| |
| |
| |
Bibliografie
Toelichting
Zooals reeds vermeld is in het woord Ten Geleide bij deel I is deze bibliografie het werk van Mevrouw S. Lely-Kuenen, die het begin maakte, en van Dr F.W.N. Hugenholtz, thans lector aan de Rijks-universiteit te Leiden, die het geheel voltooide. Hij heeft daarbij dankbaar gebruik kunnen maken van de aanwijzingen, die verscheidene belangstellenden hebben verstrekt, aan wie de Redactie bij dezen gaarne haar erkentelijkheid betuigt. Met name moge hier vermeld worden Dr Kurt Köster te Wiesbaden, die vele en waardevolle bijdragen geleverd heeft.
De onderstaande bibliografie bedoelt te zijn een volledige lijst van Huizinga's wetenschappelijke geschriften, ook van degene die niet in de Verzamelde Werken zijn opgenomen. Onder de omschrijving ‘wetenschappelijke geschriften’ vallen niet min of meer litteraire jeugdproducten zoals Een abel spel van de Arke Noachs of Een Vergadering van Burgemeesteren en Raad der stad Groningen in Lentemaand 1787, door Huizinga in samenwerking met A.S. de Blécourt geschreven en het Fransche gedicht Le vieux coq (verschenen in De Kroniek van 29 Sept. 1900). Deze zijn derhalve niet opgenomen, evenmin als een particuliere brief van Huizinga, die gepubliceerd is in F. Schmidt Degener, De Poort van Ishtar (Amsterdam 1947). Het leek de Redactie niet juist een uitzondering te maken op den gestelden regel, dat de particuliere brieven van Huizinga buiten het domein van deze Verzamelde Werken vallen. Tenslotte heeft de Redactie na ampele overweging besloten ook het teekenwerk van Huizinga niet in de Bibliografie of in een afzonderlijke iconografie te vermelden. Belangrijke specimina daarvan zijn thans uitgegeven in de Keur van gedenkwaardige tafereelen uit de vaderlandsche historiën (Amsterdam 1951); een andere historische teekening is gereproduceerd in Hermeneus, 23ste jaargang (1951-1952), afl. van 15 Jan. 1952. Verder heeft dr H.A. Enno van Gelder zijn boek Prof. Dr Johan Huizinga verlucht met een aantal reproducties van teekeningen, grootendeels ontleend aan college-dictaatschriften. Huizinga heeft echter zelf zijn opmerkelijk teekentalent nooit au
| |
| |
sérieux genomen. Het moge waar zijn, dat in het bijzonder de Tafereelen kunnen bijdragen tot het begrip van Huizinga als historicus, maar het zou een ongewild komisch effect maken een wetenschappelijke opsomming te geven van wat hij steeds als scherts heeft bedoeld,
Bij het woord volledig, in den aanvang der vorige alinea gebezigd. moeten twee restricties worden gemaakt. De omstandigheid dat nog na het afdrukken van deel VIII twee kleinere geschriften ter kennis van de Redactie zijn gekomen, bevestigt de mogelijkheid, dat er ook na dit negende deel nog een en ander te voorschijn komt. De door den bewerker gedane moeite wettigt evenwel het vertrouwen, dat deze eventueele naoogst quantitatief en vooral qualitatief niet belangrijk meer zal zijn. De andere beperking der volledigheid is welbewust bedoeld. Door de omstandigheden gedwongen heeft de bewerker er met instemming der Redactie van af moeten zien een ook maar bij benadering volledige vermelding te geven van de talrijke vertalingen van werken van Huizinga. Aangezien nieuwe vertalingen of herdrukken van oude in de toekomst steeds mogelijk blijven, is ook deze tweede beperking niet zoo pijnlijk. Wat aan vertalingen bekend is geworden, is intusschen in de onderstaande lijst verwerkt.
Deze lijst is gerangschikt naar de jaren van verschijning en wel zoodanig, dat bij ieder jaar de boeken vooraan zijn geplaatst, vervolgens de tijdschriftartikelen en tenslotte de boekbesprekingen. Van de chronologische volgorde is alleen in die enkele gevallen afgeweken, waar vasthouden aan dit stelsel tot onduidelijkheid zou hebben geleid.
De volgende teekens en afkortingen verdienen toelichting:
* |
Niet opgenomen in de Verzamelde Werken. |
[titel] |
Deze titel is niet van Huizinga afkomstig. |
(II, 100) |
verwijst naar de plaats waar het geschrift in de Verzamelde Werken is opgenomen. |
(151) |
verwijst naar een nummer der Bibliografie. |
Museum |
= Museum, Maandblad voor Philologie en Geschiedenis. |
B.V.G.O. |
= Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde. |
| |
| |
| |
1897
1 | de vidûsaka in het indisch tooneel - Groningen, Noordhoff, 1897. iv en 155 blz.
(i, 45-143)
Proefschrift ter verkrijging van den graad van doctor in de Nederlandsche letterkunde, aan de Rijks-Universiteit te Groningen, op gezag van den Rector Magnificus Dr A.G. van Hamel, hoogleeraar in de faculteit der Letteren en Wijsbegeerte, tegen de bedenkingen der faculteit in het openbaar te verdedigen, op Vrijdag 28 Mei 1897, des namiddags te 3 uur. |
| |
1898
2 | iets over de waardeering der indische letterkunde - De Kroniek, iv, 1898, blz. 392-393.
(i, 144-147) |
3 | Boekbespreking: J.Ph. Vogel, Het Leemen Wagentje. Indisch tooneelspel uit Sanskrit en Prakrit in het Nederlandsch vertaald. Amsterdam, 1897. - De Kroniek, iv, 1898, blz. 11.
(i, 188-190) |
4* | Boekbespreking: J.Ph. Vogel, Het Leemen Wagentje. Indisch tooneelspel uit Sanskrit en Prakrit in het Nederlandsch vertaald. Amsterdam, 1897. - Museum, vi, 1898/9, kol. 111-113.
Deze boekbespreking is niet gelijk aan nr. 3. |
| |
1899
5 | hendrik kern - Mannen en vrouwen van beteekenis in onze dagen. Levensschetsen en portretten, 30ste bundel, bijeengebracht door Mr J. Kalff Jr. Haarlem, Tjeenk Willink, 1899, blz. 297-343.
(vi, 277-315)
Niet opgenomen in de Verz. Werken werd de aan dit artikel, ald., blz. 344-354, toegevoegde Lijst van de voornaamste geschriften van Dr H. Kern. |
6* | tentoonstelling van afgietsels naar hindoe-monumenten op midden-java - De Kroniek, v, 1899, blz. 147-148. |
7* | de geschiedenis van soeparaga - De Kroniek, v, 1899, blz. 173-175.
Vertaling van het XIVde van de 24 Jâkata's der Noordelijke Boeddhisten. |
8* | Boekbespreking: C.C. Uhlenbeck, Kurzgefasstes etymologisches Wörterbuch der altindischen Sprache, Erster Band. Amsterdam, 1898. - Museum, vii, 1899/1900, kol. 12-14. |
| |
1900
9* | Boekbespreking: C.C. Uhlenbeck, Kurzgefasstes etymologisches
|
| |
| |
| Wörterbuch der altindischen Sprache, Zweiter Band. Amsterdam, 1899. - Museum, vii, 1899/1900, kol. 353-354. |
10 | Boekbespreking: A. Hillebrandt, Alt-Indien. Kulturgeschichtliche Skizzen. Breslau, 1899. - Museum, viii, 1900/1, kol. 38-40.
(i, 194-197) |
| |
1903
11 | over studie en waardeering van het buddhisme - Haarlem, Tjeenk Willink, 1903. 35 blz.
(i, 148-172)
Openbare les, gehouden op 7 October 1903, ter aanvaarding van het ambt van privaat docent in de Oudheid- en Letterkunde van Voor-Indië aan de Universiteit te Amsterdam. |
12 | van den vogel charadrius - Verh. Kon. Ak. v. Wetenschappen, afd. Lett., N.R. v: 3. Amsterdam, 1903. 17 blz.
(i, 173-187) |
13 | over eenige euphemismen in het oud-indisch - Album Kern. Leiden, Brill, 1903, blz. 153-156.
(i, 190-194) |
| |
1904
14 | Boekbespreking: T.W. Rhys Davids, Buddhist India. Londen, 1903 (The story of the nations, vol. 61). - Museum, xi, 1903/4, kol. 255-256.
(i, 197-199) |
| |
1905
15 | het aesthetische bestanddeel van geschiedkundige voorstellingen - Haarlem, Tjeenk Willink, 1905. 36 blz.
(vii, 3-28)
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Rijks-Universiteit te Groningen op 4 November 1905. |
| |
1905/6
16 | de opkomst van haarlem - B.V.G.O., 4de reeks, iv, 1905, blz. 412-446 en ald., 4de reeks, v, 1906, blz. 16-175.
(i, 203-364) |
| |
1906
17 | onze gouden eeuw ‘sociaal-psychisch’ bekeken - Vragen des Tijds, xxxii, 1906, i, blz. 312-321.
(ii, 404-411)
N.a.v.: K. Lamprecht, Deutsche Geschichte, der ganzen Reihe sechster Band, zweite Abteilung: Neuere Zeit, zweiter Band. Freiburg i.B., 1904. |
| |
| |
18* | Boekbespreking: F. Erhardt, Über historisches Erkennen. Probleme der Geschichtsforschung. Bern, 1906. - Museum, xiv, 1906/7, kol. 103-104. |
| |
1907
19 | over de oudste geschiedenis van haarlem - Haarlem, Erven Bohn, 1907. 36 blz.
(i, 365-389)
Voordracht, gehouden in een bijeenkomst van leden der Vereeniging ‘Haerlem’, op 15 Februari 1907. |
20 | de vergadering der staten-generaal op 10 juli 1584 na den noen - B.V.G.O., 4de reeks, vi, 1907, blz. 361-378.
(ii, 60-73)
Hierbij: Uitweiding. Hendrik Aemsz. van der Burch, afgevaardigde van Holland in de Staten-Generaal. |
21 | een westfriesche roland - Oud-Holland. Nieuwe bijdragen voor de geschiedenis der Nederlandsche kunst, letterkunde, nijverheid enz., xxv, 1907, blz. 157-173.
(ii, 332-349) |
22 | aanteekeningen omtrent den haarlemmerhout - Historische Avonden, 2de bundel, uitgeg. door het Historisch Genootschap te Groningen. Groningen, Wolters, 1907, blz. 155-174.
(i, 389-405) |
| |
1908
23 | herstelde faam - Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1909. Groningen, 1908, blz. 144-155.
(i, 440-447)
Aanvulling op dit artikel zie nr. 29. |
24* | Boekbespreking: H. Obreen, Floris v, Graaf van Holland en Zeeland, Heer van Friesland, 1256-1296. Gent, 1907 (Recueil de travaux publiés par la faculté de philosophie et lettres de l'Université de Gand, fasc. 34). - Museum, xv, 1907/8, kol. 219-222. |
25 | Boekbespreking: J.S. Theissen, Centraal gezag en Friesche vrijheid: Friesland onder Karel v. Groningen, 1907. - Museum, xv, 1907/8, kol. 341-343.
(i, 522-525) |
26 | Boekbespreking: Benvenuto Cellini à Paris sous François Ier. Notes de Ch. Gailly de Taurines. Parijs, 1908. - Museum, xv, 1907/8, kol. 426.
(iv, 300-301) |
27* | Boekbespreking: Dr P.L. Muller, Onze Gouden Eeuw. De Republiek der Vereenigde Nederlanden in haar bloeitijd. Tweede druk, deel i. Leiden, 1908. - Museum, xv, 1907/8, kol.431-433. |
| |
| |
28 | Boekbespreking: E. Walser, Die Theorie des Witzes und der Novelle nach dem De Sermone des Johannes Pontanus. Ein gesellschaftliches Ideal vom Ende des xv. Jahrhunderts. Straatsburg, 1908. - Museum, xvi, 1908/9, kol. 22-23.
(iv, 223-224) |
| |
1909
29 | aanvulling - Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1910. Groningen, 1909, blz. 89-90.
(i, 447-448)
Aanvulling op 23. |
30 | het oudste patriciaat en de immigratie in de stad groningen tot omstreeks 1430 - Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1910. Groningen, 1909, blz. 210-232.
(i, 427-440) |
31 | de romeinsche mijlpaal van monster - B.V.G.O., 4de reeks, vii, 1909, blz. 362-384.
(ii, 3-21) |
32 | prof. dr p.j. blok. bij zijn zilveren jubileum - De Groene Amsterdammer, 26 September 1909.
(vi, 321-323) |
33 | Boekbespreking: E. Bernheim, Lehrbuch der historischen Methode und der Geschichtsphilosophie. 5de en 6de druk, Leipzig, 1908. - Museum, xvi, 1908/9, kol. 299-301.
(vii, 232-233) |
34* | Boekbespreking: L.W.A.M. Lasonder, Bijdrage tot de geschiedenis van de Hooge Vierschaar in Zeeland. 's Gravenhage, 1909. - Literarisches Zentralblatt für Deutschland, lx, 1909, kol. 974-975. |
35* | Boekbespreking: Dr P.L. Muller, Onze Gouden Eeuw. De Republiek der Vereenigde Nederlanden in haar bloeitijd. Tweede druk, deel ii. Leiden 1908. - Museum, xvii, 1909/10, kol. 62-63. |
| |
1910
36 | de jaarstijl van haarlem - Nederlandsch Archievenblad, xviii, 1909/10, blz. 101-107.
