werden steeds geblokkeerd doordat ze wilde vragen of Rosa erg zenuwachtig was voor vanmiddag en of ze haar even kon opbellen om dat te vragen.
‘Papa,’ zei Ernest en hij dook in Barbara's tas, ‘kijk 'ns,’ En voordat Thomas en Barbara hem op andere gedachten konden brengen, had Ernest zijn zorgvuldig opgerolde document al te voorschijn gehaald.
‘Is dat voor mij?’ vroeg Leo verrast en ruimde in gedachten al een plaatsje boven zijn bureau in om de tekening op te kunnen hangen.
‘Nee, nee,’ Ernest zwaaide gewichtig met zijn wijsvinger, ‘deze niet, voor jou heb ik er óók een, een andere. Deze is van Mario en van mij,’ en hij ontrolde een in rood viltstift opgetrokken Ferrari.
‘Prachtig,’ zei Leo, maar werd wat afgeleid door de tekst die zich onder de luxe wagen bevond: ‘Ernest heeft een oma.’ En het in blauwe blokletters moeizaam geschreven ‘firma’ duidde erop dat het document ondertekend diende te worden.
Voor de volledigheid stond er tussen haakjes nog onder ‘Ernesto ha una nonna’. Dat moest voor Mario, legde Ernest uit, anders had hij er wel van alles neer kunnen schrijven.
‘Mario is een beetje stom want hij kan niet eens Nederlands lezen.’
‘En?’ vroeg Leo.
‘Tekenen,’ zei Ernest en reikte hem de ballpoint aan die hij inmiddels ook uit de tas gegrabbeld had.
‘Natuurlijk,’ zei Leo en schoof wat naar voren om het papier ondergrond te geven op de lage tafel.
‘Nou oma nog even,’ zei Ernest tevreden, ‘en dan zal je Mario stom zien kijken jongen, als we terug zijn!’
Thomas keek Leo hulpeloos aan. Barbara verwachtte heil van het vloerkleed.
Leo keek naar zijn zoon die zijn akte zorgvuldig aan het