| |
| |
| |
Register van zaken en plaatsnamen
Aardenburg
i, 533 |
Académie Française
viii, 427 e.v. |
Academie, Vlaamsche - voor taal- en letterkunde
ii, 544-546 taak v. |
Accijnzen
i, 261-262, 265 e.v., 267-269, 375-376 middeleeuwsche |
Afzwering
ii, 48 beteekenis v.d. - v. Philips II |
Akademie, Koninklijke Nederlandsche - van wetenschappen
ii, 544-545 taak v.
viii, 426-449, 450-463 |
Alby
i, 228 oudste charter v. |
Alkmaar
i, 286, 352, 385 stadrecht v. 216 en Koning Willem II
ii, 22, 26, 28, 29, 31, 32 stadrecht v.
iv, 185, 187 beweerde landing v. Eduard IV te |
Allegorie
iii, 137, 249-250, 255-259 en symbolisme in late Middeleeuwen, 385-388 in kunst en litteratuur der XVe eeuw
iv, 31 e.v., 64 e.v. bij Alanus v. Rijsel
v, 14 blijft altijd in sfeer v.h. spel, 166-171 het spel-element v. personificatie en |
Allobrogen
ii, 128, 196 Bourgondische schrijvers over de |
Amadis-Romans
iii, 91 |
Amant Rendu Cordelier, l'
iii, 378 e.v., 480 e.v. |
Ambon
ii, 361-364 de moord v. - in de Engelsche litteratuur |
Amerika
v, 23 nt 2, 24 spel-element in moderne samenleving v., 132 de Amerik. burgeroorlog verfoeid door J. Ruskin, 240 spel-element in de politieke zeden v., 247-417, 418-489, 490
vii, 198 e.v. de vormloosheid der geschiedenis v. - na den Burgeroorlog |
Amsterdam
i, 31-32 privaat-docentschap te, 412-424 het ontstaan v.
ii, 333, 347-349 de Roland v., 426-427 en de vrije handel, 441 in de XVIIe eeuw, 474 en Vondel, 496 Westerkerk, 499 Raadhuis te
viii, 11, 279-280, 335, 393, 394, 396, 403, 406 Universiteit v., 387 e.v., 403 Vrije Universiteit te |
Anabaptisme
vi, 169 Erasmus en het |
Anarchisme
vii, 537-538 |
Angers
iii, 173 grafmonument in kerk v. |
| |
| |
Anthropomorphisme
iv, 448 e.v. v. Spengler
vii, 79 e.v., 139 e.v. in de geschiedwetenschap |
Antisemitisme
vii, 538-540 |
Antwerpen
i, 549-550 contact met Middelburg in XIe eeuw
ii, 295 rol v. - in XVIe eeuw
iv, 319-320 Dürer te |
Arabië
v, 63-64 woorden voor spel en spelen in het Arabisch, 87, 89, 95-96, 115 Oudarabische snoefen schimpwedstrijden
vii, 175-176 Arabisch-Islaamsche geschiedschrijving |
Arminianen (Remonstranten)
ii, 397-399, 453, 455, 459 |
Armoede-ideaal
iv, 416 e.v. |
Atrecht
iii, 12, 20 vredescongres en tractaat v. - in 1435, 299-301 heksenvervolgingen te - in 1461 |
Avesta
v, 143 theologische raadselkamp in de |
|
Bali
vii, 614-616 |
Ballen, van
i, 437 de familie - te Groningen |
Bamberg
iv, 278, 283 sculptuur v.d. dom van |
Bandoeng
viii, 464, 468, 469 Technische Hoogeschool te |
Bank, de Nationale
v, 254, 263-264, 344 in Amerika |
Barbizon, school van
iv, 395 |
Barok
ii, 395-396 het oprechte idealisme v.h., 414-417, 500-501 Nederland's beschaving in de XVIIe eeuw en het, 493 Rembrandt en het
iv, 255, 260
v, 213-217 het spel-element v.h. |
Batavodurum
ii, 15 = Noviomagus? |
Bazel
iv, 516 de ‘naties’ op concilie te, 522 Erasmus te
vi, 85 e.v., 129 e.v., 143 e.v., 174 e.v. Erasmus te |
Beeldende kunst
ii, 260-262 Bourgondische schilder- en beeldhouwkunst, 447-449 sociale positie v.d. schilderkunst in Nederland v.d. XVIIe eeuw, 479-500, 517, 518 in Nederland v.d. XVIIe eeuw
iii, 306, 436-437 laat helderder beeld van den tijd na dan de belletrie, 307-332, 438-449 in het Fransch-Bourgondische leven der late Middeleeuwen, 343-388, 450-482 letterkunde en - in de XVe eeuw
iv, 22 e.v. en letterkunde in de XIIe eeuw, 283-284, 287-293 realisme en, 399 e.v. en letterkunde omstreeks 1840
v, 16-18 spel-element v. - en
|
| |
| |
techniek, 196-204 en spel, 233-234 het spel-element in de - in modernen tijd, 392 in Amerika
vii, 404-409 de crisis der moderne, 569 e.v. de toekomst der
viii, 487 e.v. hedendaagsche |
Beeldspraak
v, 163-164, 166-171 |
Behaviorism
v, 446-448, 475, 483, 485 |
Beleefdheidswedstrijd
iii, 50-55 in de late Middeleeuwen
v, 94 in het oude China |
Belgen
ii, 127-128, 195-196 de naam - in de Bourgondische litteratuur |
Benares
vi, 290 Kern te -, en de inrichting v.h. onderwijs aldaar |
Beschavingsgeschiedenis
vii, 32-34 taak en termen der, 35-94 de taak der |
Beverwijk
i, 286, 385 stadrecht v. |
Bien public
ii, 116-117, 178-180 het begrip - als instrument der Bourgondische staatkunde |
Bijnaam
ii, 134-137 zin v.d. bijnamen der Bourgondische vorsten
iii, 112 idem |
Blackfoot
v, 61-62, 72 woorden voor spel en spelen in het |
Boeddhisme
i, 148-172 studie en waardeering van het
iii, 166, 264
vi, 303-309, 319-320 Kern over het
vii, 563 e.v. het begrip ‘verlossing’ in het |
Boekdrukkunst
vi, 62 e.v. Erasmus en de |
Bologna
iv, 514
viii, 4, 7, 31 universiteit v. |
Boston
v, 273-274 de ‘caucus’ en het Committee of Correspondence te |
Bourgondië
ii, 52-53, 124-142, 189-192, 194-198, 211-215, 246-247, 263, 273-274 namen en teekens voor de Bourg. staatseenheid, 99-101 politieke geschiedschrijving in 106-110, 174-177 de Bourg. politiek als wraak, de Bourg. ‘partij’ en de Bourg. staat, 110-124, 163-188, 193-194, 200-204, 272-273 en Frankrijk, 142-154 de Franschsprekenden over Dietsch element in, 154-158, 203-215 de Bourg. staat na 1477, 238-265 als crisis in de verhouding tusschen de Romaansche en de Germaansche landen, 255-263 het stijlprincipe v.d. Bourg. cultuur
iii, 46-55 hofstaat v., 77-78 karakter v.d. Bourg. historiographie |
Bouwkunst
ii, 259-260 Bourgondische, 495-500 Nederland's - in de XVIIe eeuw |
| |
| |
Brabant
i, 342-343verhouding met Holland in de XIIIe eeuw
ii, 28, 29 Brabantsch recht, 129-130, 196-198, 246 de titel ‘Koning v.’ gepretendeerd door Bourg. hertogen |
Brahmana's, de
v, 11-12, 135-138 de wijsheidswedstrijd in de litteratuur v.
