Loterijspel
(1998)–Jan van Hout– Auteursrechtelijk beschermd
Ga naar margenoot+
Calleken
245[regelnummer]
Ba, God wouts,* ic zal ommer eens beginneGa naar voetnoot245
Myn keten gaernken* mitter wiele te spinneGa naar voetnoot246
Om myn cosken te winne - men moeter zeer omtrent wesene* -Ga naar voetnoot247
Op dat mynen saey trapier* weder mach content wesene.Ga naar voetnoot248
Wa, zalt nemmer mee ent wesene* van dit wiel dus te draeyene?Ga naar voetnoot249
250[regelnummer]
Ic zoude gewis viel liever mit een fiel* te naeyeneGa naar voetnoot250
En hem daer vooren mit een hiel tepaeyene,* dat waer myn coste!Ga naar voetnoot251
| |
[pagina 408]
| |
Waer hier yewers een fraeyert* die my van twiel verlosteGa naar voetnoot252
En ic hem dienen moste als een eerbare vrouwe,
Ba, ic ging mit hem strac* ter kercken om hem te trouwe.Ga naar voetnoot254
255[regelnummer]
Alleen myn winnen* valt my te nouwe* en zeer zeur.*Ga naar voetnoot255
Ic drinc gaern een potteken, dan com ic te cort aen de heur
Van myn slaepstede, des ic treur* wel aldermeest.Ga naar voetnoot257
tJan,* tes hier beter dan in Schotlant, daer heb ic mede geweest,Ga naar voetnoot258
Mer ic hadde voor teest* drie maenden gewoont in gods legere,*Ga naar voetnoot259
260[regelnummer]
Met myn gespeele,* die voorde* my mede, ic wasser niet tegere;*Ga naar voetnoot260
Nu bem* ic tlopene en dravene een vervlouckere.Ga naar voetnoot261
Ba, tJan, myn keursken,* lyveken* en hoeyken staeter voor in de wouckere.*Ga naar voetnoot262
Om weer winnen bem ic een zouckere, ic werd noch zo ryc als den coninc van Spaenge!
Ic wilder een liedeken gaen voer zyne,* ba, wynewaenge,*Ga naar voetnoot264
265[regelnummer]
Veel betreurt te wesen es mer calaenge.*Ga naar voetnoot265
Steven
Och, lieve Bouwen Aertvelt, wat een zwaren noot
Heeft een eerlic man, die zyn herte noch es groot,*Ga naar voetnoot267
Begaeft mit natuerlic verstant, die onder zyn minder moet buygen!
Bouwen
Daer en behouftmen geen vreemde over te halen,* wy twee zullens wel getuygen.Ga naar voetnoot269
270[regelnummer]
Want in den eersten, als ons de fortuyn wel dienden,
Wat vonden wy al maechschap,* kennisse en vrienden,Ga naar voetnoot271
Dien wy, zo wer by quamen, gans zoude wesen ontkent.*Ga naar voetnoot272
Mer pacientie,* wy comen hier Leyden omtrent;Ga naar voetnoot273
Daer hebbe ic een neeff, mer ic en weet niet waer hy nu mach woonen.
275[regelnummer]
Ic denc als hy my al saech, dat hy my niet en zou willen koonen.*Ga naar voetnoot275
God almachtich mach ons aen de vertrooster helpen,
Die, ons mit reden overwinnende,* ons clagen zal stelpen.Ga naar voetnoot277
God zy gelooft, wy zyn hier aen de poort gecomen.
| |
[pagina 409]
| |
Steven
Bouwen, wy moeten naer de goeman vragen, mit vragen comt men te Romen.*Ga naar voetnoot279
280[regelnummer]
Hier zit een vroutgen en spint. Zoude ons die niet connen wysen
De goe man die wy zoucken? Twaer ons een verjolysen.*Ga naar voetnoot281
Goeden dach, vroutgen!
Bouwen
Goen dach, goen dach!
Steven
Vroutgen, wy zyn twee bedorven luyden,* die geleden hebben zo grote schaden,Ga naar voetnoot284
285[regelnummer]
Dat het onmogelic es te zeggen en zyn daerom beladen
Mit cruys, lyden, zwaricheyt, benautheyt, bangicheyt zo menichvuldich,
Dat wy alle bey zyn teynden raet, becans onverduldich.*Ga naar voetnoot287
Nu zyn wy hier te Leyden deur goei vrienden gewesen,
Dat hier een man es, die ons van onse ziecten can en zal genesen
290[regelnummer]
En ons zo mit levendige redenen* zal connen zetten te neer,*Ga naar voetnoot290
Dat wy onse scha gaern zullen lyden, jae zo zeer,
Dat wy nau zouden willen hebben weer, tgeen wy ons beclagen te hebben verloren.
