‘Wat niet,’ Hugo keek op.
‘Huilen en gevoelig zijn.’ Roos was altijd zeer op dit onderscheid gesteld aangezien ze zelf zelden of nooit huilde, tenzij ze door geliefden bedrogen bleek, hetgeen niet zo frequent meer voorkwam de laatste tijd. Ziekte maakt trouw.
‘Nou ja, hoe je 't ook noemen wilt,’ zei Hugo. ‘Maar je hebt Wiesje pijn gedaan daarmee.’
‘Waarmee?’ vroeg Roos.
‘Door het met moeder over...,’ Hugo haperde, ‘over die opzet van ons te hebben, dat was erg krenkend voor haar. Daardoor had ze het gevoel dat er allerlei dingen achter haar rug om gebeurden.’
‘Dat was ook zo,’ zei Roos.
‘Je hebt er niets aan om het allemaal zo hoog te willen spelen. En dan nóg,’ zei Hugo, hij begon er weer een beetje in te komen, ‘waarom moest dat via moeder?’
‘Dat leek me een onverdachte bron,’ zei Roos.
‘Onverdacht,’ Hugo was nu echt verwonderd, ‘hoe bedoel je onverdacht?’
‘Mij zou ze zeker niet geloofd hebben.’
‘Daar zit wat in,’ vond Hugo en had zich daarmee ongemerkt aan Rosa's zijde van het probleem geschaard. Hij ging een beetje voorover leunen zodat het hoogteverschil tussen hen wat kleiner werd. ‘Ik heb er ook een tijdje over gedaan om de familie te begrijpen,’ zei Hugo vertrouwelijk.
‘Ik vrees dat ik het nooit begrijpen zal,’ loog Roos. Eigenlijk bedoelde ze dat ze niet van plan was veel begrip te investeren. ‘Ze zijn ziek,’ zei Roos.
‘Is dat niet een wat groot woord?’ vroeg Hugo.
‘Nee,’ vond Roos en keek er zo deskundig mogelijk bij, ‘ziek.’ Autoritätsgläubig als Hugo was, maakte het wel enige indruk.
‘Soms denk ik dat ook weleens,’ zei Hugo. ‘Ze kan wel intrigerend zijn, die moeder.’