vii, 563 e.v. het begrip ‘verlossing’ in de |
Bremen
ii, 336-338, 349 de Roland v. |
Briel, Den
ii, 352, 353 Gascoigne over - in 1572 |
Brou
ii, 134 nt, 190, 260 het mausoleum v. |
Brugge
i, 263, 265, 266 accijnzen te, 533-534 de burg te
iv, 514 de ‘naties’ der kooplieden te |
Bruiloft
iii, 131-132 in late Middeleeuwen
v, 111-112 wedstrijd om de bruid in primitieve culturen |
Buning
i, 438 de familie - te Groningen |
Burgerlijkheid
iv, 399 e.v. de tegenstelling ‘burgerlijk’ en ‘anti-burgerlijk’ omstreeks 1840
vii, 287 e.v. v.h. Nederl. volk, 576 e.v. het begrip ‘burger’ |
Burghorn
ii, 340-347 de Roland v. |
Burgunden
ii, 128, 196 Bourgondische schrijvers over de |
Byzantium
v, 210 beteekenis v.h. hippodroom van |
|
Calvinisme
ii, 428 en kapitalisme in Nederland v.d. XVIIe eeuw, 450-463, 515-517 beteekenis v.h. - in Nederl. v.d. XVIIe eeuw |
Cambridge
iv, 515
viii, 7, 8, 32 universiteit v. |
Canterbury
iv, 169 vertegenwoordiging v.h. aartsbisdom - in het Parlement |
Casuïstiek
iii, 145-146, 287-289 van liefde en oorlogsgebruiken in de late Middeleeuwen |
Catechismus
v, 143-144, 156 en raadselspel |
Caucus
v, 272-273 groote belang v. - in Amerik. partij-organisatie |
Causaliteitsbegrip
iv, 445 e.v. het - in de geschiedwetenschap
vii, 56, 73, 130 e.v., 183-184 idem |
Champmol
iii, 217, 320-321 Kartuizerklooster te |
Chartres
iv, 29, 86, 106 school v., 105 kathedraal v. |
| |
| |
Chauken
i, 466-467, 514 grens tusschen Friezen en |
Chicago
v, 287-288 vergadering der Republikeinen in 1860 te |
China
v, 60-61 woorden voor spel en spelen in het Chineesch, 82-84 het antithetische karakter v.d. Oudchineesche maatschappij, 87 de ‘potlatch’ in het oude, 93-94, 115 wedstrijd in smaad en beleefdheid in het oude, 125-126 oorlogvoering in het feodale, 154 Oudchineesche poëzie
vii, 176 Chineesche geschiedschrijving |
Clant
i, 432 het geslacht - te Groningen |
Cluny
iv, 108 beweging v. |
Comités van correspondentie
v, 274-275, 277 groote rol v. - in Amerik. geschiedenis |
Commission Government
v, 351-352 in het Amerik. stadsbestuur |
Communisme
vii, 290 |
Conservatisme
vii, 303 e.v. |
Constanz
iv, 515 ‘naties’ op concilie te |
Constituante
v, 253 en Continental Congress |
Constitutie
v, 338-340, 344, 346, 348 de Amerikaansche |
Continentale Congres, het
v, 253 en de Constituante, 274 komt voort uit de comité's v. correspondentie, 325, 337-338, 344 |
Coëperatie, Geestelijke
vii, 120 e.v. in de geschiedwetenschap, 436-440 in modernen tijd |
Costuum
ii, 525-526 de sociologische taak der costuumgeschiedenis
iii, 64 mode en kunst in XVe eeuw, 313-314, 336-341, 442-443 laat-middeleeuwsche kleederdracht
iv, 224-226
vii, 52 costuumgeschiedenis en evolutie |
Crécy
iii, 49 slag bij
v, 127 idem |
Crisis
vii, 292 e.v. der cultuur, 318 e.v., 453 crisisbesef van vroeger en nu |
Cultus, zie: Religie |
Cultuur (als algemeen begrip)
iv, 450 e.v. en civilisatie volgens Spengler
v, 3-4
vii, 100 nt 1 en beschaving, 163, 165 definitie v., 328 e.v. grondvoorwaarden v., 443 e.v. beteekenis v.h. begrip, 481-489 de termen beschaving, civilisatie, cultuur en civiltè, 489-491 aard v.h. verschijnsel, 511-520 stijging en daling v., 521 e.v. cultuurwinst en -verlies, 579-581 en persoonlijkheid, 582-583 en stoat,
|
| |
| |
583-585 en nationaliteit, 586-591 hedendaagsche typen v. |
Damme
i, 417-418 zegel v. |
Dans
v, 195-196 en spel |
Débat des herauts d'armes de France et d'Angleterre
iii, 124 |
Decimale indeeling
v, 332-333 |
Delft
i, 253-254, 285-286, 294-341, 344, 345, 348, 352-354, 363 stadrecht v., 411 de jaarstijl v.
ii, 22-31 stadrecht v., 580-585 Prinsenhof, 213 ontwikkeling in XIIIe eeuw |
Democraten
v, 252, 272, 279, 284, 319, 323-329, 347, 354, 361 de Amerik. partij der |
Democratie
v, 365 e.v., 426, 456 e.v. in Amerika
vii, 531-536, 602 woord, ideaal, praktijk en verval der |
Deugd
iv, 51-64 en zonde bij Alanus v. Rijsel, 417 deugdideaal
v, 91-93, 95 het archaïsche begrip zie ook: Hoofddeugden |
Deventer
vi, 10 Erasmus te |
Devotio Moderna
ii, 257 en de stileering v.d. religiositeit, 294, 309 invloed op Duitschland
iii, 211, 231-234, 238, 277-278, 325-327, 447
vi, 7-8 karakter v.d., 23 invloed v. - in Frankrijk |
Dienstbegrip
iv, 272 e.v. verslapping v.h. - in de Renaissance |
Domburg
i, 527, 528, 536-540, 546, 553 de burg v. |
Dood
iii, 163 e.v. het beeld v.d. - in late Middeleeuwen
iv, 136-141 de figuur v.d. - bij Dante |
Doodendans
iii, 163, 170-179 in late Middeleeuwen |
Dordrecht
i, 228 oudste charter v., 257-260 handel v. - in XIIIe eeuw, 269 accijnzen te, 274-275, 378 en de lakenhandel, 282-283 gilden te, 342, 352; 355 schepenen te
ii, 29, 32 stadrecht v.
