toe komen, zonder kam of spiegel uit te gaan. Gewerkt wordt er weinig in zo'n verhaal, gepraat en gedacht des te meer. Terwijl in het gewone bestaan de meeste gesprekken weinig om het lijf hebben en vrijwel geen samenhang vertonen, excelleren die uit de romans evenwel door puntigheid en precisie. De lange tussenpozen van gedachteloosheid en ongeïnteresseerdheid, die naar ieders persoonlijke ervaring inherent zijn aan onze levensdagen, ontbreken te enenmale op papier. Al wat in een romanverhaal gebeurt, is dus de moeite van het onthouden waard; elk woord, elke daad staat in een zekere betrekking tot het geheel.
Intussen is de werkelijkheid er evenwel steeds gecompliceerder op geworden. Wij horen dingen vertellen, wij maken zelf dingen mee, die we, als we ze in een roman lazen, niet zouden geloven, maar waarvan onze zinnen zeggen, dat zij werkelijk zijn. Misschien gebeurden die dingen vroeger ook wel; alleen, wij zagen ze niet, wij wisten er niets van. Tegenwoordig echter, dank zij de zoveel grotere openhartigheid, dank zij de reportages in woord en beeld, dank zij niet het minst de film en televisie, zien wij ze maar al te goed, en aangezien ons psychologisch inzicht, ons begrip voor de eigen daden en motieven alsmede voor die van anderen, eveneens op nauwelijks te meten wijze toegenomen is, zijn wij langzamerhand in een gemoedstoestand geraakt, waarin wij ons over niets meer kunnen verbazen. De wereld moge dan enger en kleiner zijn geworden, onze toegankelijkheid en ons bevattingsvermogen zijn daarentegen ruim.
Wat is de romankunst nu anders dan een verruiming en uitbreiding van het leven? Voor de mensen van de negentiende eeuw betekende bij voorbeeld Flauberts Madame Bovary zo'n verruiming, en ook voor de lezers uit het eerste kwart der twintigste eeuw bezaten de romans van Dostojewski een dergelijke functie. Allerlei brave mensen werden hier met een ongekende en soms onvermoede werkelijkheid geconfronteerd, zodat men het verbijsterd hoofdschudden achteraf als een onderdeel van het leesgenot diende te beschouwen. De lezer van thans heeft dit evenwel niet meer nodig. Hielden vroeger sommige kranten zelfs gewichtig oor-