Verzamelde werken. Deel 5. Cultuurgeschiedenis 3
(1950)–Johan Huizinga– Auteursrecht onbekendJohan Huizinga, Verzamelde werken. Deel 5. Cultuurgeschiedenis 3 (ed. L. Brummel). H.D. Tjeenk Willink & Zoon, Haarlem 1950
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verzamelde werken. Deel 5. Cultuurgeschiedenis 3 van Johan Huizinga, in een editie van L. Brummel uit 1950. De complete Verzamelde werken bestaan uit negen delen.
redactionele ingrepen
p. V: NHOUD → INHOUD: ‘INHOUD’.
p. 239: voetnoot ‘2’ heeft in het origineel abusievelijk voetnootnummer ‘1’ gekregen aan de voet van de pagina. In deze digitale versie is dat verbeterd.
p. 328: voetnoot ‘2’ heeft in het origineel abusievelijk nootverwijzing ‘1’ gekregen in de lopende tekst. In deze digitale versie is dat verbeterd.
p. 490: de kop ‘Amerika ’is tussen vierkante haken toegevoegd. De kop ‘Boekbespreking’ is tussen vierkante haken aangevuld.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (XII, 2, 248) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
[pagina II]
I | OUD-INDIË, NEDERLAND |
II | NEDERLAND |
III | CULTUURGESCHIEDENIS I |
IV | CULTUURGESCHIEDENIS II |
V | CULTUURGESCHIEDENIS III |
VI | BIOGRAFIE |
VII | GESCHIEDWETENSCHAP, HEDENDAAGSCHE CULTUUR |
VIII | UNIVERSITEIT, WETENSCHAP EN KUNST |
IX | BIBLIOGRAFIE EN REGISTER |
[pagina III]
J. HUIZINGA
VERZAMELDE WERKEN
V
CULTUURGESCHIEDENIS
III
1950
H.D. TJEENK WILLINK & ZOON N.V., HAARLEM
[pagina IV]
BANDONTWERP VAN S.L. HARTZ
GEDRUKT DOOR N.V. DRUKKERIJ G.J. THIEME, NIJMEGEN
[pagina V]
INHOUD
Algemeene cultuurgeschiedenis (vervolg) | 1 | ||
a. | Over de grenzen van spel en ernst in de cultuur | 3 | |
b. | Homo ludens. Proeve eener bepaling van het spelelement der cultuur | 26 | |
Voorrede - Inleiding | 26 | ||
I | Aard en beteekenis van het spel als cultuurverschijnsel
Spel een primair begrip en een zinrijke functie - De biologische gronden van het spel - De verklaringen niet afdoende - De ‘aardigheid’ van het spel - Spelen een geestelijk feit - Spel als cultuurlijke grootheid - Cultuur ‘sub specie ludi’ - Spel een zeer zelfstandige categorie - Spel staat buiten alle overige categorieën - Spel en schoonheid - Het spel een vrije handeling - ‘Maar’ spelen - Een belangelooze handeling - Het spel tijdelijk en plaatselijk begrensd - De speelruimte - Het spel schept orde - Spanning - De spelregels volstrekt bindend - Groepvormende kracht van het spel - Opheffing van het gewone leven - Kamp en vertooning - Heilig spel verwezenlijkt het vertoonde - Het onderhoudt de wereldorde door haar te verbeelden - Frobenius' opvatting van het cultusspel - De weg van bewogenheid tot heilig spel - Het gebrek in Frobenius' verklaring - Spel en heiligheid - Plato noemt het heilige een spel - Gewijde plek en speelruimte - Het feest - De gewijde handeling formeel een spel - Spel-stemming en wijding - De graad van ernst van sacrale handelingen - Labiel evenwicht tusschen wijding en spel - Gelooven en spelen - Kindergeloof en wildengeloof - Gespeelde metamorphose - De sfeer van het primitieve geloof - Spel en mysterie. |
28 | |
II | Conceptie en uitdrukking van het begrip spel in de taal