(i, 405-411) |
37 | rosenkranz und güldenstern - Jahrbuch der deutschen Shakespeare-Gesellschaft, xlvi, 1910, blz. 60-68. Geïll.
Nederlandsche bewerking o.d.t. Rosenkrantz en Guildenstern, in: Tien Studiën (151)
(iv, 310-316)
Duitsche vertaling hiervan door Werner Kaegi in: Wege der Kulturgeschichte (188). |
38* | westfriesche en kennemer dingtalen - Verslagen en mededeelingen der Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het Oud-Vaderlandsche Recht, vi, blz. 111-124. |
| |
| |
39* | [verslag van den archivaris van den senaat betreffende de nieuwe ordening der archieven] - Jaarboek der Rijks-universiteit te Groningen 1909-1910. Groningen, Wolters, 1910, blz. 100-101.
Op blz. 102-105 ald. vindt men den inventaris. |
40 | Boekbespreking: F. Graefe, Die Publizistik in der letzten Epoche Kaiser Friedrichs ii. Ein Beitrag zur Geschichte der Jahre 1239-1250. Heidelberg, 1909. - Museum, xviii, 1910/1, kol. 23-24.
(iv, 134-135) |
| |
1911
41* | rechtsbronnen der stad haarlem - 's Gravenhage, Nijhoff, 1911. cviii en 559 blz. (Werken der Vereeniging tot uitgaaf der bronnen van het Oud-Vaderlandsche Recht, 2de reeks, 13). |
42 | naar aanleiding van coenders' kaart van groningen en ommelanden - Groningsche Volksalmanak voor het jaar 1912. Groningen, 1911, blz. 186-212.
(i, 448-464) |
43 | uit de voorgeschiedenis van ons nationaal besef - De Gids, lxxvi, 1912, i, blz. 432-487.
De eerste twee gedeelten van deze studie werden voorgedragen in de ledenvergadering van het Historisch Genootschap te Utrecht op 1 April 1911.
In eenigszins gewijzigden vorm opgenomen in: Tien Studiën (151).
(ii, 97-160)
Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Aus der Vorgeschichte des niederländischen Nationalbewusztseins, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
Herdrukt in: Im Bann der Geschichte (317).
Gedeeltelijk verwerkt in: L'état bourguignon (200). |
44* | Boekbespreking: W. Elert, Prolegomena der Geschichtsphilosophie. Studie zur Grundlegung der Apologetik. Leipzig, 1911. - Museum, xix, 1911/2, kol. 138-139. |
45 | Boekbespreking: Briefwechsel des Ubbo Emmius, herausgegeben von Dr H. Brugmans und Dr F. Wachter, Band i, 1556-1607. Aurich, 1911. - De Gids, lxxvi, 1912, i, blz. 575-576.
(iv, 334-336) |
46 | Boekbespreking: H.T. Colenbrander, Schimmelpenninck en Koning Lodewijk. Amsterdam, 1911. - De Gids, lxxvi, 1912, ii, blz. 203-204.
(ii, 86-87) |
47* | Boekbespreking: Ph. Lauer, Robert Ier et Raoul de Bourgogne,
|
| |
| |
| rois de France (923-936). Parijs, 1910. - Museum, xix, 1911/2, kol. 427-428. |
| |
1913
48 | de beteekenis van 1813 voor nederland's geestelijke beschaving - Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde 1912-1913. Leiden, 1913, blz. 25-46.
Rede, gehouden in de jaarvergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden op 11 Juni 1913.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(ii, 528-542) |
49 | [rede bij de onthulling van een gedenkteeken voor sir philip sidney te zutphen op 2 juli 1913] - Zonder plaats of jaar. 17 blz.
(vi, 327-334)
Gelijktijdige Engelsche vertaling hiervan - Zonder plaats of jaar. 17 blz. |
50 | in memoriam jhr mr j.a. feith - Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, vi, 2de serie, 1913, blz. 41-44.
(vi, 324-326) |
51 | Boekbespreking: K. Lamprecht, Einführung in das historische Denken. Leipzig, 1912. - Museum, xxi, 1913/4, kol. 16.
(vii, 233-234) |
52 | Boekbespreking: L. Reynaud, Les origines de l'influence française en Allemagne. Étude sur l'histoire comparée de la civilisation en France et en Allemagne pendant la période précourtoise (950-1150), i. Parijs, 1913. - Museum, xxi, 1913/4, kol. 60-63.
(iv, 123-127) |
| |
1914
53* | uit de geschiedenis der universiteit te groningen. de groninger richting - De Gids, lxxviii, 1914, iii, blz. 165-191.
Gelijktijdig verschenen als hoofdstuk iv in: Geschiedenis der Universiteit (54). |
54 | geschiedenis der universiteit gedurende de derde eeuw van haar bestaan, 1814-1914 - Academia Groningana mdcxiv-mcmxiv. Gedenkboek ter gelegenheid van het derde eeuwfeest der universiteit te Groningen uitgegeven in opdracht van den Academischen Senaat. Groningen, Noordhoff, 1914, blz. xiii-xxiv en 1-238. Geïll.
(viii, 36-339)
Hoofdstuk iv verscheen gelijktijdig in: De Gids (53). |
| |
| |
55 | [Antwoord van prof. dr j. huizinga] - De Groene Amsterdammer, 19 April 1914.
(ix, xxvi-xxvii)
Antwoord op een vraag der redactie: Is het Rijk verplicht zijn groote representatieve bouwwerken, zooals een Parlement, een Universiteit, een Paleis, door de Rijksarchitecten te doen ontwerpen of mag en kan de Overheid tot dit doel zich van andere hulp verzekeren? |
56* | [gedenkpenning aangeboden door den academischen senaat der rijksuniversiteit te groningen aan zijne gasten op 29 juni 1914] - Uitgegeven zonder vermelding van plaats en jaar op één blad papier.
Hiervan bestaan in eenzelfde uitgave vertalingen in het Duitsch, Engelsch en Fransch.
De gedenkpenning wordt beschreven en verklaard.
Opgenomen in: Academia Groningana 29 Juni - 1 Juli 1914. Verslag van de herdenking van het derde eeuwfeest te Groningen. Groningen, Wolters, 1916, blz. 2-3. |
57 | over de geschiedenis der universiteit te groningen - Uitgegeven zonder vermelding van plaats en jaar. 20 blz.
(viii, 340-350)
Rede, gehouden op 1 Juli 1914.
Opgenomen in: Academia Groningana (zie nr. 56), blz. 41-47. |
58 | hoe verloren de groningsche ommelanden hun oorspronkelijk friesch karakter? - Driemaandelijksche Bladen, uitgeg. door de Vereeniging tot onderzoek van Taal- en Volksleven, vooral in het Oosten van Nederland, xiv, 1914, blz. 1-77 en 1 tabel.
(i, 464-522) |
59 | dr j.s. speyer - Jaarboekje voor de geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Rijnland 1914. Leiden, 1914, blz. lxix-lxx.
(vi, 335) |
60 | Boekbespreking: H.T. Colenbrander, Inlijving en opstand. Amsterdam, 1913 (Nederlandsche historische bibliotheek, vii). - De Gids, lxxviii, 1914, i, blz. 582-584.
(ii, 88-90) |
61 | Boekbespreking: M. von Boehn, Die Mode. Menschen und Moden im 17. Jahrhundert. München, 1913. - Museum, xxi, 1913/4, kol. 440-441.
(iv, 336-337) |
| |
1915
62 | over historische levensidealen - Haarlem, Tjeenk Willink, 1915. 39 blz.
(iv, 411-432)
Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Rijks-Universiteit te Leiden op 27 Januari 1915. |
| |
| |
| |
1916
63 | de kunst der van eyck's in het leven van hun tijd - De Gids, lxxx, 1916, ii, blz. 440-462, en ald., iii, blz. 52-82.
(iii, 436-482)
Gedeeltelijk verwerkt in: Herfsttij (74). |
64 | een nieuw boek over jan de witt - De Gids, lxxx, 1916, i, blz. 282-294.
(ii, 74-85)
N.a.v.: N. Japikse, Johan de Witt. Amsterdam, 1915 (Nederlandsche historische bibliotheek, ix). |
65 | Boekbespreking: André Jolles, Ausgelöste Klänge. Briefe aus dem Felde über antike Kunst. Berlijn, 1916. - De Gids, lxxx, 1916, iii, blz. 579-580.
(viii, 483-484) |
66* | Boekbespreking: J.M. Robertson M.P., The Germans, i: The Teutonic gospel of race; ii: The old Germany and the new. Londen, 1916. - Museum, xxiv, 1916/7, kol. 20-21. |
| |
1917
67 | boerhaave europa - De Gids, lxxxi, 1917, ii, blz. 541-545.
(viii, 379-382) |
68 | hendrik kern, 1833-1917 - De Gids, lxxxi, 1917, iii, blz. 187-192.
(vi, 315-320) |
| |
1918
69 | dam en kogge - De Gids, lxxxii, 1918, i, blz. 107-122. Geïll.
(i, 412-425)
N.a.v.: C.G. 't Hooft, Het ontstaan van Amsterdam. Amsterdam, 1917. Op dit artikel leverde Dr C. te Lintum critiek in zijn studie: De dam in het Spaarne, De Gids, lxxxii, 1918, i. Voor Huizinga's antwoord zie nr. 70. |
70 | antwoord aan dr te lintum - De Gids, lxxxii, 1918, i, blz. 565-566.
(i, 425-426)
Zie aanteekening onder nr. 69. |
71* | een historische tegenstelling getoetst aan de amerikaansche geschiedenis - De Gids, lxxxii, 1918, iii, blz. 68-87 en 284-305.
Uitwerking van een rede, getiteld: Individualisme en Associatie in de Amerikaansche geschiedenis, gehouden in de vergadering der Kon. Akademie op 10 Juni 1918.
Met geringe wijzigingen herdrukt in: Mensch en Menigte (72), hoofdstuk i. |
72 | mensch en menigte in amerika. vier essays over moderne
|
| |
| |
| beschavingsgeschiedenis - Haarlem, Tjeenk Willink, 1918.
xi en 226 blz.
Tweede, herziene druk, aldaar, 1920.
Derde, herziene druk, aldaar, 1928.
(v, 249-417)
Hoofdstuk i verscheen eerder, met geringe afwijkingen, in: De Gids (zie nr. 71).
Hoofdstuk iii verscheen later in: Verslagen der Kon. Akademie (zie nr. 81). |
73 | Boekbespreking: Just Havelaar, De symboliek der kunst. Haarlem, 1918. - De Gids, lxxxii, 1918, iv, blz. 174-175.
(viii, 484-485) |
| |
1919
74 | herfsttij der middeleeuwen. studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in frankrijk en de nederlanden - Haarlem, Tjeenk Willink, 1919. xii en 568 blz.
Tweede, herziene druk, aldaar, 1921.
Derde, herziene druk, aldaar, 1928.
Deze druk en alle volgende geïll.
Vierde, herziene druk, aldaar, 1935.
Vijfde, herziene druk, aldaar, 1941.
(iii, 3-435)
Zesde, ongewijzigde druk, aldaar 1947.
Zevende, ongewijzigde druk, aldaar 1950.
Engelsche vertaling door F. Hopman:
The waning of the Middle Ages. A study in the forms of life, thought and art in France and the Netherlands in the xivth and xvth centuries. Londen, Arnolds, 1924.
Duitsche vertaling door T. Jolles (later: Wolf)-Mönckeberg: Herbst des Mittelalters. Studien über Lebens- und Geistesformen des 14. und 15. Jahrhunderts in Frankreich und den Niederlanden. München, Drei Masken Verlag, 1924.
Tweede druk, aldaar, 1928.
Derde druk, aldaar, 1931.
Vierde druk Stuttgart, Kröner, 1938.
Vijfde druk aldaar, 1939.
Zweedsche vertaling door Hans Reutercrona:
Ur Medeltidens höst. Studier òver 1300- och 1400-talens levnadsstil och tankeformer: Frankrike och Nederländerna. Stockholm, Fritses bokf., 1927.
Spaansche vertaling door José Gaos:
|
| |
| |
| El otoño de la edad media. Estudios sobre las formas de la vida del espíritu durante los siglos xiv y xv en Francia y en los Países Bajos. Madrid, Revista de Occidente, 1930.
Fransche vertaling door J. Bastin, met een voorwoord door Gabriel Hanotaux: Le déclin du Moyen Âge. Parijs, Payot, 1932.
Hongaarsche vertaling door Szerb Antal:
A középkor alkonya. Boedapest, Athenaeum, 1937.
Italiaansche vertaling door Bern. Jasink:
Autumno del Medioevo. Florence, Sansoni, 1940.
Finsche vertaling:
Keskiajan Sysky. Elämän- ja hengenmuotoja Ranskassa ja Alankomaissa 14. ja 15. vuosisadalla. Helsinki, Söderström, 1951. |
75 | [toespraak ter opening der jaarlijksche algemeene vergadering van de maatschappij der nederlandsche letterkunde te leiden op 11 juni 1919] - Handelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde 1918-1919. Leiden, 1919, blz. 16-21.
