Rondom het boek 1935
(1935)–Roel Houwink– Auteursrecht onbekend
[pagina 167]
| |
De vrouw als huishoudkundige
| |
[pagina 168]
| |
enkel ontwikkelen bij het leven in onbedorven natuurstaat. ‘Jullie huisvrouwen hebben het tegenwoordig toch vrij wat gemakkelijker, dan je voormoeders’ hoort men vaak beweren. En het jonge vrouwtje van heden knikt dan vaagweg van ja, veelal met een beduusd gevoel, want heimelijk kan zij haar taak niet zo gemakkelijk vinden. Maar is dat ook zo? Heeft b.v. de industriëel het tegenwoordig gemakkelijker dan voorheen, omdat zijn klepperende machines item zoveel stuks van zijn massaproduct afleveren per minuut, als eertijds zijn handenarbeiders per dag? Of de handelsman, omdat in de vertrekken om zijn privé kantoor de schrijf- en rekenmachines honderd maal vlugger werken, dan de ouderwetse klerken? Zeker, de huisvrouw en haar uitstekende hulp uit den goeden ouden tijd waren ‘nooit klaar’ en moesten alle arbeid met eigen lichaam verrichten, maar zij waren meesteressen op haar gebied, want niemand wist beter. Nu daarentegen zijn wetenschap, techniek, industrie en handel op het terrein van de huisvrouw binnengedrongen, om ‘voor te lichten’, of het zich als afzetgebied toe te eigenen. Zij bombarderen om strijd de arme huisvrouw met propaganda en reclame voor methoden, praeparaten, apparaten, waarover zij geen oordeel heeft, waarmee zij geen raad dus weet. Bovendien is de moderne echtgenoot niet meer tevreden, enkel met een goed toebereid maal en een ordelijke gang van zaken in huis. Hij wil met zijn vrouw als kameraad praten over onderwerpen, waarin zij gemeenschappelijk belang stellen. Hij wil, dat ze mee uitgaat in de auto of op de duozit. Hij neemt als vanzelf sprekend aan, dat zij het huishoudgeld administreert naar de eisen van een zakelijke boekhouding, de kleintjes thuis weet bezig te houden naar de moderne opvattingen, de groteren kan helpen bij hun huiswerk en hij verlangt, dat zij haar uiterlijk verzorgt, zodat hij steeds trots op haar blijft bij uitgaan of ontvangen van vrienden. Laten we ronduit erkennen, dat de hedendaagse huisvrouw het alles behalve gemakkelijk heeft, omdat zij feitelijk geen | |
[pagina 169]
| |
uitweg in de verwarring van haar plichten ziet. Dan kunnen we erin komen, wat niet hetzelfde is als goedkeuren, dat vele jonge vrouwtjes haar werk ontvluchten door erop uit te gaan, omdat ze de verantwoordelijkheid ervan niet kunnen overzien. En dan hoeft ons dat ook niet zo heel erg te verontrusten, als we maar bedenken, dat de taak van huisvrouw door eeuwenoude tradities een vaste vorm had verkregen en dat een nieuwe norm, overeenkomstig veranderde economische verhoudingen, niet in enkele decennia tot stand kan komen. Het tempo van het nieuwe leven permiteert ons niet meer de geroutineerde huisvrouw. Het eist de vrouw huishoudkundig, d.w.z. in betrekkelijk korte tijd wetenschappelijk voorbereid voor haar werk. De ervaring zal haar daarna wel leren, wat zij van haar kennis voor een bepaald gezin als ballast over boord kan zetten, of wat de moeite van het uitbreiden loont. Om misverstand verder te voorkomen is het goed hier eraan te herinneren, dat wetenschappelijk in het kort betekent: kennis op grond van vaste regels, verkregen door onderzoek en bewijs. Dit in tegenstelling met de kennis, die berust op intuïtie, persoonlijk inzicht en eigen ondervinding. Het Huishoudonderwijs heeft, door zijn manier van werken in de ruim 40 jaar van zijn bestaan, het recht verworven wetenschappelijk te heten, ten opzichte van de huishoudelijke kennis. Het richt zijn vakken, van theorie zowel als van praktijk, naar de uitspraken van de algemene wetenschappen, waarmee ze verband houden. Het laat aan de practische toepassing de eigen proefneming vooraf gaan, om uit de resultaten de voor het doel geschiktste aan de leerlingen voor te leggen, met de verklaring van ‘waarom’ en ‘hoe’. Daarom kan het Huishoudonderwijs bewust gericht worden naar de expansie of inkrimping van de tijdsomstandigheden. Denkt een man wel eens na, over de veelzijdige taak van de hedendaagse huisvrouw? Het doel van deze bladzijden is de huishoudelijke kennis in rubrieken te verdelen, elke rubriek iets nader te beschouwen en de boeken te noemen, die hierover | |