vi, 340 e.v. Jan Veth en |
Drente
i, 430-438 immigratie uit - in Groningen |
Dresden
iii, 322 verzameling v.h. Grüne Gewölbe |
Duins
ii, 78 beteekenis v.d. slag bij |
Duitschland
ii, 238-331 en de Nederlanden
vi, 262-263 Erasmus over
vii, 504-510 onbegrensdheid en verbrokkeling v.h. Duitsche Rijk
viii, 461 invloed v. - in Nederland |
| |
| |
Economie
ii, 103-104, 174-175 ec. verklaring van middeleeuwsche partijsentimenten, 298-299 het gevoelselement in de moderne ec. verhoudingen, 425-429 primitiefheid v.h. ec. stelsel v. Nederl. in de XVIIe eeuw
iii, 21-22 ec. verklaring v. middeleeuwsche partijsentimenten
v, 18-20, 81 spel-element v.h. ec. leven, 231-232 het sportelement in den modernen handel en industrie, 253-256 het overheerschen v. ec. kwesties in Amerik, geschiedenis, 289-291 het karakter v.d. ec. organisatie in Amerika, 336-377 bedrijfsleven en staat in Amerik. geschiedenis
vii, 204-205 en de vorm der Amerik, geschiedenis |
Edam
i, 286 stadrecht v. |
Edda zie onder: Germanen |
Eems
i, 466 als grens tusschen Friezen en Chauken |
Eergevoel
iii, 290-291 het formalisme v.h. - in late Middeleeuwen |
Eleaten
v, 180 vraag- en antwoordspel bij de |
Engeland
ii, 350-381 Engelschen en Nederlanders in Shakespeare's tijd, 457-459, 532 vergelijking v. Engeland's en Nederland's beschaving in XVIIe eeuw
iii, 17-18 het Eng. hof in late Middeleeuwen
iv, 151-179 het ontstaan v.h. Eng. Parlement
v, 106 spel-element in Eng. rechtspraak, 112 weddenschap en recht in, 228-229 de sport in, 239-240 spel-element in het Eng. parlementarisme
vi, 264 Erasmus over
vii, 503-504 in de Middeleeuwen |
Enkhuizen
i, 286, 363 stadrecht v. |
Epithalamische Stijl
iii, 130 e.v. |
Erfrecht
, 351 te Haarlem |
Eskimo's
v, 113-114, 154 de trommelwedstrijd bij de |
Eugenetica
v, 334 in Amerika |
Euphemismen
i, 190-194 over eenige - in het Oud-Indisch |
Evolutiegedachte
iv, 348 ontbreekt aan de Verlichting
vii, 32, 46-56, 80, 113 e.v., 131 e.v., 188 en de geschiedwetenschap, 320 tegenover revolutie |
Fascisme
vii, 290, 532 |
Federalisten
v, 264, 284, 319-321 de Amerik. partij der |
Federatieve Beginsel, het
vii, 601-602 |
| |
| |
Feest
iii, 314-318, 443-444 in de late Middeleeuwen
v, 49 e.v. het wezen v.h. |
Feodalisme
v, 311-313 modern - in Amerika |
Film
v, 15 geen spel-element in film-drama? 331-332, 426 in Amerika, 433 is een litteraire kunst
vii, 346; 376 en moraal |
Finnen zie: Kalevala |
Florence
v, 17, 204 dom v. |
Folkardingen
i, 428-430 het geslacht der - te Groningen |
Formalisme
iii, 290-293 der late Middeleeuwen |
Forum Hadriani
ii, 20 |
Franeker
viii, 11, 41, 43, 54, 207, 208 hoogeschool en rijksathenaeum v. |
Franken
i, 471 Friezen en |
Frankrijk
ii, 110-124, 163-188, 193-194, 200-204, 238-265, 272-273 Bourgondië en, 307-313, 532-533, 535 Fransche cultureele invloed op Nederland
iii, 55-57 het Fransche hof in late Middeleeuwen
v, 240-241 spel-element in politiek v. hedendaagsch -?
vi, 263 Erasmus over
vii, 249-253 de geschiedschrijving in het hedendaagsche, 500-501 en de beschaving der Middeleeuwen, 536-538 ontaardingsverschijnselen in de Derde Republiek |
Freiburg in Breisgau
vi, 167 e.v. Erasmus te |
Friesland
i, 439 immigratie uit - in Groningen, 464-474 geographische plaats en politieke organisatie v. - in Romeinschen tijd en Middeleeuwen, 475-522 ont-friesching v.d. Gron. Ommelanden, 522-525 bespreking v. boek over
ii, 129-130, 196-198, 247-248, 274 de titel ‘Koning v. -’ gepretendeerd door Bourgondische hertogen, 152-154 de Bourg. Geschiedschrijvers over, 291, 510 de beteekenis v.d. Frieschen volksstam in N.-Nederland, 552 de Friesche taalstrijd is er geen
viii, 503-518 Jong-Friesche lyriek |
Futurisme
vii, 399 |
|
Geertruidenberg
i, 250, 290 handvest v. 1213 v., 343 |
Geheime Genootschappen
v, 277-285 in Amerika |
Gelijkheidsidee
iii, 72-74 in late Middeleeuwen |
Gelkingen
i, 428, 430 het geslacht der - te Groningen |
Genève
iii, 245 wapen v. |
| |
| |
Genreschildering
iii, 371-373, 473-474 in de XVe eeuw |
Gent
i, 533-534 de Oudburg te
ii, 147-148 tijdgenooten over Gentsche opstanden in de Xve eeuw
iii, 123-124 Gentsche oorlog v. 1382
viii, 34 universiteit v. |
Genua
iv, 507 vijandschap met Pisa |
Germanen
iv, 507 e.v. de tegenstelling tot Romanen
v, 8-10, 65-73 woorden voor spel en spelen in de Germ. talen, 20-21 het spel-element in de Oudgermaansche maatschappij, 97-99 schimpwedstrijden bij de oude, 109-110 samenhang v. recht en kansspel bij de oude, 139, 143 de raadselwedstrijd in de Edda, 149-150 de figuur v.d. ‘vates’ in de Oudgerm. letterkunde, 156-158 Oudgerm. recht en dichtkunst, 160 de mythe in de Edda, 164 de beeldspraak in de Edda, 167 personificaties in de Edda
vi, 258 e.v. Erasmus tusschen Romanen en
vii, 588 e.v. bestaat er een Germ. cultuurtype? |
Geschiedwetenschap
ii, 22, 33, 34 over de school v. Oppermann, 325 contrast tusschen Duitsche en Nederlandsche
iv, 350 e.v. in de XVIIIe eeuw
v, 484-485 in Amerika
vi, 321 e.v. in Nederland
vii, 3 e.v.
Zie ook op: Historisch |
Gids, De
vi, 459 e.v. Jan Veth en, 531 e.v. Colenbrander en |
Gildewezen
v, 203 het agonale element in het |
Gorkum
ii, 375-376 Coryat over |
Goslar
i, 245 stadrecht v. |
Gothiek
iii, 312 e.v., 442 het karakter v.d. flamboyante |
Gouden Eeuw
iv, 415 als levensideaal |
Grafteeken
iii, 309, 319 in late Middeleeuwen |
Grave
i, 347, 348 |
Griekenland
iv, 454-458 Spengler over, 500-501 patriotisme in het oude
v, 8-9, 57-59, 72-73 de woorden voor spel en spelen in het Grieksch; de Grieksche agōn, 43, 47 nt 2 de identiteit v. cultushandeling en kosmisch gebeuren bij de Grieken, 96-97 schimpwedstrijden v.d. Grieken, 99-103 het agonale bij de Grieken, 105 het proces een wedstrijd bij de Grieken, 108-109 samenhang v. recht en kansspel bij de Grieken, 115 de sociale functie v. Grieksche
|
| |
| |
satire, 124 spel-element in Gr. oorlogen, 138-139 de raadselwedstrijd bij de Grieken, 144-147 verband v. raadsel en vroeg-Gr. wijsbegeerte, 168 de personificatie in vroeg-Gr. letterkunde, 174-176 het Gr. tooneelspel, 177-183 de Gr. sophist, 190-193 de waardeering v.d. muziek bij de Grieken
vii, 174 de Gr. geschiedschrijving |
Groningen (stad)
i, 11-20, 24-27 jeugd en studie te, 34-37 hoogleeraarschap te, 427-440, 440-448
ii, 495 de Groote Markt te, 496 de Nieuwe Kerk
viii, ii, 33, 36-339, 340-350, 393-396, 402 universiteit v. |
Groningen (gewest)
i, 448-464, 464-522 |
Gulden Vlies
ii, 256
iii, 100-103 |
|
Haarlem
i, 28-30 leeraarschap te, 203-364, 365-389, 389-405, 405-411
ii, 22-31 stadrecht v., 496 Nieuwe Kerk te, 497 Vleeschhal, 585-586 Bakenessergracht |
Haerlo, de
i, 433 het geslacht - in Groningen |
Halle
ii, 335-336 de Roland v. |
Handelsvennootschap
v, 289-290, 343 in Amerika |
Hansouwe, Van der
i, 432 het geslacht - te Groningen |
Hanze
ii, 309 |
Harderwijk
i, 417-418 zegel v., 420
viii, 11, 41, 54 hoogeschool v. |
Hebzucht
iii, 30-31 de zonde der - in late Middeleeuwen |
Heiligen
iii, 198-210 vereering v. -in late Middeleeuwen, 219 e.v. het romantisme der heiligheid in late Middeleeuwen |
Heksenhamer, de
iii, 244, 297, 300 |
Heksenvervolging
ii, 461, 462
iii, 297-304
vi, 184
vii, 284 nt |
Hel
iii, 264-265 voorstelling v.d. - in late Middeleeuwen |
Helmersinge
i, 438 het geslacht - te Groningen |
Herderingen
i, 428-430 het geslacht der - te Groningen |
Herdersideaal
iii, 157-160
iv, 417 e.v. |
Heroïsme
vii, 211-217, 386-392 |
's-Hertogenbosch
i, 288-342, 346, 351, 385, 387 stadrecht v.
