme v. vi, 22; 26-27, 31, 121 Erasmus en

Gailly de Taurines, Ch. iv, 300-301 bespreking v. boek v.

Galenus, C. vii, 222

Galilei, G. iv, 343, 345 vii, 222, 229

Galle, Philippus i, 450

Gallée, J.H. vi, 548

Gambetta, L. vi, 559, 560

Gamillscheg, E. iv, 208

Ganzevoort, Wessel viii, 150, 151 de Groninger rich-

[p. 87]

ting en, 342 en Groningen

Garbe, R. von vi, 305

Garfield, J.A. v, 356 moord op

Garibaldi, G. vii, 553

Gascoigne, George ii, 53, 124, 213 de naam Bourgondië bij, 351-354, 360, 370 en Nederland

Gautama, de Boeddha iv, 476, 477 anachronistische beschouwing over

Gebhart, Emile iv, 137; 249, 250, 251 over de Renaissance

Geel, J. vii, 482 het woord ‘beschaving’ bij viii, 61, 182, 455 over het Latijn als college-taal, 101 over een werk v. Van Limburg Brouwer, 140 over Van Heusde, 177 over het H.O., 248; 448 en de Akademie van Wetenschappen

Geer, B.J.L. de viii, 17 over de regeling v.h. H.O. in 1814

Geertgen tot Sint Jans iii, 384, 467, 477; 501-502 Friedländer over

Geertsema, C.C. viii, 297, 322

Geertsema, J.H. viii, 66, 267, 268, 274, 275, 297 en de universiteit v. Groningengen, 286, 288, 293 en het H.O.

Geest, Wijbrand de viii, 526

Geffroi de Paris iii, 286

Geiger, L. iv, 244 nt bewerkt boek v. Burckhardt

Geldenhauer, Gerard vi, 259, 260 en Erasmus

Gelder, H.E. van vi, 537, 540-541

Gelder, J. de viii, 116

Gelre, Adolf van iii, 22, 227

Gelre, Arnold van iii, 22, 227

Gelre, Otto van i, 342

Genéve, Lodewijk van Savoye, graaf van iii, 337

Gent, Joos van iii, 495-496 Friedländer over

Geoffroi Gaimar v, 99 beschrijft schimpwedstrijd

George, Stefan iv, 382 vereert L. Bertrand

Gerbert van Aurillac zie: Sylvester ii

Gerlings, A.C.E. viii, 336

Germain, Jean ii, 149 over de Kennemers, 221-226, 229, 231-232, 234 portret v. Philips den Goeden iii, 12 over vredescongres v. Atrecht in 1435, 102 over het Gulden Vlies, 394 poogt Livius' stijl na te volgen

[p. 88]

Gerson, Jean iii, 24 tegen weigering v. viaticum en biecht aan ter doodveroordeelden, 39 pessimisme v., 71 over de ellende der boeren, 140-141, 161 tegen den Roman de la Rose, 165 het motief der vergankelijkheid bij, 182; 184-185 tegen het bijgeloof, 185, 204 Josephvereering v., 187, 189; 195 over het vloeken, 196 over onwetende geestelijken, 199-200 over heiligenbeelden, 210 over de vereering v. beschermengelen, 230; 234-236, 239-241 over goede en slechte devotie, 252 symbolisme v., 254; 259 Luther over, 266 over St Quiricus, 277, 285, 292, 299; 302-303 over duivelarij, 331, 450; 552-553 over Jeanne d'Arc iv, 11; 13 tegen den Roman de la Rose, 212, 213 over ‘Onnoozele Kinderen’ vi, 23

Gessner, S. iv, 419 bucolische idyllen v.

Geuns, J. van vi, 347, 446

Gevaert, Fierens iii, 342 beschouwt Sluter en Van Eyck als Renaissancekunstenaars iv, 253 over de Renaissance

Gevers, M. viii, 154

Geyl, P. ii, 50

Gezelle, Guido ii, 519, 546

Gheyn, Jacob de ii, 489

Gheyn de Tweede, Jacob de iv, 311-316 kopergravure v. Tycho Brahe door

Ghiberti, L. iv, 283

Gianni, Lapo iv, 137, 139, 140 over den dood

Gibbon, Edward iv, 358 vii, 302 het woord ‘liberal’ bij

Gierke, O. von iv, 166 over het beginsel v.d. vertegenwoordiging v, 111 over den humor in het recht

Giesebrecht, W. von iv, 88

Giffen, H.W. van viii, 210

Gigli, Silvestro vi, 89 en Erasmus

Gilbert de la Porrée iv, 26 en Alanus v. Rijsel, 29 platonist

Gilles, Pieter vi, 63, 82, 88, 90, 103, 114, 115, 129, 176, 186, 244 en Erasmus

Gillouin, René iv, 370-377 bespreking v. boek v.

Gilson, E. iv, 120 over de XIIe eeuw vii, 251

Giltay, Cornelis vi, 341

Giltay-van Strij, E. vi, 341

Ginneken, Jacq. van v, 452

[p. 89]

Gioberti, V. iv, 542 acht eenheid v. Italië onmogelijk

Giotto iii, 384, 451, 477 iv, 235, 236, 238, 250, 251, 267 en de Renaissance, 260 verdacht v. ketterij, 283, 284, 286, 288, 295 realisme v.

Giovanni zie: Pisano, Giovanni

Giry, A. vi, 502

Giustiniani, Pancrazio iii, 550 over Jeanne d'Arc

Glaber, Radulf iv, 507 zijn afkeer v.d. Aquitaniërs

Gladstone, W.E. v, 336 over den Amerik. burgeroorlog vii, 541

Glapthorne, H. ii, 364-366, 379 Nederlanders in werk v.

Glareanus, Heinrich vi, 92 en Erasmus

Glotz, Gustave vi, 503 vii, 251

Gloucester, hertog Humphrey van iii, 115, 523 iv, 147, 150

Gloucester, hertog Richard van zie: Richard iii

Gluck, C.W. vi, 301

Gmelin, L. viii, 126

Gobineau, J.A. de iv, 532 ontleent aan Tocqueville idee v. Germaansche afstamming

Gockinga, J. viii, 66

Godefroy, Denis iii, 190 over de Antwerpsche Madonna v. Fouquet

Godwin, William vii, 538

Goeje, M. de vi, 524 viii, 372

Goeman Borgesius, H. viii, 323

Goes, Antonides van der ii, 502

Goes, Damianus A vi, 199, 266, 267 en Erasmus

Goes, F. van der ii, 549 vi, 347, 354 Veth en

Goes, Hugo van der iii, 310; 497-501 Friedländer over

Goethe, J.W. von i, 146 ii, 487 over Ruisdael iii, 52 over de beleefdheid, 173 nt 2 doodendans bij, 249 over de allegorie, 500 iv, 240, 241 en de Renaissance, 319; 357 zijn klassicisme is romantisch, 386 en de Fransche romantiek, 426 en de Oudheid, 558 geciteerd v, 107 beschrijving v. Italiaansche rechtszitting door, 222 zijn Totentanz vi, 221, 477

[p. 90]

vii, 32, 67, 109, 168, 404; 417 Spengler en, 509

Goetz, Walter iv, 241 over de Renaissance

Gogh, V. van vi, 378, 379

Gogh, Vincent van vi, 360, 365, 371, 372, 437 Veth en

Goldberg, J. viii, 114

Goldschmidt, A. vi, 386, 415

Goldstücker, Theodor vi, 289-290

Goliath, Cornelis i, 537-539 kaart v. Domburg door

Golius, J. viii, 374

Gollut, Louis iv, 201 over het tournooi

Golnitz, Abraham i, 443 over de ‘Duitsche natie’ te Orléans

Goltzius, H. ii, 489

Gomarus, F. viii, 345 en de universiteit v. Groningen

Gonzaga, Aloysius iii, 219, 237

Gonzaga, Francesco iii, 116, 524 duel met Cesare Borgia

Gorcum, Hendrik van iii, 553-554 over Jeanne d'Arc

Gorgias v, 177-178, 182 en het spel der sophistiek

Goris, R. ii, 589

Gorter, Herman ii, 519

Gossaert, Jan iii, 486; 507-508 Friedländer over

Gosses, I.H. i, 391, 553

Gothein, M. iv, 10 nt 1, 39, 72 nt 4

Goubau D'Hovorst, baron viii, 80

Gouda, Pieter van iii, 559 en Jeanne d'Arc

Goujou, Jean iii, 320

Gould, Jay v, 298, 301, 309, 311

Gourmont, Gilles vi, 75, 77 uitgever v. Erasmus

Gourmont, Remy de i, 17 zijn ‘Le Latin mystique’ iv, 382 vereert L. Bertrand

Gournay, Mlle de iv, 11

Gouw, J. ter i, 412 over het ontstaan van Amsterdam

Gower, John vi, 197

Goya, F.J. de vii, 405 begint de natuurlijke vormen los te laten viii, 487 en de moderne kunst

Goyen, J. van ii, 487

Grabmann, M.

[p. 91]

iv, 6, 7, 10, 12 nt over Alanus van Rijsel

Grabow, Mattheus iii, 234

Gracián, Baltasar vii, 387

Graefe, Fr. iv, 134-135 bespreking v. boek v.

Graham, Sylvester v, 388 en het vegetarisme

Grandier, Urbain ii, 461

Grandson, Othe de iii, 117 duel met G. d'Estavayer, 376 ironie v.

Granet, Marcel v, 82-84 over het antithetische karakter der Oudchineesche maatschappij, 87 over den ‘potlatch’ in het oude China, 125 over de oorlogvoering in het feodale China, 153 Oudchineesche poëzie

Grant, Madison vii, 351 rassenleer v.

Gratama, B.J. viii, 255-261, 289, 300 als hoogleeraar te Groningen

Gratama, Seerp viii, 45, 62, 63, 67, 68, 78, 93, 129, 130-133, 170, 174, 185, 205, 257 als hoogleeraar en rector te Groningen

Gratama, S. ii, 332, 339 over Rolandsbeelden viii, 312

Gray, Thomas iv, 357 en de Middeleeuwen vii, 434

Greban, Arnoul iii, 574

Greeley, Horace v, 388

Greenaway, Kate vi, 435

Grégoire, H. viii, 430 en de ‘académies’

Gregorius i, paus iii, 73 en de gelijkheidsidee iv, 65 over de zonden vi, 329 vii, 497, 498

Gregorius vii, paus ii, 292 iv, 106; 108 oppermacht v.h. kerkel. gebod, 270 formalisme v. vii, 502 internationalisme v.

Gregorius van Tours vii, 177

Gregory, J.L.G. viii, 297

Gresham, James iv, 215

Greuve, F.C. de viii, 100, 159, 182, 220, 227 als hoogleeraar te Groningen

Grévy, J. vii, 537

Grey, Thomas vi, 25, 28 leerling v. Erasmus

Grey, William, bisschop van Ely vi, 200

Griffith, Ralph vi, 292

Grimani, Dominicus vi, 64, 65 en Erasmus

Grimm, Jacob

[p. 92]

i, 466 over ‘Hugmerki’ = het Westerkwartier ii, 319 waardeering v. - in Nederland, 333 over Rolandsbeelden iv, 398; 542 enge vaderlandsliefde v. vi, 280, 284 Hendrik Kern en vii, 26, 245, 590 viii, 96, 98, 137, 250, 374, 457 waardeering v. - in Nederl., 251 over Jonckbloet, 449 en de Akademie van Wetenschappen

Grimston, Edward ii, 371-372 schreef geschiedenis v. Nederland

Grocin, W. vi, 35, 57, 200 en Erasmus

Groenewegen, H. Y. ii, 317, 318 over Kant's invloed in Nederland

Groen van Prinsterer, G. ii, 320 en Stahl, 542; 583 over het Prinsenhof vii, 482 het woord ‘beschaving’ bij viii 95; 135, 137, 138, 223 en Star Numan, 154, 157, 158, 161, 163 en de Groninger richting, 258, 260, 289 en Gratama, 264-266 over Stahl, 442, 448 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Grohmann i, 190, 191

Grondijs, L.H. iv, 39 nt 2

Groneman, J. ii, 588

Groos, Karl v, 8 over het spel

Groot, Hugo de ii, 296, 382-389, 389-403; 433 over de souvereiniteit der Staten, 455; 459 en W. Laud, 475-477 karakteriseering v, 516, 517 iv, 214 en het spelelement v.h. Barok vi, 251 vii, 94; 229 historische gebondenheid v., 263, 265, 380 viii, 150 de Groninger richting en, 345, 454

Groote, Geert iii, 217, 234; 392 en Petrarca, 447 vi, 7 viii, 150 Van Heusde en

Grosse, Julius iv, 310

Grotefend, H. iv, 212-213 over ‘Onnoozele Kinderen’

Grünewald, Matthias iv, 295 hyperrealisme v. vi, 417

Gruthuse, Lodewijk van iv, 184, 186, 187, 190 stadhouder v. Holland; - en Eduard IV

Guardini, Romano v, 47 nt 2 over de liturgie als spel

Guarini, G. iv, 419 bucolisch ideaal bij

Guarino van Ferrara vi, 200

Guégan, B. iv, 381 ed. v. Louis Bertrand

Guernier, Laurent iii, 291

Guesclin, Bertrand du iii, 83; 107 geloften v., 220;

[p. 93]

309 lijkdienst voor

Guibert de Nogent iv, 508 over haat tegen de Franschen bij eersten kruistocht vii, 177

Guicciardini, L. ii, 42 beschrijving der Nederlanden

Guildenstern iv, 310-316

Guillaume le Breton iv, 207

Guise, Jacques de ii, 195 de ‘Annales Hannoniae’ v.

Guizot, F. i, 207 over ontstaan der steden iv, 241 en de Renaissance viii, 432 en de Académie des sciences morales et politiques

Gunkel, van viii, 357

Gunning, C.P. vii, 241

Gunthorpe, John vi, 200

Gustaaf ii Adolf van Zweden iv, 413 nagevolgd door Karel XII

Guyot, H.D. viii, 86

Guyot, Mr H.D. viii, 331

Gijsbrecht van Amstel i, 413, 419

Haar, B. Ter viii, 447 en de Akademie van Wetenschappen

Haarst, J.W.G. van viii, 317

Hacht, Hannequin de iii, 322

Haden, Seymour vi, 475

Haga, H. viii, 305, 315, 326 als hoogleeraar te Groningen

Hagedorn, B. i, 417-418 nt

Hagenbach, Peter van iii, 15

Hahn, Albert vi, 435

Hahnemann, S.F.C. viii, 127

Haillan, Bernard du iv, 524 nationalistische geschiedschrijving v.

Halbertsma, E. viii, 504, 513, 514, 517, 518 en de Friesche letterkunde

Halbertsma, J.H. viii, 449; 504, 513, 514, 517, 518 en de Friesche letterkunde

Halbertsma, Tj. viii, 247, 302 als hoogleeraar te Groningen

Halbertsma Jzn, Tj. viii, 306

Halecki, O. vii, 90

Halévy, E. vii, 251

Halewijn, Jan iv, 187

Halifax, lord (Sir C. Wood) vi, 291

Hall, Fitz-Edward i, 46, 49

[p. 94]

Hall, G. Stanley v, 485 geciteerd

Hall, H.C. van viii, 167, 168, 208, 231, 235, 304, 305, 333 als hoogleeraar te Groningen

Hall, J.N. van vi, 459-462 en Jan Veth, 531 viii, 478

Hall, Thérèse van vi, 374

Haller, Johannes ii, 239, 253

Haller, K.L. von iv, 541 zijn voorkeur voor kleinen staat

Halphen, L. iii, 563-567, 575-577 iv, 129-133 bespreking v. werk v. vii, 250, 252

Hals, Frans ii, 485-486 karakteriseering v., 491 vi, 301 vii, 228

Halstead, M. v, 288 over de Republikeinsche vergadering te Chicago in 1860

Ham, F.J. van den viii, 306, 307, 310 als hoogleeraar te Groningen

Hamburger, H.J. viii, 304, 325, 338 als hoogleeraar te Groningen

Hamel, A.G. van i, 26 viii, 309, 310, 318, 328 als hoogleeraar te Groningen

Hames, Nicolaas de iii, 103

Hamilton, Alexander v, 262-264 economisch belang is de reden v. zijn centralistische politiek, 279 de Sons of Tammany tegen, 284; 320 en het realisme der Federalisten, 369-370 heeft zijn stelsel tenslotte overwonnen? vii, 200

Hampden, John v, 381

Hampe, K. v, 144 over keizer Frederik II

Handelsman, M. iii, 563-567 bespreking v. werk v.

Hanna, Marcus A. v, 370

Hanneron, Anthoine ii, 195 gezant v. Philips den Goeden

Hanotaux, Gabriel iii, 539, 540, 543, 556 over Jeanne d'Arc vi, 559-562 vii, 249, 250

Harcourt, Christophe de iii, 546

Hardouin, Jean vii, 148 historisch scepticisme v.

Harmand vi, 312

Harmens, Willem vi, 13, 16, 18-20, 27, 29, 38, 43, 47, 49, 84, 257, 263 en Erasmus

Harnack, A. viii, 338

Harriman, E.H. v, 298, 302, 309, 310

[p. 95]

Harrison, generaal v, 240, 286 en de presidentsverkiezing in 1840

Harrison, Miss J.E. v, 42-43 over de identiteit v. cultushandeling en kosmisch gebeuren bij de Grieken, 109 over de figuren Dikē en Tychē

Hart, A.B. v, 273 noemt S. Adams een politieken ‘boss’, 285 over de Amerik, partijen, 352 over den politieken ‘boss’ in Amerika, 412 negeert Walt Whitman

Hart, A. van der viii, 360

Hartley, David iv, 348 Christelijk materialisme v.

Hartsen, P. vi, 421

Harvey, William iv, 343 viii, 345

Haskins, Ch.H. iv, 107 over de XIIe eeuw

Hasselt, J.C. van viii, 107

Hatschek, J. iv, 157 over het Eng. Parlement

Haughton, W. ii, 357, 358 Nederlanders i.h. werk v.

Hauréau, B. iv, 4-6 over Alanus v. Rijsel, 222

Hausenstein, W. vii, 66

Hauser, H. ii, 166 over Bourgondië en Frankrijk vii, 251

Hautbourdin, Jean de Saint-Pol, heer van iii, 95

Hauteville, Pierre de iii, 142

Havelaar, Just viii, 484-485 bespreking v. boek v.

Haverkorn van Rijsewijk vi, 536

Haverman, H.J. vi, 393 viii, 331

Hawksmoor, Nicholas iv, 357 het gothicisme v.

Hawthorne, N. v, 356 over het Spoils system, 379 zijn ‘The Scarlet Letter’, 392, 393; 394 de indianenromantiek v., 484 beschrijft Brook Farm, 406-410 karakteristiek v. zijn werk, 412, 437 vi, 514

Hazard, Paul ii, 503 iv, 338-340 bespreking v. boek v.

Hearn, Lafcadio vii, 542

Hearnshaw, F.J.C. iv, 555-556 bespreking v. werk v.

Hecker, A. viii, 248, 249

Hecker, W. viii, 85, 98, 233, 248-250, 252, 307, 310 en de universiteit v. Groningen

Heda, W. ii, 10, 12, 16 over Romeinschen mijlpaal van Monster

[p. 96]

Heelu, Jan van iv, 204, 205 over ridderstrijd

Heemskerk Azn, J. viii, 183, 271, 275, 276, 283, 286-289, 292, 293, 295 en het H.O.

Heemskerk Bzn, J. viii, 445-447 en de Akademie van Wetenschappen

Heeren, A.H.L. iv, 541 tegen de Duitsche eenheid vii, 120

Heeres, J.E. vi, 325

Heessel, Hendrik van iv, 202

Hegel, G.W.F. iii, 531 vi, 156 vii, 49 en de ontwikkelingsgedachte, 111-112, 245, 360 nt; 379 en de leer v.d. amoreelen staat

Hegius, Alexander vi, 10-11 als leeraar v. Erasmus

Hehn, V. vi, 313

Heidegger, M. vii, 236

Heiden Reinestein, L. van viii, 297

Heine, Heinrich iv, 407 en de naderende revolutie

Heinsius, Daniel ii, 396 lofdicht op Hugo de Groot

Held, G.J. v, 85-88, 90 over kansspel en cultus

Heldmann, K. ii, 332-333, 336, 338, 339, 347 over Rolandsbeelden

Helinand van Froidmont iv, 11 nt 2

Heliodorus i, 176, 181, 185 over den vogel Charadrius

Hello, Ernest iii, 568 als vertaler v. Maeterlinck

Hellwald, F. von vii, 486

Helmers, J.F. vii, 291

Héloïse iv, 112-114 en Abaelard

Helden, W.L. van i, 15 leerboekje v., 18, 20 als hoogleeraar, 569 over de etymologie v. ‘Zeeuwsch’ viii, 309, 310 als hoogleeraar te Groningen

Hemeling, Johan ii, 338 en de Roland v. Bremen

Hemert, Paulus van ii, 318 viii, 90 en Kant

Hemsterhuis, Frans ii, 534 viii, 141, 457 Van Heusde en

Hendrik van Blois, bisschop van Winchester iv, 97 Joh. v. Salisbury over

Hendrik i van Brabant i, 290, 292, 342, 343

Hendrik ii van Brabant i, 343, 344

Hendrik iii van Brabant i, 294

Hendrik i, koning van Duitschland iv, 508 samenkomst te Worms met

[p. 97]

Karel den Eenvoudigen

Hendrik ii, keizer van Duitschland i, 526 schenkt Walcheren in leen aan Vlaanderen

Hendrik iv, keizer van Duitschland i, 205 en de Rijnsteden ii, 292 en de Nederlanden

Hendrik v, keizer van Duitschland ii, 292 en de Nederlanden iv, 509 gezantschap v. - naar Frankrijk

Hendrik vi, keizer van Duitschland i, 290 vii, 506, 507

Hendrik vii, keizer van Duitschland iv, 513 Dante over

Hendrik ii van Engeland iv, 87 en Joh. v. Salisbury vii, 504 absolutisme v.