[pagina 170]
| |
in het afgelopen jaar verschenen. Slechts wanneer het niet overgeslagen kon worden zonder de eenheid te verbreken, zal de lezer een werk uit een vroeger jaar aantreffen. | |
Hygiëne van voeding, woning, kleding.Voeding. Aan deze eerste van het trio wordt nog altijd de meeste aandacht besteed, door den wetenschappelijken mens voorop, door den leek als gevolg. Want we beleven uitermate het populariseren van kennis. Eten is een levensbehoefte. Al wat leeft in natuurstaat volgt zijn instinct, of geslachtenoude ervaring, bij het zoeken naar voedsel. De mens in de cultuurstaat echter heeft geen tijd voor zoeken, noch voor het wakker houden van zijn instinct. Hij leert van kind af ‘eten wat op tafel komt’ en dit hangt veelal af van sleur en van wat ervoor betaald kan worden. De leek-huisvrouw kiest het voedsel, waar de gezondheid en werkkracht van het gezin uit opbloeien moet. En nu wordt zij uit haar gewoonten telkens opgeschrikt, door de dwingende vermaning haar gezin toch vooral genoeg ‘minerale zouten, vitaminen, plantenbasen’ enz. te geven! Opmerkelijk is, dat de menigte, evenals zij meer vertrouwen heeft in kwakzalverij, dan in de officiële geneeskunde, gemakkelijker luistert naar de klinkende stem van den voedingsleek, dan naar de gematigde taal van den wetenschappelijken voedingskundige. Horen of lezen we van: ‘moderne voeding’, ‘nieuwe inzichten in de voeding’, dan is er vast een voorstander van vegetarisch of rauw voedselGa naar eind1) aan het woord. De boeken van Dr. Birchner-BennerGa naar eind2) zijn altijd het lezen waard, als men maar onthoudt, dat de redeneringen niet van algemene, maar van bepaalde opvatting uitgaan. Een ander geval is het met een werkje, dat zich aankondigt als ‘Het Voedingsboekje’Ga naar eind3). Wie niets van voedingsleer afweet, zal na lezing van dit boekje niet werkelijk wijzer zijn. En wie eerder wel eens iets erover las, zal zich verbazen over verscheidene passages in een ‘leerboek’, waarin bewijs en experiment opzij worden geschoven voor verzinsel en theorie. | |
[pagina 171]
| |
Wie als plicht begrijpt globaal voedingskundig te moeten zijn, als men voor volwassenen en kinderen het dagelijks voedsel kiest, vindt genoeg lectuur erover van wetenschappelijke kant, waar men die ‘nieuwe of moderne inzichten’ zeer goed kent, maar die kwesties onpartijdig bekijkt en niet méér zegt dan conscientieus is te verantwoorden. Op zulke gidsen kan de huisvrouw vertrouwen. In de ‘Gezondheidsbibliotheek’ verscheen een boekjeGa naar eind4), dat in een damestasje nauwelijks plaats inneemt, dat duidelijk en leerzaam is, vegetarisch en rauw voedsel en alcohol bespreekt, en achterin een tabel geeft van de waarde der voornaamste voedingsmiddelen, ook wat betreft hun vitaminen. In ‘De Vitaminen’Ga naar eind5) spreken schrijvers eerst over de karaktertrekken van de bekendste vitaminen en geven daarna hun tabellen van voedingsmiddelen. Veel van deze gegevens berusten op hun eigen onderzoek. Dr. Charlotte RuysGa naar eind6) verenigt de drie onderwerpen van hyg. zorg in één bundeltje. De voedingskwestie beschrijft ze in het 1e ged. meer in detail dan Prof. Wolff, waardoor