Den handel der amoureusheyt(20ste eeuw)–Johan Baptista Houwaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Folio Dd3r] [fol. Dd3r] Prologhe oft t'zamenspraeck van twee Personagiens. Poëtelijck gheest. EErzame discrete Vrienden, Heeren, en Vrouwen, Wy hopen dat ghy noch wel hebt onthouwen, Hoe dat Leander in't swemmen ghebruyct syn kracht,, heeft, En hoe Hero het licht uytstack door jonste vol trouwen, En hoe sy door vyerighe liefde, die niet en wilde verkouwen, Naer de komste van Leandro ghewacht,, heeft. Amoureuse fantasije. En hoe dat de schoone Hero verpacht,, heeft Ionstighe vreucht secretelijck en stille, En hoe dat Leander by haer vernacht,, heeft Met vyerighe begheerde naer synen wille. Poëtelijck gheest. En hoe sy voortstelden menighe amoureuse grille, Door dat den Roover van d'Amoureuse zinnen Hun 'tverstant beroofde, en zoo verwarde de spille Met Liefs ghebruyck in't feyt van minnen, Dat de reden natuere niet en kost verwinnen, Maer dat natuere ghebruycte 'tvleesch melodije. Amoureuse fantasije. En nu zullen wy v speelwijs beghinnen Te vertoonen hoe d'Inborstighe envije, Verghezelschapt met de Valsche calumnije, Als twee verradersschen hebben bevonden [Folio Dd3v] [fol. Dd3v] Dees secrete liefde, die sy voor een blije Bootschap Leandri Moeder liepen vermonden. Poëtelijck gheest. En hoe dat Leander ten zelven stonden Van syn Ouders wert ghestraft en bekeven, En hoe hy aen Hero zoo vast was verbonden, Dat hy de zelve niet en heeft begheven. Amoureuse fantasije. En hoe dat hy oock niet t'huys en is ghebleven, Al waren syn Ouders daerom zeer gram, Maer hoe dat hy, om in vreuchden te leven, Noch alle avont naer syn Liefs Borgh swam. Poëtelijck gheest. En hoe dat daer ten lesten zulcken onweder opquam, Dat hy in zes nachten by Hero niet en is gheraect, En hoe Hero daer quade presumptie door nam, En in syn absentie groot onghenuecht heeft ghemaect. Amoureuse fantasije. En hoe sy binnen zes nachten, die sy heeft ghewaect, Haer Voestere gheklaecht heeft haren noot, En hoe Leander oock zeer heeft ghehaect Naer Hero syn alderliefste Lief minjoot. Poëtelijck gheest. En hoe dat het synder herten was een lijden groot, Dat hy syn Alderliefste zoo langhe moeste derven. Amoureuse fantasije. En hoe hy van couragie was zoo swaer als loot, Dat hy niet gheswemmen en kost naer Heros erven. Poëtelijck gheest. En hoe hy de Goden, die hem zochten te bederven, En failjeren deden in syn beloften en tijt, Wt groot mistroosticheyt heeft vermalendijt. Amoureuse fantasije. Dit zullen wy v al speelwijs betoonen Wt oprechter jonsten ghy Amoureuse Scholieren, [Folio Dd4r] [fol. Dd4r] Wilt altijt ons fauten en abuysen verschoonen: Dit zullen wy v al speelwijs betoonen, Voor al de Gheesten en Amoureuse Persoonen En zullen wy ons konste niet verdieren: Dit zullen wy v al speelwijs betoonen Wt oprechter jonsten ghy Amoureuse Scholieren. Poëtelijck gheest. Waer't dat Apollo ons hooft wilde vercieren Met Laurieren,, door syn benevolentie, Wy zouden de konst verheffen in alle manieren: Waer't dat Apollo ons hooft wilde vercieren, Wy zouden hem loven, prijsen, eeren en vieren, Dat hy ons beghifte met Hemelsche prudentie: Waer't dat Apollo ons hooft wilde vercieren Met Laurieren,, door syn benevolentie, Wy zouden hem dienen in alder obedientie. Vorige Volgende