Tante Loesje
(1917)–Anna Hubert van Beusekom– Auteursrecht onbekendAnna Hubert van Beusekom, Tante Loesje. P. Kluitman, Alkmaar 1917 (2de druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Stadsbibliotheek Haarlem, signatuur: OK Hub.t
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de 2de druk van Tante Loesje van Anna Hubert van Beusekom uit 1917. De eerste druk dateert uit 1907.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. 336) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
TANTE LOESJE.
[pagina 3]
TANTE LOESJE
door
ANNA HUBERT VAN BEUSEKOM
Wo Liebe lebt und labt Ist lieb das Leben. Wilhelm Schlegel.
2e goedkoope druk.
N.V. ROBIJNS & Co's DRUKKERIJ - NIJMEGEN
[pagina I]
Het oordeel der pers over ‘tante loesje’.Het Rotterdamsch Nieuwsblad:
‘Het is alleraardigst, zóó levendig en vlot en geestig, dat de lezing ervan voortdurend een ontspanning en een genoegen is.’
De Telegraaf:
‘Het verhaal is prettig geschreven, vooral de tooneeltjes, waarin de vier kleine kleuters optreden, zijn vol leven en opgewektheid’
De Nieuwe Courant:
‘Voor jonge meisjes van 15 à 18 jaar, die nog lang niet zoo maar alles mogen lezen, kunnen wij dit aardig, gezellig, vroolijk en vriendelijk boek gerust aanbevelen.’
Annie Salomons in Nederland:
‘Een heerlijk frisch, levendig, ‘menschelijk’ boek, een boek, waar je niet van scheiden kunt, waar je een heelen middag mee bij den haard kunt zitten schreien en lachen, terwijl honderd dwaze, lieve herinneringen en oude, lang vergeten droomen weer in je wakker worden; een boek, dat je midden tusschen menschen zet, die je allemaal graag zoudt willen kennen, en van wie je zeker houden zoudt.’
De Bredasche Courant:
‘Anna Hubert van Beusekom is vooral dààr op dreef, waar zij kinder-tooneelties kan weergeven; ze doet dat met een losheid en guitigheid, die getuigen van een scherp observatie-vermogen en ieder oogenblik krijg je lust mee te gaan stoeien en ravotten.’
H.J. Stratemeyer in De Avondpost:
't Behoort tot dat soort literaire kunst, welke mij altijd doet denken aan die teekeningen zonder schaduw of kleuren, louter spel van lijnen, die zoo'n aangenamen, levendigen indruk van actie kunnen geven.’
Nieuw Leven:
‘Met dit boek heeft de schrijfster de lectuur voor meisjes in den waren zin des woords verrijkt.
[pagina II]
Prov. Zwolsche en Overijsselsche Courant:
‘Nu vragen we toch eens de bijzondere aandacht voor een boek. Want zoo ooit. dan geldt van boeken, dat ‘vele zijn gezonden, maar weinigen uitverkoren’. Hier is een uitverkorene. In lang lazen we niet zoo iets echt-prettigs.’
De Protestant:
‘Een prettig boek, waaruit een goede geest spreekt, en dat den gunstigen indruk, dien we reeds vroeger van deze schrijfster hadden ontvangen, bevestigd en versterkt heeft.’
De Dordrechtsche Courant:
‘Een onbevooroordeeld mensch leest dit boek met het grootste genoegen van de eerste tot de laatste bladzijde, zonder zich maar ook één minuut te vervelen of te beklagen.’
W. Graadt van Roggen in: Den Gulden Winckel:
‘“Tante Loesje” is een boek, dat ik in handen van alle jonge meisjes zou willen zien.’
Het Schoolblad:
‘Het behelst de overdenkingen, bezigheden, pretjes enz. van ‘De Oudste’ uit een druk burgemeestersgezin. Zij vertelt zelf al haar lief en leed en dit kan ze zoo natuurlijk, dat 't een lust is, bladzijde op bladzijde van haar te lezen.’
