| |
| |
| |
| |
Bij onze gestaarte broeders op visite.
Zooals vrij algemeen bekend is, zijn er hier in Soerabaia veel zonen van 't Hemelsche Rijk, die als arme marskramers overgekomen, eerst bescheiden hun matje uitrollen, om na jaren van onverpoosden arbeid zich een paleis te bouwen. Als men hier een bizonder mooi huis, een prachtig span paarden of een fraaie equipage ziet, dan kan men zeker zijn, dat een Chinees er de eigenaar van is. Gedurende jaren werken en zwoegen ze en vergenoegen ze zich met kleine woningen en schralen kost, doch zijn ze er eenmaal boven op, dan nemen ze het er goed van en dan komt hun Oostersche liefde voor weelde en pracht te voorschijn. Dan sparen ze geen geld, om den Europeaan en ook den Inlander te toonen, wat een Chinees kan en durft te doen, als hij zijn schaapjes op het droge heeft.
Dat zag ik laatst op een feest, dat gegeven werd ter eere van den oud-Majoor der Chineezen The Boen Keh.
| |
| |
Ten einde u een denkbeeld te geven van wat er alzoo te zien en te genieten viel, laat ik het Programma der feestelijkheden en het menu van 't souper volgen.
Dit laatste was op de meest elegante en gracieuse kaarten in drie talen gedrukt, nl. Hollandsch, Fransch en Maleisch. De Programma's waren ook netjes uitgevoerd met vergulde letters en prijkten met het portret van den Jubilaris, een goedigen, ouden Chinees met een intelligent gezicht.
PROGRAMMA DER FEESTELIJKHEDEN,
te geven ten huize van den
Luit. Chinees The Toan Ing,
aangeboden bij gelegenheid van den 71sten geboortedag van den Majoor tilulair der Chineezen
THE BOEN KEH G.M.,
door zijne zonen
Kapt. The Toan Lok en Luit. The Toan Ing
I.
Samenkomst van dames en heeren geïnviteerden des avonds ten 9 ure.
II.
Ten half 9 ure zal de Majoor Titulair The Boen Keh door eene deputatie worden afgehaald.
Op den terugweg naar het feestgebouw zal de stoet als volgt worden gerangschikt.
1. Een rijtuig met 2 H.H. leden der Commissie.
2. Een rijtuig met den Majoor Titulair The Boen Keh, zijne vrouw en een lid der Commissie.
3. Een rijtuig met 2 H.H. leden der Commissie.
4. Een rijtuig met Chineesche Commissieleden.
| |
| |
5. Een rijtuig met den schoonzoon van den Majoor Chinees.
6. Rijtuigen met vrienden en kennissen.
Bij aankomst aan het feestgebouw zullen onder het afsteken van bommen en bengaalsch vuur, de jubilaris en zijn echtgenoote door Commissieleden naar hun plaats worden geleid, terwijl alle muziekkorpsen zich zullen doen hooren.
III.
Links en rechts van de zitplaats van den Majoor The Boen Keh scharen zich de familieleden.
IV.
Bij aankomst van den Resident en ván de Kolonels der Land- en Zeemacht zullen alle muziekkorpsen spelen en worden bommen en bengaalsch vuur afgestoken.
V.
Ten half 10 ure wordt een optocht verwacht, medebrengende alle voorwerpen, welke bij de Chineezen dienen tot bewijzen van eerbied en achting. Al deze voorwerpen worden door de Chineesche Commissieleden in ontvangst genomen en dan den jubilaris aangeboden.
VI.
Na afloop van bovenstaande, zal de Resident beleefd worden uitgenoodigd het woord te voeren, en wordt Z.H. Ed. G. door den Majoor The Boen Keh beantwoord.
VII.
Opening van het bal.
| |
| |
VIII.
Ten half 12 ure souper.
IX.
Ten 12 uur zal een dronk worden gewijd aan dames en heeren geïnviteerden.
X.
Vuurwerk.
XI.
Voortzetting van het feest.
MENU.
SOUPER.
Caisses et Risolles.
Boeuf Pressé. - Sauce Remoulade.
Croquettes de Pommes de Terre. - Petits Pois.