haar boekje zeer geschikt is voor wie iets meer, dan de grote lijnen wenst te kennen. Ook hierin aan het slot de voedingstabellen met opgaaf van waarden aan vitaminen. Voor de verzorging van haar gezonde zuigeling vindt de moeder raad in twee eenvoudige boekjes, één van Prof. GorterGa naar eind7) te Leiden en één van arts SteketeeGa naar eind8) te Ermelo. Woning en kleding. Wie denkt, dat het door de woningwet in onze huizen nu wel in orde zal zijn, vergist zich deerlijk. Wat helpt hygiënische woningbouw, indien de bewoners die niet in het belang van hun gezondheid weten uit te buiten? Daaraan mankeert nog veel. En al is er, na de revolutie door de Reform, weinig meer over de kleding geschreven, daarom is alles nog niet O.K.! Men denke slechts aan de schoenen der vrouw en de gebruikelijke kleding van den man! De huisvrouw kan in bewoning en in klerenkeus goede leiding geven. Het eerder genoemde werkje van Dr. RuysGa naar eind6) kan in het 2e en 3e ged. haar hierbij van veel dienst zijn. Ook in de ‘Kleine | |
[pagina 172]
| |
Huishoudreeks’Ga naar eind9) bevindt zich een beknopte, aan te bevelen handleiding. Onder de bevolking der Nijverheidsscholen schuilen de a.s. huisvrouwen, duidelijk genoeg dus, dat dit boekje voor de huisvrouw in 't algemeen dienstig is. Talrijke illustraties lichten de korte wenken toe. Sport. Deze vraagt den helen mens, moet dus rekening houden met zijn voeding, kleding, rust. In de ‘Gezondheidsbibliotheek’Ga naar eind10), in een werkje van het bekend handig formaat, treffen moeders met sportlievende kinderen belangrijke gegevens aan, over de invloeden van sport op, en haar eisen aan de gezondheid van de beoefenaars. Sociale hygiëne. Geen gezin bestaat als een eiland in de samenleving, vrienden en arbeidshulp komen ons huis binnen. Wij gaan naar ontspanningsoorden, zitten in trein en tram. De kinderen komen op school en in hun club in nauwe aanraking met den ouders onbekende tijdgenootjes. Welke gevaren bedreigen hen daarbij? De gebundelde opstellenGa naar eind11) van Hoofdinspecteur Eykel geven daarvan een inzicht, door te verhalen van wat de overheid of particulieren doen in het belang van de volksgezondheid. | |
Warenkennis; woninginrichting.Warenkennis opent een onafzienbaar veld, want zij bedoelt aan te brengen een juiste critiek op al wat men koopt. Dan denke de vrouw eens aan het meubilair, de vloer-, raam- en wandbedekking voor alle vertrekken in haar huis, voor trap, gang, keuken, badkamer, enz.; aan de spijzen en dranken en wat bij hun bereiding behoort; aan de gereedschappen en materialen voor het rein houden van huis en huisraad en het wassen, aan stoffen voor kleren en huishoudgoed. Oef! En toch...... geen goed besteed geld zonder warenkennis! Boeken erover, voor allerlei ontwikkeling en aandacht, zijn er genoeg. In de ‘Libellen serie’Ga naar eind12) verscheen een beknopt handboekje met vele betrouwbare wenken; in de ‘Kleine Huishoudreeks’Ga naar eind13) een uitgebreider dito, voorzien van illustraties. Dan | |
[pagina 173]
| |
zijn er een aantal andereGa naar eind14), die de stof, of onderdelen ervan, wat uitgebreider behandelen. De Huisvrouw echter, die zich vóór haar huwelijk aan ander werk wijdde, kan zich practisch warenkundig maken door bestudering van een volledige handleidingGa naar eind15), ruim geïllustreerd, die haar sterk zal maken tegenover leveranciers, haar huishoudhulp en de reclame voor ‘huishoudnieuwtjes’. Wie tenslotte haar warenkennis wil bouwen op de basis van scheikundige kennis, kan ook gading vinden.Ga naar eind16) Woninginrichting hoort te berusten op hygiëne en warenkennis. Na die twee mogen beurs en persoonlijke smaak een woordje meespreken. De laatste kan