Hendrik iii van Engeland iv, 158 en Parlement v. 1244, 165 en Parlem. v. 1246

Hendrik iv van Engeland iii, 115

Hendrik v van Engeland iii, 80; 113 en het kruistochtideaal, 119, 122, 297, 521, 523

Hendrik vi van Engeland iii, 17; 56 kroning te Parijs v., 82 intocht in Parijs iv, 184, 190, 192

Hendrik vii van Engeland iv, 523 betrekt geschiedschrijvers uit Italië vi, 58, 64, 65

Hendrik viii van Engeland iv, 169 vindt steun bij Parlement in strijd tegen de Kerk, 176 ‘House of Lords’ sedert, 178 ‘de groote bouwmeester v.h. Parlement’ vi, 31, 65, 79, 95, 140, 154 Erasmus en, 174

Hendrik iii van Frankrijk iv, 529

Hendrik van Kuik i, 342

Hendrik de Leeuw vii, 507

Hendrik van Nassau ii, 39, 40

Hendrik van Zeelandia iv, 461 Spengler over

Hendriksz, P. viii, 64, 121, 123, 125, 126, 148, 241 als lector en hoogleeraar te Groningen

Hengstenberg, E.W. viii, 139

Henne am Rhyn, O. vii, 486

Henry, Patrick v, 260, 381

Heraclitus v, 145-146, 244 vii, 145

Herbert of Cherbury, Edward ii, 383, 384, 387 en Hugo de Groot

Herder, J.G. iv, 449 en de vooruitgangsgedachte, 533-534 en het nationalisme vi, 182

[p. 98]

vii, 49, 133 en de ontwikkelingsgedachte, 111 de leer v., 488 viii, 88; 141 Van Heusde en, 145 Hofstede de Groot en

Hereward i, 554-561 neemt deel aan tocht v. Robert den Fries tegen Walcheren

Hergesheimer, Joseph v, 439 karakteristiek v. zijn werk

Heriold i, 526 krijgt Walcheren in leen

Herle, William ii, 352

Hermans i, 15-16 leeraar v. Huizinga

Hermes Trismegistus iv, 11

Herodotus v, 124 over den oorlog als wedkamp vi, 282-283 Kern over vii, 29, 51, 174, 195

Herp, Hendrik van iii, 241

Herrad van Landsberg iv, 63 nt 1, 68 vergelijking met Alanus v. Rijsel

Herwerden, C.H. van viii, 145, 146, 153 en de Groninger richting, 185

Hesiodus iv, 415 over gouden eeuw v, 115 ethnologisch verband v. zijn verwijten aan zijn broer, 168 de personificatie bij

Heusde, J.A.C. van viii, 143, 248 als hoogleeraar te Groningen

Heusde, Ph.W. van ii, 319 viii, 61, 182, 455 over het Latijn als college-taal, 135, 136, 138 en Star Numan, 139-143, 145-147, 150, 159, 227 en de Groninger richting, 177 over het H.O., 457

Heussi, K. vii, 88, 89 tegen periodiseering in de kerkgeschiedenis

Heyden, Jan van der vi, 477 Veth over

Heymans, G. i, 36 vii, 233 viii, 85 over Hecker, 310, 325, 327, 328 en de universiteit v. Groningen

Heye, J.P. viii, 125, 241

Heynen, Claes iv, 198

Heywood, Th. ii, 357, 360 en Nederland

Hieronymus iii, 267 vrouwenhaat v. iv, 122 en Abaelard; contrast met Augustinus, 440 en de vier wereldrijken vi, 10, 21, 25, 47, 48, 51, 77, 78, 83, 86, 127, 164, 181 Erasmus en vii, 85 en de vier wereldrijken, 497

Hijmans van den Bergh, A.A. viii, 304

Hildebert van Lavardin iv, 12, 19, 88 praegothiek dichter, 48; 107, 115 klassicisme v.

[p. 99]

Hildegard van Bingen iv, 63 nt 1; 68-70 vergelijking met Alanus v. Rijsel, 505 ziet de kracht v.h. nationale beginsel v, 14, 170 spelelement in haar vizioenen

Hillebrandt, A. i, 194-197 bespreking v. boek v.

Hiouen Thsang vi, 300

Hippias v, 177 en het spel der sophistiek

Hippocrates i, 184 over den vogel Charadrius vii, 222 viii, 127

Hipponax i, 182-184 over den vogel Charadrius

Hirschfeld, G. ii, 11, 14, 17 nt 1

Hobbes, Th. ii, 385 vii, 298, 379, 597 en de leer v.d. amoreelen staat

Hoccleve, Th. vi, 197

Hoeve, J. van der viii, 303

Hoëvell, W.R. van viii, 98, 193; 447, 448 en de Akademie van Wetenschappen

Höweler, H.A. viii, 546, 549, 553

Hoffmann von Fallersleben, A.H. viii, 250

Hofker, G.J. vi, 381

Hofstede P. viii, 66

Hofstede de Groot, C. vi, 406, 418, 467, 536 viii, 331

Hofstede de Groot, C.P. viii, 299

Hofstede de Groot, P. ii, 317 viii, 86, 88, 167, 182, 185, 215, 216, 224, 228, 275 en de universiteit v. Groningen, 96; 143-155, 157-162, 229, 348 en de Groninger richting, 447 en de Akademie van Wetenschappen

Hogarth, W. iv, 278 litterair-ethisch realisme v.

Hogenberg, F. i, 449, 450

Hogendorp, Dirk van ii, 540 viii, 94; 154 en de Groninger richting

Hogendorp, G.K. van ii, 318 en Kant, 528, 537-541 viii, 266 Star Numan en

Hogendorp, Willem van ii, 541

Holanda, Francesco de iii, 332, 454 over de Vlaamsche schilderkunst der XVe eeuw

Holbein, H. iii, 172-173 de doodendans bij iv, 326 vi, 73, 110, 116, 145, 187-189, 189, 205, 220 en Erasmus

Holborn, H. en A. vi, 268-269 bespreking v. boek v.

[p. 100]

Holinshed, Raphael iv, 524 Engelsche geschiedenis in volkstaal v.

Holkema, A.B. van vi, 367

Holleman, A.F. viii, 306, 325

Hollonius, Lambert vi, 149, 237, 238 en Erasmus

Holswilder, J.P. vi, 449

Holtius, A.C. viii, 129, 131, 132, 134, 262 als hoogleeraar te Groningen en te Utrecht

Holwerda, J.H. ii, 3-9, 11, 20-21 over de plaatsbepaling v. Lugdunum Batavorum en Praetorium Agrippinae vi, 538

Homerus v, 160 en de mythe, 168 de personificaties bij vi, 297

Hommes, T. ii, 329

Honorius Augustodunensis i, 175 over den vogel Charadrius

Hooft, P.C. ii, 60 over de Staten v. Holland op 10 Juli 1584, 470-471 karakteriseering v., 503 vi, 327 vii, 178, 229

Hooft, C.G. 't i, 412-424 over het ontstaan van Amsterdam vi, 364 als leerling v. Jan Veth

Hoogh, Pieter de vi, 453

Hooghe, Romein de ii, 502

Hoogstraten, Jacob van vi, 139

Hora Siccama viii, 210

Horatius iv, 252; 418 bucolisch ideaal v. v, 207 speelt een spel v. cultuur vii, 539 over de Joden viii, 495 geciteerd

Horn, Georg iv, 433, 435 vii, 233 en de term Middeleeuwen

Hospinianus iv, 217 over ‘Onnoozele kinderen’

Houdon, Jean-Antoine iii, 320

Houghton, A.B. vi, 435

Hout, Jan van ii, 55

Houten, S. van viii, 221 over het Groningen van zijn jeugd, 267 en Tellegen, 279, 280, 323 en de universiteit v. Groningen, 293

Houtsma, M.T. vi, 519

Houwaert, Johan Baptista iii, 383

Hoytema, Th. van vi, 441

Howell, James ii, 379

Huber, U.H. viii, 297

[p. 101]

Hubrecht, A.A.W. vi, 462

Hugo van Morville iv, 103 nt 1

Hugo van Sint-victor iii, 228; 333 schoonheidsleer v. iv, 24 schoonheidsleer v., 29 nt 1, 48 nt 8, 63 nt 1 en Alanus v. Rijsel, 93 briefstijl v., 94 zijn werk is niet somber, 114, 117 over XIIe-eeuwsche scholen, 122 en Augustinus v, 13 over XIIe-eeuwsche scholen

Hugo, Victor iii, 305, 437 zijn ‘Notre Dame de Paris’ iv, 381 L. Bertrand in kring v., 387; 402 en de Middeleeuwen viii, 142 zijn ‘Préface de Cromwell’

Huizinga, D. i, 16 vi, 336 en Kapteyn vii, 256 viii, 247, 302, 303, 325 als hoogleeraar te Groningen

Huizinga, Jacob i, 13, 24, 26

Huizinga-Schorer, Mary V. i, 31

Hulin de Loo, G. iii, 488

Humboldt, Wilhelm von vi, 311 vii, 13, 71, 111-112 viii, 141 Van Heusde en

Hus, Johannes iii, 239

Hutchings, C.M. iv, 8 nt 2, 9 over Alanus v. Rijsel

Hutten, Ulrich von iii, 35 de litteraat vi, 92, 114, 115, 124, 125, 135, 142, 152-153, 242, 261 en Erasmus

Huxley, Aldous vii, 521, 567-568 zijn ‘Ends and Means’

Huxley, Th.H. i, 153, 155 zijn rede over ‘Evolutie en Ethiek’

Huygens, Christiaan ii, 296, 479 iv, 344 vi, 493 vii, 230

Huygens, Constantijn ii, 390, 440; 446-447 sociale positie v., 464; 465-468 karakteriseering v., 499, 519 vii, 229 viii, 481-482 zijn briefwisseling met Dorothea v. Dorp, 496

Huysmans, J.K. i, 17 zijn ‘Là-Bas’, 372 iii, 498

Huysmans vi, 344

Hyma, A. vi, 271, 272

Ibn Chaldoen vii, 176

Ibn Sabin v, 144 vragen v. keizer Frederik II aan

Ibsen, H. ii, 508

[p. 102]

Iddekinge, J.F. van viii, 66

Iddekinge, J.R. van viii, 297

Idsinga, B.D. van viii, 66

Imhoff, G.W. van viii, 66

Imhoff, G.W.H. van viii, 66

Ingres, J.A.D. iv, 396, 399 vi, 433, 437 Jan Veth en

Innocentius iii, paus iii, 167 over de verachting der wereld

Institoris, Heinrich iii, 244

Irenaeus iii, 247

Irving, Washington v, 391; 393, 394 romantiek v., 407

Isabella van Beieren iii, 15, 194, 309, 319; 323 intocht in Parijs in 1389

Isabella van Frankrijk, koningin van Engeland iii, 309

Isidorus van Sevilla iv, 440 en de vier wereldrijken vii, 177

Israëls, Isaac vi, 362, 443, 449, 465, 470 en Jan Veth

Israëls, Jozef iii, 537 vi, 347, 359, 362-363, 376, 380, 392, 393, 400, 401, 413, 420, 425, 426, 438, 451 Jan Veth en, 510

Ittersum, J.W.C. van viii, 66, 118, 277 en de universiteit v. Groningen

Iunius, Hadrianus i, 220, 223 over het riddergeslacht Van Haarlem ii, 10, 13, 19 over Romeinschen mijlpaal v. Monster iv, 434 term Middeleeuwen bij

Jackson, Andrew v, 254-255 Unie-politiek v., 267-269 antikapitalistisch pioniers-individualisme v., 292-293 over geldaristocratie en democratie, 322-323 de regeering v., 356 en het Spoils system, 385 vii, 200, 204

Jackson, Thomas J. (‘Stonewall’) v, 385

Jacobi, Hermann vi, 305 en Kern

Jacobs, A.H. viii, 336

Jacobus i van Engeland iii, 63 vriendschap met Robert Carr en G. Villiers

Jaeger, F.M. viii, 306, 325, 326, 338 als hoogleeraar te Groningen

Jaeger, Werner v, 109 over het Grieksche woord voor ‘recht’, 115 over de sociale functie v.d. Grieksche satire, 146 over het ‘wereldproces’ bij de Grieken, 178 over Pythagoras en de sophisten

[p. 103]

Jaille, Sire de iii, 119

James, Henry iv, 468 over de waarde v.h. historisch verschijnsel v, 399; 410 karakteristiek v. zijn werk, 437, 481

James, William iii, 88, 221, 237, 240 nt 3, 246, 270 iv, 373 over de mystische houding v, 397-399 het typisch Amerikaansche v. zijn leer, 409 citaat v. 410; 419 geciteerd, 448 en het pragmatisme, 449 over het pluralisme der wetenschap

Jan van Beieren iii, 54, 215, 488

Jan van Bohemen, koning v, 127

Jan zonder Land, koning van Engeland vii, 504 absolutisme v.

Jan zonder vrees ii, 107, 174, 176 Bourgondische politiek als wraak voor moord op, 116-117, 179 zegt te werken voor het ‘bien public’, 133-134, 190 emblemen v., 135 de bijnaam v., 137, 139; 216 portret v., 272 iii, 7, 16, 17; 20 Bourg. politiek als wraak voor moord op, 29, 50, 54; 58, 60 begrafenis v., 62, 84, 92, 126, 142, 158, 189; 281-282 en de moord op Orléans, 287 embleem v., 292

Jan ii van Frankrijk ii, 163, 272 beleent Philips den Stouten met Bourgondië iii, 100, 101 en de Orde van de Ster, 112 en Bourgondië, 288; 520, 522 ridderideaal v.

Jan van Nassau ii, 45, 46

Jan Willem Friso viii, 565

Janequin iii, 336

Jansen, Hissink viii, 240, 246-247, 302, 303 als hoogleeraar te Groningen

Janssen, L.J.F. ii, 11, 12 over den Romeinschen mijlpaal v. Monster

Janssonius, Joannes i, 455 uitgever v. kaart v. Groningen

Jansz, Broer ii, 379

Japikse, N. ii, 74-85 zijn boek over Jan de Witt

Jaurès, J. iii, 22 nt 2 vii, 249

Jay, John v, 262, 264, 278

Jeanne d'Arc ii, 176 iii, 83; 201 heiligenvizioen v., 305, 530-562 iv, 429 nationaal symbool, 487 Wells over vii, 30, 217

Jeannin, P. ii, 456

Jeanroy, A. vii, 249

Jefferson, Thomas iv, 546 wil weinig invloed v.d.

[p. 104]

staat op gemeenschap v, 264-265 extreem individualisme v. zijn staatsleer, 267 contrast met Jackson, 278 over het genootschap der Cincinnati, 281; 283-284 organiseert zijn partij op hechte wijze, 320-321 de regeering v., 326, 337, 339, 353; 369-371 heeft zijn stelsel tenslotte overwonnen?, 383 als vrijdenker, 453, 474 vii, 200, 204

Jensen, Ad. E. v, 50-53 over het spel-element in primitieve ceremoniën

Joachim van Floris iv, 250 ‘uitgangspunt der Renaissance’, 262 en de idee v. wedergeboorte, 460 en de gedachte v.h. ‘derde rijk’

Joachimsen, P. iv, 434 over term Middeleeuwen vii, 244-245, 247, 248 als leider van de uitgave v. Ranke's werk

Joël, Karl vii, 79; 91 generatie-leer v.

Joest, Jan iii, 509 Friedländer over

Johannes Andrea, bisschop V. Aleria iv, 435, 436, 437, 439 gebruikt term Middeleeuwen in lofrede op Nic. v. Cusa

Johannes van Auville iv, 17 nt 5, 72 en Alanus v. Rijsel

Johannes Chrysostomus iv, 279 ethisch realisme v.

Johannes de Garlandia iv, 4 over Alanus van Rijsel

Johannes van Salisbury iii, 153 over het hofleven iv, 12 praegothiek dichter, 23, 26; 33 platonist, 63 nt 1, 72 nt 1; 85-103; 104; 117 over XIIe-eeuwschescholen, 510 tegen Frederik Barbarossa v, 12-13 spel in XIIe-eeuwsch schoolbedrijf

Johannes Sarracenus iv, 96 correspondentie met Joh. v. Salisbury

Johannot, Tony iv, 381, 391 illustraties bij Louis Bertrand

Johnson, Samuel iv, 530 het woord ‘patriot’ bij vii, 483, 489 en het woord ‘civilisation’

Joinville, Jean de iv, 288 realisme v. vii, 177

Jolles, André i, 19, 25, 30, 38 vriendschap met vi, 270; 369-370, 442, 449 over Veth, 373, 379, 490-491 vii, 29-31 discussie met, 58 nt 2 viii, 483-484 bespreking v. boekv.

Jolles-Singels, J.C. vi, 351, 354

Jolly, Julius i, 31, 177 nt 1, 192

Jonas, Jodocus vi, 196

Jonckbloet, W.J.A. viii, 36, 39, 216 zijn gedenkboek der hoogeschool te Groningen, 251-253, 270 als hoogleeraar te Groningen, 258, 274

[p. 105]

Jones, William ii, 588 vi, 285 als vertaler der Çakuntalâ, 288, 297 viii, 374

Jongh, Henry de iv, 330

Jonker, A.J.Th. viii, 299

Jonker, H.G. viii, 312

Jonson, Ben ii, 351 en Nederland, 356 zijn ‘The Alchemist’, 470 iv, 296 vi, 149; 244 put uit Erasmus' Colloquia, 327, 328 en Philip Sidney, 329 neemt deel aan Ned. Opstand

Jonxis Sr, chirurgijn viii, 246

Joosting, J.G.C. viii, 312

Jorissen, E.J.P. viii, 162 over de Groninger richting, 227

Jorissen, Th. viii, 253

Josselin de Jong, J.P.B. de v, 151-152 over Oost-Indonesische poëzie

Jouffroy, Jean ii, 128, 196 over het belangrijke verleden v. Bourgondië, 149 over de Hollanders

Jouguet, P. vii, 251

Jouvenel, Jean iii, 71 over de ellende v.h. volk

Judas Maccabeüs iv, 501 vaderlandsliefde v.

Juliana van Stolberg ii, 38, 39

Julius ii, paus vi, 57, 60, 80, 81, 88, 146, 240, 247, 248, 250, 251 en Erasmus

Jullens, W.W. viii, 66

Jullian, Camille vii, 251

Jung-Stilling, J.H. viii, 144, 147 de Groninger richting en

Justinianus, keizer vii, 496

Juvenal des Ursins, Jean iii, 94 tegen het tournooi

Juynboll, Th.W.J. ii, 287, 296 viii, 166, 185

Kaegi, W. iv, 39 nt 2; 540 over den kleinen staat vi, 205 over Erasmus

Kaiser, F.C. viii, 363-365, 367

Kaiser, J.W. vi, 347

Kalf, Jan vi, 373, 535

Kalff, G. vi, 487

Kâlidâsa vi, 285-287 vending v. zijn Çakuntalâ door Kern

Kalkoff, P. vi, 137, 260 over Erasmus

[p. 106]

Kalma, D. viii, 503-518 over Jong-Friesche lyriek

Kamerlingh Onnes, H. viii, 315

Kampen, N.G. van viii, 250

Kan, J.B. viii, 164, 171

Kandinsky, W. vii, 405 viii, 487

Kant, I. ii, 317-319 discussie over zijn wijsbegeerte in Nederland v, 16 over speeldrang als oorsprong v. beeldende kurst, 67 het gebruik v.h. woord ‘spel’ door viii, 90, 104 zijn invloed aan de universiteit v. Groningen, 457

Kappeyne van de Coppello, J. viii, 280, 287, 295, 299, 315, 334 en het H.O.

Kapteyn, J.C. vi, 336-338; 396-397 en Jan Veth, 499 viii, 304, 316, 325, 338 als hoogleeraar te Groningen

Karel iv, keizer viii, 8 sticht universiteit v. Praag

Karel v, keizer ii, 36-38 periode v. zijn grootste macht, 40-41 neergang v. zijn heerschappij, 208; 213 en de naam Bourgondië, 256 en de kruistochten, 263 als laatste Bourgondiër, 274, 292, 307 iii, 63; 116, 524 uitdaging aan Frans I tot duel, 382 intocht te Antwerpen in 1520 v, 19, 81 verbod v. ‘weddingen’ door, 120 uitdaging aan Frans I tot duel vi, 87, 90, 95, 140, 145, 172, 255 vii, 246 Ranke over, 516-517 zijn tallooze mislukkingen

Karel i van Engeland iv, 413 navolging door Lodewijk XVI v. vi, 333 vii, 94

Karel ii van Engeland ii, 458 vii, 520

Karel v van Frankrijk iii, 25; 214 godsdienstigheid v.