De notie spel niet in elke taal gelijkwaardig - Een algemeen begrip spel eerst laat bewust - Begrip spel soms over tal van woorden verdeeld - De woorden voor het spel in het Grieksch - Ook de wedstrijd is spel - De woorden voor spel in het Sanskrit - De woorden voor spel in het Chineesch - De woorden voor spel in het Blackfoot - Verschillen in de begrenzing van het spelbegrip - De uitdrukking van het spel in het Japansch - Japansche opvatting van leven in spelvorm - De Semitische talen - Het Latijn en de Romaansche talen - De Germaansche talen - Uitbreiding en oplossing van het spelbegrip - Plegen en to play - Plegen, plechtig, plicht en pledge - Spelen en strijden - Doodelijk spel - Spel en offerdans - Spel in muzikale beteekenis - Spelen in erotische beteekenis - Het woord en het begrip ernst - Ernst een complementair begrip - Spel is het primaire en positieve begrip. |
56 | |
III | Spel en wedijver als cultuurscheppende functie
Cultuur als spel, niet cultuur uit spel - Alleen samenspel vruchtbaar voor cultuur - Antithetisch spel - Cultuurwaarde van het spel - Ook ernstige wedkamp blijft spel - Hoofdzaak is het winnen zelf - Niet directe machtsbegeerte is het motief - Prijs, inzet, winst - |
74 |
[pagina VI]
Wagen, kans, wedden - Winnen door bedrog - Weddenschap, termijnhandel en verzekering - Antithetische bouw der archaïsche gemeenschap - Cultus en wedstrijd - Oude Chineesche seizoenfeesten - Agonale structuur van China's beschaving - Gewonnen spel bepaalt den loop der natuur - Sacrale beteekenis van het dobbelspel - De Potlatch - Wedstrijd in vernieling van eigen goed - De Potlatch een kamp om eer - Sociologische grondslagen van den Potlatch - De Potlatch een spel - Spel om roem en eer - De Kula - Eer en deugd - Archaïsch deugdbegrip - Deugd en adeldom - Schimptournooien - Prestige door vertoon van rijkdom - Oud-arabische eerekampen - Mofa̅khara - Mona̅fara - Grieksche en Oud-germaansche schimpkamp - De ‘Vergelijking der mannen’ - Gelp en Gab - Gaber als gezelschapsspel - Het agonale tijdperk naar Burckhardt's opvatting - Ehrenberg's opvatting - De Grieksche agon in ethnologisch verband - Romeinsche ludi - Beteekenis van den agon - Van wedijverend spel tot cultuur - Verzwakking der agonale functie - In de spel-qualiteit ligt de verklaring. | ||
IV | Spel en rechtspraak
Rechtsgeding als wedkamp - Vierschaar en speelruimte - Rechtspraak en sport - Rechtspraak, orakel, kansspel - Lotsorakel - De weegschaal des rechts - Dike - Lot en kans - Godsoordeel - Wedkamp om recht - Wedkamp om de bruid - Rechtsgeding en weddenschap - Rechtsgeding als woordkamp - De Eskimo'sche trommelkamp - Rechtspraak in spelvorm - Smaadwedstrijd en pleitrede - Oude vormen van de pleitrede - Haar spelkarakter vergeefs bestreden. |
105 |
V | Spel en krijg
De geordende strijd is een spel - Inhoeverre is de krijg een agonale functie? - De archaïsche oorlog overwegend wedstrijd - Tweegevecht voor of in den slag - Tweegevecht van koningen - Het gerechtelijk tweegevecht - Het private duel - Ook het duel een agonale rechtsbeslissing - De archaïsche oorlog sacraal en agonaal - Veredeling van den krijg - De oorlog als wedkamp - Punten van eer - Beleefdheden jegens den vijand - Afspraak tot den veldslag - Point d'honneur en strategisch belang - Ceremonie en tactiek - De beperkingen verbroken - Spel-element in het volkenrecht - Verbeeldingen van heldenleven - Ridderwezen - Ruskin op het oorlogspad - Cultuurwaarde van het ridderideaal - Het spel van ridderschap. |
117 |
VI | Spel en wijsheid