Nieuwe Rotterdamsche Courant:
‘De Schrijfster toont te weten, dat met natuurlijkheid naar den trant van Tine van Berken voortreffelijke meisjesboeken zijn te maken. De verteltrant is prettig, is uit goede school, en dit is een voornaam element om een heel goed boek te maken.’
Kerkelijke Courant:
‘Een gezond boek, dat groote meisjes zullen verslinden, maar dat gewone, ouderwetsche jongens en hunne ouders ook gaarne zullen doorlezen tot het einde toe.’
[pagina III]
Het oordeel der pers over ‘piepkuikentje’.De Avondpost:
‘Een jongemeisjes-romannetje met veel gezellige familietafereeltjes, zich waardig aansluitend bij de bekende boeken van deze sympathieke schrijfster.’
Het Algemeen Handelsblad:
‘In ‘Piepkuikentje’ neemt de liefde een zoo groote plaats in, dat men aanvankelijk geneigd zou zijn te zeggen, dat het boek niet voor zeer jonge meisjes is bestemd. Doch geeft men zich rekenschap van de fijne, kiesche en volmaakt-natuurlijke wijze, waarop die dingen besproken worden, dan komt men tot de erkenning, dat juist daarvan een sterk-verheffende en verreinende kracht uitgaat, die van daadwerkelijken goeden invloed kan zijn op het groeiende jongemeisjesleven.
We merken nog op als bijzonder geslaagd de brieven van ‘Piepkuikentje’ uit Parijs, die uitnemend in den toon zijn, geen vervelend leerzaam reisverhaal en evenmin onbenullige bakvischpraat.’
Dordrechtsche Courant:
‘“Tante Loesje’ was een boek om van te genieten. Het heeft thans een mededinger gekregen in “Piepkuikentje”, waarin de Schrijfster haar gave van boeiend verhalen opnieuw van den besten kant doet zien. Al gaan deze boeken door voor jeugd-lectuur, groote menschen zullen ze met evenveel genoegen lezen, want het zijn eigenlijk boeken, die het midden houden. Wij wenschen de frissche lectuur van Anna Hubert van Beusekom vele vrienden toe.
Het Rotterdamsch Nieuwsblad:
‘Al dadelijk in de eerste bladzijden boeit het. 't Is prettig onpretentieus, zonder zucht naar te veel tooi van geestigheid en toch werkelijk dikwijls zéér geestig.
Allerlei avonturen, uitstapjes en een levendig vertelde reis door de Provence: Orange, Avignon, Arles, Nîmes en Marseille vormen den inhoud van dit charmant meisjesboek, dit kranig geslaagd jongste werk van onze stadgenoote.’
[pagina IV]
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant:
‘Het is een voortreffelijk boek, dat zonder literaire pretenties, groote verdiensten heeft in literair opzicht. Wij hebben bijzonder genoten van de uitstekende wijze, waarop het milieu geteekend is, dat de meisjes in het pension leeren kennen, en wij genoten evenzeer van het verhaal der reis-indrukken en ontmoetingen. Er is nergens in dit boek iets gezochts of overdrevens - het is een beschaafd, fijn boek van een begaafde schrijfster.’
De Dordrechtsche Courant:
‘Dit is een boek om van te genieten, van begin tot einde.
Deze schrijfster is bij dergelijken arbeid in haar element, dat gevoelt men aan iederen zin. Zij kent het meisjeshart tot in de diepste geheimen en weet die zoo ongeëvenaard leuk te ontleden, dat men soms niet weet, wat ons meer amuseert, de stijl of de inhoud.
Wij hopen, dat Anna Hubert van Beusekom nog veel dergelijke lectuur aan onze jonge dames zal blijven schenken. Zij bewijst haar daarmede een dienst van buitengewone waarde en biedt een uitnemend tegenwicht tegen de soms zoo verderfelijk werkende lectuur van romans, waarin de pessimistische toon te sterk door klinkt.’