Karel vi van Frankrijk iii, 7, 15, 16; 23 intocht in Parijs in 1380, 25, 27, 54; 55 begrafenis v., 76, 85; 115 tocht tegen Italië in 1391, 123; 131 bruiloft v., 142 en de Cour d'amours, 194, 201, 288, 309, 319, 323, 523

Karel vii van Frankrijk ii, 114-115, 122, 182-183 Chastellain over, 120 verzoening met Bourgondië in 1435, 182, 273, 532, 557 iii, 11, 55 begrafenis v., 112 iv, 437

Karel viii van Frankrijk vii, 516

Karel ix van Frankrijk ii, 47

Karel xii van Zweden ii, 250 vergeleken met Karel den Stouten

[p. 107]

iv, 413 navolging v. Gust. Adolf door

Karel de Dikke iv, 508

Karel de Eenvoudige, koning van Frankrijk iv, 508 samenkomst v. - te Worms met Hendrik I

Karel de Groote i, 471 en de Friezen iv, 418 herleving v.d. herdersroman tijdens, 485, 486 Wells over keizersch. v., 503-504 karakter v. keizersch. v. vii, 505

Karel de Stoute i, 517 en het koningschap v. Friesland ii, 98, 155 de levensvatbaarheid v. zijn rijk, 116 en Lodewijk XI, 122-123, 204, 244 stelt geen prijs op naam v. goed Franschman, 123, 199 Chastellain over, 126, 129-131, 197-199, 247, 274 en het koningschap, 136 bijnaam v., 138, 190-191 en het symbool v.d. leeuw, 140-141 het aantal provincies v. zijn rijk, 143; 151-152 en de Hollanders, 164 tracht den Bourgondischen staat te voltooien, 206 centralistische politiek v., 208 en de Nederlanden, 216 portret v., 225-228 verhouding tot zijn vader, 248-254 karakter v. zijn politiek en zijn persoon, 273, 293 iii, 13, 22; 27, 314, 318 bruiloft v., 43 ridderideaal v., 46-47 hofstaat v., 51; 59 smart bij dood v. Philips den Goeden, 81 volgt klassieke helden na, 100 accepteert de orde v.d. Kouseband, 117; 122, 297 zijn legerkamp voor Neuss, 130 ingetogenheid v., 160, 226; 227 en Dionysius de Kartuizer, 280 juweelen v., 295, 299, 319; 326, 335 en de muziek, 337; 355-356, 465-466 in een conflict met zijn vader, 382 intocht te Rijsel in 1468, 394 lijkplechtigheid v. iv, 188, 190, 193 en Eduard IV v. Engeland, 212; 411, 413 historisch levensideaal v. v, 126 zijn legerkamp voor Neuss, vii, 516

Karlstadt, Andreas vi, 136

Karsen, Eduard vi, 346, 361 en Jan Veth

Karsten, J.W. viii, 82

Kaudern, Walter ii, 591 over Indonesische muziek

Keene, Charles vi, 435

Keere, Pieter van den ii, 379

Keessel, D.G. van der viii, 51, 363

Keldermans, de ii, 42

Kelsen, H. vii, 273

Kemp, C.M. van der ii, 542 viii, 154

[p. 108]

Kempenaer, J.M. de viii, 440

Kemper, J.M. ii, 535 en de reorganisatie v.h. H.O. in 1815 viii, 49, 52-55, 57, 61, 62, 181, 455 en de reorganisatie v.h. H.O. in 1815, 88, 93, 94; 136-138, 266 Star Numan en

Kemper, familie vi, 385, 478 en Jan Veth

Kepler, Joh. iv, 345

Kerckhoff, P.J. van viii, 235, 236, 240, 304 als hoogleeraar te Groningen

Kerényi, Karl v, 49-50 over het feest

Kerkwijk, J.J. van viii, 280

Kern, J.H. vi, 277

Kern, J.H. vi, 289 viii, 309 als hoogleeraar te Groningen

Kern, J.H.C. i, 168, 192 vi, 277-320; 395-397 en Jan Veth vii, 565 nt, viii, 371-376, 459

Kernkamp, Arend vi, 548

Kernkamp, G.W. vi, 544-558

Kersting, F.G. iv, 401

Kethulle, Lodewijk van de iii, 121

Keulen, Herman van iii, 321

Keutgen, F. i, 209 over ontstaan v. steden, 234 bestrijdt de hofrechttheorie, 284 over de handwerksgilden ii, 334, 336 over Rolandsbeelden

Key, Lieven de ii, 390, 497, 499

Keyser, Hendrick de ii, 390, 494, 499 vi, 191 standbeeld v. Erasmus

Keyserling, Hermann ii, 518 over Nederland

Kiefl, F.X. vi, 157 over Erasmus en Luther

Kierkegaard, Sören ii, 508 iv, 395 vii, 358

Kiesewetter, R.G.R. iv, 461 over de Nederlanden i.d. muziekgeschiedenis

Kiliaan, C. ii, 346 het woord ‘potboef’ bij iv, 530 het woord ‘patriot’ bij

Kinker, Joh. ii, 318 viii, 90 en Kant

Kipling, R. vii, 492

Klein, A. viii, 303, 304

Kleineke, Wilhelm iv, 564-566 bespreking v. boek v.

Kleintjes, Ph. viii, 301

Klerk, C.R. de viii, 533, 534

[p. 109]

Kloos, Willem vi, 347, 352, 356, 361, 369, 463 Veth en

Kluckhohn, A. i, 207 over ontstaan der steden

Kluit, Adriaan iv, 358 vi, 526 vii, 191

Kluyver, A. viii, 310

Kneppelhout, J. vii, 481 het woord ‘beschaving’ bij

Knox, generaal Henry v, 262 over de voorstanders v.d. Amerik. Constitutie, 277 sticht het genootschap der Cincinnati

Koch, C.F.A. viii, 304

Koe, S.S. de viii, 298

Koenraad ii, keizer ii, 292 en de Nederlanden

Köhler, Walter vi, 169

Kolff, G.J. viii, 479

Konijnenburg, W.A. van vi, 510

Koo, J. de vi, 367, 369, 449

Kooy, K. viii, 303, 311

Kooyker, H.A. viii, 247, 302, 303, 317 als hoogleeraar te Groningen

Kops, J. viii, 108, 110

Korteweg, J.A. viii, 303

Kosters, J. viii, 301, 302

Krabbe, H. viii, 301

Krämer, F.J.L. vi, 549

Kraemer, H. vii, 615-616

Kramp, F.G. viii, 479

Kretschmer, E. vii, 75 zijn ‘Körperbau und Charakter’

Kropotkin, P. vii, 538

Kruseman, A.C. vi, 285, 302-303 en Kern

Kruyf, E. viii, 289, 299

Kubitschek, W. ii, 5 nt 1, 6 nt 1, 11, 14

Kuenen, A. vi, 524 viii, 161; 372, 373 en Kern

Kuenen, J.P. vi, 394, 396-397, 454 en Jan Veth, 531, 532

Kugler, Bernhard ii, 238 brief v. Burckhardt aan

Kuhn, A. i, 181 vi, 284

Kuhl, H. viii, 107

Kuiper, E.T. vi, 148 nt 3

Kunst, J.

[p. 110]

ii, 589-592 over Indonesische muziek

Kurth, G. iv, 433, 434 over term ‘Middeleeuwen’ vi, 502

Kuyper, Abraham vi, 394-395 en Jan Veth vii, 280 en het woord ‘geestesmerk’, 489 en het woord ‘cultuur’, 158; 261 en B.J. Gratama

Laborde, L. de iii, 524 iv, 253

La Bruyère, J. de iii, 72

Lachmann, K. viii, 251

La Curne de Sainte Palaye iii, 108 over riddergeloften

Ladvenu, Martin iii, 549, 557 en Jeanne d'Arc

La Follette, R.M. v, 365 en de Amerik. socialisten, 419

Laforgue, Jules iii, 482 vii, 66

La Hire, Etienne de Vignolles, dit iii, 337

Lairesse, G. de ii, 502

Lakke, A.J. viii, 141 over Van Heusde

Lalaing, Jacques de ii, 256 dood v. iii, 64 vriendschap met Jan v. Cleef, 87 ridderschap v., 107; 112 over Jacques Coeur, 124 iv, 421 ridderideaal v.

La Marche, Olivier de ii, 99 fel aanhanger v. Bourgondië, 100-101 karakteriseering v., 102 beperkth. v. staatsidee v., 107, 174 over de gevolgen v.d. moord op Jan Zonder Vrees, 108, 256, 279-280 de Bourg. hofstaat volgens, 113 over Chastellain, 123, 204 geen Fransch loyalisme meer bij, 125 de naam ‘pays de par deça’ bij, 128, 196 over het oude Bourgondië, 136-137 bijnamen v. Bourg. hertogen bij, 141; 143 over de gunstige ligging v. Bourg., 144; 147 over de Vlamingen, 151; 172 over Fransch loyalisme v. Philips den Goeden, 180 over het ‘bien public’, 221-223 portret v. Philips den Goeden, 250 over kruistochtplannen v. Karel den Stouten iii, 12; 20 over de gevolgen v.d. moord op Jan Z. Vrees, 37 pessimisme v., 46, 48 over den hofstaat, 77 en het ridderideaal, 99; 117-118 over den rechtskamp v. twee burgers te Valenciennes 124; 168 het motief der verrotting bij, 217-218; 224 over de vroomheid v. Lod. XI, 254 zinlooze symboliek bij, 257, 291, 293; 295 onnauwkeurigheid v., 317, 327, 444-445 en het banket v. Rijsel v. 1454, 336, 338; 354 over Chastellain, 388 woordenspel bij,

[p. 111]

393; 395 en de latiniseering v.h. Fransch, 398 schrijversnederigheid v., 401 over devies v. Ph. de Ternant, 468 iv, 186 nt 1, 187 Eduard IV in Holland, 201 over het tournooi

Lamartine, Alphonse de iv, 399-400 moderne appreciatie v., 405

Lambert, Gerrit ii, 347 afbeelding v.d. Roland v. Amsterdam door

Lamennais, R. de iv, 407 ideeën v. vi, 476

Lamers, G.H. viii, 228, 299 als hoogleeraar te Groningen

La Mettrie, J. de iv, 348

Lamprecht, Karl ii, 404-411 critiek op boek v. iii, 262 zijn term ‘typisme’ iv, 268 de onjuistheid v. zijn schema's, 429 nt 1 over Wilhelm II en over roeping v.h. Duitsche volk, 486 samenhang in de geschiedenis bij vii, 5, 8 zijn streven moet niet te snel veroordeeld worden, 9, 10, 23 over kunst en geschiedenis vii, 17; 34, 94 zijn term ‘diapason’, 47, 69, 73, 95; 117-118 zijn pretentie v. natuurwetenschappelijkh., 188 zijn ‘Kulturzeitalter’, 233-234 bespreking v. boek v.

Lancaster, John of Gaunt, hertog van iii, 115, 308

Land, J.P.N. ii, 589 over Javaansche muziek

Land, N.K.F. viii, 300

Lang, Andrew i, 16

Lang, Johannes vi, 136-138

Lange Jr, D. de viii, 312

Langlois, Ch.V. vii, 250, 252

Langlois, E. iv, 72 nt 6

Languet, Hubert ii, 351 vi, 329, 330, 332 en Philip Sidney

Laundy, Baudouin de iii, 344, 452 portret v. - door Van Eyck

Lannoy, Ghillebert de iii, 213

Lannoy, Hugues de ii, 144 prijst de Dietsche taal iii, 54

Lannoy, Jean de iii, 317, 444 en het banket v. Rijsel v. 1454

La Noue, François de iii, 91 over de Amadis-romans

Lanson, Gustave iv, 295 over het realismev. Rabelais

Laon, Colard de zie: Marmion, Colard

La Pierre, Ysambard de iii, 549, 557 en Jeanne d'Arc

La Roche, Sophie von ii, 316

[p. 112]

La Rochefoucauld, F. de vii, 522

La Salle, Antoine de iii, 178, 216

Lasco, Johannes a vi, 62, 178

Laspeyres, Etienne ii, 409-410

Lassen, Chr. vi, 300

Latimer, H. vi, 57, 265 en Erasmus

Latomus, Jacobus vi, 129, 130, 143 en Erasmus

Latouche, H. de iv, 386 vertaler v.d. Erlkönig

La Tour Landry, ridder de iii, 104-105 over een eigenaardige ridderlijke gelofte, 150-151 zijn ‘Livre pour l'enseignement de ses filles’, 193 over bedevaarten, 205 over St Joseph

La Trémoïlle, Guy de iii, 120, 311

Lauchert, F. i, 174-175, 186 over den Physiologus

Laud, William ii, 398-399, 459 en het Arminianisme

Laurentie, F.J.M. viii, 309

Laval, gebroeders de iii, 541, 552 over Jeanne d'Arc

Laval, Jeanne de iii, 97

Laval, Louis de iii, 83

La Villemarqué, Hersart de i, 22 zijn ‘Barzaz breiz’

Lavisse, E. vii, 120, 121, 250

Lazarus, M. vii, 12

Lebègue, Jean iii, 141

Lebret, Frans vi, 356 en Veth

Lebret, M.C. vi, 364-366 en Veth

Lebrun, Ch.F. viii, 46-48, 65, 455 en het onderwijs in Nederl. onder Napoleon

Leclerc, Jean ii, 297 in Nederland vi, 220

Lee, Edward vi, 115, 118, 124, 129-131, 136, 140, 151, 240, 264, 270 en Erasmus

Lee, Robert vii, 201

Leeghwater, Adriaan ii, 464 over eenvoud in Nederland

Leemans, C. ii, 8, 11

Leemans, W.F. vi, 464

Leeuwen, J. van i, 183

Leeuwenhoek, A. van iv, 345 vii, 230 viii, 454

Le Fèvre, Jean iii, 171, 172 en de doodendans

[p. 113]

Lefèvre d'Etaples, Jacques vi, 22, 25 het aristotelisme v., 115, 116, 128-129 en Erasmus

Lefèvre de Saint Remy, Jean iii, 78, 103, 323, 521

Lefranc, Abel iv, 295 over het realisme v. Rabelais vi, 501

Lefranc, Martin iii, 301 over den heksenwaan

Legais, Estienne iii, 141 en de Roman de la Rose

Lehmann, Paul iv, 219-223 bespreking v. boek v., 434, 435 over den term Middelleuwen

Leibniz, G.W. ii, 332 over Rolandsbeelden, 382 over Hugo de Groot vi, 221 vii, 51 over doel der geschiedwetenschap

Leicester ii, 47, 351, 352, 375 in Nederland vi, 330-332 en Philip Sidney

Leiden, Philips van i, 231 nt over het ‘Huis te Haarlem’, 392; 397-399 over gebruiksrechten in den Haarlemmerhout ii, 102 positieve staatsleer v.

Leidis, Johannes a i, 221

Lekkerbeetje, Gerard Abrahams, gezegd iii, 121

Lelyveld, Frans van ii, 316

Lemaire, Jean ii 258 de stijl v. iii, 486, 575

Lemaître iii, 532

Lemego, Johan van i, 432, 433

Lemonnier, Camille iii, 466

Lemontey, P.E. vii, 528 over militarisme v. Lodewijk XIV

Lenin, W. vii, 298, 532

Lennep, D.J. van viii, 438, 444, 451 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Lennep, Jacob van ii, 583 over het Prinsenhof viii, 445-447 en het ‘Instituut van Wetenschappen’, 522-524 als uitgever v. Vondel's werken

Lensch, P. iv, 463 en Spengler

Lenting, J. viii, 248

Leo x, paus iii, 84 vi, 64, 81, 89 en Erasmus

Leo, H. ii, 320 Thorbecke tegen

Leo, Sibrandus i, 448-452 teekent een kaart v. Friesland

Leonardo da Vinci ii, 384 iv, 236, 284 over Giotto, 270; 289 het bizarre naturalisme v., 292; 329 zijn naturalisme tegen-

[p. 114]

over dat v. Dürer, 343, 344 vi, 214 vii, 515

Leopold, J.H. vi, 536, 540

Le Petit, J.F. ii, 371 in Engelsche bewerking uit 1608

Le Roy, Louis vii, 573 viii, 496

Leroy-Beaulieu, A. vii, 251

Le Sauvage, Jean vi, 87 als beschermer v. Erasmus

Leskien, August i, 21-22 als hoogleeraar te Leipzig

Lesseps, Ferdinand de vii, 537

Leuring, W. i, 24

Lévy, Sylvain i, 27, 45, 46, 49, 53-55, 71, 72, 77, 79, 80, 101, 106, 108, 112, 116, 136

Lewis, Sinclair v, 413 de vormloosheid v., 438-439 karakteristiek v. zijn werk, 488 tegen de Fundamentalisten viii, 501

Leyden, Lucas van iii, 510-511 Friedländer over vi, 190

Leyds, W.J. vi, 385

Libanius, vi, 66

Libri, G. iv, 241 en de Renaissance

Lidwina van Schiedam iii, 215

Liebermann, Max vi, 367, 386, 392 en Jan Veth

Liebeschütz, H. iv, 39, 64, 68, 69 over Alanus v. Rijsel

Ligtenberg, R. vi, 468

Lilly, W.S. i, 105

Limburg, gebroeders van iii, 325, 327; 362-363, 471-472 afbeelding v. kasteelen door, 447

Limburg, Paul van iii, 363; 366 het rhetorische in het werk v., 373, 474 het bizarre in het werk v., 447, 472

Limburg Brouwer, P. van viii, 100-102, 160, 167, 172, 173, 179, 220, 233, 248, 249 als hoogleeraar en bibliothecaris te Groningen

Limburg Brouwer, P.A.S. van i, 150 vi, 285, 287 viii, 249, 262

Limburg Stirum, L.G.A. van viii, 66

Linacre, Th. vi, 35, 57, 200 en Erasmus

Lincoln, Abraham v, 240, 287-288 zijn nominatie tot candidaat-president, 281; 293 tegen de geldaristocratie, 296, 326, 342, 386; 402 vereering v. vii, 201

[p. 115]

Lindeboom, J. iii, 299

Linden, H. vander i, 292-294 over stadrecht v. Leuven

Linthorst Homan, J. viii, 297

Lintum, C. te i, 415, 422, 425-426 over een dam in het Spaarne, 420 over ontstaan v. Amsterdam

Lipsius, Justus iii, 566

L'Isle Adam, J. de iii, 55

List, F. ii, 287 en de term Midden-Europa

Liszt, F. iv, 404 het impressionisme v.

Litt, Th. vii, 77, 79 over de geschiedwetenschap, 360 nt

Liutprand van Cremona vii, 177

Livius iii, 394 vii, 155, 174, 195

Lloyd George, D. vii, 555

Locher, G.W. v, 19 nt i, 88 over boek v.

Locke, John iv, 347 consequenties v. zijn kennisleer

Lodewijk ix de Heilige van Frankrijk vii, 508

Lodewijk xi van Frankrijk ii, 115-119, 123, 128, 155, 180-183, 200-201, 204, 205, 274 anti-Bourgondische politiek v., 122, 137, 190 Chastellain over, 145, 156; 229 en ‘Onnoozele Kinderen’ iii, 8; 12 intocht in Atrecht, 18 en Margareta v. Anjou, 52; 56 koningswijding v., 60; 63 Commines mignon v., 100 125 en het ridderideaal, 177, 184 en ‘Onnoozele Kinderen’, 224-226 de zonderlinge vroomheid v., 231, 292; 299 bijgeloof v., 327 zijn afkeer v. weelde, 337 iv, 188, 190; 195-197 boek v. P. Champion over, 213 en ‘Onnoozele Kinderen’ vii, 516

Lodewijk xii van Frankrijk iii, 116 iv, 523 betrekt geschiedschrijvers uit Italië

Lodewijk xiii van Frankrijk ii, 395-396 v, 214 Hugo de Groot aan

Lodewijk xiv van Frankrijk ii, 401 vii, 387, 510; 519-520 beoordeeling v. zijn regeering, 527-528 als grondlegger v.h. militarisme, 583

Lodewijk xvi van Frankrijk iv, 413 navolging v. Karel I v. Eng. door

Lodewijk de Vrome i, 241

Lodewijk Napoleon, koning viii, 42, 46, 52, 55 en het H.O. in Nederl., 359, 432, 434-437,

[p. 116]

450, 451 en het ‘Koninklijk Instituut’

Loesch, H. von i, 273

Lohier, Jehan iii, 558 en het proces v. Jeanne d' Arc

Loke, M.E. viii, 309, 336

Loncq, G.J. viii, 237

London, Jack v, 408 dierverhalen v.

Longfellow, H.W. v, 392-393, 395, 437

Longnon, A.H. iv, 208 vii, 251

Longolius, Christoffel vi, 45, 164, 165, 195 en Erasmus

Loon, H.W. van v, 434 vii, 50 en het evolutionisme, 63; 237-243 bespreking v. boek v.

Loon, Lodewijk van i, 215, 216, 371, 372 en Haarlem, 218, 343, 413

Looy, Jacobus van vi, 346, 417, 418, 422, 440 en Jan Veth

Lorentz, H.A. vi, 492-494

Lorenz, O. iv, 135 vii, 91 generatie-leer v.

Lorrain, Claude iv, 141 verheerlijking v.