Wedstrijd in wijsheid - Kennis der heilige dingen - Raadselwedstrijd - Kosmische raadsels - Heilige wijsheid als kunststuk - Het raadsel en de oogst - Halsraadsel - Vragenkamp om het leven - Aard der oplossingen - Vermaak en gewijde leer - Alexander en de Gymnosophisten - Het vraaggesprek - De vragen van koning Menander - Raadselkamp en katechismus - De vragen van keizer Frederik II - Raadselspel en wijsbegeerte - Raadseltrant der vroege wijsbegeerte - Mythe en wijsbegeerte - De kosmos als kamp - Het wereldproces als rechtsgeding. |
134 |
VII | Spel en poëzie
De sfeer der poëzie - Poëzie een vitale functie van cultuur - De |
148 |
[pagina VII]
Vates - Poëzie in spel geboren - Sociaal dichtspel - Inga foeka - Pantoen - Hai-kai - Vormen van dichtkamp - Cours d'amour - Dichtopgaven - Improvisatie - Leerstelsels in dichtvorm - Poëtische rechtsteksten - Dicht en recht - Poëtisch gehalte van den mythus - Kan de mythe ernst zijn? - Mythe representeert een spelphase der cultuur - De toon der jongere Edda - Alle poëtische vormen zijn spelvormen - Poëtische motieven en spelmotieven - Poëzie in wedkamp beoefend - De dichtertaal is een speeltaal - Poëtische beeldspraak en spel - Poëtische duisterheid - Lyriek is van nature duister. | ||
VIII | De functie der verbeelding
Personificatie - De oerreus - Is de personificatie ooit geheel ernst? - Schoolsche allegorie of primitieve conceptie? - Abstracte figuren - De armoede bij Sint Franciscus - Ideeënwaarde der middeleeuwsche allegorieën - Personificatie als algemeene habitus - Menschen en goden in diergedaante - De elementen der poëzie spelfuncties - De lyrische overdrijving - Het exorbitante - Het drama als spel - Agonale oorsprong van het drama - De dionysische stemming. |
166 |
IX | Spelvormen der wijsbegeerte
De Sophist - Sophist en wonderman - Beteekenis voor de Helleensche cultuur - Het sophisme een spel - Sophisme en raadsel - Oorsprong van den wijsgeerigen dialoog - Philosophen en Sophisten - Philosophie een spel der jeugd - Sophisten en rhetoren - De thema's der rhetoriek - De disputatie - Middeleeuwsche disputen - De hofacademie van Karel den Groote - De scholen der twaalfde eeuw - Abaelard als redekunstenaar - Spelvorm van het schoolbedrijf - De eeuw der pennestrijden. |
177 |
X | Spelvormen der kunst
Muziek en spel - Spelkarakter der muziek - Opvatting der muziek bij Plato en Aristoteles - De waardeering van het muzikale schiet te kort - Muziek als geestelijke verpoozing - Aristoteles over aard en waarde der muziek - Het nabootsend karakter der muziek - Waardeering der muziek - Sociale functie der muziek - Wedstrijdelement in de muziek - De dans is zuiver spel - Musische en plastische kunsten - Beperkingen der beeldende kunst - Voor den spelfactor weinig plaats - De sacrale qualiteit van het kunstwerk - Spontane versieringsbehoefte - Ludieke trekken in het kunstwerk - De wedspel-factor in de beeldende kunst - Het kunststuk als litterair motief - Daedalus - Proefstuk en raadsel - Kunstwedstrijden in de werkelijkheid - Competitie in de beeldende kunst - Nut of spel? |
189 |
XI | Beschavingen en tijdperken sub specie ludi
De spelfactor in latere beschavingen - Aard der Romeinsche cultuur - Archaïsch element der Romeinsche beschaving - De Romeinsche staat op primitieve grondslagen - Vooze trekken der Romeinsche rijkscultuur - De idee van het Romeinsche Rijk - Brood en spelen - Public spirit of potlatch-geest? - Nagalmen van den antieken spelfactor - Spel-element der middeleeuwsche cultuur - Spelelement der Renaissance-cultuur - De toon der Renaissance - De humanisten - Spelgehalte van het Barok - Kleederdracht der |
