‘Zorgen dat ik geen tijd heb,’ zei Roos gehoorzaam.
De oplossing was nabij, de lucht klaarde op.
Leo dacht na: ‘Gooi er tentamens tegenaan. Ga alle criminologie studenten na het practicum een tentamen geven,’ adviseerde Leo.
‘En die ga ik dan allemaal met de hand nakijken.’ Roos straalde.
‘Zo is het,’ zei Leo tevreden, het ei van Columbus.
Of Van der Loo even tijd voor Rosa had en dat had hij.
‘Je hebt er nog eens over nagedacht,’ zei Van der Loo.
‘Ja,’ zei Rosa, ‘ik was gisteren wel onredelijk. Ik moest even aan het idee wennen, het spijt me.’
‘Ach,’ vond Van der Loo hartelijk, ‘wie van ons heeft dat niet af en toe.’
En daar moest Roos de bocht nemen, het viel niet mee: ‘Ik ben het met je eens dat dat ding er moet komen.’
‘Gelukkig dat je het begrijpt,’ zei Van der Loo en keek haar opgetogen aan.
‘Maar ik heb geen tijd omdat ik er tweehonderdzestig tentamens bij heb gekregen, dat was ik je vergeten te zeggen. Het levert ons een tiende personeelsplaats op van de juridische faculteit.’
‘Dat is natuurlijk heel prettig,’ meende Van der Loo.
Roos knikte en hoopte dat er geen sprankje van de triomf die ze voelde op haar gezicht te lezen zou zijn.
‘Ja,’ zei Van der Loo nadenkend, ‘en daarom heb je geen tijd?’
‘Nee,’ schudde Roos, ‘je zou het Kees misschien kunnen vragen?’
‘Dat maak ik zélf wel uit,’ zei Van der Loo geïrriteerd.
‘Natúúrlijk,’ vond Roos.