ontwikkeld worden door lectuur en goed uitkijken. De vrouw, die zich aldus op de hoogte heeft gesteld, zal bij het bouwen of vernieuwen van haar nestje de dingen kopen, die haar een vreugde blijven. Vier fleurige ‘Libellen’ handelen in algemene toon over installatie van de keukenGa naar eind17), bergruimtenGa naar eind18), kunstlichtGa naar eind19) en het woonhuisGa naar eind20) in z'n geheel. Twee bundelsGa naar eind21) bieden vakkundige lectuur over woninginrichting naar modern inzicht, met mooie reproducties naar foto's en andere illustraties van interieurs en meubels, ontworpen door Nederlandse kunstenaars. Paul Bromberg heeft deze collectie bijeen gebracht en geeft, in een interessante inleiding, belangrijke wenken over doelmatige verdeling van de woonruimte, juiste keus en gerieflijke plaatsing der meubels. Deze bundels geven ook aanwijzingen voor vernieuwing van verouderde interieurs. De ‘Kleine Cultuur Bibliotheek’Ga naar eind22) geeft iets dergelijks op bescheidener schaal. De Bibliotheek v/d. Huisvrouw o/h PlattelandGa naar eind23) verschaft een duidelijke bespreking van bouw en inrichting van de woning, wetenswaardig eveneens voor de huisvrouw in de stad. | |
Opvoeding en kinderkennis.Dit belangrijke deel van de taak der moeder zou in dit verband niet mogen ontbreken. Het wordt echter elders in dit boek afzonderlijk besproken. | |
[pagina 174]
| |
Koken.Belangstelling voor wat op tafel komt hebben alle leden van het gezin. Hieruit is verklaarbaar, dat er steeds nieuwe kookboeken verschijnen. Hieronder zijn een tweetal DieetreceptenGa naar eind24). Het is veelal moeilijk varianten te bedenken op het aan een patiënt veroorloofd voedsel. Deze boekjes kunnen daarbij voor de huisvrouw een goede leidraad zijn. Is zij echter gewend vegetarisch te koken, dan kan ze het onder b genoemde missen, en uit haar gewone recepten alle keukenzout weglaten. Het Electro-KookboekjeGa naar eind25) maakt in zijn inleiding de aspirant-gebruiksters vertrouwd met de constructie en de behandeling van de electrische kookapparaten, en wijst daarna de weg naar routine en zuinig omgaan met electriciteit, door in elk recept, elk menu, van de talrijk gegeven voorbeelden, de pannensoort, de schakelstand en de duur van de laatste op te geven. Door de Haagse ReceptenGa naar eind26) loopt als leidend motief de Receptenleer, waardoor koken niet blijft ‘doen’, maar groeit tot begrijpen. De handleiding voor de Indische tafelGa naar eind27) zal de a.s. ‘handschoentjes’ zeker interesseren. Wie een goede oven heeft, vindt voor het maken van eigen gebak een eenvoudig boekjeGa naar eind28) en een uitgebreiderGa naar eind29), het laatste voorzien van vele gekleurde en ongekleurde illustraties. Een klein gidsje van een collegaGa naar eind30) zal wellicht een huisvrouw aantrekken. De drang aan de huisvrouw hulp te verlenen in deze tijd van bezuiniging, heeft reeds een paar publicaties op het geweten. Eén bepaalt zich uitsluitend tot het kookdepartement. Over ‘lekker’Ga naar eind31) valt nooit te twisten; fantasie bezit de schrijfster in elk geval. Het tweedeGa naar eind32) bestrijkt het gehele materiële deel van het huishoudgebied. Begrijpelijk, dat het zich overal tot de oppervlakte bepalen moest. Zal men zich niet met alles kunnen verenigen, goede wenken kan menigeen er in vinden. Voor telkens 4 weken in elke maand geeft een kalenderGa naar eind33) in boekvorm voor elke dag 3 menu's. Natuurlijk zal deze collectie, met de ervoor aangegeven dagen, voor geen enkel gezin passend zijn. Toch zal menig zuchtende huisvrouw | |
[pagina 175]
| |
door het raadplegen ervan een goede inval krijgen, en ineens weten, wat ‘we vandaag moeten eten’. | |