205 |
[pagina VIII]
zeventiende eeuw - De pruik - Poeder, krul en strik - Het Rococo - Spelfactor in de staatkunde der achttiende eeuw - De geest der achttiende eeuw - De kunst der achttiende eeuw - Spelgehalte der muziek - Romantisme en Sentimentalisme - Het Romantisme in spel geboren - Graad van ernst der beleden levensidealen - Het Sentimentalisme ernst en toch spel - Ernst domineert in de negentiende eeuw - Slinken van het ludieke element - De kleederdracht der negentiende eeuw - Het vrouwelijk costuum - De ernst der negentiende eeuw. | |||
XII | Het spel-element der hedendaagsche cultuur
Hedendaagsch een rekbare term - De sport - Georganiseerd sportwezen - De sport verlaat de spelsfeer - De niet-athletieke spelen als sport - Bridge - Het zakenleven neemt zekere speltrekken aan - Record en competitie - Spel-element der moderne kunst - Gestegen waardeering der kunst - Verlies en winst van den spelfactor in de kunst - Spelgehalte der moderne wetenschap - Wetenschappelijke speelneigingen - Spelgehalte van het sociale en politieke leven - Puerilisme - Knapengeest kraait koning - Puerilisme staat niet gelijk met spel - Spelgehalte der politiek - Parlementaire spelzeden - Politieke partijen - De internationale politiek - Volkenrecht en spelregel - De wedkampfactor in den modernen oorlog - Schijnbaar verlies van het spel-element - De oorlog een spel? - Het spelelement onmisbaar - Is al het menschelijke spel? - De toets van het zedelijk oordeel - Einde. |
227 | |
Amerika | 247 | ||
a. | Mensch en menigte in Amerika. Vier essays over moderne beschavingsgeschiedenis | 249 | |
Voorbericht bij den eersten druk | 249 | ||
Voorbericht bij den derden druk | 250 | ||
Individualisme en associatie
Behoefte aan algemeene maatstaven om de geschiedenis te begrijpen - De geschiedenis als een strijd van het oude tegen het nieuwe - Ontoereikendheid van deze voorstelling, toegepast op de Amerikaansche geschiedenis - In de Amerikaansche geschiedenis werken de de economische factoren onmiddellijker dan in de Europeesche - Sociaal realisme van John Adams - Economische belangen de hoofdvragen van den politieken strijd - The Cow Country - Individualisme en associatie - Individualisme de drijfkracht in Amerika's ontwikkeling - Primitief karakter van het Amerikaansche individualisme - Karakter van den opstand tegen Engeland - De Confederatie - In de Constitutie zegeviert het kapitalistisch belang over het oude individualisme - Jefferson's individualisme als democratisch beginsel tegen plutocratie - Het Westen - Gelijktijdige reeks van cultuurstadiën afdalend van Oost naar West - Het individualisme der pioniers van het Westen tegenover het kapitalisme van het Oosten - Sterke neiging tot associatie en organisatie - Primitieve vormen van staatkundige organisatie door associatie - Spontane kernen van staatkundige organisatie. Van geheime club tot staatspartij. Caucus. Committee of correspondence. Compacts. Land clubs - Geheime genootschappen |
251 |
[pagina IX]
met het karakter van een orde: Sons of Liberty. Cincinnati. Tammany - Know-Nothings - Underground railroad. Ku klux klan - Molly Maguires - Verwantschap van de groote staatspartijen met de beschreven typen van associatie - De economische associatie. | ||
II | De verwerktuigelijking van het gemeenschapsleven
