De radio en de literatuur
door Dr. P.H. Ritter Jr.
Wie een verhandeling wil schrijven over de radio en de literatuur, moet niet beginnen bij de literatuur, maar bij de radio. De radio is nu meer dan tien jaar geplaatst in het midden van ons dagelijks leven, maar in vergelijking met de andere instrumenten van gedachten- en gevoels-bemiddeling is zij nog een zeer jong orgaan.
Alvorens wij met de inhoud van een levensuiting bezig zijn, moeten wij ons rekenschap geven van de verhoudingen en omstandigheden, waaronder die inhoud ons wordt kenbaar gemaakt. - Neemt U een zelfde melodie, die tot Uw oor komt als klavierstuk, als viool-solo, als zangwijze. Die ene melodie splitst zich in drie volkomen ongelijksoortige belevingen.
Deze waarheid geldt ook voor het gesproken woord. - U kunt een bepaald onderwerp behandelen als preek, als wetenschappelijk vertoog, als letterkundige openbaring, als gemoedelijk praatje. De inhoud van al deze werkstukken kan dezelfde zijn, maar de resultaten bij den hoorder zijn waarschijnlijk essentieel verschillend.
De radiospreker heeft zich af te vragen, eer hij zijn lippen voor het witte blokje brengt: wat doèt mijn woord in de huiskamer? Welk effect ligt daar voor de hand? Met het te verwachten effect, het natuurlijk effect, heeft hij in de eerste plaats te rekenen, want hij wenst zoveel mogelijk toestellen, die open blijven. Voor den spreker is de natuurlijke dispositie van den algemenen luisteraar eerder een belemmering dan eene handreiking. Hij heeft met zijn luisteraar te kampen, terwijl de toonkunstenaar zijn onzichtbaren toehoorder bereid vindt, en de muzikant in hem zijn bondgenoot begroet.
Het effect ener redevoering is een dispositie, die aan des luisteraars dispositie is tegengesteld. Want iedere rhetorica eist sfeer; de sfeer, die door het gebaar wordt opgeroepen, de sfeer, die door zwijgend oponthoud en verschillen in geluidskracht wordt verwekt. Een rede is iets, dat moeilijk wordt