(viii, 477-482) |
76 | universitas - Minerva. Algemeen Nederlandsch Studenten-Weekblad, xlv, 1919/20, blz. 58-59.
(viii, 31-35) |
77 | de doctorstitel - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 13 Nov. 1919. Av.blad D.
(viii, 417-419)
Ongesigneerd. |
78 | Boekbespreking: OEuvres de Ruysbrouk l'Admirable. Trad. du flamand par les Bénédictins de Saint-Paul de Wisques, i2 en ii. Brussel, 1917. - De Gids, lxxxiii, 1919, ii, blz. 179-180.
(iii, 568-569)
Voor de bespreking van deel iii, zie nr. 104. |
79 | Boekbespreking: J. Roger Charbonnel, La pensée italienne au xvie siècle et le courant libertin. Parijs, 1919; en, van denzelfden, L'éthique de Giordano Bruno et le deuxième dialogue du Spaccio (Traduction avec notes et commentaire). Contribution à l'étude des conceptions morales de la Renaissance. Parijs, 1919. - Museum, xxvii, 1919/20, kol. 67-69.
(iv, 301-303) |
| |
1920
80 | renaissancestudiën i: het probleem - De Gids, lxxxiv, 1920, iv, blz. 107-133 en blz. 231-255.
|
| |
| |
| Opgenomen, o.d.t. Het probleem der Renaissance, in: Tien Studiën (151).
(iv, 231-275)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Das Problem der Renaissance, in: Italien. Monatschrift für Kultur, Kunst und Literatur, i, 1928, blz. 337-349, 391-404 en 444-459. Herdrukt in: Wege der Kulturgeschichte (188).
Nogmaals herdrukt in: Parerga (322).
Wederom uitgegeven in: Das Problem der Renaissance. Renaissance und Realismus. Tübingen, Wissenschaftliche Buchgemeinschaft. 1953 (Reihe ‘Libelli’, VI) blz. 5-64.
In Fransche vertaling door F.E. Schneegans, o.d.t. Le problème de la Renaissance, in: Revue des Cours et Conférences, xl, 1938/9, blz. 163-174, 301-312, 524-536 en 603-613.
In Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. A Renaissance problémája, in: Válogatott Tanulmányok (319). |
81* | staatszin en zakengeest in amerika - Verslagen en mededeelingen van de Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., 5de reeks, iv. Amsterdam, 1920, blz. 20-62. Verscheen eerder als hoofdstuk iii van: Mensch en menigte (72). |
82 | een oude schippersterm - Verslagen en mededeelingen van de Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., 5de reeks, iv. Amsterdam, 1920, blz. 207-212.
(ii, 91-94) |
83 | het historisch museum - De Gids, lxxxiv, 1920, i, blz. 251-262.
(ii, 559-569) |
84 | dürer in de nederlanden - De Gids, lxxxiv, 1920, ii, blz. 470-484.
(iv, 317-329) N.a.v.: Dr J. Veth und Dr S. Muller Fzn., Albrecht Dürers niederländische Reise, Bde i u. ii. Berlijn/Utrecht, 1918. |
85 | adspice... - De Gids, lxxxiv, 1920, ii, blz. 492-495.
(viii, 485-489)
N.a.v.: Erich Wichman tot 1920. Afbeeldingen en geschriften. Met een inleiding van Dr W. Vogelsang, hoogleeraar voor kunstgeschiedenis aan de universiteit te Utrecht. Amsterdam, 1920. |
86* | Boekbespreking: Comte Maurice de Pange, Les Lorrains et la France au Moyen Âge. Parijs, 1919. - Museum, xxvii, 1979-1920, kol. 207-208. |
87* | Boekbespreking: F. Schneider, Der europäische Friedenskongress von Arras (1435) und die Friedenspolitik Papst Eugens iv. und des Basler Konzils. Greiz, 1919. - Museum, xxvii, 1919/20, kol. 226-227. |
| |
| |
88 | marieken van nimwegen - Minerva. Algemeen Nederlandsch Studenten-Weekblad, xlv, 1919/20, blz. 188-189.
(viii, 491-494)
Beschouwing over een opvoering door leden van de V.V.S.L. te Leiden op 29 Januari 1920. |
| |
1921
89 | la valeur politique et militaire des idées de chevalerie à la fin du moyen âge - Revue d'histoire diplomatique, xxxv, 1921, blz. 126-138.
(iii, 519-529)
Rede gehouden in de algemeene vergadering van de Société d'Histoire Diplomatique op 16 Juni 1921. |
90 | invoering van nieuwe universiteits-examens - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 20 April 1921. Av.blad D.
(viii, 420-421)
Ongesigneerd. |
91 | nieuwe regeling van universiteitsexamens - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 20 Juni 1921, Av.blad D.
(viii, 422-423)
Ongesigneerd. |
92 | dante - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 13 Sept. 1921. Av.-blad C.
(iv, 141-143)
Ongesigneerd. |
93 | de figuur van den dood bij dante - De Gids, lxxxv, 1921, iii, blz. 419-423.
Herdrukt in: Cultuurhistorische Verkenningen (184).
(iv, 136-141)
Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Die Figur des Todes bei Dante, in: Wege der Kulturgeschichte (188). |
94 | welke voorstelling heeft erasmus omtrent dante gehad? - De Gids, lxxxv, 1921, iii, blz. 464-472.
(vi, 195-201)
Italiaansche vertaling, o.d.t. Quale concetto aveva Erasmo di Dante?, in: Dante Alighieri, 1321-1921. Omaggio dell' Olanda. 's Gravenhage, 1921, blz. 11-18. |
95 | het rapport der museumcommissie - De Gids, lxxxv, 1921, iv, blz. 97-107.
(ii, 569-578) |
96 | erasmus en dante - De Gids, lxxxv, 1921, iv, blz. 362-363.
(vi, 202-203) |
97 | twee worstelaars met den engel - De Gids, lxxxv, 1921, ii, blz. 454-487 en ald., iii, blz. 80-109.
(iv, 441-496)
N.a.v.: O. Spengler, Der Untergang des Abendlandes, 2 Bde. München, 1918; en: H.G. Wells, The outline of history, 2 vols. Londen, 1920. |
| |
| |
98 | ernest seillière - De Gids, lxxxv, 1921, iv, blz. 151-159.
(iv, 370-377)
N.a.v.: R. Gillouin, Une nouvelle philosophie de l'histoire moderne et française. Les bases historiques et critiques d'une éducation nationale. Parijs, 1921. |
99 | Boekbespreking: ‘Pandora-reeks’ en ‘Bibliotheca Mundi’. Leipzig. - De Gids, lxxxv, 1921, i, blz. 317.
(viii, 502) |
100 | Boekbespreking: E. Rodocanachi, La Réforme en Italie, 2 vols. Parijs, 1920/1. - De Gids, lxxxv, 1921, iii, blz. 324-326.
iv, 304-306) |
101 | Boekbespreking: Dante's Vita Nuova. Eene studie door Dr Is. van Dijk. Groningen, 1920. - De Gids, lxxxv, 1921, iii, blz. 487-488.
(iv, 144-146) |
102 | Boekbespreking: J.J. Salverda de Grave, Dante. Amsterdam, 1921. - De Gids, lxxxv, 1921, iii, blz. 489-490.
(iv, 143-144) |
103 | Boekbespreking: H. Carré, La noblesse de France et l'opinion publique au xviiie siècle. Parijs, 1920. - Museum, xxix, 1921/2, kol. 17-18.
(iv, 360-361) |
104* | Boekbespreking: OEuvres de Ruysbroeck l'Admirable. Trad. du flamand par les Bénédictins de Saint-Paul de Wisques, iii. Brussel, 1920. - De Gids, lxxxv, 1921, iv, blz. 183.
Voor de bespreking van de deelen i en ii, zie nr. 78. |
| |
1922
105 | an early reference to dante's canzone ‘le dolce rime d'amor’ in england - Modern Language Review, xvii, 1922, blz. 74-77.
(iv, 146-150) |
106 | een schakel in de ontwikkeling van de term middeleeuwen? Mededeelingen van de Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., deel 53: 5, serie A. Amsterdam, 1922, blz. 135-145.
(iv, 433-440) |
107 | het bestuur der rijksuniversiteiten - De Gids, lxxxvi, 1922, iv, blz. 45-57
(viii, 16-27) |
108 | j.c. kapteyn - De Gids, lxxxvi, 1922, iii, blz. 130-133.
(vi, 336-338) |
109 | jong-friesche lyriek - De Gids, lxxxvi, 1922, iii, blz. 206-221.
(viii, 503-518)
N.a.v.: De Nije Moarn. In Karlêzing ut it wirk fen jongfryske skriuwers, gearstald en ynlaet fen D. Kalma. Dokkum, 1922. |
| |
| |
110 | het ontstaan van het engelsche parlement - De Gids, lxxxvi, 1922, iii, blz. 249-264 en blz. 424-441.
N.a.v.: A.F. Pollard, The evolution of parliament. Londen, 1920.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(iv, 151-179) |
111 | Boekbespreking: Mediaeval contributions to modern civilisation. A series of lectures delivered at King's College, University of London, ed. by F.J.C. Hearnshaw, with a preface by Ernest Barker. Londen, 1921. - De Gids, lxxxvi, 1922, iii, blz. 156.
(iv, 555-556) |
112 | Boekbespreking: Libri Librorum: Balzac, Les contes drolatiques. Dante, Opera omnia. Dostojefski, Prestuplenie i nakazanie. Homeros, Ilias, Odyssea. Der Nibelunge nôt, Kudrun. Leipzig, 1921/2. - De Gids, lxxxvi, 1922, iii, blz. 159-160.
(viii, 519-520) |
| |
1923
113 | een brief over seillière's rousseau - De Gids, lxxxvii, 1923, i blz. 328-332.
(iv, 377-380) |
114 | van instituut tot akademie - Jaarboek der Kon. Akademie v. Wetenschappen 1921-1922. Amsterdam, 1923, blz. 195-224. Rede, gehouden in de algemeene vergadering der Kon. Akademie op 25 Maart 1922.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(viii, 426-449) |
115 | mag de mare gedempt worden? - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 16 Mei 1923. Av.blad B.
(viii, 571) |
116 | de universiteit van nederlandsch-indië - De Gids, lxxxvii, 1923, iv, blz. 143-150.
(viii, 464-470) |
117 | de mare te leiden - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28 Oct. 1923. Ocht.blad B.
(ii, 579) |
118 | belegen scherts - De Gids, lxxxvii, 1923, i, blz. 487-491.
(iv, 219-223)
N.a.v.: P. Lehmann, Die Parodie im Mittelalter. München, 1922. |
119 | utopia - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28 Juli 1923. Av.-blad A, bijblad.
(iv, 307-309)
N.a.v.: G. Dudok, Sir Thomas More and his Utopia. Amsterdam, 1923. |
120 | noodwendig vertoog - B.V.G.O., 5de reeks, x, 1923, blz. 1-14.
(ii, 22-34)
N.a.v.: C.D.J. Brandt, Bijdrage tot de kritiek van Hollandsche stadsrechten der xiiie eeuw. Utrecht, 1921. |
121 | Boekbespreking: Dorothy-Louise Mackay, Les hôpitaux et la
|
| |
| |
| charité à Paris au xiiie siècle. Parijs, 1923. - Museum, xxxi, 1923/4, kol. 75-76.
(iv, 180-182) |
| |
1924
122 | erasmus - Londen/New York, Charles Scribner's Sons, 1924. xii en 276 blz. (Serie: ‘Great Hollanders’). Vertaald door F. Hopman, met een voorwoord door den uitgever Edward W. Bok. Tweede druk, aldaar, 1929.
Derde uitgave, Londen, Phaidon Press, 1952, met een voorwoord door G.N. Clark en een keur uit Erasmus' brieven, vertaald door Barbara Flower.
Nederlandsche uitgave, met de verwijzingen:
Erasmus. Haarlem, Tjeenk Willink, 1924. viii en 288 blz.
Tweede, herziene druk, aldaar, 1925.
Derde, herziene druk, aldaar, 1936. Deze druk en volgende geïll.
(vi, 3-194)
Vierde ongewijzigde druk, aldaar, 1947.
Duitsche vertaling door Werner Kaegi:
Erasmus. Bazel, Benno Schwabe, 1928.
Geëll. met houtsneden en etsen van Holbein.
Tweede, goedkoopere, uitgave, aldaar, 1936.
Derde druk, aldaar, 1936.
Vierde druk, aldaar, 1941.
Vijfde druk, aldaar, 1951.
Italiaansche vertaling:
Erasmo: Turijn, Einaudi, 1941.
Spaansche vertaling door J. Farrán en S. Olives Canals:
Erasmo. Barcelona, Zodiaco, 1946. |
123* | een zonderling geschrift - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 21 Maart 1924, Av.blad D. |
124 | jan veth - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 17 Mei 1924. Av.blad A, bijblad.
(vi, 481-486) |
125 | engelschen en nederlanders in shakespeare's tijd - De Gids, lxxxviii, 1924, ii, blz. 219-235 en 367-383.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(ii, 350-381) |
126 | how holland became a nation - Lectures on Holland, delivered in the University of Leyden during the first Netherlands week for American students, July 7-12, 1924. Leiden, Sijthoff, 1924, blz. 1-18.