De concentratie van het kapitaal niet voorzien door Tocqueville - Wel door Jackson en Lincoln - De mechaniseering van productie en vervoer in Amerika. Whitney - Mac Cormick - Stoomvaart - Spoorwegen - De spoorweg is niet enkel vervoermiddel maar tevens voorwerp van kapitalistische organisatie - Telegraaf en telefoon als de middelen, die nieuwe bedrijfsvormen mogelijk maken - Mechaniseering van het handwerk - Elke technische vinding draagt bij tot de mechaniseering der cultuur - Het proces der opeenhooping van kapitaal wordt steeds werktuigelijker. Astor - Gould - De groepvermogens van den jongsten tijd - De concentratie der nijverheid voltrekt zich werktuigelijk. De Trusts - Op de concentratie volgt evenzoo de integratie der nijverheid - Meat-packing industry - Steel Trust - De moderne geldmagnaat de slaaf van het kapitalistisch mechanisme - Het geconcentreerde kapitaalschept feodale vormen - Onpersoonlijkheid en onverantwoordelijkheid van het moderne grootbedrijf - Anti-economische werking ervan - Mechaniseering van den arbeider zelf. Het Taylor-stelsel - De mechaniseering van het politieke leven - Het partijgeschil berust oorspronkelijk op een economische tegenstelling, - Federalisten en Federale Republikeinen - De partij der onbevredigden kan idealistisch zijn. Het bezit der macht dwingt tot realisme en verzaking van beginselen - De Democraten - De nieuwe Republikeinen - De partijen verliezen hun tegenstelling van beginselen - De partijorganisatie wordt doel in zichzelf en mechaniseert het partijleven. De techniek der democratie absorbeert de democratie zelve - Commercialiseering der partijen - De Trusts en de politiek - De vrije politieke gedachte is uit het stelsel uitgebannen - De mechaniseering van het geestesleven - De krant - De bioscoop - Mechanische werkmethoden in de wetenschap - Mechanisch element in de sport - Eugeniek; de mechaniseering der voortplanting - Cultuurveredeling onafscheidelijk van verwerktuigelijking. |
292 |
III | Staatszin en zakengeest
De Unie heeft de Staten overvleugeld - Velen hadden het omgekeerde verwacht - De staat in Amerika langen tijd een secundaire factor - Het bedrijfsleven drukt den staat. Geringe staatszin - Argwaan jegens te sterke staatsmacht - De staat wordt het werktuig der economische machten - Gebreken van het Amerikaansche staatsbestuur - Particuliere organisaties met publieke macht - De economische expansie van den jongsten tijd versterkt het federaal gezag - De Statengrenzen verflauwen - Het Uniegezag wint, naarmate de buitenlandsche betrekkingen van meer gewicht worden, onder invloed der economische belangen - Het staatsbestuur in de Constitutie mechanisch gedacht - Doch er ontstaat steeds juist behoefte aan persoonlijke leiding - Het partijleven beheerscht door personen meer dan door beginselen - Verbetering der Staatsgebreken gezocht in ‘efficiency’. Op den bruikbaren man komt alles aan - Zakenmethoden in het bestuur: Commission Government. City |
336 |
[pagina X]