Onderhoud van woning en inventaris.Hierin schuilen heel wat zorg en werk. Wordt dit laatste zonder kennis gedaan, dan komt het duur te staan, doordat het ene te vroeg slijt, het andere beschadigd, een derde verwaarloosd wordt. Een betrouwbaar handboekGa naar eind34) hiervoor is z'n geld waard, want goed onderhoud bespaart. Een, dat in 17e druk bestaat, behoeft geen ‘krans’. De tekst is in drieën verdeeld: I. De werkkast en het werkmateriaal; II. Het werk (hierbij ook dat dagelijks of over langere perioden terugkeert); III. Losse wenken. Een klein bundeltjeGa naar eind35) bevat een mixtum van raadgeving, is toch geen bont mengsel, omdat de erin opgenomen wenken alfabetisch geschikt zijn. Geld besparen door kleine reparaties zelf te verrichten, is de illusie van menige handige huisvrouw, de resultaten echter verblijden haar niet altijd. Een degelijk studieboekjeGa naar eind36), met afbeeldingen, kan haar wijzer maken. Vermoedelijk echter zal zij, door gebrek aan tijd voor training, manlief vaak te hulp roepen. | |
Behandeling van de was.Ondanks de toenemende gewoonte van de was buitenshuis, blijft in elk gezin allerlei over voor behandeling aan huis, zoals zijden en wollen stukken, kleedjes, kinderkleren, enz. Met één keer verkeerd doen, kan een stuk bedorven worden. Daarom is 't goed zich te laten voorlichten. Een symbolisch blanke ‘Libel’Ga naar eind37) geeft raad voor het wassen en het daarbij benodigd materiaal. In de ‘Kleine Huishoudreeks’Ga naar eind38) vindt men een uitgebreider raadgever, die bovendien bespreekt het reinigen met benzine, verven, opmaken van allerlei stoffen en stukken, enz. Vlekken uitmaken wordt een steeds hachelijker onderneming, omdat chemie en techniek de stoffen hoe langer hoe geheimzinniger maken. Weest dus zo verstandig een gidsje te | |
[pagina 176]
| |
raadplegen. Dit jaar verschenen er twee, eenGa naar eind39) vrij globaal, het anderGa naar eind40) met blijk van meer ondervinding. | |
Kleding en handwerken.Weinig wordt er gepubliceerd als leiding bij het zelfmaken van de kleding. In '34 verscheen het 3e deeltje van een zeer goede uitgaafGa naar eind41). Het geeft patronen, afb. en alle nodige aanwijzingen voor kleren voor vrouw, man en kind. Verder kwamen er twee ‘Libellen’Ga naar eind42) aangevlogen met ideeën voor sierhandwerken in huis. | |
Beheer van de huishouding.Dit gaat over geld en tijd. Het huishoudgeld moet logisch over de vermoedelijke posten van uitgaaf verdeeld worden, (begroting, budget). Daarop volgt het boeken van de werkelijke ontvangsten en uitgaven. Dit is belangrijk. Een jaar van trouwe boekhouding verschaft voor het volgend jaar de gegevens voor een zuivere begroting. Een Huishoudboek spaart tijd; vele zijn er in de handel. Men kiest tussen twee typen: aGa naar eind43), de benaming van de benodigdheden zijn gedrukt en open voor invulling van de bedragen; b.Ga naar eind44) men schrijft zelf de naam der posten op. De tijd wordt over de roosters van werkzaamheid verdeeld. Uren van opstaan, van de maaltijden, thuiskomst der ambulante gezinsleden, huiswerk, ontspanning, enz. zijn de vaste punten, waartussen de bezigheden van de huishouding worden vastgelegd (werklijst). Of de werklijst in het geheugen bestaat (de huisvrouw alleen), of uitgeschreven wordt (personeel), orde en stiptheid erin zijn de eisen, om het spook van onrust of nervositeit uit huis te weren. Pas na geruime tijd van proef en ondervinding kan de huisvrouw, enkel voor haar eigen huishouding, een positieve werklijst vaststellen. In het begin echter kunnen goede voorbeelden haar houvast geven. In het onderGa naar eind34) genoemd handboek o.a. kan ze die vinden. Samengevat met enkele andere practische gegevens, vindt ze ook werkschema's | |