Lorris, Guillaume de iii, 129 de hoofsche min in werk v., 135-136 en de Roman de la Rose iv, 13, 72 dichter v.d. Roman de la Rose

Loserth, J. iii, 563

Lot, Ferdinand vii, 88 over Oudheid en Middeleeuwen, 252

Lotharingen, Godfried i van i, 367

Lotharingen, Godfried iii van i, 292

Lotharingen, René i van zie: René van Anjou, koning van Sicilië

Lotharingen, René ii van ii, 251 grafschrift voor Karel den Stouten iii, 184 iv, 212, 213 en ‘Onnoozele Kinderen’

Lotharius ii, 126-127, 194-195, 273-274 herinnering aan zijn rijk is van beteekenis in Bourgondië, 155 de levensvatbaarheid v. zijn rijk

Lowell, James Russell v, 391-392, 412

Loyola, Ignatius van ii, 35, 39 iii, 219 iv, 271 vi, 180, 225 over Erasmus, 183

Lucanus iv 509 de term ‘furor teutonicus’ bij

Luce, Morton iv, 310

Lucena, Vasco de iii, 80 vertaalt Quintus Curtius

[p. 117]

Luchaire, A. i, 346 vii, 250, 252

Lucianus vi, 57, 59, 66, 78, 229, 232 Erasmus en

Lucretius v, 156

Lud, Jean iv, 212

Ludwig, Emil iv, 197 vii, 66, 158

Lugt, F. ii, 562-565 over het Historisch Museum

Lugtingius, Johannes i, 440-448 z.g. student te Orléans

Luillier, Jean iii, 543

Lulofs, B.H. viii, 64, 91, 100, 130, 145, 167, 181, 205, 220, 249-251 als hoogleeraar te Groningen, 95-98, 102 karakteriseering v., 164 over den professorenstand, 177 over het H.O.

Lumey van der Marck, W. iii, 107 iv, 421 gelofte v.

Lupset, Thomas vi, 196

Lusignan, Léon de iii, 58 begrafenis v.

Lusignan, Pierre de iii, 101 en de Orde v.h. Zwaard

Luther, M. ii, 35, 36, 37, 41, 44 iii, 259 tegen de allegorie in de godgeleerdheid, 473 iv, 122 en Augustinus; contrast met Erasmus, 271, 319; 429 als nation. symbool v, 25, 245 nt 1 ziet de menschenwereld als Gods tooneel, 142 godsdienstgesprek met Zwingli vi, 53, 91, 115, 124, 127, 131, 133-143, 152, 154-158, 161, 169, 170, 171, 180, 182, 183, 196, 208, 249, 261, 262 en Erasmus vii, 246 Ranke over, 311 viii, 151 de Groninger richting en

Luxemburg, Andreas van iii, 221

Luxemburg, Pieter van iii, 219; 221-222 de heiligheid v.

Lydgate, John iv, 150 vi, 197, 201

Lyon, Espaing du iii, 360

Lypsius, Martinus vi, 129

Lyra, Nicolaas van vi, 56

Mabillon, J. vii, 178

Macaulay, Th.B. vii, 111, 113, 195 als geschiedschrijver vi, 291, over inrichting v.h. onderwijs in Indië

MacCormick, Cyrus H. v, 295 en de oogstmachine

[p. 118]

Machaut, Guillaume de iii, 82 over ‘les neuf preux’, 144 kleurensymboliek bij, 146-151 over de liefde, 366-367 lied- en versvormen v., 391 en Petrarca, 393 mythologische fouten v.

Machiavelli, N. iv, 234 over de Renaissance, 270 het formalisme v., 288 het realisme v., 449 geschiedopvatting v., 521 over de Fransche politiek, 528 zijn ‘Principe’ vi, 68, 88, 328 vii, 115 cyclische geschiedopvatting v., 155, 195; 298, 379, 597 en de leer v.d. amoreelen staat

Mac Ilwain, C.H. iv, 158, 163 over het Eng. Parlement

Mackay, Dorothy-Louise iv, 180-182 bespreking v. boek v.

Mac Kechnie, W.S. iv, 479 over de Magna Carta

MacKinley, W. vii, 316, 538 moord op

MacMaster, J.B. v, 273, over de ‘caucuses’

Macpherson, Aimée v, 387, 425-426

Macpherson, J. iv, 358-359 synthetiseert natuuren historiebeeld v. zijn tijd viii, 142 Van Heusde en de ‘Ossian’ v.

Madariaga, S. de vii, 262, 275

Madelin, L. vii, 252

Madison, J. v, 284.

Maelweel, Jean iii, 321

Maerlant, J. van iii, 80 iv, 510 over de Franschen

Maertens, Dirck vi, 50, 64, 86, 88, 130, 149, 237 uitgever v. Erasmus

Maeterlinck, M. iii, 568 als vertaler v. Ruusbroec

Mahuot iii, 117-118 zijn duel met Jacotin Plouvier

Maillard, Olivier iii, 10, 231 als volksprediker, 16 als politicus, 185 als theoloog, 285

Mainz, kardinaal Albert van vi, 139

Maistre, Joseph de vii, 295

Maitland, F.W. iv, 154 over koninkl. rechtsmacht, 157, 160, 161, 163, 177 over het Eng. Parlement vii, 122

Male, Lodewijk van, graaf van Vlaanderen iii, 310, 441 en Melchior Broederlam

Mâle, Emile i, 173 nt, 175 over een glasschildering te Lyon iii, 172 over den doodendans, 384 nt 1, 477 nt 1

Malebranche, N. iv, 350 is tegen historische kennis

[p. 119]

Malinowski, B. v, 18, 90 over de zede der ‘kula’ in Melanesië, 51-52 over het spelkarakter v. primitief geloof, 94

Mallarmé, S. iv, 382 vereert L. Bertrand

Mallinckrodt, W. viii, 299

Mamerot, Sébastien iii, 83

Man, J.C. de i, 530-532, 536 over den burg v. Middelburg

Manen, W.C. van viii, 299

Manet, E. iv, 395; 467 Spengler over vii, 202 en het historiestuk

Manitius, M. iv, 4 nt, 6, 17 nt 4, 18 over Alanus v. Rijsel

Manius, Peter vi, 260

Mann, Margaret vi, 271-273 bespreking v. boek v.

Mannheim, Karl vii, 318, 358; 381-382 over de consequenties der amoraliteit v.d. staat, 412

Manuel, Juan iii, 76 over de ridderwijding

Map, Wouter iii, 153 over het hofleven iv, 103 nt 1; 111 nt 1 citaat v.

Marbod van Rennes iv, 12, 19 en Alanus v. Rijsel, 88 praegothiek dichter, 107, 108 klassicisme v.

Marchant, Guyot iii, 172, 174 uitgever v.d. doodendans

Marchant, H.P. viii, 546, 548, 553-559 over de spellingkwestie

Marche, Jean de iii, 222

Marck, F.A. van der viii, 92, 93, 129, 347 als hoogleeraar te Groningen

Maresius, S. viii, 343 tegen Descartes

Maria van Bourgondië ii, 127, 196, 202 d'Auffay over rechten v., 156; 171, 205, 213 doop en naam v. haar zoon, 207; 227 doop v., 242, 253, 260 iii, 62 kraamkamer bij geboorte v. 189; 226 en St Colette

Maria van Hongarije vi, 161, 178 en Erasmus

Marinetti, F.T. iii, 399

Maris, Jacob vi, 347, 359, 408, 431, 453 Jan Veth en

Maris, Matthijs vi, 347, 359-361, 436, 439, 477 Jan Veth en

Markham, F. en G. ii, 371 en Nederland

Marlowe, C. ii, 351 en Nederland iii, 268 nt 4

Marmion, Colard iii, 318, 445

Marmion, Simon iii, 318, 445

[p. 120]

Marnix van Sint Aldegonde, Philips van vi, 327

Marot, Clement iii, 142 en de Roman de la Rose, 351, 461 over Alain Chartier iv, 217 epigram v.

Marret, R.R. v, 51 over het spelkarakter v.h. primitieve geloof

Marsilius van Padua ii, 102 schept de theorie v.d. staat

Marston, J. ii, 357 Nederlanders in werk v.

Martialis vii, 44, 256

Martianus Capella iii, 249 iv, 16, 36, 39, 52 voorbeeld v. Alanus v. Rijsel vii, 221

Martinet, J.F. ii, 534 viii, 108, 109, 122

Martinus v, paus iii, 245

Marum, M. van viii, 53; 433-435 en het ‘Koninklijk Instituut’

Marx, Karl iv, 486 samenhang v. hist. perioden bij, 548, 550 v, 255 zijn leer schijnt op te gaan in de Amerik. geschiedenis, 473 vii, 113, 160, 471, 532, 577

Masaccio iv, 288

Massinger, Ph. ii, 367

Mather, Cotton v, 379 zijn ‘Magnalia Christi Americana’

Mather, Increase v, 379 zijn ‘Early History of New England’

Mathiez, A. vii, 252

Matthaeus Parisius iv, 158, 165 over parlementen

Matthes, C.J. viii, 445

Matthes, J.C. viii, 161

Matthijsen, Jan ii, 91 over een term in het rechtsboek v.

Maunier, R. v, 89

Maupassant, Guy de iii, 157

Maurer, G.L. von i, 207, 208 over ontstaan der steden

Maurier, Benjamin du ii, 386

Maurik, Justus van vi, 379

Maurits, prins ii, 440 het hof v., 516 viii, 352 en de ingenieursschool te Leiden, 564, 565

Maurois, André vii, 66 zijn ‘Disraeli’, 252

Mauss, Marcel v, 14 nt 3; 19, 87, 89 over archaïsch ruilverkeer: de ‘potlatch’, 20 nt 3; 441 over Amerika vii, 84

[p. 121]

Mauve, A.V. vi, 345, 351, 354, 356, 427, 431 Jan Veth en

Maximiliaan i, keizer ii, 40, 252, 253, 274 huwelijk met Maria v. Bourgondië, 157, 171, 205 doop en naam v. kind v., 213, 255, 260, 294 iii, 25; 226 en St Colette, 310; 441 als gevangene te Brugge vi, 95, 136, 167

Mazzini, Giuseppe iv, 545-548 de ideeën v. - en de Italiaansche eenheid vii, 553 en het nationaliteitenbeginsel

Medici, Lorenzo de' iii, 43 ridderideaal v., 128; 224 correspondentie met Lodewijk XI iv, 247 Burckhardt over, 418 bucolisch ideaal a.h. hof v.

Meerman, J. viii, 53, 60; 432-434, 436 en het ‘Koninklijk Instituut’

Mees, R.A. viii, 304, 305, 315 als hoogleeraar to Groningen

Meesten Oever, J. viii, 311

Meester, Johan de vi, 531, 533

Meetkerke, Adolf van ii, 66-68 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Meijer Jr, D.C. vi, 414

Meijer, G.J. viii, 100, 220, 251 als hoogleeraar te Groningen

Meijers, E M. viii, 389 over de autonomie der universiteit

Meinecke, F. vii, 73; 78 over Taine, 381

Melanchton, Ph. ii, 332 over Rolandsbeelden iv, 264 en de idee v. wedergeboorte, 289-291, 328 over Dürer vi, 140, 146, 157, 170, 172, 183, 247, 250 en Erasmus, 332 viii, 344 en de universiteiten

Memlinc, Hans iii, 305, 503-504 Friedländer over vi, 301

Mencken, H.L. v, 440 karakteristiek v.

Mendelssohn, F. iv, 404 en het impressionisme

Menzel, Adolf vi, 386, 434 Jan Veth en

Merrick, John ii, 360 kende Nederlandsch

Mersenne, M. ii, 383

Merula, Paulus i, 389 over den Haarlemmerhout, 396 over het ‘recht van inschrijving’

Merwin, H.C. v, 285 over de ‘Sons of Tammany’

Méryon, Charles vi, 476

Meschinot, Jean iii, 37 pessimisme v., 71 over de ellende van het volk, 156 over het hofleven, 159; 359 het stijl-

[p. 122]

middel v.d. wisselrede bij, 367; 388 allegorieën v., 574

Mestwerdt, Paul vi, 272

Meteren, E. van ii, 371 in Engelsche bewerking uit 1608

Metsijs, Quinten iii, 332, 455 en de Vlaamsche schilderkunst der XVe eeuw, 504-507 Friedländer over vi, 88, 186, 190, 244 portretten v. Erasmus door, 431, 433, 438 Jan Veth en

Metternich iv, 542 acht eenheid v. Italië onmogelijk

Metz, Jean de iii, 542

Meulener, P. ii, 439

Meyboom, H.U. viii, 298, 299

Meyboom, L.S.P. viii, 160, 161 en de Groninger richting

Meyer, Ed. iv, 415 nt 1 over gouden eeuw vii, 10 over de geschiedwetenschap, 120 viii, 332

Meyer, P. iv, 436

Meyer, W. iv, 222

Meyerbeer, G. iv, 404 en het impressionisme

Mézières, Philippe de iii, 25 wil dat boetsacrament wordt toegestaan aan ter dood veroordeelden, 76-77 politieke droomen v., 99, 107, 216 en de Ordre de la passion, 113 kruistochtideaal v., 217; 218 testamenten v., 221, 283, 298; 391 en Petrarca

Michael Scotus v, 144 vragen v. keizer Frederik II aan

Michault, Pierre iii, 370, 476

Michel, André vii, 250

Michel, Emile vi, 418

Michel Angelo iii, 321, 332, 383, 454-455, 458 over de Vlaamsche schilderkunst der XVe eeuw, 384, 477 iv, 235, 261 en de Renaissance, 240 Goethe over, 287 Castiglione over, 289 en de overwinning v.h. realisme, 291 en Dürer, 296 synthese v. Rabelais en Ariosto, 329 de eenvoud v. zijn kunst en Dürer vi, 433 vii, 575

Michelet, Jules ii, 111, 165 anti-Bourgondisch standpunt v., iii 539 over Jeanne d'Arc iv, 243, 244, 248-250, 255 over de Renaissance, 402 en de Middeleeuwen, 450 vii, 17, 22, 72, 73, 111; 116 en de Renaissance, 194, 247

Michelle de France iii, 50, 59

[p. 123]

Middendorp, H.W. viii, 247, 302, 303 als hoogleeraar te Groningen

Miliis, Ambrosius de iii, 155; 197 bekeering v., 390 als humanist

Millais, J. vi, 509

Miller, William v, 387 de religieuze secte v.

Millet, J.F. vi, 347, 359, 376 Jan Veth over

Milton, J. ii, 360 kende Nederlandsch

Miolaus, Philibert de iii, 101 ridderorde v.

Miquel, F.A.W. viii, 444, 445 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Modderman, S.M.S. viii, 156, 173, 297 en de universiteit v. Groningen

Modderman, W. viii, 255, 256, 300 als hoogleeraar te Groningen

Moes, Wally vi, 346, 351, 450 en Jan Veth

Möser, J. iv, 358

Mohammed iv, 280, 281 vii, 498

Moleschott, J. ii, 321 en Duitschland viii, 230; 236-239 over het medisch onderwijs in Nederland, 240, 241, 245, 297

Molinet, Jean ii, 99 fel aanhanger v. Bourgondië, 101 slecht navolger v. Chastellain, 113 over Chastellain, 123, 204 geen Fransch loyalisme meer bij, 138; 145, 245 prijst de welvaart der Nederlanden, 156, 205, 254 zijn eerbied voor den keizer, 157 trouw aan Bourgondië na 1477, 250 over Karel den Stouten iii, 71 over de ellende v.h. volk, 77 en het ridderideaal, 82 parodieert ‘les neuf preux’, 142 over den Roman de la Rose, 189; 212 over de bedelorden, 216; 254 symbolisme bij, 285, 295; 335 over muziek, 382; 386-388 valsch vernuft in werk v., 395 en de latiniseering v.h. Fransch, 398 schrijversnederigheid v., 400; 575 Champion over

Molinier, Auguste ii, 112, 165, 166 waardeert het anti-Bourgondische standpunt v.d. moderne historici

Moll, J.W. viii, 305, 318, 326, 333 als hoogleeraar te Groningen

Moller, H.W.E. iii, 568 als bewerker v. Ruusbroec viii, 525 als uitgever v. Vondel's werken

Mollerus, J.H. viii, 360; 433 en het ‘Koninklijk Instituut’

Moltzer, H.E. viii, 253, 307-309 als hoogleeraar te Groningen

Mondriaan, P. vii, 405

[p. 124]

Mone, F.J. viii, 250

Monod, G. vi, 502 vii, 250

Monstrelet, E. de ii, 99 heeft geen politiek standpunt, 147 over de Vlamingen iii, 10 over de preeken v. broeder Thomas, 77 en het ridderideaal, 115, 122; 294 oppervlakkigheid v., 300, 305, 521

Montaigne, M. de iv, 449 geschiedopvatting v. v, 122 beschrijving v. een duel vi, 68, 100, 104, 149

Montaigu, Jean de iii, 8 executie v.

Montemayor, J. de iv, 419 bucolisch ideaal bij

Montesquieu iv, 178 leidt ten onrechte scheiding der drie machten af uit Eng. staatsgeschiedenis, 352-355, 358-359 draagt bij tot nieuw historiebeeld, 531 denkt niet nationaalpolitiek, 532 moderne vrijheid stamt uit Germanië, 540 voorkeur voor kleinen staat v, 292 en Tocqueville vii, 107, 112, 178 viii, 141 Van Heusde en

Montferrant iii, 397-398 en de correspondentie v. Robertet met Chastellain

Montfort, Jean de iii, 220

Montmirail, Philips van iv, 66

Montreuil, Jean de iii, 139-140 verdedigt den Roman de la Rose, 143, 155; 197 over Ambrosius de Miliis, 390-392 als humanist

Monvel, Boutet de iii, 540

Mor, Anthonis iii, 517 Friedländer over

More, Thomas iv, 287, 288 over muziek, 307-309 bespreking v. boek over, 320; 521 over de Fransche politiek vi, 30, 35, 36, 57, 66, 67, 72, 73, 75, 88, 92, 100, 103, 115, 122, 124, 136, 140, 142, 147, 148, 174, 176, 186, 188, 208, 212, 226, 254 en Erasmus

Moréas, J. iv, 382 vereert L. Bertrand

Moret, Suzanne v, 402 over heldenvereering in Amerika

Morgan, J.P. v, 301, 309, 310, 313

Morosini, Antonio iii, 551, 552

Morris, Robert v, 269 over de pioniers uit West-Amerika

Morris, William ii, 549, iii, 537 iv, 266 zijn beeld v.d. Middeleeuwen vi, 376, 510 viii, 542

[p. 125]

Morse, Samuel F.B. v, 385

Mostaert, Jan iii, 510-511 Friedländer over

Motley, J.L. ii, 60, 61 over de Staten v. Holland op 10 Juli 1584 vii, 195

Moulins, Denys de iii, 31 als bisschop v. Parijs

Moulton, H. G. v, 468

Mountfort, Walter ii, 362 de Ambonsche moord in werk v.

Mountjoy, Lord William vi, 29-31, 35-37, 39, 57, 65, 75, 82-84, 90, 176 en Erasmus

Mourik Broekman, M.C. van v, 490 bespreking v. boek v.

Mozart i, 31

Much, R. i, 467, 514 over de grens tusschen Friezen en Chauken

Müller, F. Max i, 16, 158 vi, 288-290 als sanskritist

Müller, G. zie: Naumann, H.

Müller-Freienfels, R. vii, 362

Münster, Sebastian i, 449-451 kaart v. Noordel. provincies in ‘Cosmographia’ v.

Münsterberg, H. vii, 14

Mulder, Claas viii, 166, 167, 207, 229, 231, 232, 235, 314 als hoogleeraar te Groningen

Mulder, G.J. viii, 216, 235, 236, 240, 271, 283 en het H.O., 443, 445, 448 over het ‘Instituut van Wetenschappen’

Mulder, Johannes viii, 120, 181

Mulder, M.E. viii, 303, 311, 318 en de universiteit v. Groningen

Mulerius viii, 345 conservatisme v.

Muller, F. v, 126 over den sacralen oorsprong v. Rom. legerkamp

Muller, J.W. ii, 360 over kennis v.h. Nederlandsch in Engeland in XVIIe eeuw

Muller, P.L. ii, 506-507 en de ‘Gouden Eeuw’ viii, 307, 310 als hoogleeraar te Groningen, 341 over de universiteit v. Groningen

Muller Fzn, S. i, 37, 262 iv, 317-329 over Dürer vi, 389, 395, 396, 404-406, 409-411, 416, 418, 420, 422-425, 438, 444, 447, 449, 461, 464, 466, 467, 469, 487 Jan Veth en, 536, 545, 550, 551, 556

Muller Hzn, S. i, 528 over den Noordburg op Walcheren, 540, 541, 566

Mun, Thomas ii, 362

Munniks, W.

[p. 126]

viii, 117, 181, 347 en de universiteit v. Groningen

Muntinghe, Herman viii, 42-45, 48, 53-55, 62, 63, 67 als rector te Groningen, 87-91 karakteriseering v., 144-145, 147, 150, 167, 170 en Hofstede de Groot

Murillo, B.E. iii, 374

Murray, Gilbert vii, 262

Murray, R.H. vi, 156

Musius, Cornelis ii, 581

Musset, A. de iv, 399-401; 405 wanhoop v.