ii, 29, 30 idem |
| |
| |
Hervorming
iv, 255 e.v. en Renaissance, 304-306 in Italië |
Hesdin
iii, 322, 445 kasteel v. |
Historiestuk
vii, 202 de ondergang v.h. |
Historische Beeld, Het
vii, 10 e.v., 22 e.v, 193 e.v. |
Historische Idee, de
vii, 134-150 |
Historische Levensidealen
iv, 411-432 |
Historische Sensatie, de
ii, 566
vii, 71 e.v., 166 |
Historische Terminologie
vii, 81, 141 |
Historisme
vii, 21; 152 e.v. en anti-historisme, 189-190 |
Hoekschen
iii, 22 aard v. tegenstelling Kabeljauwschen en |
Hofleven
iii, 46-57, 279-280 stijl en belang v.h. hofceremonieel in late Middeleeuwen, 153-156 vlucht uit het - in late Middeleeuwen
iv, 99 e.v. bestrijding v.h. - door Joh. v. Salisbury |
Holland
ii, 148-152 de Bourgondische geschiedschrijvers over, 209 dank zij de Bourg. leerschool in staat tot leiderschap in de Republiek
vi, 43-44, 256 e.v. Erasmus over |
Hoofddeugden
vii, 573-576 |
Hoofsche Cultuur
iv, 51-64, 102-103 enpraegothiek |
Hoogmoed
iii, 29 de zonde v.d. - in de late Middeleeuwen, 78 als kern v.h. ridderideaal |
Hoorn
i, 286-287 stadrecht v. |
Horenken
i, 437 het geslacht - te Groningen |
Hubboldinc
i, 432 het geslacht - te Groningen |
Humanisme
ii, 456 in Nederland v.d. XVIIe eeuw
iii, 34-36 het optimisme v.h., 389-402 en late Middeleeuwen
iv, 94-97, 107-110 in de XIIe eeuw, 518-521 en nationalisme
v, 212-213 spelelement v.h.
vi, 39-42, 98 e.v., 162-165 en Erasmus
vii, 148 en scepticisme, 177 e.v. en geschiedschrijving, 264-265 en de eenheid v. Europa, 429, 431-432, 605-606 beteekenis v. term en verschijnsel |
Hypothese
vii, 25 de-in de geschiedwetenschap |
|
Idealisme
iii, 261-263, 266, 287 in late Middeleeuwen |
Impressionisme
iv, 404 e.v. omstreeks 1840 |
Incourt
i, 294-295, 298, 364 charter v. |
Indeterminisme
ii, 167-168, 239-240 noodzakelijk in geschiedwetenschap, 280
|
| |
| |
vii, 137 noodzakelijk in geschied-wetenschap |
Individualisme
iv, 267 e.v. en Renaissance
v, 251 e.v. Amerikaansch |
Indonesië
ii, 588-593 Indonesische muziek
v, 151-133 Oost-Indon. poëzie
viii, 464-470 de universiteit van Nederlandsch-Indië |
Ingebod, Recht van
i, 346 e.v., 387 |
Initiatief
v, 357-360, 362, 364, 366, 370 en Referendum en Recall in Amerika |
Institut de France
viii, 430 e.v. |
Internationalisme
vii, 262-266, 274, 420, 437 e.v. |
Ironie
iii, 375-380 in de XVe-eeuwsche kunst |
Italië
vi, 265-266 Erasmus over
vii, 501-503 en de beschaving der Middeleeuwen |
|
Jaargeding
i, 362-363 |
Japan
v, 62-63 woorden voor spel en spelen in het Japansch, 130-132 het ridderwezen in, 153 Jap. poëzie, 156 staatsstukken in dichtvorm |
Joden
ii, 454 in Nederland v. XVIIe eeuw |
Jouvencel, Le
iii, 85-87 karakter v., 120, 214, 286, 289, 528 |
Kabeljauwschen
iii, 22 aard v. tegenstelling Hoekschen en |
Kalevala
v, 149 zang en cultus in de, 153 spelend dichten in de, 395 en Longfellow's ‘Hiawatha’ |
Kapitalisme
ii, 428 en Calvinisme in Nederland v.d. XVIIe eeuw
v, 261-270 als tegenstelling tot individualisme in de Amerik. geschiedenis |
Keulen
ii, 474 en Vondel |
Klassicisme
ii, 499-501 in Nederland v. XVIIe eeuw
iii, 389-402 en late Middeleeuwen
iv, 357 het romantisch - der XVIIIe eeuw, 424 het klassieke ideaal
v, 220-221 het spel-element v.h. - der XVIIIe eeuw |
Kleuren
iii, 144, 336-341 en kleurensymboliek in late Middeleeuwen
iv, 23-25 de liefde voor - in de XIIe eeuw |
Kloosterleven
iv, 92 sociologische beteekenis v. |
Koningschap
ii, 554 waardeering v.h. - in XIXe en XXe eeuw
iii, 13-19 aard en stijl v.h. - in late Middeleeuwen |
| |
| |
Koopmansrecht
i, 228, 240-241, 372 |
Krant
v, 330-331, 426-433 in modern Amerika |
Kruistochten
iii, 113-115 kruistochtideaal in late Middeleeuwen
iv, 508-509 verscherping v. nat. vijandigheden door |
Kunst
iii, 43-46 plaats v.d. - in Middeleeuwen, Renaissance en Nieuwen Tijd
v, 232-234 en spel sinds eind XVIIIe eeuw
vi, 398 en aesthetica, 440 e.v. het dienend karakter der
vii, 8 e.v., 183 en geschiedwetenschap, 403-409 de crisis v.d. moderne, 569 e.v. de toekomst der |
|
La Chaise-Dieu
iii, 173 doodendans in kerk v. |
La Hulpe
i, 294-295, 364 charter v. |
Landschap
ii, 442
vii, 545-547 de ondergang v.h. |
Latijn, zie onder: Rome |
Lauwers
i, 467 als grens tusschen Friezen en Chauken |
Leiden
i, 228 oudste privilege v., 352; 355, 360 stadrecht v.
ii, 29 stadrecht v., 50-59 het ontzet v., 57-58, 460 stichting v.d. universiteit v., 496 de Marekerk, 497 stadhuis-façade, 575-578 het Ethnographisch Museum en, 578-580 Mare en Stadhuis
vi, 437 demping v.d. Mare, 492 e.v. Lorentz en, 495 Van Vollenhoven en
viii, 10, 11, 22, 23, 24, 29, 33, 42, 55, 56, 59, 62, 116, 117, 334, 335, 340, 351-354, 355-370, 393, 395-399; 402-406, 428, 429, 436 universiteit v., 571 demping v.d. Mare |
Leipzig
i, 21-23 studie te |
Letterkunde
i, 144-147 over de waardeering der Indische
ii, 99-101, 258 Bourgondische, 445-446 soc. positie v.d. - in Nederland in XVIIe eeuw, 465-477 Nederl. - in XVIIe eeuw, 501 Nederl. - en het Barok
iii, 342-388, 450-482 beeldende kunst en - in de XVe eeuw
iv, 278-283, 284-285, 293-296 realisme en, 399 e.v. en beeldende kunst omstreeks 1840
v, 13-15, 148-165, 172-176, 233-234 poëzie en spel, 379, 390-395, 405-417, 436-441 Amerikaansche
vii, 29 is - een kunst?, 60 e.v., 158-159 en geschiedwetenschap, 375-376 moderne - en het verval der moraal, 403-409 de crisis der moderne, 433-435, 571 e.v. de toekomst der
viii, 377-378, 479 e.v. de ondoelmatigheid v.h. woord |
| |
| |
Leuven
i, 292-296, 300-341, 346-348, 351, 353, 360, 362, 364, 385 stadrecht v.
