Den handel der amoureusheyt(20ste eeuw)–Johan Baptista Houwaert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [Folio V7v] [fol. V7v] De prologhe van het derde spel. GOdts Vrienden, zoo ghy wel hebt verstaen, Waren Mars en Venus van Cupido gewont, Maer hoe dees liefde voorts zal vergaen, Dat zult ghy Speelwijs hooren terstont, En hoe Vulcanus die met Venus was in't verbont, Teghen Phoebum syn Wijf zeer ghepresen,, heeft: En naer dat Venus Mars hadde liefde ghejont, Zuldy hooren hoe Phoebus Vulcano gewesen,, heeft, Hoe dat Mars van Venus struyck bloemkens gelesen,, heeft. Hoe Vulcanus door Phoebus raet heeft ghevangen Mars en Venus met een subtijl net, Dat sy van daer niet en zouden nemen de ganghen, Tot dat hy de Goden hadde ghebrocht met Hem, en hoe hy van zinne was en opzet Venerem te vermoorden door die oneere, Om dat sy haer zuyverheyt hadde besmet Door het boeleren met een anderen Heere, Een hoeachtich Wijf en betrout niemant zeere. [Folio V8r] [fol. V8r] Noch zullen wy v Speelwijs vertooghen, Hoe Vulcanus met bedroefder talen, 'tGhene dat hy hadde ghezien voor ooghen, D'onsterffelijcke Goden ghinck verhalen, Die hy met hem brocht binnen der zalen, Om dat sy zien zouden 'toneerlijck stuck, En hoe Iuno en Pallas berispten syn falen, Bedroeft zijnde door Venus druck, Zulck en ghestaet noch niet met syn ongheluck. Alzoo verre als ons verstant begrijpen,, mach, En natuerlijck ghevoelen weet te studeren, En ons memorie den Text nijpen,, mach, Zoo zullen wy't moralijck exponeren: Wilt v jonstich herte verjubileren Inde zoeticheyt die wy v bewijsen,, zullen, Eest dat ghy v stilt van reprocheren, Wy hopen dat daer veel vruchten uyt rijsen, zullen, En dat d'Amoureuse Geesten 'twerck prijsen,, zullen. Vorige Volgende