Ris de Veau. - Pointes d'Asperges.
Charlotte Russe.
Bouillon.
Behalve bovenstaande lekkernijen werden er den geheelen avond allerlei ververschingen rondgediend, als: thee, koffie, koekjes, gebakjes, ijs, sorbets, punch à la Romaine, champagne, grog en alle mogelijke wijnen en likeuren. Het was letterlijk ‘Hartje wat begeer-je - mondje wat lust-je?’
In den tuin, die prachtig à giorno verlicht was, waren hier en daar tentjes opgericht, waar men a private treat kon hebben, of om Hollandsch te blijven - zich in zijn eentje te goed kon doen. Doch er liepen zooveel knechts met welvoorziene bladen rond, dat men niet uit
| |
| |
den weg behoefde te gaan, om van het vette der aarde te genieten. Daarenboven waren er tal van ceremoniemeesters, wier aardsche roeping het scheen, om anderen te laten smullen, tevens boden zij cigaren en lucifers aan de heeren en balboekjes aan de dames. Ook waren er binnenshuis tal van tafeltjes met bouquetjes en waaiers, ten dienste der dames, terwijl een zaal of, zooals men hier zegt, een galerij voor spelers ingericht was.
Doch om nog even op den tuin terug te komen; het was er heel gezellig en de niet danslustige of spel-lievende gasten zaten er bij voorkeur. De avondlucht onder de tropen is dan ook verrukkelijk en zephyr's zoele adem brengt u een heerlijk koeltje over.
Achter in den tuin was een soort panorama opgericht, waar men alle streken der wereld, photographisch afgebeeld, kon bewonderen.
Op zij had de firma Grimm en Co., de Vatels van Soerabaia, haar tenten of juister buffetten opgeslagen. De kosten van het souper alleen waren op f 4500 beraamd, ten minste zooveel kreeg genoemde firma er voor. Deze zorgde ook gedeeltelijk voor de bediening in den vorm van een honderdtal Javaantjes, die, allen in gelijke baadjes en hoofddoeken gekleed, geen slecht figuur maakten en er vrij wat eigenaardiger uitzagen dan onze zwartgerokte en witgedaste Jannen. De gastheer en familie hadden nog zestig bedienden bij elkander gescharreld om te helpen en zoo ontbrak het er niet aan dienaren. Vóór het huis was ook nog een aardig lapje grond, te midden waarvan 't fraaiste muziektempeltje, dat men zich denken kan, was opgericht. Hier gaven verschillende muziekkorpsen hun talenten ten beste. In dit gedeelte van 't feestterrein hadden de Chineesche gasten plaats genomen, doch toen 't vuurwerk werd afgestoken, vermengden
| |
| |
de Europeanen er zich met hun Mongoolsche broeders.
En nu 't huis zelf; de breede voorgalerij was ingenomen door zitplaatsen, van waar 't gezelschap den optocht en later 't vuurwerk kon aanschouwen, dan kwam men in de zoogenaamde tusschengalerij of salon en van daar in de danszaal, waar de jubilaris, op een soort van troon gezeten, de gelukwenschen en de hulde zijner gasten ontving. Zooals gezegd is, was de achtergalerij nu in een speelzaal herschapen, terwijl een der zijdegalerijen voor de Chineesche dames was gereserveerd. Daar zaten ze als fraai aangekleede poppen, stijf van 't goud en bijna onbeweeglijk. De meesten hadden lieve, zachte gezichtjes, doch geen schalksche glimlach of vriendelijke oogopslag verhelderden haar trekken. Allen droegen 't haar achterover gestreken met een kondeh in den nek. Deze kondeh of haarwrong was versierd en omwonden met allerlei kleinoodiën; behalve gouden kettinkjes hadden ze er bloemen in, gewoon van wol gehaakt doch versierd met diamanten. Van deze steenen droegen ze ook lange oorhangers of groote knoppen, terwijl ze verscheiden gouden, met paarlen en juweelen bezette, kettingen om den hals hadden. Haar toilet bestond uit een nauwen rok en een lang, tamelijk wijd, jak van satijn of zij, meest gebloemd en met echt gouddraad en verschillende kleuren van zijde geborduurd. Ik voor mij vond, dat dit twintig- of dertigtal Chineesche nonna's met haar vreemde, doch schilderachtige kleeding, een der meest interessante kijkjes van het feest opleverden. Nu en dan verlieten ze haar zitplaatsen en begaven zich in een der andere zalen, doch ze bemoeiden zich weinig met de overige gasten. Er waren ook eenige kinderen aanwezig, eveneens in Chineesche dracht; de zonen van 't Hemelsche Rijk echter verloochenen in de koloniën hun nationaal gewaad en
| |
| |
dragen Europeesche kleeding. Op dit feest hadden zij phantasiejasjes van blauw serge aan met vergulde knoopjes en hoog aan den hals sluitend. - Slechts bij officieele gelegenheden kleeden zij zich nog als echte Chineezen. - Hun grootste distinctief - de staart, behouden zij echter altijd en overal, evenals de tonsuur, waarop zij zeer precies zijn.