Musurus, Marcus vi, 62

Mutianus, C. vi, 157

Muurling, W. viii, 143, 146, 149, 150, 159, 161, 228, 348 en de Groninger richting, 166, 244, 275 als hoogleeraar

Muzzey, D.S. vii, 203 zijn ‘The United States of America’

Myconius, Oswald vi, 187

Naamen van Eemnes, A. van viii, 289

Naber, S.A. vi, 280, 316

Namen, Philips van i, 229

Nanteuil, Célestin iv, 381, 391 illustraties bij Louis Bertrand

Napoleon i iv, 462 Spengler over, 473, 474 Wells over, 533 invloed v. Rousseau op, 534 tegen nationaal streven, 542 acht eenheid v. Italië onmogelijk v, 222 zijn bewondering voor den Ossian vii, 214, 510, 529, 552 viii, 43 en de academie v. Groningen, 431, 432 en het Institut de France, 436

Napoleon iii iv, 406 sociaal geschrift v., 548-549 en het nationaliteitsbeginsel

Nassau, Jan van ii, 45, 46

Nassau, Lodewijk van vi, 330

Nassau, René van ii, 40, 41

Nassau-Dietz, Willem van ii, 38, 39

Naumann, F. ii, 287 en de term Midden-Europa

Naumann, H. en G. Müller iv, 210-211 bespreking v. boek v.

Navarre, Marguerite de iii, 342 iv, 11; 256 en haar kring

Nebukadnezar iv, 440 droom v.

Neckel, G. v, 160

Nell, M. iv, 212

[p. 127]

Nettesheim, Agrippa van vii, 148 historisch scepticisme v.

Neulighem, Antonio van v, 19, 81 over het Italiaansch boekhouden

Neumann, Carl iv, 253, 254 over de Renaissance

Newton, I. iv, 344, 345 v, 348 vi, 221, 300

Nguyen van Huyen v, 84, 112, 154 over zang en spel in Annam

Nicolaas i, paus iv, 504 en de leer van de pauselijke opperheerschappij

Nicolaas ii, keizer vii, 542

Niebuhr, B.G. iv, 542 acht eenheid v. Italië onmogelijk

Nienhuis, H. viii, 129, 130, 133, 174, 183, 254, 255 als hoogleeraar te Groningen

Nietzsche, F. iii, 293 iv, 247 en Burckhardt, 384; 450, 457 Spengler en v, 183 voert de wijsbegeerte terug tot den wedkamp vi, 233 vii, 41, 72, 147 en de antiquarische belangstelling, 152 antihistorisme v., 214, 389 heldenideaal v., 358, 575

Nieuwenhuis, J. viii, 61

Nieuwenkamp, W.O.J. vi, 435

Nigellus iv, 103 nt 1

Nijhoff, G.C. viii, 304

Nijhoff, M. vi, 532

Nîlakantha, Nehemia vi, 293-294 vriendschap v. Kern met

Nilsson, Hjalmar viii, 333, 338

Nitzsch, K.W. i, 207 over ontstaan der steden, 273

Noël, J.F.M. viii, 41, 42, 51, 55, 60, 61 over het H.O. in Nederl. in 1811

Nolet de Brauwere van Steeland, J.C.H. viii, 443 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Noordenbos, W. viii, 311

Noordhoek, W.J. ii, 315 over geestelijke betrekkingen v. Nederland en Duitschland in de XVIIIe eeuw

Norbert, aartsbisschop van Maagdenburg iv, 120 Abaelard over

Norlind, Arnold i, 421 over de wording der Zuiderzee

Northoff, C. en H. vi, 28, 236 leerlingen v. Erasmus

Nuiver, J. i, 12-13 onderwijzeres v. Huizinga te Groningen

[p. 128]

Numan, A. viii, 135

Obrecht, Jacob iii, 326

Obrecht, Johannes vi, 60, 216 en Erasmus

Occam, Willem van ii, 102 schept de theorie v.d. staat vi, 22

Odo van Cluny iii, 166 over de lichamelijke schoonheid

Odum, Howard W. v, 453, 460

Oecolampadius, Johannes vi, 151, 158-160, 166, 167, 182 en Erasmus, 172 dood v.

Ofhuys, Gaspar iii, 498-499 over Hugo v.d. Goes

Ogier, Charles viii, 526

Ogle, John ii, 367-368, 371, 372 en Nederland

Oldenbarnevelt, J. van ii, 366-367 ‘The Tragedy of Sir -’ v. Massinger en Fletcher 434, 516 iv, 529 en het woord ‘patriot’ vi, 331 vii, 566

Oldenberg, Hermann vi, 303, 304, 309 en Kern

Oman, C. iv, 184.

Olivier, N. viii, 255, 267

Oncken, W. vii, 121

O'Neill, Eugene v, 439

Oordt, J.F. van viii, 143, 145-147, 149, 153, 348 en de Groninger richting, 192, 194 en de veldtocht v. 1830

Oosten de Bruyn, G.W. van i, 220 over het riddergeslacht Van Haarlem

Oostenrijk, Margareta van iii, 159, 226, 324, 489

Oostsanen, J. Cornelisz iii, 486

Opitz, M. ii, 304 en Nederland

Oppenheim, J. viii, 273, 277, 279, 301, 302 en de universiteit v. Groningen

Oppermann, O. ii, 22, 33, 34

Opzoomer, C.W. viii, 19, 216, 272, 285, 287 over het H.O., 227, 262

Or, Mme d' iii, 27 dwergin v.h. Bourgondische hof

Oresme, Nicolas iii, 391 en Petrarca iv, 461 invoering coördinaten

Orgemont, Nicolas d' iii, 8 executie v.

Orgemont, Pierre d' iii, 25 verzet zich tegen toestaan v. boetsacrament aan ter dood veroordeelden

Orléans, Karel van iii, 133, 215, 328, 343; 376-

[p. 129]

378, 478-479 ironie bij, 396, 451, 574 iv, 437 ten onrechte schrijver v. ‘Le débat des hérauts’ genoemd

Orléans, Lodewijk van ii, 132, 137, 164 moord op, 190 embleem v. iii, 16 moord op, 64 vriendschap met Pierre de Craon, 77 politieke droomen v., 83; 101 ridderorde v., 115, 146, 158; 189, 214, 329, 449 vroomheid en zondigheid v., 217 en het Celestijnenklooster te Parijs, 281-283 Petit's verdediging v.d. moord op, 287 embleem v., 298-299 en de tooverkunst, 338, 523

Ornstein, L.S. viii, 306

Orosius vii, 175

Ortega y Gasset, José v, 83 nt 1 vii, 271, 414, 440 zijn ‘Opstand der horden’, 273; 431 over het falen der natuurwetenschap

Ortelius, A. i, 449-451 geeft een kaart v. Friesland en Groningen uit

Ostade, Adriaan van vi, 476-477 Veth over

Otrik van Maagdenburg v, 13 nt 1, 185 dispuut met Gerbert v. Aurillac

Otto i, keizer ii, 336-337 en de Roland v. Bremen vii, 505 belang v. zijn keizerschap

Otto ii, keizer iv, 506 en Sylvester II v, 13 nt 1, 185 organiseert dispuut v. Gerbert met Otrik

Otto iii, keizer iv, 506 en Sylvester II

Otto van Sint-Blasien iv, 4, 7, 68, 74 over Alanus v. Rijsel

Oudendijk, J.K. v, 239 over het spel-element v.h. Eng. parlementarisme

Oudenhoven, Jacob van i, 347, 348, 387

Overbury, Th. ii, 376-377 over Nederland

Overstreet, H.A. v, 430; 456-457, 475, 483, 484, 487 de denkbeelden v.

Ovidius ii, 507 iii, 380, 478 iv, 424 en de hoofsche minne

Owen, Robert iv, 406

Oyens, de gebroeders vi, 433

Paap, Willem vi, 351, 352

Pace, Richard vi, 153, 196

Paehlig, C.C.L. viii, 63

Paele, Joris van de iii, 328, 344, 452 portret v. - door van Eyck, 449

Page, Walter H. v, 478-479 liefde voor Amerika v.

[p. 130]

Paine, Thomas v, 260, 381 citaten v., 382 als vrijdenker

Pajou, Augustin iii, 320

Palgrave, F. iv, 159 ed. ‘Parliamentary Writs’

Palissy, Bernard iv, 292-293 onartistiek karakter v. zijn naturalisme vi, 100 zijn ontwerp v. een lusttuin

Palladio, A. iv, 240 Goethe over

Pallandt, luitenant van viii, 193, 195

Pallat, Ludwig viii, 484, 485

Pallavicino ii, 464 over Nederland omstreeks 1676

Palm, J.H. van der viii, 153

Palmerston, lord iv, 549 politiek v. vii, 553

Palts, Karel Lodewijk van de iii, 117 daagt Turenne uit tot duel

Paludanus, Johannes vi, 126 en Erasmus

Panhuys, J. Ae. A. van viii, 296, 297

Panhuys, J.E. van viii, 66

Pannier, L. iv, 436

Papenbroek, Gerard van viii, 357

Parab, K.P. i, 46

Paracelsus iv, 292, 296, 343 vi, 214 vii, 515, 575

Pareau, L.G. viii, 143, 145, 147, 149, 150, 158, 159, 161, 348 en de Groninger richting, 165, 228 als hoogleeraar

Paris, Gaston ii, 100 over Chastellain

Paris, Paulin iii, 391

Pariset, G. vii, 250

Park, Robert E. v, 429 over de Amerik. krant, 446 over de stad, 453, 454 over ‘groepen’, 474 over den staat

Pascal, Bl. iii, 271 iv, 10 vii, 609 Sjestow en

Paston, John iv, 215

Patenier, Joachim iii, 509 Friedländer over

Pater, Walter iv, 249, 250 over de Renaissance

Paule, Saint François de iii, 53, 218; 224-226, 229 en Lodewijk XI

Pauli, Carl i, 179-180 over den vogel Charadrius

Pauli, Theodericus iii, 102

Paulus iv, 476 Wells over, 502 verheft

[p. 131]

Christel. geloof boven volk en staat

Paulus iii, paus vi, 176, 254

Paulus Diaconus v, 97 beschrijft oud-Germaanschen schimpwedstrijd

Pavie, Victor iv, 381 nt 3, 382, 388 en L. Bertrand

Pechuël-Loesche, E. v, 51 over de halfheid v.h. geloof der primitieven

Peerlkamp, P.H. viii, 100

Pencz, Georg vi, 189

Penthièvre, Jeanne de iii, 220

Perk, J.C. ii, 583 over het Prinsenhof

Pernot, C.E.M. viii, 309

Pérouse, G. ii, 100 nt 1, 102 nt 2 over Chastellain

Perroy, E. iii, 563-567 bespreking v. werk v.

Persijn, Hippolytus ii, 10, 12, 13, 15 en de Romeinsche mijlpaal v. Monster

Persijn, Jan i, 215 en beleg v. Haarlem in 1267, 394 en de Haarlemmerhout

Pertz, G.H. i, 568

Perweys, Willem van i, 342

Pestalozzi, H. vi, 182

Pestel, F.W. viii, 50; 181 over het Latijn als college-taal

Pet, P. viii, 300

Peter van Celles iv, 87, 88, 93 vriend v. Joh. v. Salisbury

Peter de Groote vii, 528-529 militarisme v.

Peters, John v, 274

Petit, Jean ii, 109, 166, 281-283 verdediging v. moord op Hertog v. Orléans door, 285, 296, 298

Petit, Louis D. viii, 478

Petit-Dutaillis, Ch. ii, 220, 231, 236 over Philips den Goeden iv, 195 over boek v. P. Champion vii, 250, 252

Petrarca, F. iii, 95 over het tournooi, 128, 153, 351; 391-393 zijn invloed in Frankrijkin XVe eeuw, 399, 461 iv, 238, 248, 250 ‘voorlooper der Renaissance’, 246 roem v., psychologie bij, 261 Christendom v., 263; 298-300 bespreking v. boek over, 449 en de vooruitgangsgedachte vi, 41, 48, 99; 197-202 Erasmus en, 328 Philip Sidney en

Petri, Suffridus i, 448-451 over de kaart v. Friesl. door Sibrandus Leo, 521 over Ubbo Emmius

[p. 132]

Petrus Damiani v, 186 klaagt over de redetwisters

Petrus Lombardus iii, 371 nt 1 iv, 29 nt 1

Petrus Venerabilis van Cluny iv, 91; 93 briefstijl v., 94; 121 en Abaelard

Pfister, F. iv, 8 nt 3 over Walter van Chatillon vii, 251

Philippa van Henegouwen iii, 106

Philippi, Johannes vi, 39, 56 als uitgever v. Erasmus

Philips i de Stoute ii, 116, 178 Christine de Pisan en Chastellain over, 132 draagt het Fransche Kruis nog, 134-135 de bijnaam v., 137, 190 door Deschamps ‘noble lion’ genoemd, 143; 163 en de opkomst v. Bourgondië, 177 de Bourg. partij als hervormingspartij tijdens, 216 beeltenis v. - door Claes Sluter, 272 nog een Franschman iii, 29, 54; 115 tocht tegen Engeland in 1387, 142 en de Cour d'Amours, 201, 217; 310, 311, 441 en Melchior Broederlam, 320, 442, 522

Philips ii de Goede ii, 107, 173-174 geprezen door Aeneas Sylvius, 115-118 en Lodewijk XI, 117, 179 en het ‘bien public’, 126, 194-195 en de schepping v. een nieuw Lothariusrijk, 127, 195 noemt zich rechten erfgenaam v. Karel den Grooten, 129, 196-199, 246-247 eischt titel: koning v. Friesland of Brabant, 133-134, 190 embleem v., 135 bijnaam v., 137, 190 de ‘leeuw’ t.o. Lod. XI de ‘spin’, 139, 157; 164 en de uitbreiding v. Bourg., 172-173 zijn Franschgezindheid volgens zijn historiographen, 181; 192-193, 245 en de keizer, 193-194, 246 en het Parlement v. Parijs, 204, 205; 206 voert geen centralistische politiek; 216-237; 256; 272-273 anti-Fransche politiek v. iii, 11, 14, 15; 20 als wreker v.d. moord op Jan Zonder Vrees, 29; 37 levensmoeheid v., 50, 51 ceremonialiteit v., 58; 59 zijn droefheid bij dood v. Jan Z. Vrees, 69, 70; 100 weigert de orde van den Kouseband, 100-101 en het Gulden Vlies, 108 de Voeu du Faisan, 113-114 kruistochtplan v., 115-116 vorstenduels v., 117, 121, 123; 215, 329, 449 vroomheid en wereldschheid v., 226 en Dionysius de Kartuizer, 256; 287 embleem v., 292; 299 is niet zeer bijgeloovig, 300-301 en de heksenvervolgingen te Atrecht, 309, 310; 314, 443 rouwkleed v., 314, 316 het banket v. Rijsel v. 1454, 325, 447 en Van Eyck, 326; 355-357, 465-467 portret v. - door Chastellain, 382 intocht te Gent in 1457, 441, 448 523 iv, 214, 215; 285 portret v. - door Chastellain

[p. 133]

v, 19 nt 2, 90 Le Voeu du Faisan vi, 5

Philips iii de Schoone ii, 136-137 de bijnaam v., 205, 213 iii, 51, 189; 382 intocht te Antwerpen in 1494 vi, 55 panegyrie v. Erasmus op

Philips iv van Frankrijk iv, 512 nationalistische politiek v.

Philips vi van Frankrijk iii, 50, 106, 121, 299

Philips ii van Spanje ii, 45, 276, 277, 307, 431 iv, 529 primitief heid v. politiek v.

Philips Jacobz, C. ii, 347-348 afbeelding v.d. Roland v. Amsterdam door

Philipse, A.M.F.H. viii, 311

Philipse, J.H. viii, 133, 134, 166, 183, 188, 217, 232, 254, 255 als hoogleeraar te Groningen

Philostratus i, 185, 186 over den vogel Charadrius

Picavet, F. vii, 251

Pickee, P. vi, 340

Pico Della Mirandola, G. iv, 271 vi, 23

Piero della Francesca vi, 352 Jan Veth en

Pierre de Corbie v, 17, 203

Pierre de Fenin ii, 99 heeft geen politiek standpunt

Pierson, Allard viii, 227; 264 en Stahl

Pieter vi, 9, 11-13 broer v. Erasmus

Pighius, Stephanus ii, 10, 16 over Romeinschen mijlpaal v. Monster

Pindarus v, 101 zegezangen v.

Pinder, Wilhelm vii, 91, 92 nt 2 generatie-leer v.

Pinkerton, Allan v, 282, 342

Pino, Fernando del vii, 603

Pirenne, H. i, 208-209, 237 over ontstaan der steden, 217; 248-249 over stedelijke erfhuur, 275 over de Vlaamsche wolwerkers, 553 over Aardenburg en Oostburg, 546, 550, 553 ii, 127 nt 1 over de herinnering aan Lotharius' rijk in Bourgondië, 137 over de regeering v. Philips den Schoonen, 208 over de Nederlanden in de XVIe eeuw, 220, 231, 236 over Philips den Goeden, 290 over de Belgische nationaliteit iii, 563-567 bespreking v. werk v. iv, 183 Huizinga's kennismaking met, 268 nt 1 vi, 501-507 vii, 71, 203 zijn Geschiedenis van België, 73; 88 over Oudheid en Middeleeuwen, 120

[p. 134]

Pirkheimer, Wilibald vi, 90, 157, 176, 186, 187, 189, 211 en Erasmus

Pisan, Christine de ii, 99 toon v. haar werk, 116, 178 over den dood v. Philips den Stouten, 135 lanceert den bijnaam ‘de Goede’, 146 over Vlaanderen iii, 85 over Boucicaut, 139 tegen den Roman de la Rose, 142, 143; 158 en de pastorale, 161, 162, 193; 217 over de Celestijnenkerk te Parijs, 258; 339 over kleuren, 367-370 citaten uit de poëzie v., 385, 478 illustraties bij gedicht v., 394, 476; 553 over Jeanne d'Arc

Pisano, Giovanni iv, 283

Pisano, Niccolò iv, 283

Pit, A. vi, 466, 467

Piur, Paul iv, 298-300 bespreking v. boek v.

Pius ii, paus ii, 107, 173 over Philips den Goeden, 129, 197 en de Bourgondische koningstitel iii, 310 nt 2

Pizarro, F. vii, 517

Platen, Paul ii, 333 over Rolandsbeelden

Plato i, 176, 177, 184 over den vogel Charadrius iii, 380, 478 iv, 45 Alanus v. Rijsel en, 95 Joh. v. Salisbury en, 252 vereering v. - in Florence, 344; 446, 447, 454 Spengler over, 500 verwaarloost het nationale bij staatsopbouw v, 46-47, 54-55, 76 identificeert spel en cultus, 65 nt 1 over den oorsprong v.h. spel, 116; 160 mythische vormen bij, 173 over het verbluffende v. poëzie, 176 taak v.d. waren dichter, 178-180 over de Sophisten, 180-182 de dialoog bij, 190-193 over de muziek, 244-245 is alles spel? vi, 51, 72, 229, 233, 393, 592 viii, 141 Van Heusde en

Plessis Mornay, Ph. du ii, 387 Hugo de Groot beroept zich op

Pleyte, W. ii, 5, 10, 12

Plinius i, 182, 186 over den vogel Charadrius, 466 over de Oostgrens der Friezen vi, 215

Plouvier, Jacotin iii, 117-118 zijn duel met Mahuot

Plugge, P.C. viii, 305, 306, 325

Plutarchus i, 176, 177, 181, 185 over den vogel Charadrius vii, 174

Poe, Edgar Allan v, 406-407 karakteristiek v. zijn werk, 409, 410, 412

[p. 135]

Poggio, G.F. iii, 72 en de gelijkheidsidee vi, 162 en Erasmus

Poitiers, Aliénor de ii, 256 iii, 61 over rouwgebruiken, 279 over de hofetikette

Pol, H. viii, 309

Polak, H.J. viii, 308

Polanen, Jan van i, 222, 223

Poliziano, A. iv, 252

Pollard, A.F. iv, 147, 148 over Nicholas Upton, 151-179 over het Eng. Parlement

Pols, M.S. i, 346; 360 over den stedelijken raad ii, 340-341 over de keuren van Burghorn

Polybius vii, 174, 185

Pomeroy, Eltweed v, 362 en de beweging voor initiatief en referendum in Amerika, 364 idealisme v.

Ponchier, Etienne, bisschop van Parijs iii, 25 vi, 90, 92 en Erasmus

Pontanus, Jovianus iv, 223-224 bespreking v. boek over

Poole, R.L. iv, 87

Pope, A. v, 218 zijn ‘Rape of the Lock’ vii, 33, 74. viii, 497

Porché, François iii, 538

Porete, Marguerite iii, 240

Posidonius iv, 415 over de gouden eeuw

Post, Paul ii, 218 over portretten v. Bourgondische hertogen

Postel, Guillaume iv, 292

Pot, Philippe ii, 119, 202 liep na 1477 over naar Frankrijk, 226, 227 iii, 15; 109 gelofte v.