(ii, 266-283) |
| |
| |
127 | aanleeren of afleeren - De Gids, lxxxviii, 1924, ii, blz. 130-137.
(vii, 237-243)
N.a.v.: H. van Loon, De geschiedenis der menschheid, met medewerking van den schrijver voor Nederland bewerkt door Dr C.P. Gunning. Amsterdam, 1923. |
128 | de schilderkunst in de eeuw van bourgondië - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 12 April 1924. Av.blad A, bijblad.
(iii, 486-491)
N.a.v.: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, i; Die Van Eyck, Petrus Christus. Berlijn, 1914.
Voor bespreking volgende deelen, zie de nrs. 130, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
129 | twee nieuwe werken over nederlandsche schilderkunst - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 6 Sept. 1924. Av.blad, bijblad.
(iii, 483-486)
N.a.v.: Fr. Winkler, Die altniederländische Malerei. Die Malerei in Belgien und Holland von 1400-1600. Berlijn, 1924; en: Max. J. Friedländer, Die niederländischen Maler des 17. Jahrhunderts. Berlijn, 1923 (Propyläen-Kunstgeschichte, xii). |
130 | de schilderkunst in de eeuw van bourgondië - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 29 Nov. 1924. Av.blad A, bijblad.
(iii, 492-493)
N.a.v.: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, ii: Rogier van der Weyden und der Meister von Flémalle. Berlijn, 1924. Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
131 | Boekbespreking: C.H. Becker, Islamstudien. Vom Werden und Wesen der Islamischen Welt, i. Leipzig, 1924. - De Gids, lxxxviii, 1924, iv, blz. 142-143.
(iv, 225-227) |
132 | Boekbespreking P. Champion, Histoire poétique du quinzième siècle, 2 vols. Parijs, 1923. - De Gids, lxxxviii, 1924, iv, blz. 144-145.
(iii, 573-575) |
| |
1925
133* | [kort verhaal van de plechtige viering van het driehonderdvijftigjarig bestaan der leidsche universiteit op maandag 9 februari 1925] - Leiden, Van Doesburgh, 1925. 56 blz.
Geschreven in samenwerking met L. Knappert en W. de Sitter. |
134 | de academische gebouwen - Pallas Leidensis mcmxxv. Leiden, Van Doesburgh, 1925, blz. 19-36.
(viii, 355-370) |
| |
| |
135 | kern en de taalwetenschap - Pallas Leidensis mcmxxv. Leiden, Van Doesburgh, 1925, blz. 95-101.
(viii, 371-376) |
136 | bernard shaw's heilige - De Gids, lxxxix, 1925, ii, blz. 110-120, 220-232 en 419-431.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(iii, 530-562)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Bernard Shaw's Heilige, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
In Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. Bernard Shaw Szentje, in: Válogatott Tanulmányok (319). |
137 | hugo de groot en zijn eeuw - De Gids, lxxxix, 1925, iii, blz. 1-16.
Rede, gehouden voor de Haagsche Volksuniversiteit en de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede te Den Haag op 16 Juni 1925.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(ii, 389-403)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Hugo Grotius und seine Zeit, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
In Zweedsche bewerking in: Nya Dagligt Allehanda, 19 Oct. 1930. Söndagsbilaga. |
138 | antwoord aan professor andré jolles - De Gids, lxxxix, 1925, iii, blz. 400-403.
(vii, 29-31)
Antwoord op het, in den vorm van een open brief gegoten, artikel Clio en Melpomene van Prof. Jolles in dezelfde aflevering van De Gids. |
139 | grotius' plaats in de geschiedenis van den menschelijken geest - Verslagen en mededeelingen van de Kon. Vlaamsche Academie v. Taal- en Letterkunde, 2de reeks, 3. Gent. 1925, blz. 888-894.
Rede, gehouden in de buitengewone zitting der Kon. Vlaamsche Academie te Gent op 23 December 1925.
Herdrukt in: Tien Studiën (151).
(ii, 382-389)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Hugo Grotius in der Geschichte des menschlichen Geistes, in: Wege der Kulturgeschichte (188). |
140 | overheid en wetenschap - De Gids, lxxxix, 1925, iv, blz. 386-394.
(viii, 383-390)
A.A. van Schelven leverde hierop kritiek; hiervoor en voor Huizinga's antwoord, zie 148. |
141 | de schilderkunst in de eeuw van bourgondië - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 19 Dec. 1925. Av.blad A, bijblad.
(iii, 494-496)
|
| |
| |
| N.a.v.: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, iii: Dierick Bouts und Joos van Gent. Berlijn, 1925.
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
142 | Boekbespreking: Philippe de Commynes, Mémoires, i 1464-1474, éd. par J. Calmette. Parijs, 1924 (Les Classiques de l'histoire de France au Moyen Âge, publiés sous la direction de Louis Halphen, fasc. 3). - De Gids, lxxxix, 1925, i, blz. 143-144.
(iii, 575-577) |
143* | Boekbespreking: Philippe de Commynes, Mémoires, i 1464-1474, éd. par J. Calmette. Parijs, 1924 (Les Classiques de l'histoire de France au Moyen Âge, publiés sous la direction de Louis Halphen, fasc. 3). - Museum, xxxii, 1924/5, kol. 240-241.
Niet gelijk aan 142. |
144 | Boekbespreking: A.J. Barnouw, Vondel. New York/Londen, 1925 (Serie: ‘Great Hollanders’, ii). - De Gids, lxxxix, 1925, ii, blz. 292-293.
(viii, 520-521) |
145 | Boekbespreking: B. Faÿ, L'esprit révolutionnaire en France et aux États Unis à la fin du xviiie siècle. Parijs, 1925. - De Gids, lxxxix, 1925, iii, blz. 150-152.
(iv, 365-367) |
146 | Boekbespreking: M. Bloch, Les rois thaumaturges. Étude sur le caractère surnaturel attribué à la puissance royale particulièrement en France et en Angleterre. Straatsburg, 1924 (Publications de la faculté des lettres de l'université de Strasbourg, fasc. 19). - Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, vi, 1925, blz. 354-356.
(iv, 127-129) |
| |
1926
147 | Koning eduard iv van engeland in ballingschap - Mélanges d'histoire offerts à Henri Pirenne par ses anciens élèves et ses amis à l'occasion de sa quarantième année d'enseignement à l'Université de Gand (1886-1926), i. Brussel, Vromant, 1926, blz. 245-256.
(iv, 183-194) |
148 | Naschrift - De Gids, xc, 1926, i, blz. 247-249.
(viii, 390-392)
Naschrift bij de reactie van A.A. van Schelven op Overheid en Wetenschap (140), getiteld Hooger Onderwijs-kwesties, in dezelfde aflevering van De Gids, blz. 242-247. |
149 | Der einflusz deutschlands in der geschichte der niederländischen kultur - Archiv für Kulturgeschichte, xvi, 1926, blz. 208-221.
|
| |
| |
| Rede, gehouden voor de ‘Versammlung deutscher Philologen und Schulmänner’ te Erlangen in 1925.
Uitvoeriger, Nederlandsche bewerking, o.d.t. Duitschland's invloed op de Nederlandsche beschaving, in: Cultuurhistorische Verkenningen (184)
(ii, 304-331)
Duitsche vertaling van deze bewerking, door Werner Kaegi, o.d.t. Der Einflusz Deutschlands auf die niederländische Kultur, in: Wege der Kulturgeschichte (188). |
150 | een merkwaardig bijgeloof: onnoozele kinderen als ongeluksdag - Tien Studiën. Haarlem, Tjeenk Willink, 1926, blz. 240-248.
(iv, 212-248)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Ein merkwürdiger Aberglaube: ‘Unschuldige Kindlein’ als Unglückstag, in: Wege der Kulturgeschichte (188). |
151* | tien studiën - Haarlem, Tjeenk Willink, 1926. viii en 358 blz.
Bevat:
Uit de voorgeschiedenis van ons nationaal besef (43), blz. 1-79.
De beteekenis van 1813 voor Nederland's geestelijke beschaving (48), blz. 80-98.
Hugo de Groot en zijn eeuw (137), blz. 99-116.
Grotius' plaats in de geschiedenis van den menschelijken geest (139), blz. 117-125.
Van Instituut tot Akademie (114), blz. 126-155.
Het ontstaan van het Engelsche parlement (110), blz. 156-192.
Rosenkrantz en Guildenstern (37), blz. 193-200.
Engelschen en Nederlanders in Shakespeare's tijd (125), blz. 201-239.
Een merkwaardig bijgeloof: Onnoozele Kinderen als ongeluksdag (150), blz. 240-248.
Bernard Shaw's Heilige (136), blz. 249-288.
Het probleem der Renaissance (80), blz. 289-344.
Register, blz. 345-358. |
152 | de geschiedschrijver als klassieke - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 13 Maart 1926. Av.blad A, bijblad.
(vii, 244-248)
N.a.v.: Leopold von Ranke's Werke. Gesamtausgabe der Deutschen Akademie, von Paul Joachimsen. Erste Reihe, siebentes Werk: Deutsche Geschichte im Zeitalter der Reformation, 6 Bde. München, 1925. |
153 | Boekbespreking: B. Faÿ, L'esprit révolutionnaire en France et aux États Unis à la fin du xviiie siècle. Parijs, 1925; Dez., Bibliographie critique des ouvrages français relatifs aux États Unis, 1770-1800. Parijs, 1925. - Museum, xxxiv, 1926/7, kol. 22-23.
(iv, 367-369)
Niet gelijk aan 145. |
154* | Boekbespreking: A.W. Byvanck, Les principaux manuscrits à peintures de la Bibliothèque Royale des Pays Bas et du Musée
|
| |
| |
| Meermanno-Westreenianum à La Haye. Parijs, 1924. - De Gids, xc, 1926, iv, blz. 265. |
| |
1927
155 | amerika levend en denkend. losse opmerkingen - Haarlem, Tjeenk Willink, 1927. 190 blz.
(v, 418-489)
Een gedeelte hiervan in Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Amerikanischer Geist, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
Een gedeelte ervan in Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. Amerikai szellem, in: Válogatott Tanulmányok (319). |
156 | Leven en werk van jan veth - Haarlem, Tjeenk Willink, 1927. viii en 240 blz. Geïll.
(vi, 339-480)
Hoofdstuk ii verscheen in 1927 in De Gids (157). |
157* | uit het leven van jan veth. in de beweging - De Gids, xci, 1927, iv, blz. 70-96.
Hoofdstuk ii van 156. |
158 | taak en termen der beschavingsgeschiedenis - Verslag van de algemeene vergadering van het Historisch Genootschap te Utrecht op 7 April 1926. Utrecht, 1927, blz. 5-7.
(vii, 32-34)
Zeven stellingen, aan de hand waarvan de rede werd uitgesproken; zie 181. |
159 | de schilderkunst in de eeuw van bourgondië - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 22 Jan. 1927. Av.blad, bijblad.
(iii, 496-501)
N.a.v.: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, iv: Hugo van der Goes. Berlijn, 1926.
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
160 | de nieuwe uitgave van vondel - De Gids, xci, 1927, iv, blz. 268-274.
(viii, 522-527)
N.a.v.: De werken van Vondel. Volledige en geïllustreerde tekstuitgave in tien deelen, door Dr J.F.M. Sterck, Dr H.W.E. Moller, C.R. de Klerk, Dr B.H. Molkenboer, Prof. Dr J. Prinsen J. Lzn. en L. Simons. Deel i. Amsterdam, 1927.
Voor bespreking volgende deelen, zie de nrs. 186, 194, 221, 282, 292 en 294. |
161 | Boekbespreking: M.C. van Mourik Broekman, Amerikaansche cultuur in de praktijk. Leiden, z.j. - De Gids, xci, 1927, i, blz. 302.
(v, 490) |
162 | Boekbespreking: K. Burdach, Reformation, Renaissance, Humanis- |
| |
| |
| mus. Zwei Abhandlungen über die Grundlagen moderner Bildung und Sprachkunst. 2te Aufl., Berlijn, 1926; en: P. Piur, Petrarca's ‘Buch ohne Nahmen’ und die päpstliche Kurie. Ein Beitrag zur Geistesgeschichte der Frührenaissance. Halle/S., 1925. - Museum, xxxiv, 1926/7, kol. 190-191.
(iv, 298-300) |
163* | Boekbespreking: S. Thomas van Aquino. Bijdragen over zijn tijd, zijn leer en zijn verheerlijking door de kunst. Hilversum, 1927. - De Gids, xci, 1927, iii, blz. 321-322. |
164 | Boekbespreking: G.A. Salander, Vom Werden der Menschenrechte. Ein Beitrag zur Verfassungsgeschichte unter Zugrundelegung der Virginischen Erklärung der Rechte vom 12. Juni 1776. Leipzig, 1926 (Leipziger Rechtswissenschaftliche Studien, herausgegeben von der Leipziger Juristerfakultät, Heft 19). - Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, vii, 1927, blz. 479-481.
(iv, 363-365) |
| |
1928
165* | the university of leiden - Leiden, Van Doesburgh, 1928. 44 blz. Geïll.
Uitgegeven in opdracht van het College van Curatoren, om de toen verwachte buitenlandsche bezoekers eenige inlichtingen te bieden over universiteit, stad en omgeving.
Uitgegeven zonder vermelding van den naam van den auteur. |
166 | klank die wegsterft - De Gids, xcii, 1928, i, blz. 117-123.
