Verzamelde werken. Deel 8. Universiteit, wetenschap en kunst
(1951)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekend
[pagina 490]
| |
Hercules SeghersGa naar voetnoot*De tentoonstelling van het etswerk van Hercules Seghers in 's Rijks Prentenkabinet steekt in beteekenis uit boven menige met groot vertoon aangekondigde en geopende expositie van weidscher allure. Wij waren er eergistermiddag alleen, hetgeen aangenaam en beschamend was. Men behoort bij Seghers ook eigenlijk alleen te zijn, in den zin waarin men alleen moet zijn met Meester Eckhart. Het is eigenlijk een wonder, dat Hercules Seghers in de mode is. Hij staat er veel te hoog voor. Hij heeft niets van het opvallende, dat de vogue van anderen, bijvoorbeeld van El Greco, verklaart. Doch misschien denkt men, zoo redeneerend, te gering van onzen tijd: Meester Eckhart is ook in de mode. Hercules Seghers staat buiten den tijd. Met den stijl van zijn eeuw heeft hij nauwelijks iets gemeen. Een voorlooper is hij ook niet, want het is de duivel, die u bij sommige van zijn etsen even de namen van Vincent van Gogh of Thijs Maris inblaast: slik ze in, vóór ge ze gesproken hebt! Kijk en zwijg. Hier aan den wand hangt ook een kort geding tegen Rembrandt: de verschillende staten van de bekende plaat door Seghers geëtst naar Elsheimer, waaruit Rembrandt den Tobias met den Engel wegveegde om er een Vlucht naar Egypte voor in de plaats te zetten. Met iets van ontzetting dringt het plotseling tot u door: maar Rembrandt heeft dezen Meester niet begrepen! - Zwijgen wij... In het Elysium, schijnt het ons, zit Hercules Seghers, dien de Rede begaf, ver van de gansche schildersbent met twee andere tijdgenooten: met Jakob Boehme en Angelus Silesius. Zwijgende. |
|