‘Wat praat je dan over hertrouwen?’
Dat was inderdaad wel gek vond Hugo, wat praatte hij eigenlijk over hertrouwen? Hij kon het zich niet voorstellen om niet getrouwd te zijn, daar kwam het wel op neer. Hugo schaamde zich een beetje voor Leo.
‘Maar tóch, het kan toch gebeuren,’ vond Hugo.
‘Daar ben je zelf bij,’ zei Leo en dacht eens aan zijn eigen carrière, ‘dat zeggen ze tenminste,’ zwakte hij wat af.
‘Ik ben eigenlijk te jong getrouwd,’ vond Hugo. ‘Ik mis eigenlijk een heel stuk uit m'n leven, ik ben nooit vrij geweest.’
‘Ik wel,’ zei Leo meelevend.
‘Ja jij,’ vond Hugo, ‘jij hebt dat beter gedaan dan ik.’
‘Ach beter,’ zei Leo bescheiden. Ze namen er nog een.
‘Dus Rosa is definitief vertrokken?’
‘Ze heeft een ander,’ zei Leo somber.
‘Je liegt het,’ zei Hugo. ‘Wie?’
‘Een of andere knutselaar in de psychologie, dat zegt ze tenminste.’
‘Ja dan zal 't wel zo zijn,’ vond Hugo.
‘Denk je?’ vroeg Leo.
‘Waarom niet,’ vond Hugo royaal.
‘Maar als je die kerel zou zien,’ zei Leo.
‘Kan ik hem niet eens zien?’ vroeg Hugo nieuwsgierig.
Leo keek hem achterdochtig aan.
‘Dan moet je naar haar rede toegaan,’ zei Leo, ‘dan zie je hem.’
‘Wanneer is dat?’ vroeg Hugo.
‘Weet ik veel,’ zei Leo, ‘in mei geloof ik. Maar dat jij niet gaat scheiden omdat... mán,’ zei Leo, ‘'t is je léven!’
‘Jawel,’ vond Hugo, ‘maar...’
‘Ik kan me dat nou níét indenken,’ constateerde Leo naar waarheid. ‘Dat je bij iemand blijft voor geld. Je lijkt wel een pooier.’