Stichtelyke zinnebeelden
(1723)–Arnold Houbraken– AuteursrechtvrijGepast op deugden en ondeugden, in LVII tafereeelen vertoont
[pagina 29]
| |
Een Redenaar spant de kroon.Nadien de konst ontydig spreeken
Door 't bassen van den hond vertoont,
En zwygen heeft by 't graf geleeken,
Daar niet dan loutre stilheid woont,
Zo mag men hier ter sneede vraagen,
Op 't voetspoor van een deftig man,
Wie nu den lauwerier zal draagen,
Die zwygen, of wel spreken kan.
Voor 't eerste zyn de Grieksche wyzen,
Maar Christnen zullen 't laatste pryzen.
| |
[pagina 30]
| |
VIII. Zinnebeelt.De oude Grieken hadden tot een spreuk: Zeg iet dat beter is dan zwygen, of hou uw mont toe. Op zyn tyd te zwygen heet wys te zyn, en op zyn tyd te spreken word geroemt. Als de gezanten van Lacedemonien aan den Tyran Lygdamo gezonden, dikwerf verzocht en aangehouden hadden om hunnen last te openbaren, en die Prins 't elkens liet zeggen dat hy niet wel te pas was; vertrokken de gezanten toornig te rug, zeggende: datze niet om met hem te worstelen, maar om hem te spreken gekoomen waren. Dit werd van de Collibus in zynen Harpocrates ofte Zwygaart, tegengesproken, maar de spraakzaamheit van woorden geroemt. Van een zelfde begryp vind ik ook Gratiaan daar hy zeit: Niet te spreken is niet loffelyk; maar wel, duidelyk en klaar te spreken; anders zouden de kinderen der ziele, (dit zyn gedachten, en uitdrukkingen) niet aan den dag konnen komen. Maar het is met veele luiden, gelyk met eenige potten die veel in hebben, en weinig uitgeven. In tegendeel zeggen anderen nog veel meer dan zy weeten. In de voogaande eeuw zagmen aan 't Hof dat de Advocaat Generaal Joan Batist de Mesnil, meer zei dan hy wist, maar dat de Procureur Generaal Gillis Bourdin meer wist dan hy zei. Hy maakt wel geen besluit over deze luiden op, maar zeit elders: De Dwaasheit komt altyt in met een open mont, de zotten zyn stout, maar de Wysheit komt in met zeer veele voorhoede: hare voorloopers zyn Opmerking en Onderscheiding, die de wacht voor haar houden, ten einde zy voortgaa zonder iets te waagen. | |
[pagina 31]
| |
Men moet voortgaan met getelde schreden, waar men twyffelt of diepten mochten zyn. Zulk spreken word boven het zwygen geroemt. Hercules heeft grooter zegepraal behaalt door zyne bescheiden welsprekenheit, dan door zyn dapperheit. De blinkende keeten uit zyn mont voortkomende (gelyk hy dus op oude marmere gedenkstukken verbeeld staat) verbeelden de kracht der welsprekenheit, waar door hy de menschen van zyn tyd aan de reden bond, en die hem meerder toejuichens aangebragt hebben, dan de knodslagen van zyn gevreesde vuist. | |
Aanmerking over het zwygen en spreeken.In het bedryf van 's weerelts schaaren,
Zyn mond en lippen te bewaaren,
Voor al wat quaat, wat vrugtloos luid,
En zich te houden zonder spreeken,
Wanneer het hert met toorn ontsteeken,
De tong der wraak word opgeruit:
Valt ruim zo zwaar voor brosse lippen,
Die licht van 't spoor der deugden slippen,
In onmoet vaardig tot verwyt,
Als men beleit van kunst en zeden,
Een aangenaame en heusche reeden
Te voeren ter bekwamer tyd.
Op de eerste wyze stil te weezen,
Word zelf een dwaas, voor wys geprezen,
Van 's wyzen mond: in de andre staat
Te zwygen, toont geen kleine kennis
En deugd, die de algemeene schennis
Van haat en laster tegengaat.
| |
[pagina 32]
| |
Zo nut, zo heilzaam is het zwygen,
Als 't quaalyk spreeken felle krygen,
Vol druk en jammer, heeft gebaart,
En door ontelbre snoode vonden,
Meer zielen heeft verdoemt, verslonden,
Dan ooit gesneuvelt zyn door 't zwaart.
Nogtans men zwyge de gebreeken.
De gave en kunst van wel te spreeken,
Is 't puiksieraat aan 's menschen kroon.
Breng vry, om voor 't gezicht te praalen,
Veel gouden oost in zilvre schaalen,
Een woord ter sneede is eens zo schoon.
Dit blykt ons klaar in Paulus preeken,
Die steenen herten wist te breeken,
Met zynen welbespraakten mond,
Die wonderbaar in zyne reden,
Zich droeg naar 's tyds gelegenheden,
Tot glory van het heilverbond.
Zo komt hy, die, door 's hemels zegen,
In zyne woorden aller wegen
Zich voor te struikelen behoet,
Den hoogsten top van Godsvrucht nader,
En word voor eenen man en Vader
In Christus school gekent, gegroet.
Dus schynt my dit vertoog te ontvouwen,
Hoe 't stille zwygen is te houwen
Voor minder moeite en lager gunst,
Terwyl om eenen schat van zaaken,
Wanneer het past, bekent te maaken,
Vereist word grooter geest en kunst.
g. brit. |
|