Guiseppe
Doe het licht niet uit, Guiseppe, doe het licht niet uit en laten we niet praten over gisteren en morgen, maar over vandaag, Guiseppe, want in vandaag zullen we ons zelf verraden.
Raak me niet aan Guiseppe, geef me geen hand, zodat we zullen merken hoe bang we zijn om naar de dingen te kijken.
Om samen met die ander, die ook niet alleen durft zijn, te bekennen, dat mijn tafel wel de onze is geworden, maar mijn bloemen de mijne zijn gebleven.
Ga weg, Guiseppe, en wees voorzichtig, neem me niet in je armen, want dan zullen we opnieuw de bomen vergeten, en dan zullen we morgen nog banger voor ze zijn dan vandaag, dat weten we. Het is immers niet de eerste keer dat we ze verraden, ook niet voor jou Guiseppe, ook niet voor jou, al weten we, dat een samen opgebouwde leugen minder verdrietig is dan alleen.
En straks, wanneer je weg bent, Guiseppe, zal ik me plotseling herinneren hoe we gekeken hebben naar het schilderij, dat we niet konden kopen, hoe je soms een steentje wegschopte, me door mijn haar streek, en dwaze gezichten trok voor de spiegel in de gang. Hoe je thee dronk, Guiseppe, en ik zal spijt hebben van wat ik je nu zeg.
Maar ééns, Guiseppe, zolang we nog hoop hebben, zal eens