Vreemd is hun verhouding tot de Europeanen: zij vragen deze wel bij zich aan huis, als zij feest vieren, doch worden nooit teruggevraagd. Ofschoon het een eer heet, dat hun blanke broeders bij hen op visite komen, zoo kennen de slimme Chineezen ook wel de beteekenis van ons Oud-Hollandsch spreekwoord:
‘En ter wille van het smeer,
Likt de Kat de Kandeleer.’
Ten minste dat bewees The Boen Keh, toen hij, op de vraag van een zijner gasten, of hij zich niet zeer gevleid gevoelde door de hulde, die men hem bewees, en door de talrijke opkomst van geïnviteerden, antwoordde:
Banjak goelar, Banjak semoet!
(Waar veel suiker is, daar zijn veel mieren).
Van het duizendtal genoodigden, waren er ruim achthonderd gekomen, waaronder de eerste ambtenaren en handelslui van Soerabaia met hun dames waren, o.a. de Resident met zijn dochters. Van de bruine bevolking waren alleen de Regent en een paar andere dignitarissen genoodigd. De Chinees bekleedt, als vreemde Oosterling, echter altijd nog een hoogere plaats dan de Javaan.
Zooals op het Programma te lezen stond, zou er te half tien een optocht plaats hebben. Tegen dien tijd begaf ieder zich dus naar de voorgalerij om te zien, wat er komen zou.
En teleurgesteld werd zeker niemand, daar de optocht eenig mooi was. Westersche taal is haast niet in staat
| |
| |
de Oostersche weelde te beschrijven, die daarbij ten toon was gespreid, en onze Europeesche ideeën van decoratief halen niet bij de phantastische voorstellingen, welke de Chineezen tot stand weten te brengen.
Zulk een kleurenmengeling en rijkdom van tinten vindt men bij ons alleen in een tooverballet terug en dan nog wel in de groote steden. Bij ons is 't echter de zachte ineensmelting der nuances, die ons bekoort, terwijl de Chineezen het effect meer zoeken door contrasten. - Natuurlijk was het voor ons Europeanen moeilijk, ja, haast onmogelijk te begrijpen, wat de verschillende zegekarren - er waren er ongeveer twaalf - moesten beteekenen, daar 't meest symbolische en allegorische voorstellingen waren, betrekking hebbende op den godsdienst en het huiselijk leven der Chineezen.
De optocht, die bijna een half uur duurde, begon met een afdeeling gewapenden, over wier hoofden zich een reusachtige slang in de meest willekeurige bochten kronkelde. Hoe het gevaarte, dat de dikte van een mensch had, in beweging werd gebracht, weet ik niet, doch het effect was zóó vreemd, dat het ons verplaatste in de duizend-en-één nachtvertellingen.
Deze afdeeling werd gevolgd door een tafereel aan de dierenwereld ontleend. Een monstertijger nl. hield een gevecht met een grooten draak, dat vrij lang duurde en vooral het Oostersche publiek zeer scheen te amuseeren.