Calleken
Ba, vreemder zaecke en quam my, goei mannen, noyt tevoren.*Ga naar voetnoot293
Wat zydy, twee dooren* of alle beyde versuft?Ga naar voetnoot294
295[regelnummer]
Ba, ic wane gy zouct my te paeyen mit een cluft.*Ga naar voetnoot295
Way!* Om gaerne schaey te lydene, zulcke liens zuldy hier niet vinnen.Ga naar voetnoot296
Ba, tvolxken es hier al te zeer genegen om te winnen.
Dat* de schade hier quame in goudelaecken gecleet,Ga naar voetnoot298
Ba, niemant en lietse over zynen dorper,* dat is dat ic weet.Ga naar voetnoot299
300[regelnummer]
En ziedy niet, ic zit hier vast* en win gaern om dees spille.Ga naar voetnoot300
Tes hier al win, win, zolang ic twiel niet en houde stille,
De schadelyders zouct in tSchuddebeuseken* en ander tavaernen.*Ga naar voetnoot302
| |
[pagina 410]
| |
Bouwen
Mit oorlof* vroutgen, ic zoude u ooc yet vragen gaerne.Ga naar voetnoot303
Hebdy van den god Apollus hier niet horen spreecken,
305[regelnummer]
Die corts* van Delf herwaerts zoude zyn geweecken?Ga naar voetnoot305
Calleken
Ba, dit zyn vreemde treecken.* Zy zyn zeecker berooftGa naar voetnoot306
Van zinnen. Ba, ic dinc de werver draeijt in haer hooft.*Ga naar voetnoot307
Ba, neen ic, vrienden, ic en weetter niemedallen van.
Steven
Mer tsou weesen een geleert, degelic, statich man,
310[regelnummer]
Die al de benaude liens zou connen raeyen*Ga naar voetnoot310
En hen vertroostende, zo ter neer te zetten* ende te paeyen,Ga naar voetnoot311
Datse op geen geleden schaeyen verder en achten, daer af treckende al haer hoop.*Ga naar voetnoot312
Bouwen
Daer valtet myn in, vrouwtgen, onse coster hieten hem een gevylsde soop.*Ga naar voetnoot313
Calleken
Een gevylde soop? By gans macht, nu weet ic u raet.
315[regelnummer]
Men can tclouwen* wel becomen als men hiet* een draet.Ga naar voetnoot315
Hier bachten de sloterare,* die altyts crast en drylt*Ga naar voetnoot316
En mit zyn raspen en vylen zyn werc zo constelicken vylt,
Daer woont een man, die hiet Commer Crimpraet,
Tot allemans dienst bereyt, hoe wel hij tot elx schimp staet.*Ga naar voetnoot319
320[regelnummer]
Dees can al de benaude liens haer commer* stelpen:Ga naar voetnoot320
Vraecht naer die man.
Steven
Soude die ons wel helpen?
Calleken
Ic waen wel,* jae.Ga naar voetnoot322
Bouwen
Waer zouden wy hem vinnen?
| |
[pagina 411]
| |
Calleken
Ontbeyt,* laet ic eest* deesen draet op de spille winnen.Ga naar voetnoot323
Hoort, goe liens, hals* gy de vyfde straete zyt gepasseert,Ga naar voetnoot324
325[regelnummer]
Slaet de lincker hant om van de strate die gy dan entweert.
De man die gy begeert, woont by tmidden der straten,
Theet hier doch een stege. Dees comt zo veel liens te baten;*Ga naar voetnoot327
Hy en zal u ooc niet verlaten, dat ben ic gewis.*Ga naar voetnoot328
Steven
Hoe raecken wy der by?
Bouwen
Laet ons gaen geris,*Ga naar voetnoot329
330[regelnummer]
Wy zullender wel comen met vragen, zo ic meen.
Calleken
Jae gewis, de quaey penning* en es zo niet bekent van elc een*Ga naar voetnoot331
Als hy. Geen kint zo cleen, of ten sal hem u wysen.
Steven
Hoe hyten* segdy?Ga naar voetnoot333
Calleken
Commer Crimpraet.
Bouwen
Dien naem maect my een afgrysen,*
Tes ducht* ic den man niet. Wy mogen hem soucken ten lesten,*Ga naar voetnoot334
335[regelnummer]
Mer hoort, vroutgen.