Potgieter, E.J. ii, 542, 563 vi, 342, 405 viii, 249, 253

Potter, Dirc viii, 535 en Chaucer

Potter, Paulus vi, 476, 477 Veth over

Poulengey, Bertrand de iii, 542

Pourtalès, Guy de vii, 67 zijn ‘Liszt’

Praedinius viii, 342 en Groningen

Prés, Josquin de iii, 336

Pringsheim, O. ii, 409-411

Prosper van Aquitanië iv, 440

Protagoras v, 177-178 en het spel der sophistiek

[p. 136]

Proudhon, P.J. iv, 406, 407

Provost, Jan iii, 509 Friedländer over

Prudentius iii, 249 iv, 17, 51, 53, 61-67 voorbeeld v. Alanus v. Rijsel vii, 221, 497

Pruys van der Hoeven, C. viii, 237, 238

Ptolemaeus i, 466 noemt de Eems als Oostgrens der Friezen

Pugin, A.W. iv, 390

Pugliese, Giacomino iv, 137 over den dood

Pulci, Luigi iii, 92 en de parodie der ridderlijkheid

Putte, I.D. Fransen van de viii, 268

Pynacker Hordijk, C. viii, 297

Pyne, H. iv, 436, 437 over Le débat des hérauts d'armes de France et d'Angleterre

Quack, H.P.G. vi, 421, 422

Quentin, Jean iii, 226 over François de Paule

Quicherat, J. ii, 201 iii, 543, 545, 556 over Jeanne d'Arc

Quidde, L. iv, 212

Quintilianus v, 184 vi, 69

Rabelais, F. iii, 144 bespot ‘Le blason des couleurs’ v. Sicille, 145; 208 over heiligen als veroorzakers v. ziekten, 395 bespot de latiniseering v.h. Fransch, 473 iv, 11; 233, 241, 262, 275 over de Renaissance, 271; 295-296 het probleem v. zijn realisme, 308 en het paradoxale vi, 25, 67, 72, 100, 103, 110, 149, 213, 246 en Erasmus vii, 575

Rabus, Pieter ii, 503

Racine, J. ii, 473, 501 grooter dan Vondel iv, 141 verheerlijking v., 380 citaat v. vii, 387; 403 redelijkheid v. zijn kunst, 519

Radulfus van Longchamp iv, 12 over Alanus v. Rijsel

Rafaël iv, 240 Goethe over, 287 Castiglione over, 291 en Dürer, 292 en de overwinning v.h. realisme, 324

Raffles, S. ii, 588 en de Indonesische muziek

Rais, Gilles de iii, 70 Chastellain over, 214 is vroom en misdadig, 300 Monstrelet over

Raleigh, Walter ii, 390 vii, 148 en het historisch scepticisme

[p. 137]

Rallart, Gaultier iii, 50

Râm Jasn vi, 295

Ramaer, J.C. i, 421 over de wording der Zuiderzee, 567

Rambaud, A. vii, 121, 250, 251

Ramsay, J. iv, 184

Randwijck, L.N. van viii, 66, 213

Ranitz, Herman de viii, 66, 209, 210, 212, 213, 349 en de universiteit v. Groningen

Ranke, J.R. viii, 303, 317, 338 als hoogleeraar te Groningen

Ranke, L. von iv, 398; 542 acht eenheid v. Italië onmogelijk vi, 526 vii, 3; 21 zijn ‘Universalität des Mitgefühls’, 23 als psycholoog, 43 zijn ‘wie es eigentlich gewesen’, 58, 70, 71, 73, 91, 111; 112 sluit aan bij Humboldt, 113, 117, 244-248 viii, 254, 327

Ranneft, S.B. viii, 311

Rasori, G. viii, 127

Ratzel, Fr. iv, 471, 472 over geschiedphilosophie

Raumer, Friedrich von v, 357

Ravel, M. iv, 389 bewerkt thema's v. L. Bertrand

Ravensperger, H. viii, 345

Ravestein, Beatrix van iii, 326 vroomheid v.

Ravestein, Philips van iii, 160

Rawlinson, H. vi, 282

Raynal, abbé v, 261 over de gebreken v.d. Unie v. Utrecht

Raynaud, Gaston iii, 155 over Eustache Deschamps

Rebreviettes, Jennet de iii, 109-110 gelofte v.

Reddingius, R.A. viii, 303, 320

Redeker, Johan i, 445-448 als student te Orleans

Redlich, O. iv, 218

Redon, Odilon iv, 388 werk v. Bertrand wijst naar vi, 435 Veth en vii, 405 viii, 487 begint de natuurlijke vormen los te laten

Rees, O. van ii, 60 over de Staten v. Holland op 10 Juli 1584 vi, 557 viii, 129 en de historische rechtsschool, 255 als hoogleeraar te Groningen

Regnaud, P. i, 46 nt, 49, 94, 98-101

[p. 138]

Régnier, Jean iii, 131, 285

Reiffenburg, F. de viii, 164, 182

Reiger, W.A. viii, 301

Reigersberg, Jan van iv, 185 over Eduard IV v. Eng.

Reigersberg, Maria van ii, 391, 399-400

Reimerswaal, Marinus van iii, 514-515 Friedländer over

Rein, A. iv, 318 geschiedenis v.d. Duitsche autobiographie

Reinach, S. iii, 543 nt over Jeanne d'Arc

Reinders, Geert viii, 109, 135

Reitsma, J. viii, 299

Rembrandt ii, 447; 490-493, 500 karakteriseering v., 517 iii, 324, 374; 512 Friedländer over iv, 141 verwerping v., 142, 296; 381, 388 prentjes naar - bij Louis Bertrand, 459 Spengler over vi, 334; 359, 412-421, 436, 453, 454, 477 Jan Veth en vii, 228-230 en de historie, 288 burgerlijkheid v., 490

Renan, Ernest ii, 266 over naties

Renard, Jules vii, 286

Renaudet, A. iii, 563-567 bespreking v. werk v. 138 iv, 302 G. Cohen over

Renault, Louis viii, 332

René van Anjou, koning van Sicilië iii, 17, 80, 97, 158, 167; 173 grafmonument v., 215, 217, 338; 361-362, 470-471 natuurbeschrijving in poëzie v., 377, 520 iv, 418 bucolisch ideaal v.

Rengers ten Post, Johan i, 431, 475, 476, 478, 515, 516, 518-521 over Gron. en de Ommelanden

Rengers, W.F.L. viii, 66, 206, 210 en de universiteit v. Groningen

Reni, Guido iv, 240 Goethe over

Reuchlin, J. vi, 86, 90, 124, 139

Reuvens, C.J.C. ii, 3, 8, 11 viii, 117; 177 over het H.O., 362

Rey, Abel vii, 251

Reynaud, L. iv, 123-127 bespreking v. boek v.

Rhenanus, Beatus vi, 434 term Middeleeuwen bij, 436 vi, 39, 61, 79, 92, 115, 149, 168, 176, 178, 207, 237, 238, 242 en Erasmus

Rhijn, C.H. van viii, 298, 299

Rhoer, Jacobus de viii, 49, 171, 347 en de universiteit v. Groningen

[p. 139]

Rhys Davids, T.W. i, 151 nt, 152 nt; 197-199 bespreking v. boek v. iv, 477 over Boeddha vi, 303

Riario, Raphael vi, 64

Ribeumont, Eustache de iii, 125

Richard, broeder iii, 8 zijn preeken te Parijs in 1429, 22-23, 303

Richard Leeuwenhart vii, 504 absolutisme v., 539 Jodenhaat v.

Richard ii van Engeland iii, 16 afzetting v., 63 zijn vriendschap met Robert de Vere, 115, 309, 523, 525

Richard iii van Engeland, hertog van Gloucester iv, 186, 187 in de Nederlanden

Richard van Sint-Victor iii, 333

Richelieu ii, 461 en de heksenvervolging v, 122 verbiedt het duel viii, 8 en de Sorbonne, 427 en de Académie française

Richer van Reims iv, 508 over den haat tusschen Duitsche en Romaansche Franken v, 13 nt 1 beschrijft dispuut v. Otrik met Gerbert

Richet, Charles viii, 332

Richthofen, K. von i, 467 zijn Chauken = Hugen? viii, 137 Star Numan en

Rickert, H. iv, 445 vii, 5, 11-14, 18-19, 47, 48, 69, 70, 118, 233 over de geschiedwetenschap

Ricketts, Charles iii, 536-537 en Shaw's ‘Saint Joan’

Riemann, H. iv, 461 over laat-middeleeuwsche muziek

Riemsdijk, B.W.F. van ii, 584 over het Prinsenhof vi, 537

Rienzo, Cola di iii, 76 het ridderbad v. iv, 264 en de idee v. wedergeboorte, 513 patriotisme v., 546 Mazzini herinnert aan

Rietschel, S. i, 235-237, 239 zijn markrecht-theorie, 249-250 over vrije erfhuur ii, 332-337, 339, 340, 347 over Rolandsbeelden

Riga, Petrus iv, 48

Rijp, Feiken ii, 345 kroniek van Hoorn

Rilke, R.-M. vii, 364, 404

Ringois iii, 561

Rink, H.J. viii, 304

Ritter, G. vii, 299 nt, 380-381 over de amoraliteit v.d. staat

Rixt (= H.A. van Dorssen) viii, 504, 505, 507 en de

[p. 140]

Jong-Friesche poëzie

Roberson, Nellie v, 461-462

Robert de Fries i, 547-549, 554, 559 tocht v. - tegen Zeeland

Robertet, Jean iii, 397-399 zijn correspondentie met Chastellain

Robertson, James v, 275, 276

Robespierre, vii, 17

Robinson, James Harvey v, 484-485 zijn ‘The Mind in the Making’ vii, 51, idem

Rochefort, Charles de iii, 156, 257

Rochelle, Catherine de la iii, 547 en Jeanne d'Arc

Rockefeller, John D. v, 302

Rockefeller Jr, John D. v, 313

Rodenbach, A. iv, 382 vereert L. Bertrand

Rodocanachi, E. iv, 304-306 bespreking v. boek v.

Roelsius, Willem ii, 67, 69, 70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Roever, N. de vi, 349

Roger Charbonnel, J. iv, 301-303 bespreking v. boeken v.

Rogers, Thorold iv, 479 over Wat Tyler

Rogge, H.C. vi, 549

Roghman, Roeland ii, 489

Roland Holst, A. vi, 532

Roland Holst, R.N. vi, 372-373, 381, 468 en Jan Veth, 482, 509-517, 532

Roland Holst-van der Schalk, Henriëtte ii, 519 vi, 509, 513, 515, 517 viii, 528, 529

Rolin, Nicolas iii, 20; 59 dood v., 317, 318, 445 en het banket v. Rijsel v. 1454, 328-329, 449 rijkdom v., 346, 457

Rombout vi, 12 leermeester v. Erasmus

Romein, J. vii, 132 nt, 140 nt, 142 nt, 147 nt, 163 nt, 165, 168, 171-172 discussie met

Romkes, P.C. viii, 311

Romuald, Sint iii, 201

Ronsard, P. iii, 142 en de Roman de la Rose, 575 iv, 256 vi, 199; 327, 333 Philip Sidney en

Roorda, T. ii, 318 en Kant vi, 310 viii, 145, 184

[p. 141]

Roos, A.G. viii, 317

Roos, Harald E. ii, 287 over ‘Midden-Europa’

Roos, J. viii, 158, 159, 183 geciteerd

Roosevelt, Franklin D. vii, 460

Roosevelt, Theodore v, 288 het emotioneele karakter v. zijn progressieve partij, 328, 367-368 vii, 205

Rosa van Viterbo, Sint iii, 169

Roscelinus iv, 112 smaadbrief aan Abaelard iv, 116 v, 186 over Abaelard

Rosenberg, Melrich V. v, 154 nt 1 over de Cour d' amour

Rosencrantz iv, 310-316

Rosenstein, S.S. viii, 247, 273, 302, 303, 319 als hoogleeraar te Groningen

Rossetti, Dante Gabriël iii, 537 vi, 375, 437, 509, 510 vii, 388

Rossini, G. iv, 404 impressionist?

Rostovtzeff, M. v, 21, 209 over het spel-element in het Romeinsche Rijk vii, 68 geciteerd, 122

Rotgans, J. viii, 311

Rotger, Servaas vi, 13 en Erasmus

Roth, R. i, 190-192 vi, 283, 288, 289, 316 als sanskritist

Rothacker, E. vii, 67, 77, 80 over de geesteswetenschappen

Rousseau, J.J. iv, 354 tragische tegenstelling v. natuur en mensch bij, 374-380 E. Seillière over, 392 dominant voor XVIIIe eeuw, 419 invloed v.d. herdersidylle op, 530 over het woord ‘patriote’, 531 en het nationalisme, 533 invloed v. zijn leer op buitenlandsche politiek tijdens de Revolutie, 540 zijn voorkeur voor kleinen staat vi, 70, 116, 182, 220, 232 vii, 65 het anti-stoïsche v., 319, 435; 522 en de verslapping der moraal, 529 viii, 85, 87, 108 invloed v. - in Nederland

Rousseau, Théodore vi, 431

Roussel, Jacques ii, 67, 70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Rousselot, P. iii, 251

Rovers, J.A.C. viii, 143, 166, 248 als hoogleeraar te Groningen

Rowlandson, Thomas vi, 435

[p. 142]

Royaards, H.J. viii, 152, 215

Roye, Jean de iii, 382

Royen, Adriaan van viii, 356 en de Leidsche hortus

Royen, B. van viii, 66, 278, 296, 297 en de universiteit v. Groningen, 221

Royen, David van viii, 357

Royen, I.A. van viii, 66, 224, 255 en de universiteit v. Groningen

Rozmital, Leo von ii, 256 iv, 318 reisdagboek v.

Ruardi, J. viii, 41, 63

Rubens ii, 518 v, 214 en het spel-element v.h. Barok vi, 437-439 Veth over

Rucellai, Bernardo vi, 198, 267 en Erasmus

Ruhnkenius, D. ii, 317, 319 en Kant viii, 141 Van Heusde en, 164 over professorenvrouwen

Ruisdael, J. van ii, 487, 498

Ruiz, Juan iii, 527

Ruskin, John v, 132 lof v.d. oorlog, 233 vii, 388

Rutgers, A. vi, 280, 287, 316 viii, 373 als hoogleeraar te Leiden

Rutgers van der Loeff, A. viii, 160, 193

Rutten, Jan vi, 343 als leermeester v. Veth

Ruusbroec, Jan van ii, 532 tegenover Suso iii, 240 Gerson tegen, 241-242 beelden v. dronkenschap en honger in de mystiek v., 272-273 beeld en beeldloosheid in de mystiek v., 276 looft den nederigen arbeid, 278, 305, 306, 326; 568-569 over een vertaling v. zijn werk, 570-573 bespreking v. boek over vi, 20

Ruys a Gravia, Gualterus ii, 8

Ruyter, Michiel de vi, 302

Ruzé, Louis vi, 252, 259 en Erasmus

Sabatier, Paul iv, 249, 251, 252 over de Renaissance vii, 251

Sabunde, Raimund ii, 387 Hugo de Groot beroept zich op

Sachs, Curt ii, 590 over werk v. J. Kunst

Sachs, Hans iv, 38

Sackville, Th. ii, 351 en Nederland

Sadolet, J. vi, 89, 157, 165, 168, 183 en Erasmus

Sänger, W.M.H. viii, 247, 281, 282, 302, 303,

[p. 143]

317 als hoogleeraar te Groningen

Saenredam, Pieter ii, 484

Sagnac, Ph. vii, 250

St Clair, generaal Arthur v, 278 en het genootschap der Cincinnati

Sainte-Beuve, C.A. iv, 381-382 L. Bertrand in kring v., 401

Saint Glain, de viii, 64

Saint-Pol, Louis de iii, 50 executie v., 224, 337

Saint-Simon, hertog de iv, 530 het woord ‘patriote’ bij

Saint-Simon, graaf Claude de iv, 406, 407; 536 over vereenigd Europa, 545 invloed op Mazzini

Saksen, George van vi, 154

Salander, G.A. iv, 363-365 bespreking v. boek v.

Salazar, Jean de iii, 337

Sale, Antoine de la iv, 199-203, 206, 208, 209 over het tournooi

Salimbene van Parma iv, 7; 507 over vijandschap tusschen Genua en Pisa

Salisbury, Willem Montague, graaf van iii, 105-106 riddergelofte v.

Sallustius vii, 174

Salmasius ii, 297

Salmon, Pierre iii, 23, 222

Salomon, Martha vi, 474

Salutati, Coluccio iii, 391

Salverda, M. viii, 66, 274, 304 en de universiteit v. Groningen

Salverda de Grave, J.J. iv, 143-144 bespreking v. boek v. viii, 310, 338 als hoogleeraar te Groningen

Sandifort, G. viii, 240

Sannazaro, J. iv, 419 bucolisch ideaal bij vi, 333 en Philip Sidney

Sapidus, Johannes vi, 94, 259

Sasboud vi, 18, 84 en Erasmus

Saulx, Simon de iii, 282

Saverij, Roelant vi, 439

Savigny, F. von vii, 245 viii, 254, 457

Savornin Lohman, A.F. de viii, 261 en B.J. Gratama, 297, 323

Savornin Lohman, W.H. de viii, 297

Savoye, Amadeus vi van iii, 101 en de Annonciade

Savoye, Amadeus vii van iii, 117

Savoye, Louise van iii, 223

[p. 144]

Scales, lord iv, 186

Scaliger, Julius Caesar vi, 165 en Erasmus

Scaliger, Josephus Justus ii, 297 in Leiden, 390 over Hugo de Groot viii, 374

Schaap, J.W. viii, 234

Schäfer, Dietrich iv, 427, 428 over nationaal-historische idealen

Schaepman, H. viii, 296

Schagen, Willem en Jan van ii, 342-345 en de polder Burghorn

Scheepers Jzn, J.F. viii, 213

Scheffer, Ary iv, 396

Scheler, Max iv, 297 v, 13 over het spel in de juridische wetenschap vii, 84, 358

Scheltema, G. viii, 303

Schelven, A.A. van viii, 390-392

Schemann, L. vii, 351 rassenleer v.

Schendel, Arthur van ii, 519

Schepers, J.B. viii, 514, 516

Schiller, F. von iii, 538 v, 16, 199 over speeldrang als oorsprong v. beeldende kunst vii, 485 het woord ‘Cultur’ bij

Schirmer, Walter F. iv, 103 nt 2 viii, 536-537 bespreking v. boek v.

Schlegel, H. viii, 367

Schlegel, A.W. von vi, 288

Schleiermacher, F. viii, 139 en de Groninger richting

Schlözer, A.L. iv, 543 lof v.d. grooten machtsstaat

Schlumberger, G. vii, 251

Schmaus, J. i, 467 over de grens tusschen Friezen en Chauken

Schmeller, J.A. iv, 222

Schmidt, Erich viii, 338

Schmidt, L. i, 467 over de grens tusschen Friezen en Chauken iv, 429 nt 1 over Arminius

Schmidt Degener, F. ii, 493 nt over Rembrandt en het Barok vi, 535-543

Schmitt, Carl v, 242 zijn begrip ‘vijand’ vii, 368-371 zijn tegenstelling ‘vriend-vijand’

Schmitt, M. iv, 250

[p. 145]

Schoemaker, Andries i, 463

Schoengen, M. viii, 312

Scholte, H.P. viii, 153

Scholten, J.H. viii, 228, 368

Scholten, Paul vii, 254

Schookius, M. viii, 345 tegen Descartes

Schopenhauer, A. i, 105 iv, 449 geschiedopvatting v.

Schorer, J.H. vi, 367 en Jan Veth

Schoten, Jan van i, 214, 382

Schotland, Margareta van, koningin van Frankrijk iii, 263, 461

Schottenloher, Otto vi, 271-273 bespreking v. boek v.

Schoute, P.H. viii, 304

Schrant, J.M. viii, 250

Schröder, J.F.L. viii, 61, 167, 179

Schröder, R. i, 246 over ‘Stadtrechtssatzung’, 351 over de filiatie v.h. Maagdeburger recht ii, 333, 334, 336, 339 over Rolandsbeelden iv, 206 v, 121 over het tweegevecht

Schroeder van der Kolk, J.L.C. viii, 107, 122, 238

Schubert, F. i, 31

Schuh, F. viii, 304, 312

Schumann, R. iv, 400-401; 404 en het impressionisme

Schürer, Matthias vi, 86 uitgever v. Erasmus

Schurz, Carl v, 356 tegen het Spoils system

Schutter, W. viii, 303, 311

Schwartze, J.G. vi, 393

Schwartze, Thérèse vi, 388, 393, 430, 485 en Jan Veth viii, 478

Schweitzer, Albert vii, 293

Schweitzer, Elisabeth vii, 246

Schwind, Moritz von iv, 401; 402 en de Middeleeuwen

Scofield, Cora L. iv, 184, 190 over Eduard IV

Scorel, Jan van iii, 332, 455 en de Vlaamsche schilderkunst der XVe eeuw, 515-516 Friedländer over

Scott, Walter iv, 387 vii, 302 het woord ‘liberal’ bij

Scotus Erigena, Johannes iii, 270 vi, 24-25 Erasmus over

[p. 146]

Séailles, G.J.R. iv, 289 over het realisme v. Leonardo

Sebastian, A.A. viii, 126, 198, 239, 242, 244 als hoogleeraar te Groningen

Secundus, Janus vi, 186, 270

Sée, Henri vii, 50 en de evolutie-gedachte, 91 over periodiseering der geschiedenis, 251

Segantini, G. vi, 431

Segers, C.O. viii, 300-302

Seghers, Hercules ii, 487, 489 vi, 431 viii, 490

Seguin, broeder iii, 543 en Jeanne d'Arc

Seignobos, Charles iv, 560-563 bespreking v. boek v. vii, 250, 273

Seillière, Ernest iv, 370-377 bespreking v. boek over, 377-380 brief over bock v. vii, 65, 249 viii, 506

Selim vi, 293

Sello, Georg ii, 332, 333, 336, 337, 339 over Rolandsbeelden

Sémichon, E. i, 207 over ontstaan der steden

Senart, E. vi, 303-306 over het Boedhisme 146

Seneca iii, 73 en de gelijkheidsidee vi, 78 vertaling v. - door Erasmus, 105, 227

Sepp, Chr. viii, 152

Servatius Rogerus vi, 14-15, 57-60, 83, 84, 88, 93, 115, 117 en Erasmus

Seuse, Heinrich, zie: Suso, Heinrich

Seward, William H. v, 287-288 en de nominatie tot candidaat-president in 1860, 295 over de oogstmachine v. Mac Cormick, 346 en de aankoop v. Alaska

Shakespeare, W. ii, 52, 263 de naam Bourgondië bij bij, 355 Nederlandsch in werk v., 473, 501 grooter dan Vondel iii, 63 de vriendschap in Twelfth Night, 386; 533-535 de historische drama's van iv, 141 verwerping v., 142; 310-316 de namen Rosencrantz en Guildenstern viii, 524 en Vondel

Shaw, Bernard iii, 530-562 over zijn ‘Saint Joan’

Shotwell, James vii, 556 over Amerika en den Volkenbond

Sicille, heraut iii, 144, 337-338 schrijver v. Le blason des couleurs

Sickingen, Reinhard van iv, 212

[p. 147]

Sidney, Philip ii, 351, 352 en Nederland, 458 een calvinistische Cavalier vi, 327-334

Siebert, F. iv, 429 nt 1 imperialisme v.