Manager - Bossdom veredeld - Short ballot movement. Prijsgeven van het electieve beginsel, het palladium der oude democratie - Streven naar zuivering en vereenvoudiging der democratische instellingen. Direct Legislation. Verzet tegen partijtirannie - Primary movement - Verzet tegen het Spoils system. Civil service reform movement - Initiatief, Referendum en Recall - Vrouwenkiesrecht - Beteekenis van het Westen voor de ontwikkeling der democratie - Alles gaat door een ‘beweging’ - Nieuwe beteekenis der spontane associaties voor het staatkundig leven - Idealisme in de Amerikaansche politiek - Oorzaken van den geringen wasdom van het socialisme - Democratie en patriotisme - Roosevelt en Wilson - - De oude tegengestelde strekkingen: krachtig staatsbestuur of zuivere democratie nu vereenigd - Het democratische ideaal - Het besef van een missie van welvaart en vrede - Pathos van het Amerikaansche patriotisme, 1776 en 1861 - Het beeld Amerika - Democratie en natuur. Whitman. | ||
IV | Tam en wild Amerika
Conventionalisme der Amerikaansche samenleving - Een koloniale beschaving wordt uitteraard behoudend, navolgend, conventioneel - De Puriteinsche geest veroorzaakt zin voor uniformiteit - Was de Amerikaan van 1776 een Engelschman van 1640? - Neen, hij was reeds een Yankee - Oorsprongen van het Yankee-type - De Verlichting in Amerika - Solidariteit der middelmatigheid - De tegenstelling: De gepassioneerde energie van het Amerikaansche leven - ‘The strenuous life’ - Collectieve exaltatie - Spasmodische vormen van het godsdienstig leven: Revivals - Primitieve trekken van den Amerikaanschen geest. ‘Isms’ - Organized emotion, Community spirit - Wat heeft Amerika's geest opgeleverd voor de menschheid? - Het koloniaal karakter der samenleving belemmert aanvankelijk het opkomen van een oorspronkelijke geestesuiting - Tam karakter der Amerikaansche letterkunde en kunst in het algemeen - Gebrek aan vormkracht - De kleine genres het best beheerscht - Amerika's romantismen: het Europeesche, het voorvaderlijke, het Indiaansche - Indianenvereering - De volheid van Amerika's geest: Dit, Hier en Straks - Toekomstzin. Moreel optimisme - ‘Amerikanisme’ in de Kerk - Pragmatisme - De Verlichting ongestoord gerijpt - Healthy-mindedness - Vereering der vrije, krachtige, gezonde persoonlijkheid - Heldenvereering en individualisme - Het leven in en naar de natuur. Thoreau - De oudere Amerikaansche letterkunde - ‘Insight’ - Poe - Hawthorne - Dier en kind - Het surplus der realiteit - Henry James - Emerson en Whitman - Hun verwantschap - Individualisme. Natuurvereering. Toekomstzin - Whitman's vormloosheid - Het elementaire van zijn poëzie - Zijn sociale bedoeling - Het kosmische, trancendentale, pantheïstische, mystische bij Whitman en Emerson. |
377 |
b. | Amerika levend en denkend. Losse opmerkingen
Voorrede |
418 |
I | Samenleving, ontplooiing en oplossing
Voorspoed en vooruitgang - Verspilling - Mechaniseering der cultuur - ‘Standardizing’ - Naar buiten gekeerde cultuur - |
419 |
[pagina XI]
Democratie - Functie van de krant - De kunst der journalistiek - Headline en advertentie - Aanschouwelijkheid - Concentratie - Slogans - Letterkundigen - Jeugd - Persoonlijkheid - Een contrast. | ||
II | Gedachte. Omzetting en herschepping
Geestelijke wachtwoorden - ‘Behaviorism’ - De wetenschap der samenleving - ‘Groups’ - Nogmaals democratie - De Universiteit als orgaan - Universiteit en Groot Kapitaal - Soorten van hoogescholen - Intellectueele organisatie - Gesproken en geschrevan woord. Een contrast - Overgang, omzetting, herschepping - Nieuwe ethiek - Het heden goed, de toekomst beter nog - Geen vlucht uit het heden! - Anti-metaphysische houding - Een persecutie op komst? |
445 |
c. | Boekbespreking van M.C. van Mourik Broekman's ‘Amekaansche cultuur in de praktijk’ | 490 |