wie je bent dan moet je kijken naar wat je doet zei Van der Loo altijd, Roos werd er niet vrolijker op bij die aanblik. Ik wil alles hebben voor de heb, geen wonder dat mijn handen nu zo leeg zijn. Als Rosa haar zonden overdacht, hield ze daar zelden enig schuldgevoel aan over, wel de indruk dom te zijn geweest. Amoreel vond Van der Loo dat in zijn scherpste veroordeling van haar gedrag. Hierop meende Rosa dan meestal dat het geen wonder was dat men zich een moraal kon veroorloven als men de ogen zó gesloten kon houden voor eigen, minder aangename intenties.
Toch ging er een zekere loutering uit van haar meditatie, vond ze. Ze keek eens op haar horloge, halfzes, einde van de werkdag.
En langzaam begon ze haar spullen in te pakken.
Leo maakte er zo langzamerhand een gewoonte van om later thuis te komen dan hij afsprak. Het leek hem blijkbaar al een voorrecht voor haar dat hij überhaupt een tijdstip losliet.
De ellende, vond Rosa, was dat ze zo onzelfstandig was, waarom ging ze niet gewoon uit eten? Waarom wachtte ze liever tot Leo thuiskwam? Waarom kon ze zich zonder hem blijkbaar niet vermaken? Geen innerlijk, dacht Roos, althans geen éígen, maar steeds aan anderen ontleend. Ik heb zelden van iemand gehouden, nooit eigenlijk, constateerde ze dapper, wél altijd verslaafd geweest, aan betere en slechtere middelen en dat laatste was nu het geval. En Rosa wachtte op de bijbehorende treurigheid van deze beschouwing maar die kwam niet opdagen en dat stemde haar treurig. Treurig, treurig, wat een verspilling, dacht Rosa terwijl ze naar Leo's huis reed, zo noemde ze haar onderkomen nog steeds en dat leek Leo allerminst te hinderen.
Tot haar verbazing stond de groene Volvo voor de deur. Ze zette haar mini ernaast zodat ze niet naar buiten zou hoeven om hem weg te zetten als Leo weg wilde.