Onnoodig te zeggen, dat beide exemplaren namaak waren en in beweging werden gebracht door mannen, die zich in hun huid hadden gestoken; zoo iets als men ten onzent wel in een café-chantant ziet; ik moet echter bekennen, dat 't geen ik bij The Boen Keh zag, verre overtrof, 't geen ik ooit in Europa in dat genre had aanschouwd, met inbegrip van de beroemde Moore and Bur-
| |
| |
gess Minstrels te Londen, die op dergelijke manier een olifant voorstelden. Toen de draak eindelijk overwonnen en zieltogende weggedragen was, ging de tijger triomfantelijk zijns weegs en maakte plaats voor een paar zwaardvechters, die een krijgsdans uitvoerden, waarbij ze veel schreeuwden en veel wilde gebaren maakten.
Daarna volgden eenige muziekkorpsen en was er een leven als een oordeel. Voor onze ooren, gewend als ze zijn aan melodieën der groote Fransche, Duitsche en Italiaansche meesters, bevatte deze Chineesche muziek enkel wanklanken.
Gelukkig waren het de eenige van het feest! En nu kwam de eigenlijke optocht, nl. de zegewagens, die alle door Chineesche koelies (werklieden) getrokken werden. De meeste waren prachtig versierd met bloemen en planten, waartusschen kleine meisjes schenen te zweven.
Deze arme stumpers staan op een plankje, dat niet veel grooter is dan de palm eener hand; ze worden nl. stijf gezwachteld tegen een ijzeren staaf, die van haar hals naar haar voeten reikt, zoodat het plankje alleen als steunpunt dienst doet. In zulk een gedwongen houding moeten ze soms uren lang blijven; in elken Chineeschen optocht komen ze voor en hoe ook de Europeanen reeds tegen deze barbaarschheid geprotesteerd hebben, 't helpt niet. Arme Chineesche ouders vinden er een eer in en een voordeeltje tevens, hun dochter aldus te laten gebruiken en de wet op den kinderarbeid is nog niet in onze koloniën ingevoerd.
Behalve kinderen, fungeerden er ook groote menschen bij den optocht, doch deze hadden een natuurlijken stand; verder waren de meeste wagens rijk voorzien van visschen, draken en andere dieren uit de werkelijkheid of uit de wereld der phantasie.
| |
| |
Het geheel was prachtig, doch de indrukken, welke men kreeg, waren te gemengd, dan dat men ze gemakkelijk en geregeld weer zou kunnen geven. Bovendien zou men er het verteltalent van een Scheherazade of de pen van een Mirza Schaffy voor moeten bezitten en beide ontbreken mij, helaas!
Na den optocht begon het bal, dat echter, evenals de meeste bals hier, niet bizonder opgewekt was. De aangekondigde speeches waren ook vrij gewoon en 't afsteken der eerste vuurpijlen werd met vreugde begroet. Nogmaals begaf men zich naar de voorgalerij en den voortuin; 't eerste nummer was het in brand vliegen van een groote eerepoort, die aan den ingang van 't erf stond en bleek uit vuurwerk te zijn samengesteld. In weinige seconden was de poort in een gloeiend netwerk herschapen, waartusschen met vlammende letters geschreven stond:
Hulde aan den Jubilaris
Van zijne dankbare Kinderen
en Kleinkinderen.
Daarna volgden de stereotype vuurpijlen, batterijen, sterren, molens, vuurregens enz., terwijl er nu en dan een groot stuk werd afgestoken.
Daar men hier niet met Noorden- of Oostenwind te kampen had, kon alles uitmuntend afgestoken worden en was dit een der beste gedeelten van het programma.
Onder de hand werden de verschillende schotels van het souper, benevens allerlei dranken, rondgediend.
Het was vroeg in den morgen, toen men scheidde, over 't algemeen zeer voldaan over 't gesmaakte genot.
Voor de Chineezen, die nooit genoeg aan één dag hebben, duurde het feest nog een week lang, en gedurende
| |
| |
dien tijd bleef de gasilluminatie staan, die men ter eere van den jubilaris had aangelegd van zijn huis naar het feestterrein.
Veertien dagen later ontving de gastheer in optima forma degenen der gasten, die het zich een plicht rekenden om een digestie-visite te maken, en dat was het einde van het groote feest van The Boen Keh G.M.
|
|