(ii, 588-593) |
167 | een insluipsel - De Gids, xcii, 1928, iv, blz. 123-125.
(viii, 424-425) |
168 | belachelijke achterstand - De Gids, xcii, 1928, iv, blz. 259-267.
(viii, 393-400) |
169 | prof. r.n. roland holst, 1868 - 4 december - 1928 - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 4 Dec. 1928. Av.blad B.
(vi, 509-510) |
170 | r.n. roland holst zestig jaar - De Telegraaf, 4 Dec. 1928. Av.blad.
(vi, 510-511) |
171 | r.n. roland holst - De Groene Amsterdammer, 8 Dec. 1928, bl. 1.
(vi, 511-514) |
172 | j.j.s. vürtheim 1869-1928 - Almanak van het Leidsche Studentencorps voor 1929. Leiden, Van Doesburgh, 1928, blz. 196-198.
(vi, 488-489) |
| |
| |
173 | Voorrede: Jan Veth, Een veronachtzaamd hoofdstuk uit onze beschavingsgeschiedenis der zeventiende eeuw. Haarlem, Tjeenk Willink, 1928, blz. 5-7.
(vi, 486-487) |
174 | Boekbespreking: H. de Vocht, Literae virorum eruditorum ad Franciscum Craneveldium, 1522-1528. Leuven, 1928. - Tijdschrift voor Geschiedenis, xliii, 1928, blz. 414-417.
(iv, 330-334) |
175 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, v: Geertgen van Haarlem und Hieronymus Bosch. Berlijn, 1927. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 2 Jan. 1928. Av.blad.
(iii, 501-503)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 178, 187, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
176* | Boekbespreking: F.M. Graves, Deux inventaires de la maison d'Orléans (1389-1408). Parijs, 1926 (Bibliothèque du xve siècle, 31). - Museum, xxxv, 1927/8, kol. 181. |
177 | Boekbespreking: P. Champion, Louis xi, i: Le dauphin; ii: Le roi. Parijs, 1927 (Bibliothèque du xve siècle, 33 en 34). - Museum, xxxvi, 1928/9, kol. 22-24.
(iv, 195-197) |
178 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, vi: Memling und Gerard David. Berlijn, 1928. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 31 Dec. 1928. Av.blad.
(iii, 503-504)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 158, 175, 187, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
| |
1929
179 | kleine samenspraak over de thema's der romantiek - De Gids, xciii, 1929, i, blz. 245-256.
Herdrukt in: Cultuurhistorische Verkenningen (184).
(iv, 381-391)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Kleines Gespräch über die Themen der Romantik, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
In Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. Kis beszélgetés a Romantika témáiról, in: Válogatott Tanulmányok (319). |
180 | over een definitie van het begrip geschiedenis - Mededeelingen der Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., deel 68, serie B. Amsterdam, 1929, blz. 31-42.
|
| |
| |
| Herdrukt in: Cultuurhistorische Verkenningen (184).
(vii, 95-103)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Über eine Definition des Begriffs Geschichte, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
Herdrukt in: Im Bann der Geschichte (317).
In Engelsche bewerking door D.R. Cousin, o.d.t. A definition of the concept of history, in: Philosophy and History. Essays presented to Ernst Cassirer. Oxford, 1936, blz. 1-10.
In Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. A történelem fogalmanak meghatározása, in: Válogatott Tanulmányok (319). |
181 | de taak der cultuurgeschiedenis - Cultuurhistorische Verkenningen. Haarlem, Tjeenk Willink, 1929, blz. 1-85.
(vii, 35-94)
Uitwerking van de rede voor het Historisch Genootschap in 1926 (zie 158).
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Aufgaben der Kulturgeschichte, in: Wege der Kulturgeschichte (188). |
182 | renaissance en realisme - Cultuurhistorische Verkenningen, Haarlem, Tjeenk Willink, 1929, blz. 86-116.
(iv, 276-297)
Uitwerking van een rede, gehouden te Londen in 1920, en geheel gewijzigd voorgedragen te Basel, Bern, Zürich en Freiburg i.B. in 1926.
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Renaissance und Realismus, in: Wege der Kulturgeschichte (188).
Herdrukt in: Das Problem der Renaissance. Renaissance und Realismus. Tübingen, Wissenschaftliche Buchgemeinschaft, 1953 (Reihe ‘Libelli’, VI), blz. 65-94.
In Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. Renaissance és Realizmus, in: Válogatott Tanulmányok (319). |
183 | het sprookje van de rolverdeeling - De Gids, xciii, 1929, ii, blz. 426-432.
(viii, 401-407) |
184* | cultuurhistorische verkenningen - Haarlem, Tjeenk Willink, 1929. viii en 191 blz., met portret door L.O. Wenckebach.
Bevat:
De taak der cultuurgeschiedenis (181), blz. 1-85.
Renaissance en Realisme (182), blz. 86-116.
Duitschland's invloed op de Nederlandsche beschaving (149), blz. 117-155.
Over een definitie van het begrip geschiedenis (180), blz. 156-l68.
De figuur van den dood bij Dante (93), blz. 169-175.
Kleine samenspraak over de thema's der Romantiek (179), blz. 176-191. |
| |
| |
185* | Boekbespreking: G.G. Coulton, Art and the Reformation, Londen, 1928; S. Gardner, English Gothic foliage sculpture. Cambridge, 1927; W.H. Godfrey, The story of architecture in England, i: From Roman times to the Reformation. Londen, 1928. - History, N.S., xiv, 1929/30, blz. 140-142. |
186 | Boekbespreking: De werken van Vondel. Ed. Sterck c.s., ii. Amsterdam, 1929. - De Gids, xciii, 1929, iii, blz. 281.
(viii, 527)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 160, 194, 221, 282, 292 en 294. |
187 | Boekbespreking: Max J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, vii: Quentin Massys. Berlijn, 1929. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28 Dec. 1929. Av.blad. (iii, 504-507)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 207, 220, 223, 254, 271 en 291. |
| |
1930
188* | wege der kulturgeschichte. studien - München, Drei Masken Verlag, 1930. 405 blz.
Deze zelfde editie verscheen in 1941 bij Pantheon, Amsterdam.
Bevat, in Duitsche vertaling door Werner Kaegi:
De Taak der Cultuurgeschiedenis (181), blz. 7-77.
Over een definitie van het begrip geschiedenis (180), blz. 78-88.
Het probleem der Renaissance (80), blz. 89-139.
Renaissance en Realisme (182), blz. 140-164.
De figuur van den dood bij Dante (93), blz. 165-170.
Bernard Shaw's Heilige (136), blz. 171-207.
Uit de voorgeschiedenis van ons nationaal besef (43), blz. 208-280.
Een merkwaardig bijgeloof: Onnoozele Kinderen als ongeluksdag (150), blz. 281-289.
Rosenkrantz en Guildenstern (37), blz. 290-297.
Hugo de Groot en zijn eeuw (37), blz. 298-314.
Grotius' plaats in de geschiedenis van den menschelijken geest (139). blz. 314-323.
Duitschland's invloed op de Nederlandsche beschaving (149), blz. 324-356.
Een gedeelte van: Amerika levend en denkend (155), blz. 357-377.
Kleine samenspraak over de thema's der Romantiek (179), blz. 378-390. |
189 | nobelprijs voor letterkunde - De Gids, xciv, 1930, iv, blz. 281-282.
(viii, 501)
Ongesigneerd. |
190 | C.I.C.I. - De Gids, xciv, 1930, iv, blz. 282.
(vii, 607)
Ongesigneerd. |
191 | hoogescholen - De Gids, xciv, 1930, iv, blz. 283-284.
(viii, 408)
Ongesigneerd. |
| |
| |
192 | Voorwoord: Geoffrey Chaucer, De vertellingen van de pelgrims naar Kantelberg, vertaald door A.J. Barnouw, i. Haarlem, Tjeenk Willink, 1930, blz. ix-x.
(viii, 535) |
193 | Voorwoord: Jaarboekje voor het studiejaar 1930-1931, uitgegeven door de Litteraire Faculteit van Leidsche Studenten. Leiden, Van Doesburgh, 1930, blz. 3-4.
(viii, 377-378) |
194 | bij het derde deel der werken van vondel - De Gids, xciv, 1930, i, blz. 1-3.
(viii, 528-529)
N.a.v.: De werken van Vondel. Ed. Sterck c.s., iii. Amsterdam, 1929.
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 160, 186, 221, 282, 292 en 294. |
195* | Boekbespreking: Mgr Dr A.H.L. Hensen, Nova et vetera. Schetsen uit den vreemde. Amsterdam, 1929. - De Gids, xciv, 1930, ii, blz. 285. |
196 | Boekbespreking: Frithjof van Thienen, Das Kostüm der Blütezeit Hollands, 1600-1660. Berlijn, 1930 (Kunstwissenschaftliche Studien, vi). - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 26 Juni 1930. Av.blad E.
(ii, 524-527) |
197 | Boekbespreking: H. Naumann und G. Müller, Höfische Kultur. Halle/S., 1929 (Deutsche Vierteljahrschrift für Literaturwissenschaft und Geistesgeschichte, Buchreihe 17. Bd.). - Museum, xxxvii, 1929/30, kol. 304-305.
(iv, 210-211) |
198 | Boekbespreking: Melline d'Asbeck, La mystique de Ruysbroeck l'Admirable, un écho du néoplatonisme au xive siècle. Parijs, 1930. - Tijdschrift voor Geschiedenis, xlv, 1930, blz. 404-406.
(iii, 570-573) |
199* | Boekbespreking: H. de Vocht, The earliest English translations of Erasmus' Colloquia. Leuven, 1928. - Tijdschrift voor Geschiedenis, xlv, 1930, blz. 415. |
| |
1930/1931
200 | l'état bourguignon. ses rapports avec la france et les origines d'une nationalité néerlandaise - Le Moyen Âge, 3e série, i, 1930, blz. 171-193, en ald., ii, 1931, blz. 11-35 en 83-96.
(ii, 161-215)
Reeks colleges, gehouden aan de Sorbonne in Maart en April 1930. Zie 43. |
| |
1931
201 | de geschiedschrijving in het hedendaagsche frankrijk - Gedenkschrift van het 15-jarig bestaan van het Genootschap
|
| |
| |
| Nederland-Frankrijk, 1916-1931. Wageningen, 1931, blz. 28-31.
(vii, 249-253) |
202 | andré jolles - Leidsch Universiteits-blad, i, 1931/2, 1 Oct. 1931, blz. 5.
(vi, 490-491) |
203 | hercules seghers - De Gids, xcv, 1931, iv, blz. i.
(viii, 490)
Ongesigneerd. |
204 | de verloren schatten van het bataviaasch genootschap - De gids, xcv, 1931, iv, blz. 2-3.
(viii, 471-472)
Ongesigneerd. |
205 | eerbied voor de letter! - De Gids, xcv, 1931, iv, blz. 302-305.
(viii, 541-543)
Ongesigneerd. |
206 | de immoralist die god vond - De Gids, xcv, 1931, iii, blz. 124-129.
(vii, 608-612)
N.a.v.: J. Suys, Leo Sjestow's Protest tegen de rede. De intellectueele biografie van een Russisch denker. Amsterdam, 1931. |
207 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, viii: Jan Gossart, Bernart van Orley. Berlijn, 1930. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28 Juni 1931. Av.blad.
(iii, 507-508)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 187, 220, 223, 254, 271 en 291. |
208* | Boekbespreking: R. van Marle, Iconographie de l'art profane au Moyen Âge et à la Renaissance et la décoration des demeures. La vie quotidienne. Den Haag, 1931. - De Gids, xcv, 1931, iii, blz. 139-140. |
209* | Boekbespreking: Miscellanea Augustiniana. Gedenkboek samengesteld uit verhandelingen over S. Augustinus bij de viering van zijn zalig overlijden vóór 15 eeuwen, cdxxx-mcmxxx. Amsterdam, 1930; en: C.R. de Klerk, Sint Augustinus. Cultuurbeschouwingen. Tilburg, 1930. - De Gids, xcv, 1931, iii, blz. 140. |
| |
1932
210* | holländische kultur des siebzehnten jahrhunderts. ihre sozialen grundlagen und nationale eigenart - Jena, Eugen Diederichs Verlag, 1932 (Schriften des Deutsch-Niederländischen Instituts Köln, Heft i). 63 blz. Geïll.
Drie voordrachten, gehouden voor het Duitsch-Nederlandsche Instituut te Keulen in Januari 1932.
|
| |
| |
| Later omgewerkt en uitgebreid tot: Nederland's beschaving in de zeventiende eeuw (313). |
211 | über die verknüpfung des poetischen mit dem theologischen bei alanus de insulis - Mededeelingen der Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., deel 74, serie B. Amsterdam, 1932, blz. 89-198.
(iv, 3-84)
Met een uitgave van het tractaat De virtutibus et vitiis. |
212 | het boek vriend en vijand - Het Nederlandsche Boek. Haarlem, Erven Bohn, 1932, blz. 9-14.
(viii, 495-500) |
213 | la physionomie morale de philippe le bon - Annales de Bourgogne, iv, 1932, ii, blz. 101-129.
