Een slag met de fles
Ziedaar een waard die zijn gasten niet vertrouwde. De klanten hebben alle over hem geschreven, we kunnen dus weten hoe het hem vergaan is: een slag op het achterhoofd met een fles, die gelukkig niet erg aankwam - maar de twee jongemannen die het op zijn portefeuille hadden voorzien, konden in de verwarring die ontstond de benen nemen. Even vóór de klap had de caféhouder zijn portefeuille getrokken om voor een buurmeisje geld te wisselen. ‘Op dat ogenblik,’ zo lezen wij, ‘merkte hij, dat de beide bezoekers een blik van verstandhouding wisselden.’ Een paar tellen later kon hij er zich van vergewissen, dat hij gelijk gehad had. Zijn wantrouwen was niet ongegrond geweest.
Dit is het stukje werkelijkheid dat wij uit het gemengde nieuws konden opvissen. Een triviaal bericht. Onwillekeurig - onze eerste zin duidt er reeds op - komt ons het bekende spreekwoord voor de geest, maar erg veel weten wij er hier niet mee aan te vangen. Zullen wij zó ver gaan, te beweren, dat als de man dat ene moment van wantrouwen niet had gehad, er niets gebeurd was en de fles op haar plaats was blijven staan? Er zit in de leer, dat de mensen ons behandelen naar de verwachting die wij van hen hebben, ongetwijfeld iets fascinerends; maar het gevaar bestaat, dat als wij een stap verder doen, wij midden in de vreemde mystiek komen te zitten, die aanneemt, dat men alleen dán valt, als men denkt te vallen, en dat bij een moord allereerst de vermoorde schuld heeft, en pas in de tweede plaats de moordenaar.
Met dat al is het een zeer modern bericht. Boeken, films, toneelstukken, radio en televisie hebben ons met bovenstaande scène vertrouwd gemaakt. Ikzelf heb nooit zo'n overval bijgewoond, maar toch zou ik hem in finesses kunnen beschrijven. Ik ben er als het ware geestelijk op geprepareerd. Noch het voorval als zodanig verbaast me, noch de alledaagsheid van het voorval, noch mijn eigen reactie erop. Wie hier van zedenverwildering wil spreken, heeft allicht gelijk. Wie dit woord te sterk vindt en in een vergrijp tegen de