vi, 54 e.v., 89 e.v., 126 e.v. Erasmus te
viii, 8, 9 universiteit v. |
Lewe
i, 431-432 het geslacht - te Groningen |
Liberalisme
vii, 286, 302 e.v.; 603 e.v. |
Liefde
iii, 128-143 de stileering der - in late Middeleeuwen, 144-151 de omgangsvormen der - in late Middeleeuwen, 378-380 in de kunst der XVe eeuw |
Lugdunum Batavorum
ii, 3, 7, 15, 18-20 de plaatsbepaling v. |
Luik
i, 357 schepenbank te
viii, 34 universiteit v. |
Lutheranen
ii, 297 in Nederland |
Lyon
i, 173, 175 glasschildering aan kathedraal v.
iv, 515 ‘naties’ op concilie te |
|
Maagdenburg
ii, 337 de Roland v. |
Maagdenburger Centuriatoren
vii, 120, 177 |
Madrid
ii, 166 verdrag v. |
Mamlukken
ii, 179, 203 als scheldnaam in Fransche geschiedenis |
Manchester
iv, 547-548 school v. |
Marburg
ii, 37
v, 142 godsdienstgesprek te |
Markt
i, 236 stichting v., 237, 256 e.v. te Haarlem |
Marxisme
vii, 160-161 en geschiedwetenschap, 374 en het verval der moraal |
Mechanisme
iv, 348 e.v. XVIIIe-eeuwsch |
Mechaniseering
v, 292-335, 420-422 der Amerik. maatschappij en cultuur
vii, 294 e.v. der moderne maatschappij en cultuur |
Medebach
i, 252-253 stadrecht v. |
Medemblik
i, 286, 385 stadrecht v., 417 zegel v. |
Melancholie
iii, 38 beteekenis v.h. woord - in late Middeleeuwen |
Mennonieten
ii, 297, 453-454 in Nederland |
Mepsche, De
i, 432-433 het geslacht - te Groningen |
Merchten
i, 294 stadrecht v. |
Middelburg
i, 245 stadsrecht v., 265, 266 accijnzen te, 273 statuut v. 1271, 275 lakenhandel te, 346, 353
|
| |
| |
handvest v. 1217, 358, 527-532, 535-541, 544-547, 549-553 burg en kasselrij v.
ii, 23 stadrecht v., 496 de Oostkerk te, 586-587 de Abdij v.
iii, 486 stadhuis v.
iv, 186, 189, 191-193 en Eduard IV v. Engeland |
Middeleeuwen, (de term) zie bij: Periodiseering |
Midden-Europa
ii, 287-288 wat is -?, 597 |
Mignons
iii, 63-64 |
Militarisme
ii, 437-439, 505 geen - in Nederland in XVIIe eeuw
vii, 523-531, 600 in verleden en heden |
Ministerialen
i, 216-218, 370-371 in Holland |
Minnehof
iii, 142-143 in late Middeleeuwen
v, 154 algemeen cultuurhist. verband v.h. |
Missiebesef
v, 372-373 v.d. Amerikanen |
Monnikendam
i, 286, 287 stadrecht v. |
Monster
ii, 3-21 de Romeinsche mijlpaal v. |
Montereau
ii, 107, 173, 174 de moord v.
iii, 16, 20, 112, idem |
Montpellier
vii, 6 universiteit v. |
Monumentenzorg
vi, 401 e.v. Veth en de |
Morphologie
vii, 33, 73 e.v. in de geschiedwetenschap |
Muiden
i, 419 zeevaart v. - in XIIIe eeuw |
Munster
ii, 304 vrede v. |
Museum
ii, 559-569 het Historisch Museum, 569-578 het rapport der Museumcommissie
vi, 400 e.v., 466 e.v. Veth en de museumkwestie, 536 e.v. Schmidt Degener en de museumkwestie |
Muziek
ii, 259 Bourgondische, 588-593 Indonesische
iii, 334-336 laat-middeleeuwsche muziekaesthetiek
iv, 287-288 naturalisme in de, 404 e.v. het impressionisme in de - van omstreeks 1840
v, 15-16 spel-element v.d., 70-71 het ‘spelen’ v., 189-195 spel en, 219-220 karakter v. XVIIIe eeuwsche |
Mystiek
iii, 270-278 van de late Middeleeuwen |
Mythe
v, 158-161 en poëtisch spel |
Naakt, Het
iii, 381-382 in kunst en leven der XVe eeuw |
Napels
viii, 8 universiteit v. |
Natie
ii, 102, 168-169 vage beteekenis v.h. woord in de XVe eeuw, 266- |
| |
| |
267 wat is een -?, 282-283 de voordeelen van nationale differentiatie
iv, 426 e.v. nationaal-historische idealen, 514 e.v. Middeleeuwsche ‘nationes’
vi, 252 e.v. Erasmus over vaderland en naties
vii, 266-278 discussie met J. Benda over de waarde der nationale differentiatie, 448 e.v. en cultuur, 585-586 nationale veeléénheid
viii, 7 Middeleeuwsche ‘nationes’ |
Nationaal-Socialisme
vii, 532 |
Nationalisme
iv, 497-554
vii, 161 en geschiedwetenschap, 266-278 discussie met J. Benda over het, 420, 437 e.v. en internationalisme, 543-544 |
Nationaliteit
vii, 551-554, 556-557 de overschatting v.h. begrip, 583-585 en cultuur |
National Packing Company
v, 303, 314-315 |
Natuur
iii, 360-362, 469-471 natuurbeschrijving in de litteratuur der XVe eeuw
iv, 354 e.v. XVIIIe-eeuwsch natuurgevoel, 443 e.v. Spengler's antithese v. natuur en geschiedenis
vi, 212 e.v. Erasmus over de |
Natuurwetenschap
ii, 477-479 in Nederland in de XVIIe eeuw
iv, 342 e.v. ontwikkeling v.d.
vii, 4, 32, 47 e.v., 117 e.v. en geschiedwetenschap, 431 belang v.d. ontwikkeling der |
Naumburg
iv, 283 beelden v. |
Nederlandsch, Het
ii, 144, 210-211 de Bourgondische hertogen en, 271, 281, 307 het Middelnederlandsch, 282; 355-361 de waardeering en kennis v. - in Engeland v. begin XVIIe eeuw, 519, 546-547 de kwaliteit v.
vii, 291-292 |
Neuss
iii, 122, 297
v, 126 legerkamp v. Karel den Stouten voor |
Nicopolis
iii, 17, 84, 92, 113, 126
v, 128 slag bij |
Nijmegen
viii, 393, 396 universiteit v. |
Nominalisme
iii, 248 niet meer dan reactie-verschijnsel in de Middeleeuwen |
Noodhelpers, de Veertien
iii, 202, 206-207 |
Normalisatie
v, 422-424 |
|
Ommelanden zie: Groningen |
Onderwijs
ii, 551 vrijheid v.
vi, 290 e.v. in Indië in XIXe eeuw |
Onnoozele Kinderen
iii, 183-184.
iv, 212-218 |
Oorlog
iii, 86-87 ‘Le Jouvencel’ over
|
| |
| |
den, 119 e.v., 525 ridderideaal en, 287-289, 526-527 casuïstiek van oorlogsgebruiken in late Middeleeuwen
v, 117-133 en spel, 241-243 de hedendaagsche |
Oostburg
i, 533 |
Oosten, Het
vii, 492 e.v. en Westen als cultuurhistorisch contrast |
Oostenrijk
iv, 526-528 nationaliteitenproblemen v. |
Organisatie
vii, 266, 294 e.v. de - in de moderne maatschappij |
Organisme
vii, 49, 134 het begrip - in de geschiedwetenschap |
Orléans
i, 440-446 de ‘Duitsche Natie’ aan de universiteit v. |
Ossian zie: Macpherson, J. |
Oudewater
i, 269 accijnzen in middeleeuwsch
ii, 462 de heksenwaag te |
Oud-Indië
i, 45 e.v.