(ii, 216-237)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t Das Charakterbild Philipps des Guten in der zeitgenössischen Literatur, in: Im Bann der Geschichte (317). |
214* | tentoonstellingen in het prentenkabinet der rijksuniversiteit. (dec. 1931-febr. 1932). de cultuur der achttiende eeuw - Leidsch Universiteits-blad., i, 1931/2, Jan. 1932, blz. 2. |
215 | journalistiek en misdaad - De Gids, xcvi, 1932, ii, blz. 2.
(vii, 613)
Ongesigneerd. |
216 | het grieksche gevaar - De Gids, xcvi, 1932, ii, blz. 2-3.
(viii, 544)
Ongesigneerd. |
217 | de ‘middengroep’ - Leidsch Universiteits-blad, ii, 1932/3, 21 Oct. 1932, blz. 2.
(viii, 415-416)
Herplaatst in: Leidsch Universiteits-blad, ii, 1932/3, Juli 1933 (Universiteits-Fonds-nummer), blz. 4. |
218 | bali - De Gids, xcvi, 1932, iv, blz. 124-127.
(vii, 614-616)
Ongesigneerd. |
219 | Boekbespreking: H. Pirenne, A. Renaudet, E. Perroy, M. Handelsmann, L. Halphen, La fin du Moyen Âge, i: La désagrégation du monde médiéval, 1285-1453; ii: L'annonce des temps nouveaux, 1453-1492. Parijs, 1931. - Tijdschrift voor Geschiedenis, xlvii, 1932, blz. 79-81 en 185.
(iii, 563-567) |
220 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, ix: Joos van Cleve, Jan Provost, Joachim Patenir. Berlijn, 1931. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 28 Jan. 1932. Av.blad E.
(iii, 508-509)
|
| |
| |
| Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 223, 254, 271 en 291. |
221 | Boekbespreking: De werken van Vondel. Ed. Sterck c.s., v. Amsterdam, 1931. - De Gids, xcvi, 1932, i, blz. 145.
(viii, 529-530)
Nogmaals, geheel ongewijzigd, geplaatst in De Gids van Februari 1932.
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 160, 186, 194, 282, 292 en 294. |
222* | Boekbespreking: A.W. Byvanck, Les principaux manuscrits à peintures conservés dans les collections publiques du royaume des Pays Bas. Parijs, 1931 (Bulletin de la Société française de reproductions de manuscrits à peintures, xv). - De Gids, xcvi, 1932, ii, blz. 108. |
223 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, x: Lucas van Leyden und andere Holländische Meister seiner Zeit. Berlijn, 1932. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 31 Dec. 1932. Av.blad E.
(iii 509-512)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 254, 271 en 291. |
| |
1933
224 | die mittlerstellung der niederlande zwischen west- und mitteleuropa - Grundfragen der internationalen Politik, Heft 5. Leipzig/Berlijn, Teubner, 1933. 19 blz.
(ii, 284-303)
Rede, gehouden op 27 Jan. 1933 voor de Deutsche Hochschule für Politik.
In Fransche vertaling, o.d.t. Du rôle d'intermédiaires joué par les Pays Bas entre l'Europe occidentale et l'Europe centrale, in: Bulletin 7 du Centre européen de la Dotation Carnégie, division des relations internationales et de l'éducation, 1933, blz. 813-838. |
225 | over de grenzen van spel en ernst in de cultuur - Haarlem, Tjeenk Willink, 1933. 32 blz.
(v, 3-25)
Rede, gehouden door den Rector Magnificus op den 358sten dies natalis der Leidsche Universiteit op 8 Februari 1933. |
226 | natuurbeeld en historiebeeld in de achttiende eeuw - Groningen/Den Haag/Batavia, Wolters, 1933 (Geschriften van de Allard Pierson Stichting, afd. Moderne Literatuurwetenschap, iv). 15 blz.
(iv, 341-359)
Voordracht, gehouden op 6 Nov. 1933 te Amsterdam voor de Allard Pierson Stichting, afd. Moderne Literatuurwetenschap.
De afzonderlijke uitgave is een overdruk uit Neophilologus, zie ben.
|
| |
| |
| Eveneens verschenen in: Neophilologus, xix, 1934, blz. 81-95. In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Naturbild und Geschichtsbild im 18. Jahrhundert, in: Corona, v, 1935, blz. 536-562.
Herdrukt in: Parerga (322). |
227 | burgund, eine krise des romanisch-germanischen verhältnisses - Historische Zeitschrift, cxlviii, 1933, i, blz. 1-28.
(ii, 238-265)
Rede, gehouden aan de universiteiten van Keulen, Marburg en Munster in Januari 1932 en aan de universiteit van Berlijn op 28 Januari 1933.
Herdrukt in: Im Bann der Geschichte (317).
Afzonderlijke uitgave: Tübingen, Wissenschaftliche Buchgemeinschaft, (Reihe: ‘Libelli’, IV), z.j. (1953). |
228 | een praegothieke geest: johannes van salisbury - Tijdschrift voor Geschiedenis, xlviii, 1933, blz. 225-244.
(iv, 85-103)
Rede, gehouden voor het xvde Nederlandsche Philologencongres te Leiden op 21 April 1933.
Eveneens verschenen in: Handelingen van het xvde Nederlandsche Philologencongres te Leiden, 1934, blz. 27-43.
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Ein prägotischer Geist: Johannes von Salisbury, in: Parerga (322). |
229 | wat de jonge hoogeschool te bieden had - Leidsch Universiteits-blad, ii, 1932/3, 6 Jan. 1933, blz. 9-10.
(viii, 351-354) |
230 | uitzichten: 1533, 1584 - De Gids, xcvii, 1933, i, blz. 136-152.
(ii, 35-49) |
231 | trop de zèle - De Gids, xcvii, 1933, i, blz. 222.
(viii, 544-545)
Ongesigneerd. |
232 | mr c. van vollenhoven - De Volkenbond. Maandelijksch tijdschrift voor internationale vraagstukken, viii, 1932/3, blz. 229-231.
(vi, 496-498)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
233 | denk aan de koornbrug - De Gids, xcvii, 1933, iv, blz. 6-7.
(ii, 579-580)
Ongesigneerd. |
234 | [rede van den rector magnificus bij de overdracht van het rectoraat aan mr d. van blom op 18 sept. 1933] -
|
| |
| |
| Jaarboek der Rijksuniversiteit te Leiden, 1933. Leiden, Van Doesburgh, 1933, blz. 191-211.
(viii, 409-414)
In de Verz. Werken slechts gedeeltelijk afgedrukt. |
235 | de vlag - De Gids, xcvii, 1933, iv, blz. 7-8.
(ii, 594-595)
Ongesigneerd. |
236 | [discours et exposé sur l'avenir de l'esprit européen] - Troisième entretien organisé par le Comité permanent des Lettres et des Arts de la Société des Nations, Octobre 1933. Parijs, Instit. intern. de Coopér. Intell., 1933, blz. 53-63.
(vii, 261-268) |
237 | [toespraak na de onthulling van het lorentz-monument te leiden op 3 nov. 1933] - Leidsch Universiteits-blad, iii, 1933/4, 17 Nov. 1933, blz. 1-2.
(vi, 492-494)
Herplaatst in: Leidsch Universiteits-blad, iii, 1933/4, Febr. 1934 (Universiteits-Fonds-nummer), blz. 1-2.
Ook verschenen in: Nederlandsch Tijdschrift voor Natuurkunde, 1, 1934, blz. 41-44. |
238 | nieuwe erasmiana - De Gids, xcvii, 1933, iii, blz. 252-255.
(vi, 268-271)
N.a.v.: H. und A. Holborn, Desiderius Erasmus Roterodamus, Ausgewählte Werke. München, 1933; en: W.K. Ferguson, Erasmi Opuscula. A supplement te the Opera Omnia. Den Haag, 1933. |
239 | een cultuurwetenschappelijk laboratorium - De Gids, xcvii, 1933, iii, blz. 363-367.
(iv, 556-560)
N.a.v.: A. Warburg, Gesammelte Schriften i en ii: Die Erneuerung der heidnischen Antike. Kulturwissenschaftliche Beiträge zur Geschichte der europäischen Renaissance. Leipzig, 1932. |
240 | Boekbespreking: L. Halphen, L'essor de l'Europe (xie-xiie siècles). Parijs, 1932 (Peuples et Civilisations, vi). - Tijdschrift voor Geschiedenis, xlviii, 1933, blz. 80-83.
(iv, 129-133) |
241 | Boekbespreking: Ch. Seignobos, Histoire sincère de la nation française. Essay d'une histoire de l'évolution du peuple français. Parijs, 1933. - Tijdschrift voor Geschiedenis, xlviii, 1933, blz. 401-403.
(iv. 560-563) |
242 | *Boekbespreking: England und die Antike. Vorträge der Bibliothek Warburg, herausgegeben von Fritz Saxl, ix: Vorträge 1930-1931. Leipzig, 1932. - Museum, xli, 1933/4, kol. 7-8. |
| |
1934
243 | nederland's geestesmerk - Gedenkboek van de Maatschappij
|
| |
| |
| tot Nut van 't Algemeen, ter gelegenheid van haar 150-jarig bestaan (1784-1934). Amsterdam, 1934, blz. 1-26.
Zelfstandige uitgave: Leiden, Sijthoff, 1935.
Herziene uitgave, aldaar, 1935.
(vii, 279-312)
Herdruk, aldaar, 1946. |
244 | *sobre el estado actual de la ciencia histórica, cuatro conferencias - Madrid, Revista de Occidente, 1934. 133 blz.
Vier voordrachten, gehouden aan de internationale zomeruniversiteit te Santander in 1934. Vertaald door Mevr. M. de Meijere-Huizinga.
In Nederlandsche bewerking in: De Gids, 1934. en 1935 (257). Zie voor meer bibliogr. gegevens aldaar. |
245 | lettre à m. julien benda - Troisième volume de correspondance (sur l'esprit, l'ethique et la guerre) de l'Institut international de Coopération intellectuelle de la Société des Nations, 1934. Parijs, Stock, 1934, blz. 27-51.
(vi, 269-278)
In Spaansche vertaling verschenen in: Tierra Firme, 1, 1935, blz. 55-69. |
246 | in frankrijk staat een huis - Virtus, Concordia, Fides, xxii, 10 Febr. 1934, kol. 1-2.
(viii, 473-474) |
247 | c. van vollenhoven - Jaarboekje voor de geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en Rijnland, 1933/4. Leiden, 1934, blz. xliv-xlv.
(vi, 495) |
248 | in memoriam w. de sitter - Almanak van het Leidsch Studentencorps voor 1935. Leiden, Stenfert Kroese, 1934, blz. 103-104.
(vi, 499-500) |
249 | open brief aan den heer h.a. höweler te hilversum - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 19 Oct. 1934. Av.blad D.
(viii, 546-548)
Eveneens geplaatst in: De Telegraaf, 19 Oct. 1934. Ocht. blad.
De Telegraaf parafraseerde de eerste zinnen van de brief; de N.R.C. drukte de brief geheel af. |
250 | antwoord aan dr m. ter braak - Het Vaderland, 26 Oct. 1934. Av.blad C.
(viii, 549-552)
Antwoord op Ter Braak's reactie op 249, in Het Vaderland van 22 Oct. 1934. Bij dit antwoord schreef Ter Braak weer een Postscriptum. |
251 | antwoord aan j.a. daman - De Telegraaf, 27 Oct. 1934. Av.blad.
(viii, 552-553)
Ook J.A. Daman had gereageerd op 249, in De Telegraaf van 27 Oct. 1934. |
| |
| |
252 | de laatste spellingronde? - Algemeen Handelsblad, 7 Nov. 1934, Av.blad.
(viii, 553-559)
Mr Marchant sprak op 29 Oct. 1934 een radiorede uit, waarin hij zich tegen Huizinga keerde: De laatste spellingronde.
Eveneens geplaatst in: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 7 Nov. 1934, Av.blad. En in: De Telegraaf, 7 Nov. 1934, Av.blad D. |
253 | * Voorwoord: Dr Kamil Krofta, Geschiedenis van Tsjechoslowakije. Vertaald door Dr Th. J.G. Locher. Maastricht, Stols, 1934, blz. 5-6. |
254 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, xi: Die Antwerpener Manieristen. Adriaan Ysenbrant. Berlijn, 1933. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 17 Febr. 1934. Av.blad E.
(iii, 512-513)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 271 en 291. |
255 | * Boekbespreking: G. Schilperoort, Le commerçant dans la littérature française du Moyen Âge. Caractère, vie, position sociale. Groningen, 1933. - Museum, xlii, 1934/5, kol. 43-44. |
256 | Boekbespreking: Margaret Mann, Érasme et les débuts de la Réforme française (1517-1536). Parijs, 1934. (Bibliothèque litéraire de la Renaissance); O. Schottenloher, Erasmus im Ringen um die humanistische Bildungsform. Ein Beitrag zum Verständnis seiner geistigen Entwicklung. Münster, 1933 (Reformationsgeschichtliche Studien und Texten, Heft 61). - Museum, xlii, 1934/5, kol. 79-80.
(vi, 271-273) |
| |
1934/1935
257 | * vier voordrachten over den huidigen stand der geschiedeniswetenschap - De Gids, xcviii, 1934, iv, blz. 119-134, 233-248; ald., xcix, 1935, i, blz. 66-83, 158-173.