Calleken
Wat begeerdy?
Bouwen
Wy geven een pot biers ten besten,*Ga naar voetnoot335
Wildy ons by den scha trooster Commer Crimpraet geleyden.
Calleken
Ba, jae ic, in trouwen.* Vertuct* wat mit u beyden,Ga naar voetnoot337
| |
[pagina 412]
| |
Ic zal myn gespeelens lyveken* aen doen,Ga naar voetnoot338
Mit ons vrouwen voorschoot.*Ga naar voetnoot339
Steven
Wat dunct u, Bouwen, wat is u vermoen?*
340[regelnummer]
Zouden wy tschip stuyren in de rechte haven
En eens verlost zyn van dit moeylic draven?
Bouwen
Ic ducht neen, mer myn hoop zeyt: tsel beter lucken.
Steven
Gaen wy hier wat zitten, de wyl wy wat moeten vertucken?
Myn beenen voor zeecker zyn almoet van gaen.*Ga naar voetnoot344
Bouwen
345[regelnummer]
Neen, ic en ben noch niet moe, ic mach noch wel staen.
Nu, tes gedaen, daer comt tvroutgen en es al gepareert.*Ga naar voetnoot345
Calleken
Nu wel aen, goe vrunden, ic com hier om volgende hu begeert
Hu totden troostere om u schade gaern telyden te leyden.
Dignum Lichtewint
Wel mannen, hoe stady hier dus bedruct onder u beyden?
350[regelnummer]
Esser quade tydinge? Myn dunct, gy zyt betreurt,
Esser yewers* weder een ongeluc gebeurt?Ga naar voetnoot351
Deelet ons mede, wilt voor vrienden geen broot sluyten.*Ga naar voetnoot352
Steven
Jae, lieve vrient, zouden wy u onse noot uyten,
De dach zoude te cort vallen* om zulx te vertellen.Ga naar voetnoot354
355[regelnummer]
De quade ongelucken ons tween zo dapperlicken* quellen,Ga naar voetnoot355
Dat wy, bycans ter hellen gesoncken, ons leven vervloucken.
Daer om comen wy hier te Leyden vertroostinge zoucken
In ons geleden schaden aen een degelic* heer.Ga naar voetnoot358
En dit meysgen zalder ons aen helpen, zulx was ons begeer;*Ga naar voetnoot359
360[regelnummer]
Zy zeyt, dat zy wel weet waer hy es woonachtich.
| |
[pagina 413]
| |
Calleken
Dat is warachtich.
Dignum
Hola, die man behouf ic zelfs* best! Ic mach mit recht wesen clachtichGa naar voetnoot361
Over alle de schaden, die ic tot noch toe hebbe geleden
Mits tverlies van alle myn processen, daer ic in was getreden
Zeer wel beraden. Elc zeyde my, ic hadde een goet fondament,*Ga naar voetnoot364
365[regelnummer]
Want ic was erfgenaem geïnstitueert* by een testament,Ga naar voetnoot365
Gemaect deur Twistongst, de vermaerde notarys.
Twas institutie mit een fidei commis* ende substitutie pupillarys,*Ga naar voetnoot367
Mit de clausule codicillarys* in fine wel geclausuleert.*Ga naar voetnoot368
Twas geprojecteert* van 3 advocaten, alderbest gepractiseert*Ga naar voetnoot369
370[regelnummer]
En te Dolen* gepromoveert. Ic won de recredentie,*Ga naar voetnoot370
Ic was in possessie,* mer byde eerste sententie*Ga naar voetnoot371
Werde ic tot myn intentie verclaert ongefondeert.*Ga naar voetnoot372
Terstont daer op mit 3 practisyns geconsuleert;*Ga naar voetnoot373
Die rieden: ‘Appelleert,* of gy blyf u eygen zaecken een verpletter,*Ga naar voetnoot374
375[regelnummer]
Het testament es zo wel gecoucheert:* daer en manqueert niet een letter’.Ga naar voetnoot375
Mit dien raet liep ic schetter* voor dou voor daechGa naar voetnoot376
Niet meer dan zes malen ter weecken naer Den Haech,
Presenteerde request,* creech mandement,* deed myn pertie adjourneren*Ga naar voetnoot378
Deur een gezworen exploicteur.* Hy annexeert zyn relateren*Ga naar voetnoot379
380[regelnummer]
Aen tvenu-en-court,* ic passeer in de griffie procuratie.*Ga naar voetnoot380
Mit een dicken arrepenning* recommandeer ic my in de goede gratie*Ga naar voetnoot381
Van advocaet en procureur.* De zaecke wert geplaydoyeert*Ga naar voetnoot382
En wy zyn in feycten contrarie geappoincteert.*Ga naar voetnoot383
Tproces wert geadvancheert,* wy comen tot den enquesten;*Ga naar voetnoot384
385[regelnummer]
Myn heer de commissarys mit zyn adjoinct* comt ten lesten,Ga naar voetnoot385
| |
[pagina 414]
| |
Men dient van reprochen ende salvatiën* in tlesten.Ga naar voetnoot386
Eyntelicken, de zaecken en zacken* ten vollen gefurneert,*Ga naar voetnoot387
Wert by den Hove diffinitivelicken gesententieert:*Ga naar voetnoot388
Qualic en tonrecht geappelleert,* ba, dat was noch geen scheele;*Ga naar voetnoot389
390[regelnummer]
Tvonnisse in questie* als ‘wel gewesen’ geapprobeert;*Ga naar voetnoot390
Den appelant* in de costen gecondemneert* ende in de boeten van den follen appele.*Ga naar voetnoot391
Calleken
Ba, vrient, wat tael es datte? Daer van en verstae ic my niet vele!