v, 9 nt 2, 59-60 woorden voor spel en spelen in het Sanskrit, 85-87 het kansspel in het Mahābhārata, 142-143 raadselspel in het Mahābhārata en de Milindapan̄ha
vi, 279 e.v. de studie v. - en Hendrik Kern |
Oud-Javaansch
vi, 310-313, 318 Kern over het |
Oxford
iv, 515
viii, 3, 7, 8, 28, 32 universiteit v. |
|
Padua
viii, 8 universiteit v. |
Paganisme
iii, 400-402 in Middeleeuwen en Renaissance |
Pandrecht
i, 246 in Haarlem |
Parijs
ii, 193-194, 246 het Parlement v. - en Philips de Goede
iii, 171-172, 176-177, 187-188 kerk en kerkhof der Innocents te, 216-217 klooster der Celestijnen te
iv, 106 Joh. v. Salisbury over, 154, 179 Parlement v., 217 kerkhof ‘des Innocents’ te, 295 beschrijving v. - door Ariosto, 514-515 universiteit v.
vi, 22 e.v. Erasmus' verblijf te
viii, 4 e.v., 28, 31, 32 universiteit v., 473-474 het Nederlandsch Collegium te |
Parlement
iv, 151-179 het ontstaan v.h. Engelsche |
Partij
ii, 103-110, 175
iii, 21-24 karakter v. middeleeuwsche partijsentimenten
v, 252, 272-289, 319-329, 349, 354 partijwezen en partijleven in Amerika
vii, 299 e.v. het moderne Nederlandsche partijstelsel |
Partijteekens
ii, 131-134, 137-139, 189- |
| |
| |
192 Bourgondische emblemen
iii, 23-24, 286-287 emotioneele beteekenis v. - in late Middeleeuwen |
Pas d'Armes
iii, 96-97 in de XVe eeuw |
Pastorale
iii, 153, 156-162, 361, 374, 386 in late Middeleeuwen |
Patriotisme
ii, 103-110, 169 in de Middeleeuwen
iv, 497-554 |
Patriotten
ii, 538-539 de - in Nederland na 1813
v, 260 vergelijking Amerik. Revolutie met twisten der - in Nederland |
Periodiseering
iv, 433-440 de term ‘Middeleeuwen’
vii, 33-34, 85 e.v., 115-116, 142-143, 186 e.v. in de geschiedwetenschap |
Personificatie zie: Allegorie |
Perzen zie: Avesta |
Pessimisme
iii, 36-40 in de late Middeleeuwen |
Pilgrim Fathers
v, 271-272 middeleeuwsch-corporatieve staatsidee v.d. |
Pisa
iii, 17 concilie v. - in 1409, 170-171 de doodendans v.h. Campo santo te
iv, 507 vijandschap met Genua |
Poyers
iv, 198-209 |
Poissy
v, 142 godsdienstgesprek te |
Polman
i, 434-437 het geslacht - te Groningen |
Pont à Mousson
iv, 212 slag bij |
Portret
iii, 308-309, 440-441 in late Middeleeuwen
vi, 386 e.v., 484 e.v. het - als monumentale kunst |
Potlatch
v, 19, 86-90, 94-95, 105, 110-111, 115, 210 |
Praag
viii, 8 universiteit v. |
Praegothiek
iv, 22, 71, 85, 88, 104, 120 |
Praetorium Agrippinae
ii, 3, 20 de plaatsbepaling v. |
Pragmatisme
v, 397-398, 448 het - v. William James |
Predikers
iii, 8-11, 231-232 in late Middeleeuwen |
Preux, Les Neuf
iii, 82-83 |
Prinsgezinden
ii, 539-542 na 1813 |
Processies
iii, 7 in late Middeleeuwen |
Progressieven
v, 288, 368-369 de Amerik. partij der |
Propaganda
vii, 470, 559 |
Pruik
v, 106 in de Eng. rechtspraak, 215-217 als barok spel-ornament |
| |
| |
Psychoanalyse
vii, 354; 374-375 en het verval der moraal |
Psychologie
vii, 17 e.v., 33, 73 e.v. en geschiedwetenschap |
Puerilisme
v, 236-239 is geen spel
vii, 296, 393-399, 544-545 in het moderne leven |
|
Raadsel
i, 164
v, 11-12, 134-147; 179 en sophisme, 185 |
Raden (Iurati)
i, 356 e.v. |
Radicalisme
vii, 302 e.v. |
Radio
v, 421-422
vii, 414-415 |
Rassenbegrip
ii, 324 product der Romantiek
vii, 350 e.v. moderne rassentheorie |
Rationalisme
iv, 347 |
Realisme
ii, 485 en Nederland's schilderkunst in de XVIIe eeuw
iii, 330-332, 450-455 het naturalisme der Van Eyck's en de Renaissance
iv, 276-297 en Renaissance, 328-329 het - van Dürer |
Realisme (t.o. nominalisme)
iii, 248-251 als grond v.h. symbolisme, 266-268 primitief karakter v. middeleeuwsch
vii, 38, 134 e.v. blijft noodzaak in modern historisch denken |
Recall
v, 357-360, 370 en Referendum en Initiatief in Amerika |
Recht
iii, 7-8 terechtstellingen in late Middeleeuwen, 24-26 rechtsgevoel en rechtspleging in late Middeleeuwen
iv, 162 e.v. rechtspraak en wetgeving in de Middeleeuwen
v, 105-116 en spel zie ook: Volkenrecht |
Reclame
v, 431 e.v. in Amerika
vii, 346-347, 398 de moderne |
Rederijkers
ii, 257; 445 kamers v. Rhetorijke in Nederland v. XVIIe eeuw
iii, 485-486 de ‘rederijkerij’ als kenmerk van de Nederlandsche beschaving der XVIe eeuw |
Referendum
v, 357-360, 362, 366, 370 en Initiatief en Recall in Amerika |
Réfugiés
ii, 297 in Nederland na 1685 |
Regenten
ii, 442-443 in Nederland in de XVIIe eeuw
vi, 184 het Erasmiaansche v.d. - in Nederland |
Religie
iii, 132-134, 190, 237-241, 243, 244, 378-380, 480-482 en erotiek in late Middeleeuwen, 180-210 uiterlijke religieuze vormen en gebruiken in de late Mid- |
| |
| |
deleeuwen,
211-229 typen v. godsdienstig leven in de late Middeleeuwen, 230-244 godsdienstige aandoening en verbeelding in de late Middeleeuwen
iv, 259 e.v. en Renaissance, 291 cultus en kunst, 346 en Verlichting
v, 4-5, 41-55, 82-86 cultus en spel, 149-151 cultus en poëzie, 189-190 cultus en muziek, 384, 386-388, 396-397 en religieuze secten in Amerika, 483-484, 486-489 en wetenschap in Amerika
vii, 562 e.v. |
Remagen
ii, 12, 16, 18 mijlpaal te |
Renaissance
iii, 30 brengt ethischen inhoud in de hebzucht, 34-36 het optimisme v.d., 41, 42; 43-47 plaats v. kunst en schoonen levensvorm in de, 79 roemzucht een caracteristicum van de -?, 116 vorstenduel in de, 137 Renaissance-element v.d. Roman de la Rose, 258 allegorie en mythologie in de, 331-332, 342, 450, 454 tegenover het laatmiddeleeuwsche naturalisme, 389-402 en late Middeleeuwen, 520 en het ridderideaal der late Middeleeuwen
iv, 104, 107 e.v. de - der XIIe eeuw, 231-275 het probleem der, 276-297 en realisme
v, 13 nt 1, 185 Karolingische - lijkt vooral hofspel, 212 spelelement v.d.