Voordrachten, gehouden aan de internationale zomeruniversiteit te Santander in 1934. Reeds in het Spaansch verschenen in 1934 (244), thans voorzien van aanteekeningen, waarin Huizinga zijn standpunt verdedigt tegen M. ter Braak, P.N. van Eyck en J. Romein, die stelling hadden genomen tegen Cultuurhistorische Verkenningen.
In uitgebreiden en gewijzigden vorm in: De wetenschap der geschiedenis (284). |
258 | aanhangsel - De Gids, xcix, 1935, i, blz. 174-182.
(vii, 164-172)
Vervolg op 257; uitvoerige polemiek tegen de bij 257 genoemden. |
| |
| |
| |
1935
259 | in de schaduwen van morgen. een diagnose van het geestelijk lijden van onzen tijd - Haarlem, Tjeenk Willink, 1935.
x en 226 blz.
Tweede druk, aldaar, 1935.
Derde, herziene, druk, aldaar, 1935.
Vierde, herziene, druk, aldaar, 1935.
Vijfde druk, aldaar, 1936.
Zesde druk, aldaar, 1936.
Zevende druk, aldaar, 1939.
(vii, 313-428)
Achtste druk, aldaar, 1951.
Duitsche vertaling door Werner Kaegi: Im Schatten von Morgen. Eine Diagnose des kulturellen Leidens unserer Zeit. Bern/Leipzig, Gotthelf Verlag, 1935.
Tweede, herziene, druk, aldaar, 1936.
Derde druk, aldaar, 1936.
Vierde druk, aldaar, 1936.
Vijfde druk, Zürich/Leipzig, Gotthelf Verlag, 1937.
Zesde druk, Zürich/Brussel, Occident Verlag/Pantheon Verlag, 1948.
Opgenomen in verzamelband Schriften zur Zeitkritik, aldaar, 1948.
Spaansche vertaling door Dr M. de Meijere-Huizinga: Entre las sombras del mañna. Diagnostico de la enfermedad cultural de nuestro tiempo. Madrid, Revista de Occidente, 1936.
Engelsche vertaling door J.H. Huizinga: In the shadow of tomorrow. A diagnosis of the spiritual distemper of our time. Londen, Heinemann, 1936.
Eveneens verschenen te New York, Norton, 1936.
Zweedsche vertaling door Signe Psilander: I morgondagens skugga. En diagnos av vår tids kulturella onda. Stockholm, Fritse, 1936.
Italiaansche vertaling, met een speciaal voorwoord van Huizinga: La crisi della civiltà. Turijn, Einaudi, 1937.
Tweede, herziene, druk, aldaar, 1938.
Noorsche vertaling door Nic. Stang: Kulturen i fare. En diagnose av var tids kultursykdom. Oslo, Johan Grundt Tanum, 1937.
Hongaarsche vertaling door D. Garzuli Mária: A holnap árnyé- |
| |
| |
| kában. Korunk kulturális bajainak diagnózisa. Boedapest, Királyi Magyar Egyetemi Nyomda, 1938.
Tsjechische vertaling door Antonín Šgimek: Ve stínech zítřka. Diagnosa duševní choroby naší doby. Praag, Jan Laichter, 1938.
Fransche vertaling door J. Roobroek S.J.: Incertitudes. Essai de diagnostic du mal dont souffre notre temps. Parijs, Librairie des Médicis, 1939.
Zeer verkorte Fransche bewerking, o.d.t. À l'ombre des jours qui viennent, in: Aujourd'hui. Revue internationale, i, 1937/8, blz. 58-67, 110-117, 162-173. |
260 | la formazione del tipo culturale olandese - Studi Germanici, xiii, 1935, blz. 22-38.
(ii, 508-523)
In Spaansche vertaling, o.d.t. La formación del tipo cultural Holandés, in: Revista de Occidente, xiii, 1935, blz. 31-57. |
261 | abaelard - Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde 1934-1935. Leiden, 1935, blz. 66-82.
(iv, 104-122)
Voordracht, gehouden in de jaarvergadering van de Maatschappij op 12 Juni 1935. |
262 | * geschiedenis - Winkler Prins Encyclopedia, 5de druk, viii. Amsterdam, Elsevier, 1935, blz. 174-182.
Opgenomen, o.d.t. Kort begrip van den aard der geschiedenis als cultuurverschijnsel en als wetenschap, in: De wetenschap der geschiedenis (284). |
263 | bij prof. kernkamp's aftreden - Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad, 31 Mei 1935. Av.blad.
(vi, 544-547) |
264 | een anti-nationaal wetsontwerp - De Gids, xcix, 1935, iii, blz. 131.
(ii, 597)
Ongesigneerd. |
265 | burg en kerspel in walcheren - Mededeelingen der Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., deel 80, serie B. Amsterdam, 1935, blz. 27-62. Geïll.
(i, 526-553) |
266 | henri pirenne (verviers 22 december 1862-ukkel 24 october 1935) - Handelingen en Levensberichten van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Jaarboek 1934-1935. Leiden, 1935, blz. 179-184.
(vi, 501-507)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
267 | de wijsgeerige grond der biologie - De Tijd, 17 Aug. 1935. Av.blad.
(vii, 254-257)
N.a.v.: J.A.J. Barge, Wat is het Leven? Drie voordrachten. Leiden, 1935. |
| |
| |
268 | Voorwoord: R.F. Beerling, Antithesen. Vier studies. Haarlem, Tjeenk Willink, 1935, niet gepagineerd.
(vii, 235-236) |
269 | * Voorwoord: A. Rosenthal, Nietzsches ‘Europäisches Rasse-Problem’ (‘Der Kampf um die Erdherrschaft’). Leiden, Sijthoff, 1935, niet gepagineerd. |
270 | Boekbespreking: P.S. Allen, Erasmus. Lectures and wayfaring sketches. Oxford, 1934. - Deutsche Literaturzeitung, lvi, 1934/5, kol. 418-419.
(vi, 273-274) |
271 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, xii: Pieter Coeck, Jan van Scorel. Leiden, 1935. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 7 Nov. 1935. Av.blad.
(iii, 514-516)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 254 en 291. |
| |
1936
272 | ce qu'érasme ne comprenait pas - Grotius. Annuaire internationale pour 1936. Den Haag, 1936, blz. 13-20.
(vi, 247-251) |
273 | erasmus über vaterland und nationen - Gedenkschrift zum 400. Todestage des Erasmus von Rotterdam. Bazel, Braus-Riggenbach, 1936, blz. 34-49.
(vi, 252-267) |
274 | . erasmus' maatstaf der dwaasheid - B.V.G.O., 7de reeks, vii, 1936, blz. 247-263.
(vi, 220-234)
Rede, gehouden op het Erasmus-congres te Rotterdam. |
275 | [toespraak] - Gedenkboek 1886-1936 der Kon. Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. Gent, Erasmus, 1936, blz. 81-86.
(ii, 543-547)
Toespraak, gehouden namens de Kon. Akademie v. Wetenschappen. |
276 | gibt es verwandlung? - Berliner Tageblatt, 31 Mei 1936, bijblad Geistiges Leben.
(vii, 207-210)
Antwoord op de vraag van de redactie: Wie wird Gegenwart Vergangenheit? |
277 | Humanisme ou humanités? - Sixième Entretien (Vers un nouvel humanisme), organisé par le Comité permanent des Lettres et des Arts de la Société des Nations. Parijs, Instit. intern. de Coopér. intell., 1936, blz. 200-203.
(vii, 429-432) |
278 | de schrijver der colloquia - De Gids, C, 1936, iii, blz. 27-40.
(vi, 235-246) |
279 | * Voorwoord: Erasmus in den spiegel van zijn brieven. Een keuze
|
| |
| |
| uit de brieven van Erasmus, vertaald en toegelicht door Dr O. Noordenbos en Truus van Leeuwen. Rotterdam, Brusse, 1936, blz. xx-xii. |
280 | Boekbespreking: Paul Hazard, La crise de la conscience européenne (1680-1715), 3 vols. Parijs, 1935. - Museum, xliii, 1935/6, kol. 102-104.
(iv, 338-340) |
281 | Boekbespreking: Kurt Wais, Das antiphilosophische Weltbild des französischen Sturm und Drang (1760-1789). Berlijn, 1934 (Neue Forschung. Arbeiten zur Geistesgeschichte der Germanischen und Romanischen Völker, xxiv). - Museum, xliii, 1935/6, kol. 154-155.
(iv, 361-363) |
282 | Boekbespreking: De werken van Vondel. Ed. Sterck c.s., viii. Amsterdam, 1935. - De Gids, C, 1936, ii, blz. 261. (viii, 530-531)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 160, 186, 194, 221, 292 en 294. |
283 | * Boekbespreking: C. Samaran et Ae. A. van Moé, Liber procuratorum nationis Anglicanae (Alemanniae), iii 1466-1492 (Auctarium chartularii universitatis Parisiensis, iii). Parijs, 1935. - Tijdschrift voor Geschiedenis, li, 1936, blz. 448. |
| |
1937
284 | de wetenschap der geschiedenis - Haarlem, Tjeenk Willink, 1927. iv en 139 blz.
(vii, 104-164 en 173-191)
Bevat:
Vier voordrachten over den huidigen stand der geschiedeniswetenschap (257), in uitgebreider en gewijzigden vorm. In de Verz. Werken afgedrukt met enkele aanteekeningen uit 257.
Geschiedenis (262), o.d.t. Kort begrip van den aard der geschiedenis als cultuurverschijnsel en als wetenschap.
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Vier Kapitel über die Entwicklung der Geschichte zur modernen Wissenschaft, in: Im Bann der Geschichte (317).
In deze vertaling niet opgenomen: Geschiedenis (262). |
285 | scaldemariland - Mededeelingen der Kon. Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., deel 84, serie B. Amsterdam, 1937, blz. 85-205.
(i, 554-569) |
286 | onze landskleuren - Algemeen Handelsblad, 10 Febr. 1937. Av.blad.
(ii, 595-596) |
287 | [discours et exposé (sur le destin prochain des lettres)] - Huitième entretien organisé par le Comité permanent des Lettres et des Arts de la Société des Nations. Parijs, Instit. intern. de Coopér. intell., 1937, blz. 237-239.
(vii, 433-435) |
| |
| |
288 | een vlek op delft - De Gids, ci, 1937, iv, blz. 3-8. Gaïll.
(ii, 580-585) |
289 | albert verwey - De Stem, xvii, 1937, ii, blz. 830.
(vi, 508) |
290 | geistige zusammenarbeit der völker - Neue Freie Presse, 25 Dec. 1937, blz. 36-37.
(vii, 436-440) |
291 | Boekbespreking: Max. J. Friedländer, Die altniederländische Malerei, xiii: Anthonis Mor und seine Zeitgenossen. Leiden, 1936. - Nieuwe Rotterdamsche Courant, 5 Jan. 1937. Av.-blad E.
(iii, 516-518)
Voor bespreking vorige deelen, zie de nrs. 128, 130, 141, 159, 175, 178, 187, 207, 220, 223, 254 en 271. |
292 | Boekbespreking: De werken van Vondel. Ed. Sterck c.s., ix. Amsterdam, 1936. - De Gids, ci, 1937, i, blz. 250-251.
(viii, 531-533)
Voor bespreking andere deelen, zie de nrs. 160, 186, 194, 221, 282 en 294. |
293 | * Boekbespreking: A.W. Byvanck, La miniature dans les Pays Bas septentrionaux. Parijs, 1937. - De Gids, ci, 1937, iv, blz. 360-361. |
294 | Boekbespreking: De werken van Vondel. Ed. Sterck c.s., x. Amsterdam, 1937. - De Gids, ci, 1937, iv, blz. 361-362.
(viii, 533-534)
Voor bespreking vorige deelen, zie de nrs. 160, 186, 194, 221, 282 en 292. |
| |
1938
295 | homo ludens. proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur - Haarlem, Tjeenk Willink, 1938. xiv en 309 blz.
Tweede, herziene, druk, aldaar, 1940.
(v, 26-246)
Derde ongewijzigde druk, aldaar, 1951.
Duitsche vertaling door Hans Nachod:
Homo ludens. Versuch einer Bestimmung des Spielelementes der Kultur. Amsterdam, Pantheon, 1939.
Tweede druk, aldaar, 1940.
Derde druk, aldaar, 1940.
Zwitsersche uitgaven: Zürich, Rhein-Verlag, 1942.
Bazel, Burg-Verlag, 1944.
Bazel, Pantheon, 1949.
Portugeesche vertaling: Homo ludens. El juego como elemento de la historia. Lissabon, Azar, 1943.
Hongaarsche vertaling door Máthe Klára: Homo ludens. Kísérlet
|
| |
| |
| a kultúra játék-elemeinek meghatározására. Boedapest, Athenaeum, 1944.
Zweedsche vertaling door Gunnar Brandell: Den lekande Människan (Homo ludens). Stockholm, 1945.
Finsche vertaling: Leikkivä ihminen (Homo ludens). Yritys kulttuurin leikkiaineksen määrittelemiseen. Helsinki, 1947.
Engelsche vertaling door R.F.C. Hull: Homo ludens. A study of the play-element in culture. Londen, Routledge, 1949.
Naar de Duitsche editie van 1944 en Huizinga's eigen vertaling.
Fransche vertaling door Cécile Sérésia: Homo ludens. Essai sur la fonction sociale du jeu. Parijs, Gallimard, 1951. |
296 | der mensch und die kultur - Stockholm, Bermann-Fischer, 1938. 39 blz.
