Een liefde(1941)–Ed. Hoornik– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] XII IN dezen winter zal ik minder treuren Dan toen zij roerloos in mijn armen lag: Sinds ik den dood zich in haar nestlen zag En liefde meestierf, kan er niets gebeuren. Alles blijft eender: menschen, planten, geuren, Mijn warme adem in den winterdag; Dat zij het ook wist, zei haar oogopslag; Zij was slechts vroolijk om mij op te beuren. Vorige Volgende