vi, 99 e.v., 108-111 en Erasmus |
Republikeinen
v, 252, 264, 272, 284, 319, 323-329, 354 de Amerik. partij der |
Republikeinen, Federale
v, 264, 284, 319-323 de Amerik. partij der |
Ridderwezen
iii, 66-67 belang v. - ook in late Middeleeuwen, 74-75 ridderschap en wetenschap,77-78 het ridder-ideaal en de XVe-eeuwsche geschiedschrijvers, 78 e.v. het ethische v.h. ridderideaal, 87 e.v. ridderideaal en ascese, 88 e.v. ridderideaal en erotiek, 91 e.v. ridderideaal en sport, 98 e.v. ridderorden, 103-110 riddergelofte, 112 e.v. ridderideaal en staatkunde, 119 e.v. ridderideaal en krijgvoering, 519-529 politiek en militair belang v.h. - in late middeleeuwen
iv, 90-92 en geestelijkheid in de XIIe eeuw, 273 en Renaissance, 420-423 het ridderideaal
v, 124, 130-133 en de edele oorlog
vii, 262, 263 en de Europeesche eenheid |
Rijsel
i, 263 stadrecht v.
iii, 314, 316-317, 327, 443-445 banket v. - v. 1454 |
Rococo
iv, 346
v, 22 speelschheid v.h., 217-220 spel-element v.h. |
Roemzucht
iii, 78-82 en eergevoel in late Middeleeuwen en Renaissance |
Rolandsbeelden
ii, 332-349 |
| |
| |
Roman de la Rose
iii, 129, 135-144, 156, 160, 161, 255, 401
iv, 13, 72-73 |
Romanen
iv, 507 e.v. de tegenstelling tot Germanen
vi, 258 e.v. Erasmus tusschen Germanen en
vii, 586 e.v. bestaat er een Latijnsch cultuurtype? |
Romantiek
ii, 323 haar invloed in de verschillende landen
iii, 66-67 en de Middeleeuwen
iv, 355-359, 381-391; 402 e.v. en de Middeleeuwen, 533 e.v. en nationalisme
v, 15-16, 195 vermindert spelelement in poëzie en muziek, 22, 221-223 spel-element v.d., 482 noodzakelijk in kunst
vii, 64-65 de anti-stoïsche geesteshouding v.d., 107 e.v., 178-179 en de studie der geschiedenis, 273; 375 en het verval der moraal, 434 doodt het spel in de letterkunde |
Rome
iv, 501-502 Romeinsch vaderlandsbesef
v, 6 beteekenis v.d. Romeinsche ‘catervae’, 8-9, 64 het woord ‘spel’ in het Latijn, 15, 169 de Rom. ‘indigitamenta’, 21-22 het spel-element in opbouw v. Rom. Rijk, 102-103 het agonale bij de Romeinen, 115 het Latijnsche ‘iurgium’, 116 spelkarakter v. Rom. proces, 126 sacrale oorsprong v. Rom. legerkamp, 184 sophisten in Rom. Rijk, 206-211 het spelkarakter v.h. Rom. Rijk
vii, 174-175 Rom. geschiedschrijving, 324 e.v., 414 is de ondergang v. Rome vergelijkbaar met huidige crisis? |
Rotterdam
i, 286 stadrecht v. |
Rouw
iii, 11, 57-62 publieke - in late Middeleeuwen |
Rozebeke
iii, 23 slag bij |
Rusland
iii, 49 hofceremonieel in
v, 23 spel-element in het nieuwe, 238 puerilisme in het nieuwe
vii, 197-198 de vormloosheid der Russ. Revolutie |
Ruyers
iv, 198-209 |
|
Saksen
i, 471-473 Friezen en |
Salerno
viii, 4, 6 geneeskundige school v. |
Scaldemariland
i, 554-569 als naam voor Zeeland |
Scepticisme
vii, 148 e.v., 184 e.v. historisch |
Scheleghe
i, 438 het geslacht - te Groningen |
Schellinkhout
i, 287 stadrecht v. |
Scherpenisse.
i, 266, 269 accijnzen te |
Scheuring
ii, 50, 158, 162, 167, 208, 211,
|
| |
| |
276-277, 279-280, 293, 309-310, 431, 513 de scheuring der Nederlanden in een Noordel. en Zuidel. deel |
Schiedam
i, 358 |
Schimpwedstrijd
v, 93-99, 115 Chineesche, Oudarabische, Grieksche en Oudgermaansche |
Scholastiek
v, 12-13, 186-187 spel-element in vroege
vi, 24-25 Erasmus over de |
School
iv 115 e.v. in de XIIe eeuw |
Schoonheid
iii, 40-43 de drie wegen om het leven schooner te maken, 333-341 het schoonheidsgevoel der late Middeleeuwen |
Schuldrecht
i, 242-245 in Haarlem |
Schutterij
ii, 445 in Nederland v. XVIIe eeuw |
Semitische talen
v, 9 nt 2, 63-64, 69 woorden voor spel en spelen in de |
Sensualisme
iv, 347 |
Sickinge
i, 437 het geslacht - te Groningen |
Sint Andrieskruis
ii, 132 als teeken v.d. Bourgondische partij
iii, 23-24 tijdens schrikbewind v.d. Bourguignons in Parijs in 1411 |
Sint Winoxbergen
i, 533, 535 de burg v. |
Slaven
vii, 587 e.v. bestaat er een Slawisch cultuurtype? |
Snoefwedstrijd
iii, 122 in late Middeleeuwen
v, 93-99, 115 Chineesche, Oudarabische, Germaansche |
Socialisme
ii, 549 in Nederland
iv, 406 e.v. omstreeks 1840
v, 361-362, 365-366 in Amerika
vii, 265-266, 553 en de eenheid v. Europa |
Sociologie
vii, 4 e.v., 84, 137 e.v., 158 en geschiedwetenschap |
Soest
i, 228, 252-253 oudste charter v. |
Sophisten
v, 12 spel bij de, 177-183 de Grieksche, 184 in Rome |
Souburg
i, 527, 528, 531, 534, 536, 537, 539, 546, 553 de burg v. |
Speaker
iv, 174 in Engelsch Parlement
v, 348-349 in het Amerik. Huis v. Afgevaardigden |
Specialiseering
vii, 121 e.v. in de geschiedwetenschap |
Spel
iii, 98, 103 en ridderorden, 104 en riddergeloften, 287 en de casuïstiek, 296 e.v. vermenging v. spel en ernst in de Middeleeuwen, 395-396 het Humanisme als gezelschapsspel
iv, 116-117 in het intellectueele
|
| |
| |
leven der XIIe eeuw, 391 en de litteratuur
v, 3-246
vii, 35 in de middeleeuwsche universiteit, 393 e.v. in moderne maatschappij, 433 e.v. en de letterkunde |
Spelling
viii, 524, 525, 544-560 |
Spoils System
v, 355-356 |
Spoorweg
v, 295-298 in de Amerik. geschiedenis |
Sport
iii, 44 waardeering v.d. - in XXe eeuw, 91 erotisch gehalte v.d. middeleeuwsche
v, 227-231 verliest in XXe eeuw het spel-element, 333 mechaniseering v.d. - in Amerika
viii, 395 moderne |
Spreekwoorden
iii, 284-286 in late Middeleeuwen |
Staat
ii, 42 Bourgondisch staatsbesef, 102 middeleeuwsch staatsbegrip, 162-163 woord en begrip in Middeleeuwen, 533-535 invloed v.h. staatkundige op het cultureele
iv, 97 e.v. Joh. v. Salisbury over den, 540 e.v. groote of kleine -?
v, 336-377 en bedrijfsleven in Amerika, 271-272 staatsidee der Pilgrim Fathers
vi, 146 e.v., 210 e.v. Erasmus over den
vii, 298-299, 368-371, 379-385, 457 e.v. de amoraliteit v.d., 447 e.v., 468 e.v., 582-583 en cultuur |
Stadrecht
i, 205, 215-216, 228, 241, 346 e.v.