[pagina 177]
| |
in een ‘Libel’Ga naar eind45). Een andere ‘Libel’Ga naar eind46) brengt de huisvrouw enige gegevens uit de wetten en gewoonten, met betrekking tot haar personeel. | |
Efficiency.Dit is geen rubriek, maar de leidende gedachte van de huisvrouw door al haar regelingen heen. Men kan die gedachte lezen uit haar woninginrichting, haar beheer van tijd en geld. En waar zij botsen zou tegen, voor haar wil of financiën, onverzettelijke bolwerken, daar moet zij haar stem met die van vele andere huisvrouwen verenigen, bij het luide roepen om doelmatige en voor haar arbeid geriefelijke woningbouw. Een uit de Nederlandse idee ontsproten handleiding voor efficiency in de huishouding is er nog niet, wel zijn er drie voor Nederland bewerkt, van Buitenlandse, oorspronkelijk gestudeerde vrouwen. Dit laatste is opmerkelijk. Het eerste kwam tot ons uit AmerikaGa naar eind47), het tweede uit DuitslandGa naar eind48), het laatste uit FrankrijkGa naar eind49). De beschikbare ruimte liet niet toe de aangehaalde boeken inderdaad te bespreken, ze konden slechts systematisch gerangschikt worden. Misschien is hierdoor bereikt, dat de huisvrouw gemakkelijk overziet in welke rubriek zij haar kennis wil vermeerderen. De boeken daarvoor kan zij dan bij haar boekhandelaar op zicht aanvragen en zelf kiezen, wat in haar geval het geschiktste is. Misschien wordt ook, met de hier gegeven respectabele boekenlijst, bereikt man en vrouw, ouders en jonge mensen, te overtuigen van de brandende noodzakelijkheid de oude paden te verlaten van het bijgeloof aan een mystieke, huishoudelijke aanleg in elke vrouw, een aanleg, die zou groeien zodra het meisje trouwt of haar hulp in dienst van anderen aanbiedt! In onze tijd past de nuchtere, zakelijke overweging, dat kennis, waardoor dan ook, niemand komt aanwaaien, dat men zich die moet veroveren met opoffering van tijd, kracht en geld, dat ditzelfde geldt voor de huisvrouw, die de zorg heeft voor | |
[pagina 178]
| |
de woning en het gezin. Zij schept de sfeer van rein- of onreinheid, van orde of wanorde, van warmte of kilheid, de sfeer, waarvan de invloeden op lichaam en geest van de huisgenoten zo sterk zijn, dat ze doorwerken in de samenleving van nu en de toekomst. Uit die boekenlijst blijkt, dat ‘huishouden’ geen werk is voor een dommekracht, dat er verstand en kennis voor vereist worden, om op een waardig peil te blijven, en dat een huisvrouw tijd moet vrij houden voor vaklectuur. Maar eveneens, dat het niet van haar te vergen is, zich in alle onderdelen van haar vak te specialiseren. Ze mag tevreden zijn zich door lezen van alles zó op de hoogte te houden, dat ze tijdig opmerkt, wanneer er ergens iets begint te haperen en weet, waarheen zich te wenden, om schade aan haar gezin te voorkomen. | |
[pagina 180]
| |
Biografische bijzonderheden omtrent de schrijfster van dit artikel:H.M.S.J. DE HOLL, geb. 1870; bezocht H.B.S. met driej. cursus; werd vervolgens opgeleid voor Apothekersassistente, was als zoodanig 6 à 7 jaar werkzaam. In 1900 leerares aan de Huishoudschool-Laan van Meerdervoort, den Haag; van 1905-1913 Directrice aan de Huishoudschool te Amersfoort, daarna directrice der huishoudschool te Den Haag. In 1925 wegens gezondheidsomstandigheden eervol ontslagen. Vervolgens reizen in Zwitserland, Italië en Frankrijk. Sinds 1927 weer hier te lande gevestigd. Werken: het Nieuw Geïllustreerd Kookboek (1930) en in 1931 de zesde, geheel herziene druk van ‘Ik kan koken’ (1e uitg. in 1911). Sinds October 1931 Redactrice van De Huishouding, Halfm. Tijdsch. voor de moderne Huisvrouw, tevens Orgaan van den Nederlandschen Vrouwenbond voor Huishoudings-Organisatie, waarvan mede-oprichtster en Bestuurslid. |
|