Siegenbeek, M. viii, 110; 177, 182, 250 en het H.O.

Sievers, E. viii, 520

Siger van Brabant iv, 260 averroïsme v.

Sijmons, B. i, 18, 20, 21, 27 als hoogleeraar viii, 308, 312, 336, 338 als hoogleeraar en privaatdocent te Groningen, 401, 403, 406 over de ‘rolverdeeling’ der universiteiten

Sijpkens, T. viii, 66

Sikes, J.G. iv, 111 nt 1, 113 nt 1, 117; 119 over Abaelard

Silesius, Angelus iii, 270

Simeon, tsar der Bulgaren iv, 428 nationale heros

Simmel, G. iv, 445 vii, 5, 12-14, 19, 47 over de geschiedwetenschap

Simon van Haarlem i, 251, 352-353, 382

Simon van Leicester iv, 158 en het Parlement v. 1265

Simon van der Aa, J. viii, 300-302

Simons, A. viii, 250

Simrock, Karl vii, 590

Sinclair, Upton v, 464 over de Amerik. universiteit

Singendonck, J.A. viii, 154

Sismondi, J.C.L. de iv, 241 over de Renaissance, 541 zijn voorkeur voor kleinen staat vii, 111

Sitter, W. de viii, 66, 297

Sitter, Prof. W. de i, 18 ii, 302 vi, 337, 338, 499-500, 340 viii, 312

Six, Jan iii, 488, 489 vi, 346, 415, 418 en Jan Veth, 555

Sixtinus, Johannes vi, 32, 258 en Erasmus

Sjestow, Leo vii, 608-612

Skelton, John vi, 201

Sleidanus, J. iv, 439 indeeling der geschiedenis

Slingelandt, Simon van ii, 506 vii, 284

Sloet tot Oldhuis, B. ii, 583 over het Prinsenhof viii, 447 over het ‘Instituut van Wetenschappen’

[p. 148]

Slot, J. viii, 66

Sluter, Claes ii, 216; 262 de Bourgondische stijl v. iii, 318-322 naam, positie, werk v., 342 is Been Renaissancekunstenaar iv, 253, 277 als ‘Renaissance-kunstenaar’, 283 vi, 6

Sluyters, Jan vi, 499

Smetius, Martinus ii, 10 over Romeinschen mijlpaal v. Monster

Snijder, G.A.S. viii, 461

Snouck Hurgronje, Chr. vi, 518, 520-522 viii, 459-460 het typisch Nederlandsche v.

Snoy, Reinier ii, 130, 198

Sohm, R. i, 208, 235 over ontstaan der steden, 261, 264, 375 over stedelijke accijnzen ii, 333

Sophron v, 181 inspireert Plato tot dialoogvorm

Sorbon, Robert de iv, 12 over Alanus v. Rijsel viii, 8, 32 en de ‘Sorbonne’

Sorel, Agnes iii, 62, 190

Sorel, Georges vii, 359

Sotomayor, Alonzo de iii, 121

Southey, R. vii, 302 het woord ‘liberal’ bij

Spaen van Biljoen, van viii, 53, 54

Spalatinus, George vi, 134, 141

Spandaw, H. viii, 98

Spangenberg, H. vii, 89, 90 zijn periodiseering v.d. geschiedenis

Spann, Othmar vii, 136

Spencer, Herbert v, 430 over de kunst v.h. schrijven vii, 4

Spengler, O. iv, 441-496 bespreking v. boeken v. Wells en v, 421 C.A. Beard over, 473, 486 vii, 33, 140 anthropomorphisme v., 56 over de causaliteit, 68 Troeltsch en, 78 de mythologieën v. 94 en de term ‘barok’, 115, 188 cyclische geschiedopvatting v., 316; 328, 487-489 over cultuur en civilisatie, 358, 402; 416-417 de onjuistheid van zijn voorspellingen, 490

Spenser, Edmund iv, 38 vi, 327, 328 en Philip Sidney

Speult, Harmen van ii, 361-362, 364 en de Ambonsche moord

Speyer, J.S. i, 20, 22, 27, 54 als hoogleeraar

[p. 149]

te Groningen, 71 nt, 125 nt vi, 298 en Kern, 335 vii, 27 viii, 309, 338 als hoogleeraar te Groningen

Spinoza ii, 517 vii, 229, 288

Spitzweg, Karl iv, 401

Spranger, E. vii, 5-7, 10, 13, 19, 80 over de geschiedwetenschap

Sprenger, Jakob iii, 244.

Sprietsma, Cargill iv, 381 over Louis Bertrand

Springer, L. i, 404 en de Haarlemmerhout

Squire, F.C. ii, 240 zijn ‘If it had happened otherwise’

Stadelmann, R. iii, 566

Stadion, Christoffel van, bisschop van Augsburg vi, 174, 202

Staël, Mme de iv, 469

Stahl, F.J. ii, 320 Groen v. Prinsterer en viii, 137, 138 Star Numan en, 154; 264-266 polemiek in Nederland over

Standonck, Jean iii, 226 over François de Paule vi, 23-24, 38 als prior v.h. Collège Montaigu

Stants, Nel iii, 538 in de rol v. Jeanne d'Arc

Staring, A.C.W. ii, 316 en Duitschland viii, 95, 96 en B.H. Lulofs

Star Numan, C. ii, 319 en de verspreiding der Duitsche wetenschap in Nederland viii, 129, 134-138, 143, 173, 215, 221, 223, 254-256, 258, 262, 300 als hoogleeraar te Groningen, 266 en Tellegen

Steenhuis, T.S. viii, 312

Stefan Dusjan iv, 428 nationale heros der Serven

Stefanus van Bourbon zie: Etienne van Bourbon

Steinhausen, G. iv, 126; 318 over de geschiedenis v.d. brief

Steinhausen, H. vii, 441

Steinlen, Th. iii, 374 iv, 278 litterair-ethisch realisme v.

Stendhal iv, 241 en de Renaissance vii, 397

Stenzler, A.F. vi, 284

Stephen, Leslie vii, 77

Sterck, J.F.M. viii, 522, 528, 531 als uitgever v. Vondel's werken

Stevens, Thaddeus v, 285; 349 als type v.d. Politieken leider in Amerika

[p. 150]

Stevin, S. viii, 454

Stewart, Alexander vi, 64, 187 leerling v. Erasmus

Stirner, Max vii, 538

Stoddard, Lothrop vii, 351 rassenleer v.

Stoke, Melis i, 212 nt 3, 564, 567

Stratingh Ez., S. viii, 64, 104, 112-117, 167, 207, 221, 232, 236 als hoogleeraar te Groningen

Stratingh, S.E. viii, 123, 125, 127, 238, 242 en de universiteit v. Groningen

Strauss, D.F. viii, 159

Strij, A. en J. van vi, 341

Strij, Leendert van vi, 341

Stromer, Ulman iv, 319 huiskroniek v.

Strowski, Fortunat ii, 383 iv, 381

Strzygowski, J. iv, 457 invloed op Spengler v.

Stuart, M. viii, 435 en het ‘Koninklijk Instituut’

Stuers, Victor de ii, 583 en het Prinsenhof vi, 401, 402, 404, 413, 430 Jan Veth en, 550

Stumpfl, Robert v, 175 over Oudgermaansch ‘tooneel’

Suetonius ii, 219, 220 iv, 282 vii, 174

Suger van Saint-Denis iv, 24 kleurenzin v., 91 ridderlijke trek v., 93 briefstijl v., 509 over de Duitschers

Sunday, Billy v, 387 als type v.d. modernen revivalist

Suso, Heinrich ii, 532 tegenover Ruusbroec iii, 181, 243, 245; 270 het beeld v.d. afgrond bij, 275 de allegorie bij, 278 iv, 11 v, 14 nt 3, 169 speelschheid v. zijn wijsheidsvereering

Suys, J. vii, 608-612 bespreking v. boek v.

Swaen, A.E.H. vi, 337 viii, 309

Swammerdam, J. iv, 345 vii, 230 viii, 454

Swaying, H.I. vi, 281 en Hendrik Kern

Swift, Jonathan iv, 352 viii, 428

Swinden, J.H. van viii, 53, 56, 59, 60; 435, 436 en het ‘Koninklijk Instituut’

[p. 151]

Swinderen, P.J. van viii, 297

Swinderen, Th. van viii, 43, 59, 64, 79, 81, 82, 86, 130, 167-169, 176, 185, 186, 189, 208, 232, 314, 322, 323 en de universiteit v. Groningen, 90, 91, 104-108 karakteriseering v.

Swinderen van Rensuma, O. van viii, 66, 210 en de universiteit v. Groningen

Sylvester ii, paus iv, 92; 460 uitvinder v.h. mechanisch uurwerk, 506 en het begrip ‘patria’ v, 13 nt 1, 184-185 dispuut met Otrik v. Maagdenburg

Sylvius, Aeneas zie: Pius ii, paus

Synthen, Johannes vi, 10 als leeraar v. Erasmus

Tacitus i, 466, 468 over de grenzen der Friezen iii, 108 iv, 415 over de gouden eeuw, 522 invloed v. zijn ‘Germania’ vii, 155, 174, 590

Tack, P.L. i, 536 over de etymologie v. Domburg

Taft, William H. v, 288 over Roosevelt's progressieve partij, 359 tegen het ‘recall’ v. rechters, 367-368 kapitalistisch conservatisme v.

Taillevent, Michault iii, 100 over het Gulden Vlies

Taine, H. iii, 79, 528 over den hoogmoed der aristocratie iv, 347 overdrijft rationalisme v.d. XVIIIe eeuw vii, 22, 72; 78 Meinecke over, 252

Tait, J. iv, 164 over het Eng. Parlement

Tak, P.L. ii, 549 vi, 373, 375-379 en Jan Veth, 490

Talesius, Quirijn vi, 176, 183 en Erasmus

Talleyrand iv, 536 legitimiteitsbeginsel v.

Tammes, T. viii, 336

Tapper, Ruurd vi, 132 nt 1

Tasso, Torquato iv, 273 en het ridderideaal, 294; 419 en het bucolische ideaal

Tauler, Johannes iii, 272 citaat v., 276

Taylor, Frederik W. v, 316-318 het stelsel v.

Teellinck, Joos Ewoudse ii, 67, 70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Tellegen, A.O.H. viii, 311, 317

Tellegen, B.D.H. viii, 129 en de historische rechtsschool, 135 over Star Numan, 173; 255-257, 261-269, 272, 273,

[p. 152]

279, 292, 300-302 als hoogleeraar te Groningen

Tellegen, J.A. viii, 297

Telting, A. i, 288, 289

Temminck, C.J. viii, 362

Temperley, H. vii, 67 nt 1

Tenniel, John vi, 435

Tennyson, A. iv, 402 en de Middeleeuwen

Terman, Lewis M. v, 470

Termant, Philippe de iii, 401

Tertullianus iii, 267 vrouwenhaat v. iv, 217 over den Zondag der Opstanding

Terwen, A.J. vi, 343 als teekenleeraar v. Jan Veth

Tex, C.A. den viii, 444 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Theissen, J.S. i, 522-525 bespreking v. boek v.

Theobald, aartsbisschop iv, 86, 90 en Johannes v. Salisbury

Theocritus iii, 152 iv, 418 vlucht uit de cultuur v.

Theoderik (de Merovinger) v, 120 in den slag bij Quterzy

Theodoretus, Johannes Arcerius iv, 435 correspondentie met Ubbo Emmius

Theophylactus Simocatta i, 176, 181, 185 over den vogel Charadrius

Thibault, T.F. viii 360

Thieme, H.C.A. viii, 137, 332 en de universiteit v. Groningen

Thienen, Frithjof van ii, 523-527 bespreking v. boek v.

Thierry van Chartres iv, 29 platonist

Thiers, A. iv, 393 en de crisis v. 1840 vii, 111

Thiers, Jean Baptiste iv, 215

Thiofrid van Echternach i, 547-550, 554-557, 559-561 over Zeeuwsche gebeurtenissen in de XIe eeuw

Thode, Henry iv, 249, 251 over de Renaissance

Thomas, broeder iii, 10-11, 216, 236 als volksprediker

Thomas van Aquino ii, 474 het realisme v. iii, 201 behandeling v. lijk v., 268 over Christus' bloed, 304; 334 schoonheidsleer v., 451 iv, 5 en Alanus v. Rijsel, 11 over wezen Gods, 12 hymnen v., 11 en de scholastiek, 118 en Abaelard, 260; 271 optimisme v., 286; 417 nt 1 over evangelische armoede,

[p. 153]

541 over staatvorming vi, 98 vii, 74, 257, 359, 497, 502, 503 viii, 5

Thomas van Cantimpré i, 217

Thomas a Kempis iii, 194 over bedevaartgangers, 232; 277-278 karakter v.d. Imitatio Christi, 305; 329 over den zang, 446, 478 iv, 417 en Bernard v. Clairvaux over navolging v. Christus vi, 53 viii, 150, 151 de Groninger richting en

Thomas, Sint Pierre iii, 218

Thomassen à Thuessink, E.J. viii, 46, 63, 105, 119, 120, 122, 123, 125, 127 als hoogleeraar te Groningen

Thompson, Seton v, 408 dierverhalen

Thorbecke, J.R. ii, 320, 324 en Duitschland, 583 over het Prinsenhof vi, 284 schoolpolitiek v., 287 viii, 140 over Van Heusde, 180, 225, 234, 243, 245, 250, 270, 274, 364 en het H.O., 258; 267 en Tellegen, 440-442, 445, 447, 448, 453 en het ‘Instituut v. Wetenschappen’, 460 over Duitschland

Thoreau, Henry v, 386; 392 de stroefheid v. zijn poëzie, 404 individualisme v., 412

Thorndike, Sybil iii, 538 in de rol v. Jeanne d'Arc

Thorne, Robert ii, 380

Thorn Prikker, J. vi, 510

Thrasher, F.M. v, 454

Thucydides iii, 78 v, 183 de redetwist als letterkundige vorm bij vii, 174, 195

Thurstone, L.L. v, 470-471 en opinie-onderzoek

Tichtel, Johann iv, 318-319 kasboek v.

Tiedemann, F. viii, 126, 240

Tiele, C.P. vi, 304-306 over Kern, 524 viii, 372

Tilly of Selling, William vi, 200

Timmermans, Felix vii, 66 zijn ‘Pieter Brueghel’

Tinga, E. viii, 90, 145, 166, 169 als hoogleeraar te Groningen

Tingley, Katherine v, 388

Tirol, Sigismund, hertog van ii, 129, 197 en het Roomsch-koningschap v. Karel den Stouten, 249 iii, 48

Tjaden Modderman, R.S. viii, 304, 306

Tjarda van Starkenborgh, Ludolf i, 457, 458

[p. 154]

Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, E. viii, 297, 332

Tocqueville, A. de iv, 371 Seillière doet denken aan, 532 geeft idee v. Germaansche afstamming door aan Gobineau, 541 over staatvorming v, 271 over het groote aantal vereenigingen in Amerika, 292 onjuistheid v. zijn toekomstbeeld, 336 voorspelt break der Amerik. Unie, 365 over het on-revolutionnaire der Amerik. maatschappij, 384, 387, 396, 397 over de religie in Amerika, 416 over democratie en pantheïxme vii, 62, 80, 111 viii, 137 Star Numan en

Todi, Jacopone da iii, 164 over de vergankelijkheid iv, 137 over den dood

Toisy, Joffroy de iii, 114

Tollens, H. iv, 552 zijn volkslied viii, 447 en de Akademie van Wetenschappen

Tolstoi, L. vii, 599

Toorop, Jan i, 24-25, 144 vi, 346, 365, 371-372, 375, 393 en Jan Veth, 482

Touchet, Mgr iii, 539

Tourneur, C. ii, 358 Nederlanders in werk v.

Tout, T.F. i, 555, 561 over Herewardus Exul

Towne, E. v, 401

Toynbee, P. iv, 146, 150 over Dante

Tramezini, Michael i, 449-451 geeft kaart v. Noordel. provincies uit

Trastamara, Hendrik van iii, 121, 525 v, 127

Traube, L. viii, 247

Trazegnies, Gillon de iii, 87

Treitschke, H. von vii, 590

Tressart, John iii, 533

Trevelyan, G.M. vii, 73

Trine, Ralph Waldo v, 399-400 citaten van

Troelstra, P.J. ii, 549 viii, 323; 504, 515, 516 als dichter

Troeltsch, E. iv, 225-226 over den Islam, 256-258, 270 nt 1 over Hervorming en Renaissance, 442 over Spengler v, 259 over den band v.h. Protestantisme met de Middeleeuwen vii, 67-68 over Spengler, 88-90 over periodiseering v.d. geschiedenis, 153 over het historisme, 163 nt 1

Trogus Pompejus iv, 439 en de vier wereldrijken

[p. 155]

Tsaï Yuan Peï vii, 262

Tschaikowskij, P. vi, 286

Tucher, Anton iv, 318-319 huiskronieken v.

Tuetey, A. iii, 33

Tunstall, C. ii, 375 over Zeeland vi, 57, 92, 93, 128, 154 en Erasmus

Turenne, H. iii, 117 door Karel v.d. Palts uitgedaagd tot duel

Turgot, A.R.J. vii, 48 en de ontwikkelingsgedachte, 482 en het woord ‘civilisation’

Turner, F.J. v, 266 citaat uit, 360-361 over de politieke beteekenis v.h. Westen v. Amerika

Turner, W. iv, 395, 404 en het impressionisme vi, 431

Turzo, Johannes, bisschop van Breslau vi, 253

Tutein Nolthenius, R.P.J. vi, 531

Tuuk, F. van der viii, 312

Tuuk, H. Neubronner van der vi, 310, 318 en Kern viii, 185, 188 en de universiteit v. Groningen

Twain, Mark v, 408 kinderverhalen v., 437

Tydeman, H.W. viii, 18, 285 over het bestuur der universiteiten, 130; 177 over het H.O.

Tyler, Wat iv, 479 Wells over

Tylor, E.B. i, 16-17 vii, 485 en het woord ‘culture’

Uccello, P. iv, 288

Uhlenbeck, C.C. viii, 371, 374, 375 als hoogleeraar te Leiden

Uilkens, J.A. viii, 64, 86, 104-110, 114, 122, 135, 167, 168, 181, 230, 231, 305, 333 als hoogleeraar te Groningen

Ukema, Focke i, 484 de z.g. willekeuren v.

Umberto, Koning van Italië vii, 538

Upton, Nicholas iv, 147-150 en Dante

Usener, Hermann iii, 255 over Romeinsche godenfiguren v, 6 over strijdkampen

Utenheim, Christoffel van, bisschop van Bazel vi, 158, 159, 165 en Erasmus

Utenhove, Carel vi, 176, 184 en Erasmus

Utpala vi, 284, 294

Utrecht, Adriaan van, zie: Adriaan iv, paus

[p. 156]

Uutkerke, Roelant van i, 215, 283 en beleg v. Haarlem in 1426

Vadianus (= Von Watt), J. iv, 434 term Middeleeuwen bij

Valcke, Jacob ii, 67, 69 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Valdes, Petrus iv, 110, 417 en het ideaal v. apostolisch leven

Valdez, Don Francisco de ii, 53, 54, 57 en het beleg v. Leiden

Valentiner, Wilhelm vi, 476

Valerius, A. ii, 59 zijn ‘Gedenckklank’

Valéry, Paul v, 39 over het absolute karakter v. spelregels, 161 noemt de poëzie een spel vi, 541, 543 vii, 157, 261 het anti-historisme v., 169, 170 nt, 262, 404, 470

Valeton, J.J.P. viii, 158, 258, 298, 299, 306 als hoogleeraar te Groningen

Valk, M.W. van der vi, 346, 351 en Jan Veth

Valkenburg, C.T. van i, 18, 24, 30 vriendschap met vii, 166

Valla, Lorenzo iv, 233 over de Renaissance, 252 vi, 16, 28, 56, 86 Erasmus en

Varâhamihira vi, 283-285, 289, 294, 299, 300, 316 uitgave v. werk v. - door Kern

Varennes, Jean de iii, 237-239 tegen de onkuischheid, 285, 392 en Petrarca

Varro iv, 39 Alanus v. Rijsel en

Vasari, Giorgio iv, 235, 236, 240 over de Renaissance, 284 over Giotto

Vauban, S. vii, 519

Veblen, Thorstein v, 464 over de Amerik. universiteit

Veere, Adolf van vi, 254

Vegetius, F. iv, 92 en Joh. v. Salisbury

Velasquez iii, 27

Velde, Jan van de i, 367 ii, 374, 489, 565

Veldheer, J.G. vi, 435

Veldhuizen, A. van viii, 299

Velthem, Lodewijk van iv, 204, 205

Venantius Fortunatus iv, 108 en de Oudheid vii, 497-498

Verdam, G.J. viii, 116

Verdam, J. v, 21 over de etymologie v. ‘pledge’ en ‘play’

Vere, Sir Francis ii, 371-372 en Nederland

Vere, Robert de iii, 63 vriendschap met Richard II

[p. 157]

Vergilius iv, 17, 19 voorbeeld v. Alanus v. Rijsel, 263 en de idee v. wedergeboorte, 424 en de hoofsche minne, 518 en de mythe v. afstamming uit Troje v, 207 speelt een spel van cultuur

Vergilius, Polydorus iv, 523, 524 Engelsche geschiedenis v.