ii, 22-34 dateering v. Hollandsche stadrechten zie ook onder stedennamen |
Standard Oil Company
v, 302, 309-310 |
Standen
iii, 67-72 in late Middeleeuwen
iv, 272-273 het standsbegrip der Renaissance |
Staten
ii, 48-49, 433-434 de souvereiniteit der - in de Nederl. Republiek, 82 karakter v.d. Hollandsche Statenpartij in XVIIe eeuw
iv, 170 e.v. de ‘estates’ in Engeland |
Stavoren
i, 417, 418 zegel v. |
Stedelijk Grondbezit
i, 247 e.v., 250-254, 383 in de Middeleeuwen |
Stelling
vii, 35-36 |
Steyn, klooster
vi, 12 e.v. Erasmus in het |
Strawberry Hill
iv, 357, 391 het gothicisme v.
v, 221 het spel-karakter v. |
Symbolisme
iii, 246-261 in de late Middeleeuwen |
Tachtigers
i, 19
vi, 347, 351 e.v., 368 e.v., 372
|
| |
| |
e.v., 398, 419 e.v. Jan Veth en de, 552 Kernkamp en de |
Taylorstelsel
v, 316-319 |
Techniek
v, 16-18 spel-element in beeldende kunst en
vii, 266, 294 e.v. invloed v.d. mechanisch-technische organisatie in modernen tijd |
Telegraaf en Telefoon
v, 298-299 in Amerik. geschiedenis |
Tewkesbury
iii, 18
iv, 184, 192 slag bij |
Toledo
v, 184 theologisch tournooi te - in 589 |
Tollen
i, 255 e.v., 267-269 middeleeuwsche |
Tooneel
i, 45 e.v. de Vidûshaka in het Indische
iii, 530 e.v. Shaw's Saint Joan
v, 174-176 het Oudgrieksche tooneelspel
viii, 491-494 over een opvoering v. ‘Marieken van Nimwegen’ |
Toradja's
v, 137 raadselwedstrijd bij de |
Tranen
iii, 11-12, 233 de tranenrijkheid der late Middeleeuwen |
Trente
ii, 35, 41, 44 concilie v. |
Trier
ii, 125, 130, 197-199, 246-247 geheime samenkomst in 1473 te |
Trois Chevaliers et del Chainse, des
iii, 94 |
Troje
iv, 518 pretentie v. afstamming uit |
Trommelwedstrijd
v, 113-114, 154 bij de Eskimo's |
Troubadours
v, 154 en de Cours d'Amour |
Trusts
v, 302-315, 328-329 in Amerika |
Tuin
iv, 355 in de XVIIIe eeuw
vi, 100 in de Renaissance
vii, 84 |
Tweegevecht
i, 241-242 in middeleeuwsche steden
iii, 91 e.v., 115-119, 523-524 in late Middeleeuwen
v, 119-123 |
|
Unie van Utrecht
ii, 48 beteekent als bond niets nieuws
v, 261, 337 en de Articles of Confederation
vii, 283-284 de voordeelen van haar gebreken
viii, 563 |
Universalia
iii, 248
iv, 117
v, 13, 187 sportieve karakter v. strijd om de - in de XIIe eeuw |
Universiteit
ii, 296-297, 312, 460-461 de Nederl. universiteiten in de XVIIe en XVIIIe eeuw en het buitenland, 319 de Ned. - na reorgani- |
| |
| |
satie v. 1815, 535 de reorganisatie in Nederland van 1815
iv, 513 e.v. de ‘nationes’ der middeleeuwsche
v, 12-13, 187 spelvormen v.d. middeleeuwsche, 458-467 in modern Amerika
vii, 35 spel in de middeleeuwsche, 221-227 geschiedenis en traditie v.d.
viii, 3 e.v. |
Utrecht
i, 261, 267-269 accijnzen in middeleeuwsch, 355 schepenen v. viii, 11, 33, 41, 54, 55, 64, 214-216, 270-272, 275, 276, 334, 335, 393, 395-398, 402-406 universiteit v. |
|
Vaderland
ii, 42-44 het begrip - in de Bourgondische Nederlanden, 48 in Nederland na 1568 |
Valenciennes
iii, 6, 117 tweegevecht v. 1455 te |
Vates
v, 149 e.v. de figuur v.d. |
Vechten
ii, 4-5 |
Veda's, de
v, 11-13, 135-138 de wijsheidswedstrijd in, 43 zin v.d. offerdienst in, 166-167 personificaties in |
Veere
iv, 186, 191, 193 en Eduard IV v. Engeland |
Verdun
ii, 126, 194
iv, 508 verdeelingsverdrag v. |
Vergankelijkheid
iii, 163-165 het motief der - in late Middeleeuwen |
Verlichting
iv, 341-359 natuur- en historiebeeld v. 1650-1790, 531 en nationalisme
v, 272 het groote aantal genootschappen tijdens de, 347-348 staatkundig inzicht v.d., 382-383, 398 e.v. in Amerika, 390 invloed v. Amerika op Europa tijdens de vii, 107 e.v., 178 en de studie der geschiedenis, 265 en de eenheid v. Europa |
Verlossing
vii, 562-566 Christelijk en Indisch verlossingsbegrip |
Verrotting
iii, 163, 165-170 het motief der - in late Middeleeuwen |
Vertegenwoordiging
ii, 551 de evenredige
iv, 166 de gedachte der - in de Middeleeuwen
vii, 299 e.v.
viii, 392 de evenredige - in Nederl. |
Veurne
i, 534 de burg v. |
Vidûshaka
i, 45 e.v. |
Vienne
iv, 515 ‘naties’ op concilie te |
Vlaanderen
ii, 138, 191 het symbool ‘de leeuw v. -’, 142-148 de Bourg. geschiedschrijvers over, 543-544 |
Vlag
ii, 536, 594-596 de Nederlandsche |
| |
| |
Vlissingen
iv, 192, 193 en Eduard IV v. Engeland |
Voeu du Faisan
iii, 108-109
iv, 424 |
Voeu du Héron
iii, 93, 105, 109 |
Volkenbond
vii, 554-558 |
Volkenrecht
iii, 288, 526-527 en de spelregels v.d. laat-middeleeuwsche oorlogvoering
v, 124, 129 komt voort uit de agonale sfeer
vii, 264 en ridderwezen |
Vriendschap
iii, 63-64 vriendschapsvormen der late Middeleeuwen
vi, 115 e.v. Erasmus en de |
Vrouwenverachting
iii, 161-162, 267 in de late Middeleeuwen |
|
Waalwijk
i, 293 verleening v. stadrecht aan |
Walcheren
i, 526-553 burg en kerspel in |
Wedstrijd zie:
beleefdheidswedstrijd
raadsel
schimpwedstrijd
snoefwedstrijd
trommelwedstrijd |
Weenen
iv, 393, 535-536 congres v. |
Wereldverachting
iii, 165, 267 in late Middeleeuwen |
Westen, het
vii, 492 e.v. en het Oosten als cultuurhistorisch contrast |
West-Europa
ii, 285-286 Wat is -? |
Wetenschap
v, 11-13 spel-element in de, 134-147 wijsheid en spel, 177-188 spelvormen der wijsbegeerte, 234-236 spel-element in de moderne, 445-489 in modern Amerika
vii, 337 e.v. de crisis der moderne, 348 e.v. hedendaagsch misbruik der zie ook: geschiedwetenschap natuurwetenschap |
Wetmatigheid
vii, 128 e.v., 184 heeft geen belang in de geschiedwetenschap |
Wilhelmus van Nassouwe
ii, 42 het karakter v.h., 293
iii, 159 het herdersmotief in het |
Winde, van
i, 433-434 het geslacht - te Groningen |
Wreedheid
iii, 27-28 in late middeleeuwen |
|
Zeeland
ii, 148-152 de Bourgondische geschiedschrijvers over |
Zeventien
ii, 140-142, 213-214 beteekenis v.h. getal - in de ‘Zeventien provinciën’ |
Zieriksee
i, 264 |
Zonde
iv, 51-64 (en deugd bij Alanus v. Rijsel) |
|
|