(vii, 442-459)
Bedoeld als rede, te houden voor de Österr. Kulturbund, maar wegens de politieke omstandigheden niet uitgesproken.
Opgenomen in: Parerga (322).
In Nederlandsche vertaling door Mevr. E. Reinshagen-Huizinga, o.d.t. De mensch en de beschaving, in: De mensch en de beschaving (325). |
297 | kortzichtige monumentenzorg - Algemeen Handelsblad, 3 Maart 1938. Av. blad
(ii, 586-587)
Ook opgenomen in: Nieuwe Rotterdamsche Courant, 3 Maart Av.blad C en in: De Telegraaf, 4 Maart 1938. Av.blad. |
298 | het wezen der universiteit historisch beschouwd - Leidsch Universiteits-blad, vii, 1937/8, 20 Mei 1938, blz. 3-4.
(viii, 28-30) |
299 | terugblik op nederland's groei in de veertig jaren van het regeeringsjubileum - Utrechtsch Nieuwsblad, 3 Sept. 1938, bijzondere uitgave.
(ii, 548-555) |
300 | [huizinga's oordeel over het dempen van de bakenessergracht te haarlem] - De Telegraaf, 28 Sept. 1938, Av.blad.
(ii, 585-586) |
301 | universiteit - Winkler Prins Encyclopedie, 5de druk, xv. Amsterdam, Elsevier, 1938, blz. 885-890.
(viii, 3-15) |
302 | ruyers en poyers - Wirtschaft und Kultur. Festschrift zum 70. Geburtstag von Alfons Dopsch. Baden/Leipzig, Rohrer-Verlag, 1938, blz. 535-546.
(iv, 198-209) |
303 | Voorwoord: Hermann Steinhausen. De toekomst der vrijheid, be- |
| |
| |
| werkt door U. Huber-Noodt. Haarlem, Tjeenk Willink, 1938, niet gepagineerd.
(vii, 441) |
304 | Boekbespreking: W.F. Schirmer, Geschichte der englischen Literatur von den Anfängen bis zur Gegenwart. Halle/S., 1937. - De Gids, cii, 1938, i, blz. 253-254.
(viii, 536-537) |
305 | Boekbespreking: Englische Fürstenspiegel vom Policraticus Johanns von Salisbury bis zum Basilikon Doron König Jacobs i., von Wilhelm Kleineke. Halle/S., 1937 (Studien zur englischen Philologie, herausgegeben von L. Morsbach und H.O. Wilde, xc). - English Studies. A journal of English letters and philology, xx, 1938, blz. 34-35.
(iv, 564-566) |
| |
1939
306 | neutraliteit en vrijheid, waarheid en beschaving - Haarlem, Tjeenk Willink, 1939. 26 blz.
(vii, 460-466)
Radiorede, uitgesproken voor de A.V.R.O. op 19 Nov. 1939. |
307 | r.n. roland holst. 4 december 1868-31 december 1938 - Elsevier's Maandschrift, xlix, 1939, blz. 73-75.
(vi, 515-517)
Rede, uitgesproken bij de crematie te Westerveld op 4 Jan. 1939. |
| |
1940
308 | patriotisme en nationalisme in de europeesche geschiedenis tot het einde der 19de eeuw - Haarlem, Tjeenk Willink, 1940. iii blz.
Drie voordrachten, gehouden in de reeks voordrachten onder den naam Studium Generale vanwege het Leidsch Universiteits-Fonds, te Leiden op 14, 21 en 28 Februari 1940.
Tweede druk, aldaar, 1941.
(iv, 497-554)
Hongaarsche vertaling door Szentkúty Pál: Patriotizmus, nacionalizmus. Boedapest, Danubia Kiadás, 1941.
Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Wachstum und Formen des nationalen Bewusztseins in Europa bis zum Ende des 19. Jahrhunderts, in: Im Bann der Geschichte (317). |
309 | robert fruin - Leidsch Universiteits-blad, ix, 1939/40, 10 Jan. 1940, blz. 1-3.
(vi, 526-530)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
| |
| |
310 | conditions for a recovery of civilisation - The Fortnightly Review, N.S., cxlvii (O.S. cliii), 1940, blz. 390-400.
(vii, 467-476)
In Nederlandsche vertaling door Mevr. E. Reinshagen-Huizinga, o.d.t. Voorwaarden voor een herstel der beschaving, in: De mensch en de beschaving (325). |
311 | historische grootheid. een overpeinzing - Het Kouter, v, 1940, blz. 124-131.
(vii, 211-217)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Historische Grösze. Eine Besinnung, in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
312 | levensbericht van arent jan wensinck. 7 augustus 1882-19 september 1939 - Jaarboek der Kon. Nederlandsche Akademie v. Wetenschappen 1939-1940. Amsterdam, 1940, blz. 215-224.
(vi, 518-525)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
| |
1941
313 | nederland's beschaving in de zeventiende eeuw. een schets - Haarlem, Tjeenk Willink, 1941. 176 blz.
(ii, 412-507)
Bewerking van 210. |
314 | colenbrander als gidsredacteur - De Gids, cv, 1941, i, blz. 2-5.
(vi, 531-534) |
315 | over vormverandering in de geschiedenis - Mededeelingen der Nederlandsche Akademie v. Wetenschappen, afd. Lett., N.R. iv. Amsterdam, 1941, blz. 79-97.
(vii, 192-206)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Über eine Formverwandlung der Geschichte seit der Mitte des 19. Jahrhunderts, in: Im Bann der Geschichte (317).
In Hongaarsche vertaling door Miklós Radnóti, o.d.t. A történelem formaváltorása a xix század közepe óta, in: Válogatott Tanulmányok (319).
In korte Engelsche bewerking naar Huizinga's eigen vertaling, door B. en E. Wabeke, o.d.t. History changing form, in: Journal of the history of ideas, iv, 1943, blz. 217-223. |
316 | de wetenschappen in het algemeen en die der afdeeling letterkunde - Jaarboek der Nederlandsche Akademie v.
|
| |
| |
| Wetenschappen 1940-1941. Amsterdam, 1941, blz. 159-194.
(viii, 450-463)
Rede, gehouden in de algemeene vergadering der Akademie op 7 April 1941.
Ook verschenen in: Vijf maal vijf en twintig jaar wetenschap in Nederland, Amsterdam, Noordholl. U.M., 1941, blz. 1-22.
Hierin verscheen ook de rede, door Dr J. van der Hoeve gehouden op denzelfden dag. |
| |
1942
317 | * im bann der geschichte. betrachtungen und darstellungen - Bazel/Amsterdam, Pantheon, 1942. 376 blz.
Tweede druk, Bazel, Burg-Verlag, 1943.
Bevat in Duitsche vertaling:
De eerste vier hoofdstukken uit: De wetenschap der geschiedenis (284), blz. 1-93.
Over een definitie van het begrip geschiedenis (180), blz. 94-106.
Over vormverandering in de geschiedenis (315), blz. 107-128.
Patriotisme en nationalisme (308), blz. 131-212.
Uit de voorgeschiedenis van ons nationaal besef (43), blz. 213-302.
Burgund. Eine Krise des romanisch-germanischen Verhältnisses (227), blz. 303-339.
La physionomie morale de Philippe le Bon (213), blz. 340-376. |
318 | herdenking van f. schmidt degener (10 december 1881-21 november 1941) - Jaarboek der Nederlandsche Akademie v. Wetenschappen, 1941-1942. Amsterdam, 1942, blz. 226-236.
(vi, 535-543) |
| |
1943
319 | * válogatott tanulmányok. tudomány, irodalom, müvészet. Boedapest, Pharos, 1943. 324 blz.
Bevat de volgende studies, uitgekozen door Dr Gábor Tolnai en vertaald door Miklós Radnóti:
Over een definitie van het begrip geschiedenis (180), blz. 11-28
Over vormverandering in de geschiedenis (315), blz. 29-58.
Het probleem der Renaissance (80), blz. 59-145.
Renaissance en Realisme (182), blz. 147-189.
Bernard Shaw's Heilige (136), blz. 191-253.
Een deel van: Amerika levend en denkend (155), blz. 255-299.
Kleine samenspraak over de thema's der Romantiek (179), blz. 301-324. |
| |
1945
320 | geschonden wereld. een beschouwing over de kansen op herstel van onze beschaving - Haarlem, Tjeenk Willink, 1945. xii en 242 blz.
(vii, 477-606)
Tweede druk, aldaar, 1945.
Fransche vertaling door Cécile Sérésia: À l'aube de la paix.
|
| |
| |
|
Études sur les chances de rétablissement de notre civilisation. Amsterdam/Antwerpen, Pantheon, 1945.
Duitsche vertaling door Wolfgang Hirsch: Wenn die Waffen schweigen. Die Aussichten auf Genesung unserer Kultur. Amsterdam, Pantheon/Bazel, Burg-Verlag, 1945.
Duitsche vertaling door Werner Kaegi: Geschändete Welt, in: Schriften zur Zeitkritik. Zürich/Brussel, Occident Verlag/ Pantheon, 1948.
Italiaansche vertaling: Lo scempio del mondo. Milaan/Rome, Ervin Pocar, 1948. |
321 | erasmus-gedenkrede - Parerga. Bazel/Amsterdam, Pantheon, 1945, blz. 65-84.
(vi, 204-219)
Uitgesproken in het Basler Münster op 24 October 1936. |
322 | * parerga. Amsterdam, Pantheon/Bazel, Burg-Verlag, 1945. 176 blz. Uitgegeven door Werner Kaegi.
Bevat:
Der Mensch und die Kultur (296), blz. 11-32.
Een Praegothieke geest: Johannes van Salisbury (228), blz. 35-61.
Erasmus-Gedenkrede (321), blz. 65-84.
Het probleem der Renaissance (80), blz. 87-146.
Natuurbeeld en historiebeeld in de 18de eeuw (226), blz. 149-174. |
323 | herdenking van g.w. kernkamp (20 november 1864-9 october 1943) - Jaarboek der Nederlandsche Akademie v. Wetenschappen 1943-1944. Amsterdam, 1945, blz. 226-238.
(vi, 548-558)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
| |
1946
324 | hoe bepaalt de geschiedenis het heden? een niet gehouden rede - Haarlem, Tjeenk Willink, 1946. 41 blz.
(vii, 218-231)
Rede, bedoeld te worden gehouden in December 1940 voor de leden van de Leidsche Civitas Academica, doch wegens de sluiting der universiteit niet uitgesproken.
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Wie bestimmt die Geschichte die Gegenwart? Eine nicht gehaltene Rede, in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
325 | * de mensch en de beschaving - Amsterdam, Pantheon, 1946 (Serie: Lux et Humanitas, iii). 46 blz.
Bevat in vertaling door Mevr. E. Reinshagen-Huizinga:
Der Mensch und die Kultur (296), blz. 7-33.
Conditions for a recovery of civilisation (310), blz. 35-52. |
| |
| |
326 | herdenking van gabriel hanotaux (1853-1944) - Jaarboek der Kon. Nederlandsche Akademie v. Wetenschappen, 1944-1945. Amsterdam, 1946, blz. 243-247.
(vi, 559-562)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
327 | leiden's ontzet - De Gids, cx, 1946, iv, blz. 6-15.
(ii, 50-59)
Toespraak op den gedenkdag van Leiden's ontzet, 3 October 1942, gehouden in het gijzelaarskamp te St Michielgestel.
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi, o.d.t. Ansprache am Gedenktag der Befreiung Leidens, in: Mein Weg zur Geschichte (329). |
| |
1947
328 | * mein weg zur geschichte - Mein Weg Zur Geschichte. Bazel, Benno Schwabe, 1947, blz. 9-60.
Duitsche vertaling door Werner Kaegi van het manuscript van 330. |
329 | * mein weg zur geschichte. letzte reden und skizzen - Bazel, Benno Schwabe, 1947. 180 blz.
Bevat in Duitsche vertaling door Werner Kaegi:
Mijn weg tot de historie (330), blz. 9-60.
Hoe bepaalt de geschiedenis het heden? (324), blz. 73-95.
Historische grootheid (311), blz. 61-72.
Leiden's ontzet (327), blz. 96-112.
Robert Fruin (309), blz. 115-120.
Henri Pirenne (266), blz. 121-132.
C. van Vollenhoven (232), blz. 132-136.
A.J. Wensinck (312), blz. 137-150.
G.W. Kernkamp (323), blz. 150-167.
Gabriel Hanotaux (326), blz. 168-174. |
330 | mijn weg tot de historie - Haarlem, Tjeenk Willink, 1947. 54 blz. Geïll.
(i, 11-42)
In Duitsche vertaling door Werner Kaegi reeds eerder verschenen (328). |
| |
1948/1953
331 | denkbeelden en stemmingen van voor honderd jaar - Verzamelde Werken, iv. Haarlem, Tjeenk Willink, 1949, blz. 392-408.
Voordracht, gehouden in de universiteit te Gent op 12 Jan. 1939. |
332 | verzamelde werken - Haarlem, Tjeenk Willink, 1948-1953. 9 dln. Geïll.
Verzorgd door een Commissie van Redactie, bestaande uit Dr L. Brummel, Dr W.R. Juynboll en Prof. Dr Th.J.G. Locher. |
|
|