Verhulst, Rombout ii, 494

Verkade, Eduard iii, 536-537 en Shaw's ‘Saint Joan’

Verlaine, Paul iii, 482 vi, 369

Verlinden, C. i, 548, 554, 559 over tocht v. Robert den Fries tegen Walcheren

Vermeer, Jan ii, 465; 486-487 karakteriseering v., 498 vi, 434-436Jan Veth over, 541

Vermuyden, Cornelis ii, 378

Verne, Jules i, 13

Verrijn Stuart, C.A. viii, 301, 302

Verster, Floris vi, 482

Verwey, Albert vi, 347, 351-353, 417, 461, 463 Veth en, 508, 532

Verwijs, E. viii, 251

Vesalius, A. iv, 292, 343

Vespasianus v, 184 verbant de philosophen uit Rome

Veth, G.H. vi, 340-342 vader v. Jan Veth

Veth, G.Jz. vi, 340

Veth, Huibert vi, 341

Veth, Jan i, 38 vriendschap met ii, 465 over Jan Vermeer iv, 317-329 over Dürer vi, 339-480, 481-486, 486-487, 531, 532, 536-538

Veth, P.J. vi, 342, 347, 348, 460 en Jan Veth viii, 448 en de Akademie van Wetenschappen

Veth-Dirks, A.D. vi, 355

Veth-Giltay, A.C. vi, 340, 342, 355

Vianen, Willem van vi, 132 nt 1

Vico, G.B. iv, 449 geschiedopvatting v. v, 148 over de poëzie vii, 115, 187 cyclische geschiedopvatting v.

Vidal de la Blache, P. ii, 142-143 over het belang v.d. ligging v. Bourgondië vii, 251

Vigneulles, Philippe de iii, 33 dagboek v.

[p. 158]

Vikramâditya vi, 285

Villani, G. iv, 287 over realisme v. Giotto, 288 realisme v., 523 hoogstaande kroniekschrijving v. vii, 195

Villard de Honnecourt v, 17, 203

Villehardouin, G. de vii, 177

Villiers, George iii, 63 mignon v. Jacobus I

Villon, François iii, 33; 160-161 spot met het pastorale ideaal, 165, 169, 176 het motief der vergankelijkheid bij, 199, 285; 289 het testament v., 305, 343, 372; 376, 479 zelfbespotting v., 395 bespot de latiniseering v.h. Fransch, 396, 400, 451, 462, 478, 534, 574

Vincent van Beauvais iv, 10 vii, 177

Vingboons, Philip ii, 499

Viollet, Paul vii, 251

Viollet-le-Duc, E.E. iv, 266 zijn beeld v.d. Middeleeuwen, 390, 403 het groote belang v. zijn werk vii, 26, 77, 242

Virchow, R. vii, 486 en het woord ‘Kulturkampf’ viii, 247

Viriville, Vallet de iii, 540 over Jeanne d'Arc

Visscher, Claes Jansz i, 452 kaart v. Groningen door

Visscher, L.G. viii, 250

Visscher, Nicolaes i, 456, 457, 461 geeft kaart v. Groningen uit

Visser, A.W. viii, 311

Visser, P. vi, 537, 538

Vissering, S. viii, 18, 20 over het bestuur der universiteiten

Vitri, Philippe de iii, 75 over de ridderschap, 153, 160 zijn ‘Le dit de Franc Goutier’, 391 en Petrarca

Vitrier, Jean vi, 49, 50, 173, 196 en Erasmus

Vives, J.L. ii, 387 Hugo de Groot beroept zich op vi, 154, 157 en Erasmus vii, 148 historisch scepticisme v.

Vlaanderen, Margareta van i, 554

Vliegher, Simon de ii, 489 vi, 435

Vliet, J. van der vi, 298 en Kern

Vloten, J. van vi, 280, 316, 346, 400 viii, 253; 264 over Stahl

Vocht, Henry de iv, 330-334 bespreking v. werk v.

[p. 159]

Voecht, Jacobus vi, 38 en Erasmus

Voetius, Gisbertus iv, 435 indeeling v.d. kerkgeschiedenis bij viii, 344, 346 en Coccejus, 354

Vogel, J.Ph. i, 30, 32, 144, 145, 147; 188-190 bespreking v. boek v. vii, 565 nt

Vogel, Walter vii, 91 generatie-leer v.

Vogelsang, W. ii, 525, 537 viii, 485, 486, 489 over Wichman

Vogüé, E.M. de vii, 251

Voigt, Georg iv, 246 over de Renaissance

Volgraff, C.W. viii, 308, 339 als hoogleeraar te Groningen

Vollenhoven, C. van ii, 553; 584 en het Prinsenhof iv, 497 geeft stoot tot ‘studium generale’ in Leiden vi, 495-498, 520, 521 vii, 254 en ‘studium generale’ te Leiden, 380 viii, 460

Voltaire iv, 237-242, 248, 254 over de Renaissance, 346 religie v., 353-354, 358-359 draagt bij tot nieuw historiebeeld, 392 domineert beeld v.d. XVIIIe eeuw, 541 over vaderlandsliefde v, 15 het onspeelsche v. zijn ‘Henriade’ vi, 181, 221 vii, 48 en de ontwikkelingsgedachte, 107, 117, 178, 195, 387, 482

Vondel, J. van den i, 412, 416, 423 ii, 279; 396, 397 en Hugo de Groot, 435, 441, 446, 447; 471-475 karakteriseering v., 501, 517 iii, 159 de ‘Leeuwendalers’ iv, 529 zijn patriottische terminologie v, 214 en het spel-element v.h. Barok vii, 228-229 historische gebondenheid v., 288 burgerlijkheid v. viii, 477 geciteerd, 520-521 bespreking v. boek over, 522-534 besprekingen v.d. W.B.-uitgave v. zijn werken

Vooys, C.G.N. de viii, 312

Vos Jz., J. de viii, 444 en het ‘Instituut van Wetenschappen’

Vosbergen, Gasper van ii, 67, 69-70 en de vergadering der Staten-Generaal op 10 Juli 1584

Vossler, Karl iv, 219

Vos van Steenwijk, J.A.G. de viii, 66

Vranck, F. ii, 49 over de souvereiniteit der Staten

Vreede, G.W. viii, 262

Vries Azn, G. de. ii, 340, 342 viii, 268

[p. 160]

Vries, Hugo de v, 488 reisherinneringen v.

Vries, J. de v, 98

Vries, M. de vi, 280, 286, 287, 316 en de studie v.h. sanskrit in Nederland, 527 viii, 98 en Lulofs, 220, 251-253 als hoogleeraar te Groningen, 373, 446

Vries Reilingh, D. de viii, 311

Vrijman, J.A. viii, 323

Vrolik, W. viii, 125, 126, 166, 192, 194 als hoogleeraar te Groningen, 444, 446 en de Akademie van Wetenschappen

Vürtheim, J.J.G. vi, 472, 488-489

Vulcanius, B. viii, 353 colleges v. - te Leiden

Vydt, Jodocus iii, 328, 449, 453

Waal, C. de viii, 100, 145, 158, 159, 167, 220 als hoogleeraar te Groningen

Waals, H.G. van der i, 145

Waals, J.D. van der vi, 532

Waals Jr, J.D. van der viii, 306

Wachter, F. iv, 334-336 bespreking v. werk v.

Waddell, L.A. i, 171 nt

Wagenaar, Jan i, 414 over den IJdijk in A'dam ii, 347-348 over den Roland v. A'dam

Wageningen, J. van viii, 309

Wagner, R. i, 22 bewondering voor iv, 404 het ‘impressionisme’ v., 429 en de Skandinavische mythologie, 467 Spengler over, 469 verwantschap met Spengler vii, 405

Wais, Kurt iv, 361-363 bespreking v. boek v.

Waitz, G. vii, 71, 250, 327

Wal, Gabinus de viii, 83, 91, 130, 132, 134, 135, 166, 186, 196 als hoogleeraar te Groningen

Wal, Jan de viii, 132

Wallenstein, A.E. von vii, 527

Walpole, Horace iv, 385 is van geest klassicus, 391 v, 221 het spel-karakter v. zijn romantisme

Walpole, Hugh vi, 476

Walser, Ernst iv, 223-224 bespreking v. boek v.

Wandalbert iv, 508 over den haat tusschen Germanen en Romanen

Warburg, A. iv, 556-560 bespreking v. bock v.

[p. 161]

Warburg, Paul vi, 425

Warham, William vi, 57, 76, 88, 176 en Erasmus

Warner, L. viii, 374

Warnkönig, L.A. viii, 164, 182

Warnsinck, I. viii, 213

Warren, Henry Clarke i, 154 over het Karma en de herediteit

Warren, S.J. vi, 298, 304 en Kern

Warwick, graaf van iv, 184, 188-192 en Eduard IV

Washington, George v, 284; 402 vereering v. vii, 199, 200

Watson, John vi, 94 en Erasmus

Watson, John B. v, 446-448, 475, 483, 485 het ‘behaviorism’ v.

Watteau, A. iii, 379, 480 iv, 419 bucolisch ideaal bij

Wauters, A. i, 293

Wavrin, Jean de iv, 187, 193 over Eduard IV in Holland

Waymouth, J. ii, 371 en Nederland

Weale, James iii, 487; 489-490 over van Eyck's portret der Arnolfini

Webb, Cl. C.J. iv, 85, 103 nt 2 over Joh. v. Salisbury

Weber, Albrecht vi, 283-284, 287, 288, 299, 316 en Kern

Weber, G.W. viii, 310, 338 als hoogleeraar te Groningen

Weber, Max vii, 163 nt 1, 358

Webster, Daniel vii, 201

Webster, Henry v, 323 en de Amerik. Whigs

Wechssler, E. iv, 421 nt 2 over hoofsch levensideaal

Wedgwood, J. iv, 357 zijn klassicisme is romantisch

Weed, Thurlow v, 327

Weersma, H.A. viii, 312

Weinrich, Kaspar iv, 186

Weizsäcker, Julius iv, 212

Welderen Rengers, W.J. van viii, 297

Welf van Beieren iv, 509 Suger over

Wellhausen, J. iv, 226 over den Islam

Wells, H.G. iv, 441-496 bespreking v. boeken v. Spengler en v, 23

[p. 162]

vii, 50 en het evolutionisme, 63; 130 over historische wetten, 237, 398

Wenckebach, K.F. viii, 303, 337

Wensinck, A.J. vi, 518-525

Wensinck, J.H. vi, 518

Wensinck-Daubanton, M.E. vi, 518

Wensinck-Vermeer, A.S.G. vi, 518

Wenzel van Luxemburg, Roomsch-koning iii, 16 afzetting v.

Werff, Pieter Adriaansz. van der ii, 56

Werve, Claes van de iii, 319

Werveke, H. van i, 533 nt, 534, 552

West, Benjamin vii, 202

Westendorp, N. viii, 117

Westenhout, J. van viii, 357, 360

Westerhoff, R. viii, 118

Weyden, Rogier van der ii, 216-217, 219, 222, 237 portretten v. Bourgondische hertogen door iii, 305, 308, 311, 329, 381; 384 verschil v. zijn werk met dat v. Van Eyck, 440, 445, 448, 449, 477; 492-493 Friedländer over

Weyler, generaal vii, 541 uitvinder der concentratiekampen

Wharton, Edith v, 438 karakteristiek v. haar werk

Whistler, J. McNeil v, 410

Whitman, Marcus v, 412

Whitman, Walt v, 265 citaat v., 270 en het Amerik. individualisme, 374-376 over Amerika's grootheid, 393, 394 de indianenromantiek v., 403 en de heldenvereering, 408 over dieren, 410-417 karakteristiek v. zijn werk, 426, 428, 437, 456, 457, 480 vii, 364; 535 en de democratie

Whitney, Eli v, 255, 294, 316 en de ‘cottongin’

Whitney, W.D. vi, 284, 316

Whittier, John Greenleaf v, 391-392, 412

Wicheringe, Bartold i, 452-456, 458, 459, 461 kaart v. Groningen door

Wichers, A.L. viii, 66

Wichers, B. viii, 68, 240 en de universiteit v. Groningen

Wichers, H.L. viii, 66, 67

Wichers, J. viii, 66

[p. 163]

Wichman, Erich viii, 485-489 bespreking v. werk v.

Wielant, Ph. iv, 411 nt 1 over Karel den Stouten

Wienbarg, L. ii, 329-330 over Nederland

Wier, Johannes iii, 298, 301 over heksen

Wiersma, E.D. viii, 303, 311, 326

Wijdeveld, H.Th. iii, 536

Wijhe, J.W. van viii, 303

Wijk, N. van v, 21 over de etymologie v. ‘pledge’ en ‘play’

Wijn, H. van ii, 60 over de Staten v. Holland op 10 Juli 1584

Wijnne, J.A. vi, 549

Wilamowitz-Moellendorf, U. von vii, 94 viii, 338

Wilda, W.E. i, 207 over ontstaan der steden

Wildeboer, G. vi, 518 viii, 299

Wildon Carr, H. iv, 555 over lezing v.

Wilhelmina, koningin ii, 548 e.v.

Wilkes, Th. ii, 49 over de souvereiniteit der Staten

Willebrord i, 526, 553 op Walcheren

Willelmus Procurator i, 367, 382

Willem i van Holland i, 216, 229, 342, 343, 371, 372, 413

Willem ii van Holland i, 214, 216 en Alkmaar in 1254, 228, 383 zijn handvest voor Haarlem in 1245, 256, 374 zijn oorkonde v. 9 April 1253, 342, 343, 379, 380 ii, 22, 24, 25, 27-29, 31, 32 en Hollandsche stadrechten iii, 121 v, 127

Willem iii van Holland i, 367, 394 en de Haarlemmerhout

Willem iv van Holland i, 266, 397 iii, 121; 126 ridderlijkheid v.

Willem vi van Holland iii, 488

Willem i van Oranje ii, 35-49; 56-58 en het beleg v. Leiden, 276; 293 en Bourgondië, 353 Gascoigne over, 440, 452; 460 en de universiteit v. Leiden, 480, 512, 515 iii, 63; 383 intocht te Brussel in 1578 vi, 184 het Erasmiaansche v. vii, 515 viii, 340, 351-353 en de universiteit v. Leiden, 565

Willem ii van Oranje ii, 75, 79, 80 karakter v. zijn

[p. 164]

politiek, 440 begreep Nederland niet iii, 131 bruiloft v. viii, 565

Willem iii, koning-stadhouder vi, 333 viii, 566

Willem v van Oranje viii, 565

Willem i, koning viii, 60, 62, 76, 79, 81, 113 en de universiteit v. Groningen, 93, 360; 437, 438, 440, 450, 453 en het ‘Instituut van Wetenschappen’, 567

Willem van Auxerre iv, 12 over Alanus v. Rijsel

Willem van Champeaux iv, 26 substantieleer v.

Willem van Conches iv, 33 Plato-commentaar v., 103 nt 1

Willem van Nassau-Dietz ii, 38, 39

Willem de Veroveraar iv, 153 de curia regis tijdens

Willem Lodewijk viii, 340, 341 en de bevrijding v. Groningen

Williams, Roger ii, 370 en Nederland

Willoughby, W.C. iv, 341 nt 1

Willoughby, W.F. v, 468

Wilson, H.H. vi, 291 over inrichting onderwijs in Indië

Wilson, Woodrow v, 316 geciteerd, 326; 327, 329, 350 over Amerika's regeering, 367-370; 370; 372 over Amerika's jeugd vii, 205, 555, 556

Wilson Croker, J. vii, 303 en het woord ‘conservative’

Wimpfeling, Jacob vi, 75, 159, 258 en Erasmus

Winckel, Pieter vi, 11 als voogd v. Erasmus

Winckelman, J.J. v, 233 vii, 109 viii, 101

Wind, C.H. viii, 305

Windelband, W. iv, 445 vii, 5, 14, 19, 21, 47, 69, 70, 118 over de geschiedwetenschap

Windisch, E. i, 21-22 als hoogleeraar te Leipzig 59, 71, 72 vi, 313 en Kern

Winkel, Jan te ii, 15 als leeraar v. Huizinga

Winkler, C. vi, 392 viii, 386 kwestie v. opvolging v.

Winkler, Friedrich iii, 483-486 bespreking v. boek v.

Winthrop, John v, 379 het journaal v.

Wiselius, C. Iz. ii, 539 in 1813

Wisselingh, C. van viii, 306, 325

Wissler, Clark v, 446

[p. 165]

Wit, Frederik de i, 455-459, 461 uitgever v. kaarten v. Groningen

Witsen, Willem vi, 346, 348, 349, 369, 417, 449, 470, 474 en Jan Veth

Witt, Cornelis de ii, 84.

Witt, Jan de ii, 74-85 n.a.v. Japikse's boek over, 296 bemiddelende politiek v., 401-402 de Triple Alliantie vii, 288 burgerlijkheid v. viii, 565, 566

Witte, Emanuel de ii, 484 iii, 350

Witte, Karl iv, 149

Wölfflin, Heinrich iv, 289 over het naturalisme v.d. XVe eeuw, 329 de eenvoud v.d. XVIe eeuw vii, 94 en de term ‘barok’, 122

Wolsey, Th. vi, 90, 133, 140 en Erasmus

Wolterbeek, J.I. viii, 186

Wolters, J.H.G. viii, 100, 144, 167

Wolthers, H. viii, 121, 125

Woltjer, J. viii, 391

Woltmann, K. iv, 460 Germanenwaan v. vii, 351 rassenleer v.

Woodville, Caton vi, 435

Wouter van Chatillon iv, 8, 15, 17 nt 5, 19, 68, 69 en Alanus v. Rijsel, 12 praegothiek dichter v, 15 geleerde zwaarheid v. zijn epos

Wouter van Egmond i, 413

Wouwerman, Ph. ii, 439

Wulf, M. de iv, 3 nt, 26 over Alanus v. Rijsel, 33 nt 5

Wumkes, G.A. viii, 514 over Eeltsje Halbertsma

Wundt, W. i, 23 vii, 14, 21 over de geschiedwetenschap

Wurtemberg, Hendrik van iii, 340

Wyck, B.H.C.K. van der viii, 161, 227, 228, 307, 310 als hoogleeraar te Groningen

Wyttenbach, D. ii, 318-319 en Kant viii, 62; 90 en Kant, 141 Van Heusde en

Xaverius, Franciscus iii, 219

Ximenes, F. vi, 90, 126, 151

York, Margareta van, hertogin van Bourgondië iii, 27, 314 bruiloft v., 326

Yorke, Rowland ii, 352

[p. 166]

Young, Arthur iv, 406 over de boeren v. Frankrijk

Young, James T. v, 350 over de Amerikaansche regeering, 363, 368 geciteerd

Youngman, Anna v, 300, 301 over Amerikaansche kapitalisten

Ypey, A. viii, 90, 145, 170 als hoogleeraar te Groningen

Ysbrand van Haarlem i, 219, 220

Zarathustra v, 141, 143 de raadselvragen v.

Zasius, Ulrich vi, 91, 147, 157, 178 en Erasmus

Zeb, Aureng vi, 293

Zeeman, Reinier Nooms, genaamd vi, 435, 476, 477

Zeno van Elea v, 145 zijn wijze v. polemiseeren, 180 dialoogvorm v.

Zeumer, K. i, 267 over middeleeuwsche accijnzen iii, 567

Zijl, Peter van i, 517 syndicus der Ommelanden

Zijlker, J.F. viii, 222 polemiek met Star Numan

Zirik, Jan van i, 267

Zola, Emile iii, 372

Zondervan, H. v, 7 nt 1, 29 nt over het spel

Zuñiga, Diego Lopez vi, 151, 254 en Erasmus

Zuylen, J. van viii, 267, 268

Zwaan, J. de viii, 299

Zwingli, U. ii, 37 godsdienstgesprek met Luther, 44 iv, 264 en de idee v. wedergeboorte v, 142 godsdienstgesprek met Luther vi, 91, 118, 161, 169, 182, 204 en Erasmus, 171, 172