Spreect men die mitter kele of mitter naesen?*Ga naar voetnoot393
Dignum
Wat begint die sottinne hier te raesen?*Ga naar voetnoot394
395[regelnummer]
Tzyn goede Nederduytsche tarmen.
Bouwen
Die in zulcken landt raect, die moet God erbarmen.*Ga naar voetnoot396
Ic hadder eertyts me wat verstant of,* mer ten gaet my niet recht voortan.*Ga naar voetnoot397
Steven
Mer vrient, van al dat gy daer zegt, daer en verstae ic niet een woort van.
Dignum
Hebdy zulx noyt gehoort dan? Zo moochdy zyn te gerustiger.*Ga naar voetnoot399
400[regelnummer]
Mer ic en lietet daer niet by, ic was noch telustiger
Tot myn pleyt en appelleerder* eerst aen den Hogen Raet.Ga naar voetnoot401
Daer verloor ict ooc mit costen en al, tes ongelogen, maet.
Ic condet u strac* hier wel vertogen,* tquaet, mer hoe ic voer*Ga naar voetnoot403
In de revisie,* esset best, dat ic myn mont en tonge snoer.Ga naar voetnoot404
405[regelnummer]
Als ic de waerheyt zoude zeggen: ic voer riet een haer beter.
Dit maectmen zo dul* dat ic behouf gesloten te zyn aen een veter,*Ga naar voetnoot406
Op dat ic myn zelfs niet aen en doe eenich quaet.
| |
[pagina 415]
| |
Bouwen
Wel, voucht u dan by ons, gy staet mit ons in eenen graet;*Ga naar voetnoot408
Laet ons tsamen zoucken raet om los* te zyn van treuren.Ga naar voetnoot409
Calleken
410[regelnummer]
Waer zachmen zyn dagen diesgelyx* gebeuren,Ga naar voetnoot410
Van diergelicken beroyde liens te samen te vinnen!
Ba, ic en heb anders niet dan ic daechlix can winnen
Mit naerstich spinnen. Ic bem gerust en leef in vreden.
Win ic twee groote,* ic derfse* besteden;Ga naar voetnoot414
415[regelnummer]
Ic gae mit myn pangel* ter marcte waert en coop dat my lost:Ga naar voetnoot415
Boter, kes,* eyeren, wafers van driegrotenare,* leckere cost.Ga naar voetnoot416
Waer ic moy weer gedost* mit een lyveken en keursse,*Ga naar voetnoot417
Een hoeyken op thoofd, zo veel gelts in myn beursse,
Dat ic des sondaechs buyten stadt mach gaen bancken:*Ga naar voetnoot419
420[regelnummer]
Ic zoude de vryaers gelach betalen, elc zoude my dancken.
Van grote rycdommen hebbe ic een afkeringe.
Middeler tyt stelle ic naer myn cleyne neeringe
Gelyc myn teeringe. Comt tsamen in myn logys,
Tes quaet nochteren dwaes zyn, hout myn advis.*Ga naar voetnoot424
425[regelnummer]
Wy zullen tot Crimpraet wel raecken ten lesten;
Sent om u pottebiers,* ic geeff myn boter ten besten.*Ga naar voetnoot426
Binnen
|
|